In de super schiet ze me opeens aan, mijn buurvrouw Adrie: ‘Ik
ga dalijk naar Blijdorp!’
Wat leuk, kan je dat kleine olifantje zien; het zal wel druk
zijn
O, ja? Ze lacht, haar mooie grote ogen stralen.
Ze loopt een beetje moeilijk met die zware boodschappentas
aan haar rechterarm. Haar linkerarm kan ze niet gebruiken; verminkt door een
ongeluk met een tram. Ze was tien toen ze met een stel
vriendinnetjes ‘trammetje ging piepen’: aan de zijkant van zo’n oude (rijdende)
RET-tram op zo’n opstapplank springen en
dan voor de lol een eindje gratis meerijden …… haar vriendinnetjes deden het
allemaal goed … Adrie zij sprong net mis en kwam met haar arm gedeeltelijk onder
die tram ….
Je gaat met de Rotterdampas zeker?
Ja, dan kost het maar vijf euro, dus …..
Gaat je vriend ook mee?....
Ja, natuurlijk, maar hij heeft geen Rotterdampas; hij moet 25 euro betalen, wel een beetje duur
maar…
We zijn bijna bij onze flat, Adrie’s vriend is inmiddels
tientallen meters achterop geraakt. Hij sjouwt zich een ongeluk aan die twee
overvolle rode Dirk van der Broek tassen.
Hij heet Henk, mijn vriend, hij zit in Maasluis bij begeleid
wonen …. het ene weekend komt hij bij mij en het andere weekend ga ik naar hem.
Nu is hij bij mij.
Okee, Adrie en Henk, veel plezier in Blijdorp; ik hoop dat
het vandaag niet te veel plenst.
Ze vindt het duidelijk leuk dat Henk bij haar is. Hij is nog
maar pas haar vriend en voor het eerst in de bijna zes jaar dat ik haar zie
verft ze haar haren kastanje bruin, stift ze haar lippen en maakt ze haar ogen
op. Sinds Henk in haar leven is, is ze actiever, levendiger, vrolijker geworden … kleedt ze zich vlotter. Wat ook
meespeelt is het feit dat ze een leuk, wat nerveus, hondje uit het asiel heeft
opgevist, Lady noemde ze haar.
Ontroostbaar was ze toen ze haar vorige hondje, een wit
poedeltje, Blacky, moest laten inslapen. Blacky was destijds haar
‘alles’. Ze was duidelijk depressief, liep traag, met gebogen hoofd over straat;
ze leek wel een oud vrouwtje, terwijl ze nog niet eens veertig is. Maar nu
straalt ze weer geluk uit met haar Lady en niet te vergeten met haar Henk.
Eind vorig jaar stond ze opeens voor mijn deur. Het huilen
stond haar nader dan het lachen. Met haar donkere bromstem vertelde ze me dat
ze haar fietssleuteltjes bij de supermarkt verloren was. Ze vroeg me, verlegen, of ze mijn fiets mocht lenen om
naar de pedicure te gaan. Ik vond dat ‘geen probleem’, ging mijn fiets uit de berging halen en liep met haar naar de
super want ik wilde daar vragen of Adrie’s fietssleutels al gevonden waren. Dat was dus niet zo.
Waar staat je fiets eigenlijk?
Hier om de hoek.
Kijk nou toch, Adrie, je sleutels zitten gewoon in je fiets!
Ze vond het maar stom, dat ze niet goed gezocht had; durfde
me haast niet aan te kijken … ze bleef me maar bedanken voor mijn hulp. Fijn
dat ze nu op haar eigen fiets naar de pedicure kon. Herhaaldelijk heeft Adrie me
nog bedankt; daar stopte ze pas na een dag of tien mee.