zondag 17 mei 2015

ZWAANSHALS

Eindelijk konden mijn schoonouders geen uitvluchten meer bedenken en dus kwamen ze voor de eerste keer naar het Oude Noorden om ons daar op te zoeken en om onze woning te bekijken. We woonden inmiddels al  vijf jaar op het Zwaanshals,waarvan 4 jaar officieel getrouwd.  Onze huisbaas wilde namelijk uitsluitend getrouwde stelletjes in zijn huizen hebben; geen hokkers!
Dat ze na vijf jaar bij ons op bezoek kwamen was, omdat ze niet eerder hadden willen toegeven aan het idee, dat het werkelijk wat zou worden tussen mij en hun dochter. Hun smoes om nu pas langs te komen was, dat eindelijk hun gezondheidstoestand het enigszins toeliet. Me reet! Vijf jaar terug zaten ze mijns inziens stukken beter in hun lijf. Oké, mijn schoonvader had net een hartaanval gehad, waarvan hij herstellende was en mijn schoonmoeder was constant ziek of misselijk. Ze at brood met gluten en die gluten maakten haar ziek. Coeliakie heet die ziekte. Nou, van de gevolgen van die hartaanval had schoonpapa na een half jaar geen last meer en nadat mijn schoonmoeder een paar weken het juiste dieet gevolgd had, was ze weer zo kwiek als een hoentje. Dus, zeg maar viereneenhalf jaar geleden, hadden ze net zo goed langs kunnen komen. Maar neen, alsmaar klagen, klagen, klagen,  alsmaar moeilijk doen. Ook op onze trouwdag schitterden ze door afwezigheid. Ze hadden heel graag gekomen, zeggen ze maar dat zou ten koste gaan van hun gezondheid. Mijn vrouw en ik waren nog  zulke debieltjes om op onze trouwdag bij hun langs te gaan. Met de fotograaf erbij nog wel. Ze probeerden allebei zo zuinig mogelijk te kijken en zo zuur mogelijk te lachen. Die foto moet je zien dan snappie het pas.  Vijf jaar woonden we op het Zwaanshals, vier jaar zijn we getrouwd en wij worden vereerd met een staatsiebezoek van mijn schoonouders. Zij verlaten even hun villa aan de Avenue Concordia in Kralingen  om ons te bezoeken. Na elke stap die schoonpapa zet moet hij drie stappen uitrusten. Schoonmama heeft zware migraine en ademnood. Kortom: viereneenhalf jaar terug waren ze er stukken beter aan toe.
Mijn schoonouders vonden het beneden hun stand dat hun dochter gedwongen was een woning te betrekken in de achterbuurt ‘het Oude Noorden’. De buurt met de veel te nauwe en benauwde straatjes, waarin kinderrijke  arbeidersgezinnen  in veel te kleine huizen werden gepropt. Hij kwam het liefst zo min mogelijk in die buurt, mijn schoonvader: het was daar niet pluis, vond hij, met die talrijke café’s, de dronkenlappen op straat en vechtpartijen ten gevolge daarvan. Mijn schoonouders hadden liever gezien dat hun dochter getrouwd was met een kerel uit Kralingen en in hun buurtje was blijven wonen.
Wij woonden drie hoog op het Zwaanshals. Het was drie steile trappen opklauteren, naar onze woning. Als ze überhaupt al helemaal boven zouden komen, dan zouden ze direct aan de beademing moeten. Dan moest ik gegarandeerd een ambulance laten aanrukken. Wat we verwachtten gebeurde: ze haalden het niet  … al halverwege de eerste trap maakte schoonpapa rechts omkeerd en belde een taxi.
M’n vrouw zat al een tijdje in de woonkamer te grienen. Ze hoorde haar vader die taxi bellen en snelde naar beneden. Mijn schoonmoeder trok net de deur van de taxi achter zich dicht. Somber zwaaide ze van achter het autoraampje naar haar dochter  en schudde ‘neen’. Mijn schoonvader zat ogenschijnlijk vrolijk te keuvelen met de chauffeur, toen de taxi wegreed richting Kralingen.
Op het stoepje voor ons huis heeft mijn vrouw een tijdje flink zitten janken.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten