zaterdag 31 juli 2021

ADRIE

 

In de super schiet ze me opeens aan, mijn buurvrouw Adrie: ‘Ik ga dalijk naar Blijdorp!’

Wat leuk, kan je dat kleine olifantje zien; het zal wel druk zijn

O, ja? Ze lacht, haar mooie grote ogen stralen.  

Ze loopt een beetje moeilijk met die zware boodschappentas aan haar rechterarm. Haar linkerarm kan ze niet gebruiken; verminkt door een ongeluk met  een tram.  Ze was tien toen ze met een stel vriendinnetjes ‘trammetje ging piepen’: aan de zijkant van zo’n oude (rijdende) RET-tram op zo’n  opstapplank springen en dan voor de lol een eindje gratis meerijden …… haar vriendinnetjes deden het allemaal goed … Adrie zij sprong net mis en kwam met haar arm gedeeltelijk onder die tram ….

Je gaat met de Rotterdampas zeker?

Ja, dan kost het maar vijf euro, dus …..

Gaat je vriend ook mee?....

Ja, natuurlijk, maar hij heeft geen Rotterdampas;  hij moet 25 euro betalen, wel een beetje duur maar…

We zijn bijna bij onze flat, Adrie’s vriend is inmiddels tientallen meters achterop geraakt. Hij sjouwt zich een ongeluk aan die twee overvolle rode Dirk van der Broek tassen.

Hij heet Henk, mijn vriend, hij zit in Maasluis bij begeleid wonen …. het ene weekend komt hij bij mij en het andere weekend ga ik naar hem.  Nu is hij bij mij.

Okee, Adrie en Henk, veel plezier in Blijdorp; ik hoop dat het vandaag niet te veel plenst.

Ze vindt het duidelijk leuk dat Henk bij haar is. Hij is nog maar pas haar vriend en voor het eerst in de bijna zes jaar dat ik haar zie verft ze haar haren kastanje bruin, stift ze haar lippen en maakt ze haar ogen op. Sinds Henk in haar leven is, is ze actiever, levendiger, vrolijker  geworden … kleedt ze zich vlotter. Wat ook meespeelt is het feit dat ze een leuk, wat nerveus, hondje uit het asiel heeft opgevist, Lady noemde ze haar.

Ontroostbaar was ze toen ze haar vorige hondje, een wit poedeltje,  Blacky,  moest laten inslapen. Blacky was destijds haar ‘alles’. Ze was duidelijk depressief, liep traag, met gebogen hoofd over straat; ze leek wel een oud vrouwtje, terwijl ze nog niet eens veertig is. Maar nu straalt ze weer geluk uit met haar Lady en niet te vergeten met haar Henk.

Eind vorig jaar stond ze opeens voor mijn deur. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Met haar donkere bromstem vertelde ze me dat ze haar fietssleuteltjes bij de supermarkt verloren was. Ze vroeg  me, verlegen, of ze mijn fiets mocht lenen om naar de pedicure te gaan. Ik vond dat ‘geen probleem’, ging mijn fiets  uit de berging halen en liep met haar naar de super want ik wilde daar vragen of Adrie’s fietssleutels al gevonden waren.  Dat was dus niet zo.

Waar staat je fiets eigenlijk?

Hier om de hoek.

Kijk nou toch, Adrie, je sleutels zitten gewoon  in je fiets!

Ze vond het maar stom, dat ze niet goed gezocht had; durfde me haast niet aan te kijken … ze bleef me maar bedanken voor mijn hulp. Fijn dat ze nu op haar eigen fiets naar de pedicure kon. Herhaaldelijk heeft Adrie me nog bedankt; daar stopte ze pas na een dag of tien mee.

vrijdag 30 juli 2021

KLUSSEN

 

Lenie woonde al zo’n jaar of vijf met hond Bruto, een Ierse setter, in een appartement in Kralingen. De woning was duidelijk toe aan een opknapbeurt. Er moest gewit worden, het houtwerk geverfd en de wanden schreeuwden om een nieuw behangetje.  Maar voor het zo ver was wilde Lenie eerst een muurtje uitbreken; om precies te zijn de muur tussen de woonkamer en de kleine slaapkamer. Hoewel ze handig was, technisch behoorlijk begaafd, zag ze zichzelf niet al die klussen klaren … ze wilde wel meehelpen.  Dus ging ze op zoek naar een klusjesman. Het viel niet mee om een geschikt en betaalbaar persoon te vinden.  Ze probeerde het telefonisch en na twee dagen aan een stuk bellen kreeg ze iemand aan de lijn die haar wel beviel.  Het was een zzp’er, afkomstig uit Australië, doch al enkele jaren woonachtig en werkzaam  in Nederland. Lenie maakte meteen een afspraak met hem voor een kennismakingsgesprek.

Het klikte vrijwel direct tussen die twee. Ook Bruto scheen hem wel te mogen. Hij liet zich in ieder geval door Mick’s grote handen stevig aanhalen. Lenie liet hem zien wat er zo allemaal gedaan moest worden in huis en samen kwamen ze al snel tot een akkoord over wat het zo bij benadering zou kunnen gaan kosten. Het viel Lenie mee.

De zzp’er, Mick Endal, zou zo snel mogelijk aan de slag gaan maar eerst moest hij nog een klus in Vlaardingen afmaken; daar had hij nog twee weken voor nodig. Dat vond Lenie geen probleem want ze zat nu toch al een jaar te wachten op de opknapbeurt  …. die twee weken konden er ook nog wel bij.

Een dag of tien later werd Lenie gebeld door Sandy Endal, de echtgenote van Mick, die het slechte nieuws bracht dat Mick voor de klus in Vlaardingen zeker nog tien dagen extra nodig zou hebben.  Mick kon zelf niet bellen omdat hij het veel te druk had. Dat was een tegenvaller voor Lenie maar het was voor haar geen reden om de deal met Mick te cancelen. Voor Lenie speelde zeker ook mee dat ze Mick wel een geschikte vent  vond …..

Na een week stond Mick plotseling toch al bij Lenie voor de deur. ’t Was in Vlaardingen sneller gegaan dan hij dacht. Hij kon gelijk beginnen als Lenie dat wilde. Nou, zij was al lang blij.  Ze gingen eerst samen een werkplan maken, wat zo was gebeurd. Mick liet er geen gras over groeien en reed voor de spullen die hij het eerst nodig had naar de dichtstbijzijnde Gamma.

Lenie hield wel van de slagvaardigheid waarmee Mick aan de klus begon….. maar er was meer…. Lenie hield niet alleen van Mick’s slagvaardigheid, zij was gelijk op  de eerste de beste dag al gecharmeerd van die man …… opgewonden ……… kriebeltjes in haar buik …… en toen hij later op de dag terugkwam van de Gamma, was Lenie inmiddels zo geil als boter,  wat Mick onmogelijk onberoerd kon laten.

Hij ging naast haar op de bank zitten en liet haar zien wat hij allemaal bij de Gamma had gekocht; onderwijl schoof Lenie op de bank langzaam naar hem toe en legde haar hand op zijn bovenbeen …… ze streelde hem en in een mum van tijd …… zoenden ze elkaar en ….. in no time waren ze uit de kleren …… gretig betastten ze elkaar ……. ze klonken rauw en gulzig, alsof ze lange tijd geen seks hadden gehad …….  al snel was Mick bij haar naar binnen gegleden …….. en het duurde niet lang of beiden kwamen luid en duidelijk klaar. Bruto liep een beetje jankerig door het huis; hier was hij niet zo aan gewend …..aan die herrie.  De minnaars bleven nog even innig op de bank liggen; ze lachtten wat, zoenden en streelden elkaar.

Het werk vorderde gestaag, drie maanden was Mick nu  bezig en de ‘romance’ tussen de twee werd er niet minder om maar voor Mick was ‘werk is werk’ en dat betekende: geen seks onder werktijd, hoewel Lenie hem nogal eens probeerde te verleiden.

Hij had ook een hond, Barlo, een Duitse staander. Mick stelde Lenie voor om elke zondag af te spreken, om samen de honden uit te laten in het Kralingse Bos …….. om daarna ……. een lekker potje te  vrijen bij haar thuis.

Goed idee vonden ze alletwee!  Het klikte niet alleen tussen Lenie en Mick; ook de honden konden het goed vinden met elkaar.  Op een mooie zondagochtend in september,  waren ze met de honden naar het bos geweest; ze hadden samen geluncht  en vrijwel direct na de lunch lagen ze al hartstochtelijk met elkaar te dollen, toen de telefoon ging. Lenie pakte haar mobiel: het was Sandy, de echtgenote van Mick. Ze deed een beetje paniekerig.  Sandy  moest Mick snel spreken …. er was iets met hun zoon …… iets met drugs …..  ze zegt dat Mick zijn mobieltje niet opneemt. Ze dacht dat hij misschien samen met Lenie de honden aan het uitlaten was. Lenie zei tegen haar dat Mick en Barlo wel langs geweest waren maar dat ze al zeker anderhalf uur weg waren ‘en ik,’ zei  Lenie ‘ik lag nu net even mijn middagdutje te doen ….  ik hoop dat je hem gauw te pakken krijgt, hoor, dag Sandy, doei.’ Ze legde haar mobieltje weg, dook weer bij Mick in bed en ging weer wellustig  met zijn toch nog steeds keiharde plasser aan de slag.

Ja, Lenie is ècht goed in liegen!

‘Een leugentje voor het bestwil’ noemde ze het zelf, want als ze de waarheid gezegd had, zou Sandy witheet zijn geweest en was het voor Mick en Lenie ‘einde verhaal’.  Lenie moest daar niet aan denken, ze hadden nog zo veel te doen samen.

donderdag 29 juli 2021

SAMENSPRAAK

 

Ik heb een goed gevoel over gehouden  aan de conversatie die ik had met Louis, een Portugese man (55), die een beetje beter Nederlands wil leren praten ….. en dat doet hij dan bij mij, in het buurthuis, dat tegenwoordig Huis van de Wijk heet. We praten elke donderdag een uurtje met elkaar en vandaag zijn er in  dat uurtje heel wat onderwerpen voorbij geschoten.  Van dementie, alzheimer, euthanasie tot de probleempjes, die hij heeft met de kat van zijn vriend, die hij te logeren heeft.  We praten over het algemeen rustig  door en ik laat ik hem gewoon al zijn fouten tegen de Nederlandse taal maken. Af en toe leg ik het gesprek  even stil  om hem wat bij te brengen van het Nederlands.

De moeilijkheid met Louis is dat hij redelijk goed is in Engels en denkt dat het Nederlands net zo georganiseerd is als die taal. Hij denkt bijvoorbeeld dat een boek in het Nederlands ‘een boek’ is (dat is ook zo) en dat dat twee boeken ‘twee boeks’ is. Hij plakt gewoon achter elk enkelvoudig zelfstandig naamwoord, in het meervoud  een ‘s’ zoals de Engelsen dat ook doen:  gardens, brooks and doors; Louis maakt daar dan in zijn Nederlands van: tuins, broeks and deurs……na vandaag weet hij dat wij dat dus niet doen, wij plakken er geen  ‘s’ achter maar ‘en’ zodat het wordt: tuinen, broeken, en deuren.

De volgorde van een zin is voor hem ook niet zo makkelijk met zijn Engelse bagage.  Altijd moet dat persoonlijke voornaamwoord voor die persoonsvorm gezet worden. Ik hoor hem dus vaak zoiets zeggen als: ‘Gisteren ik zijn heel goed.’  Terwijl wij allemaal weten wat het wel moet zijn: ‘Gisteren voelde ik me kiplekker’……  hoewel  hij zo’n woord als ‘kiplekker’ natuurlijk helemaal niet kent.  Wat Louis ook doet is uitsluitend hele werkwoorden gebruiken en dan nog uitsluitend in de tegenwoordige tijd: ‘ik hebben ’,’ jij dansen’, ‘hij spelen’,  heel moeilijk om daar  correct Nederlands van te maken. Soms neem ik dan even een time-out (in goed Nederlands …..) en zeg  dan één voor één de vervoeging van een werkwoord en laat Louis het dan nazeggen: ‘ ik …  heb, jij ….  hebt, hij …. heeft, wij …. hebben, jullie …. hebben, zij ….. hebben,’.   Dit soort dingen moet talloze malen herhaald worden. 

Een ander veel voorkomend foutje dat hij maakt is het gebruik van het werkwoord ‘doen’. Door dat werkwoord te gebruiken, in combinatie met andere Nederlandse werkwoorden, kan iemand die nog het een en ander moet leren in het Nederlands, zich redelijk goed verstaanbaar maken.  Zet ‘doe’ voor een heel werkwoord en de Nederlandse collega, vriend, dokter of apotheker begrijpt je moeiteloos: ‘Ik doe elke dag om 6 uur opstaan.’ ‘Ik doe naar werk fietsen.’ ‘Ik doe niet meer huiswerk maken.’ ‘Ik doe  eten maken bij hem.’

 Gelukkig heeft Louis naast de conversatie met mij ook  nog les op een echte school en hij doet een digitale cursus. Zodat hij uit verschillende invalshoeken de Nederlandse taal kan leren kennen. Hij is echt gemotiveerd en gaat zelfs ook nog naar een koffie-ochtend in het buurthuis waar, uitsluitend (oudere) Nederlandse vrouwen komen en Louis dan, als enige man.  

woensdag 28 juli 2021

ER OP UIT

 

Ik denk dat ik er in augustus een paar dagen tussenuit ga. Mijn laatste ex durfde nauwelijks de grens van Alexanderpolder te overschrijden, dus moest ik daar noodgedwongen ook  vijf jaar lang blijven zitten.  Ze had ook altijd heimwee of was bang dat ze dat zou krijgen …… dus als we eens een klein stukje van huis waren moesten we als de wiedeweerga weer naar  terug. Maar ik moet eerlijk zijn: ik heb in die periode ook weinig tegengas geven: ik heb haar de kans gegeven om ons beiden vast te pinnen in Rotterdam. Dus, nu ik van haar af ben, heb ik eindelijk de ruimte om te kijken, waar wat leuks voor mij te beleven valt.

Ik ga niet meteen drie weken weg, neen, ik begin met drie dagen er op uit, alleen of met een groepje naar een leuk stukje Nederland.  Een hotelletje in een mooie stad of een  bosrijke omgeving, makkelijk met de trein bereikbaar, dat lijkt me wel wat. Er zijn aanbiedingen zat, op het eerste gezicht redelijk geprijsd, maar wat me tegenvalt, is dat je als alleen gaande gast in een hotel, toch mooi voor twee betaalt.

Den Bosch, Deventer en Groningen zijn steden, die ik aantrekkelijk vind om eens te bezoeken. In Den Bosch ben ik al een paar keer geweest ten tijde van het jaarlijkse Boulevard theaterfestival; dan is de stad in hogere sferen van creativiteit, dronken van vrolijkheid en uitgelaten van vrijheid. Het lijkt wel alsof alles daar dan kan. Van 5 t/m 22 augustus is het festival dit jaar weer en ik weet wel zeker, dat ik daar dan één of misschien wel meer dagen naar toe ga. Het zal trouwens niet meevallen om nog onderdak te vinden, in het dan zo drukke Den Bosch.

In Deventer ben ik  ook al eens een keer geweest.  Dat was in 1964; ik was toen veertien jaar  en het ging toen niet zo goed met mij. Ik zat in de tweede klas van de hbs; allemaal slechte cijfers had ik op mijn rapport….. behalve voor lichamelijke oefening, daar had ik een negen voor.  Mijn moeder maakte zich zorgen over mij en nam me mee om te praten met de maatschappelijk werkster, die vaststelde dat het voor mij, thuis te druk was  om rustig te kunnen studeren met vijf jongere broertjes en zusjes. Verder, vond ze,  maakte ik me nogal veel zorgen over ‘het geld’: de huishuur kon regelmatig niet betaald worden  en bij de kruidenier moest  vaak gepoft worden.  Af en toe was er zelfs niet voldoende te eten voor ons allemaal.

Ik wilde eigenlijk liever gaan werken om geld te verdienen voor mijn moeder en mijn broertjes en zusjes dan door te leren. Daar stak de maatschappelijk werkster gelijk een stokje voor. Ze vond me een beetje ‘in de war’ en zei dat ze voor mij een vakantie zou regelen bij een boerenfamilie, die ze kende, zodat ik wat kon aansterken en  tot rust kon komen.  

Korte tijd later was ik, als gedepriveerd jongetje,  met de trein op weg naar van Rotterdam naar Deventer en  dichtbij Deventer lag het dorpje Nieuw Heeten ….. en daar zou ik, gedurende drie weken,  bij de gastvrije, vrijgevige, vriendelijke  boerenfamilie Grollemans aansterken en tot rust komen.

Ja, in de buurt van Deventer en Nieuw Heeten zou ik  binnenkort  wel  willen wandelen ….. of  ik ga  gewoon naar Groningen, want daar ben ik nog nooit geweest.

dinsdag 27 juli 2021

HUISDIER

Je moet een huisdier nemen, krijg ik met regelmaat te horen, als ik zeg dat ik me niet altijd zo happy voel met mijn status van alleenstaande.  Vandaag kreeg ik dat weer te horen; ditmaal kwam het van Fred, een oude vriend van school, die ik lange tijd uit het oog was verloren. Hij bekommerde zich kennelijk  enigszins om mij.

‘Wat voor beest zou jij mij dan  aanraden, Fred?  Ik woon in een flat op vijf hoog in een twee-kamerwoning …. Ik trek er, ijs en weder dienende, dagelijks op uit …..wandelen, fietsen, naar het theater, de bios en ik wil er een paar keer per jaar wel enkele dagen op uit om, in een leuke omgeving,  ergens in Nederland met een stel mensen te gaan fietsen.’

‘Ja,’ zegt Fred,  met een glimlach, ‘het eerste dat er dan bij mij naar boven komt is: neem een hond, zeker met  dat wandelen van je, heb je aan zo’n beest goed gezelschap. Maar kijk ik naar je andere activiteiten, dan wordt een hond moeilijk. Moet je persé gaan fietsen op die kleine vakanties van je? Kan je daar ook niet gaan wandelen? Een hond doet niets liever!’

‘Neen’, zeg ik beslist, ’dat zijn meestal fietsvakanties  met groepen, Fred,  en een hond zou toch horendol worden van al die fietsers, waar tussen hij mij dan ook nog eens ergens moet zien te vinden …….. hij loopt continu de fietsers in de weg. Dat wordt een kwelling voor dat  beest en de fietsers.’

‘Wat ik bovendien nogal lastig vind,’ zeg  ik (met een beetje zuur kijkend gezicht): ‘dat ik dat beest drie of vier keer per dag uit zal moeten laten en als ik naar een verjaardag moet of naar de bios wil (en dat wil ik nogal eens) zal ik een oppas moeten regelen. Kortom een hond is te veel een handenbinder.  Eigenlijk moet je bij alles wat je wilt gaan doen, stilstaan bij wat dat voor gevolgen heeft voor mij, de hond en …… de buren. ‘

‘Vroeger,’ vervolgde  ik, ‘ toen mijn ex en ik nog jong waren en de kinderen klein,  hadden we een heel leuke hond, een bastaard Gordon Setter , Sita heette hij, een vrolijk beest waar het hele gezin van genoot.  Van de herinnering aan hem fleur ik gelijk wat op.  Zelfs de drie poezen, die we toen hadden, vonden hem wel tof, omdat hij hen rustig een deel van zijn eten liet oppeuzelen.  Toen moesten we óók vaak van alles regelen om bijvoorbeeld drie weken naar Frankrijk te kunnen en dat lukte eigenlijk altijd moeiteloos. Voor het overige  sleepten we Sita gewoon altijd overal mee naar toe en het uitlaten deden we, toen de kinderen wat groter werden, om de beurt, met zijn vieren …….. soms ‘vochten’ de jongens er om wie Sita mocht uitlaten. Veel plezier hebben we gehad aan die hond. Met zo’n gezin voelt een hond niet zo als een handenbindertje. Wanneer ik me echter zoals nu, op mijn oude dag, als hondenbezitter voorstel, dan zie ik huizenhoog op tegen al dat gesjouw en  geregel.’

‘Dan kan je misschien beter  een poes nemen,’ zegt Fred,  ‘dat is een solitair beest, die kan je makkelijk alléén thuis laten èn hoef je nooit uit te laten ……. die heeft immers zijn kattenbak.’

‘Oh neen, Fred,’ flap ik er gelijk uit, ‘ik wil die kattenbankstank niet in mijn huis hebben  en als ik alleen al denk aan die kattenharen overal in huis, krijg ik nu al de kriebels. ‘

‘Misschien is een goudvis dan wat voor jou,’ zegt Fred gekscherend, ‘daar heb  je een rustige, propere, niet zo bewerkelijke   huisgenoot aan.’

‘Wie weet,’ zeg ik serieus, ‘ik ga me er eens op oriënteren,  Fred.’ 

maandag 26 juli 2021

ZWART

Het zou misschien een leuk idee zijn om met Rotterdampaskorting naar Blijdorp, de dierentuin, te gaan. Ik betaal dan slechts een fractie van de normale entreeprijs. Scheelt toch bijna 20 euro. Maar ik zou niet alleen gaan.  Ik denk dat ik Dea daarvoor vraag. Ik heb al een tijdje niks met Dea gedaan en ik weet dat ze dol is op dieren. Of ze ook een Rotterdampas heeft weet ik niet. Als ze er geen heeft dan wordt het wel een dure aangelegenheid voor haar; ze betaalt dan bijna 25 euro. Zal ze niet doen, denk ik, want ze heeft het niet zo breed. Ik zal haar eens bellen.

Ze heeft dus geen Rotterdampas en ze vindt ‘dat hele Blijdorp’ maar shit met al die gefrustreerde beesten in kooien en veel te kleine buitenruimtes.  Dan gaat ze liever ‘op safari’ in de Beekse Bergen: met een auto langs de loslopende  dieren rijden.  Dát zou ìk nou weer eng vinden. Ik vind het juist wel fijn dat die beesten in de dierentuin  duidelijk van me gescheiden zijn door prikkeldraad, hekwerk, agressief groen,  een brede sloot of zoals bij die haaien in dat superaquarium,  door dat dikke glaswerk.

Dea had er ook niet zo veel zin in, in Blijdorp, proefde ik een beetje aan haar reactie. Nee, het ging niet om  de dierentuin of Beekse Bergen maar ze had er volgens mij geen zin om met mij, waar dan ook naar toe te gaan.

De laatste keer dat Dea, en ik met elkaar gingen stappen, gewoon in het centrum van Rotterdam: Witte de Withstraat en omgeving, hadden we best wel een leuke avond gehad. We hadden lekker zitten eten in ‘The Sixties’, allebei heerlijk vegetarisch; hoewel zij liever wat veganistisch had gehad maar ze wilde over dat ene eitje in haar gerecht niet moeilijk doen .……. naar mijn idee ging dat eitje trouwens met smaak naar binnen. Het was een leuke tent ….. paste goed bij ons,  zestigers. We waren niet de enigen van die leeftijdsgroep in die zaak. Er werd lekkere zestiger jaren muziek afgepeeld: Eagles, Crosby, Stills and Nash, dat werk; op de achtergrond  allemaal, hoor, zodat je elkaar nog goed kon verstaan.

Op een gegeven moment zei Dea tegen me: ’Hou nou toch eens op met dat geouwehoer  over die exen van je, Sef!’ Daar had ze wel een punt. Ik had inderdaad mijn eerste ex uitgebreid zitten ophemelen: dat ze zo fantastisch kon schilderen en zingen, daar wás ze ook echt bijzonder goed in. Van mijn tweede ex had ik eigenlijk alleen maar verteld hoe ongelooflijk ze kon liegen, over van alles en nog wat, ze kon echt liegen alsof het gedrukt stond. Bijvoorbeeld: we hadden eens een potje geneukt, toen ik haar brutaalweg vroeg wat de kleur van haar nu grijze schaamhaar was, toen ze nog jong was. Ze antwoordde me toen dat ze dat echt niet meer wist.  Dat loog ze dus, want , toen het jaren later weer eens ter sprake kwam, onder de douche, geloof ik, versprak ze zich en zei ze, dat ze vroeger een flinke bos zwart schaamhaar had. Maar dan toegeven dat ze eerst tegen me had zitten liegen? Welnee! Zoiets vergeet je toch zeker niet: de kleur van je schaamhaar?!

Het eten had ons lekker gesmaakt. Ik vroeg de ober om de rekening en nog één cappuccino. Dea hoefde niks meer:  ze zat vol.

Oké  Dea, ik zal verder ophouden over mijn exen.  Van de drie vrouwen in mijn leven, Dea,  hou jij het meest van dieren en ….. jij bent veruit het lekkerst in bed. Het heeft er natuurlijk helemaal niks mee te maken en …..ik durf het je haast niet te vragen: wie heeft jou eigenlijk ontmaagd?

Ik vermoed, dat Dea mij vanwege die vraag even op afstand wil houden. 

zondag 25 juli 2021

AFHANKELIJK

 

‘Je vindt het fijn, hè, dat ik zo afhankelijk van je bent,’ gilde ze en ZE schoot met haar ogen een flinke dosis haat in mijn richting.

En ze had gelijk. ‘De afgelopen jaren zijn de mooiste vijf jaren van mijn leven geweest; eigenlijk was ik hier al  lang naar op zoek geweest: naar iemand, zoals jij,  die bijna totaal (eigenlijk het liefst helemaal afhankelijk van mij was.  Het is jammer genoeg nu voorbij, want we zijn nu uit elkaar,  maar wat heb ik genoten van de momenten dat ik je kon troosten omdat je huilbuien vrijwel onstuitbaar waren …….. maar eigenlijk was je neerslachtigheid nog veel intenser, veel fijner ook,  daarbij kon ik heel intens  voelen, hoe afhankelijk je van me was …… zalig….. dat  is eerlijk gezegd lekkerder als de lekkerste seks…….. en dan die alsmaar weerkerende migraine aanvallen, die waren weliswaar een stuk minder heftig  qua afhankelijkheid , dan het gehuil en de depressie maar daar had ik en (dat vond ik juist ook zo fijn), tamelijk veel werk aan: ik moest dan voor een ice-pack zorgen voor je en om de ergste koude daarvan af te halen zorgde ik voor een theedoekje  voor over dat ice-pack heen.  Het was kicken om dat allemaal voor jou te kunnen doen …… jou zo machtig mooi  afhankelijk van mij te zien. Heerlijk. Fijn ook.

Je angst om alleen te zijn gaf voor mij de kans bij uitstek om, ja, het klinkt raar, zonder veel inspanning  te genieten van jouw afhankelijkheid van mij. Ik hoefde alleen maar  in je huis aanwezig te zijn en verder helemaal  niks te doen.  Op een gegeven moment, weet ik uit betrouwbare bron, heb je eens tegen een buurvrouw van mij, over mij, gezegd: ’Als ik niet zo bang was om alleen te zijn, had ik hem al lang mijn huis uit geschopt.’  Zelden zo genoten als toen ik dat hoorde, want daar deed ik het  allemaal voor: genieten van je angst.

Die angst om alleen te zijn gold vanzelf voor zowel de dag als de nacht. Menigmaal heb je me gesmeekt om bij je te komen slapen of dat je bij mij mocht komen pitten.

Ook kwam ik flink aan mijn trekken inzake mijn plezier van je afhankelijkheid  buitenshuis.  Voor roltrappen, vooral die naar beneden rollen,  was je als de dood en daar  had je mijn ondersteuning nodig om niet naar beneden te duvelen.  Voor dokters- en ziekenhuisbezoeken  was je vaak ook als de dood en hoe banger je was hoe meer ik je fijn kon bijstaan, hoe meer ik daarvan genoot.

Nooit had ik kunnen denken dat ik zó véél plezier kon hebben van jouw afhankelijkheid. Ik kan iedereen zo’n bezigheid aanraden. Zowel voor mijn lichaam als voor mijn geest zijn die vijf jaren,  die jij  mij zo nodig had bedwelmend, euforisch …… en ook reinigend geweest; ik geniet er tot op de dag van vandaag nog van. Eerlijk is eerlijk, ik denk , dat ik dat fijne gevoel nooit meer helemaal zal kwijtraken. Want wat is er nou fijner, mooier, bevredigender  en weldadiger dan iemand met wie het slecht gaat, een klein beetje verlichting te kunnen bieden? Ja toch? Niet dan!

zaterdag 24 juli 2021

HANS

 Hans gaat snel achteruit. Acht maanden geleden kreeg hij een beroerte; hij viel toen in zijn slaapkamer met zijn hoofd tegen zijn bed en in het begin leek de enige schade nog zijn hoofdwond te zijn. Maar zo langzamerhand krijg ik de indruk dat die beroerte hem ook geestelijk behoorlijk heeft getroffen.

Zes jaar geleden toen ik in Alexanderpolder kwam wonen heb ik Hans leren kennen. Ik werd lid van het koor waar hij al jaren op zat. Ik was toen 65; Hans 76. Voor Hans was zingen……eigenlijk moet ik zeggen muziek zijn grote passie, hoewel hij geen instrument bespeelde. Hij had een enorme verzameling bandjes, ook grote banden en een enorme bandrecorder, waar maar liefst  6 uur muziek achter mekaar op kon worden afgespeeld. Hij hield vooral van de Nederlandse muziek, nu nog trouwens, want hoewel hij in het verpleeghuis waar hij nu zit, geen afspeelapparatuur heeft, heeft hij wel in een van zijn kastjes een stuk of honderd Nederlandstalige pc’s liggen.

Ik ging op dat koor omdat ik wat te doen moest hebben in de voor mij nieuwe wijk …… moest  mensen leren kennen. Ik had altijd in de Agniesebuurt zeg maar in het centrum van Rotterdam gewoond en door mijn scheiding moest ik daar helaas vertrekken en kwam ik in Alexanderpolder  terecht.

De dirigent zette me naast Hans neer, die mij prima inwerkte.

Toen  Hans 80 jaar werd wilde hij een solo zingen voor het koor en hij wilde dat alle koorleden het  zouden kunnen meezingen.  Hij wilde graag ‘Een reisje langs de Rijn’ zingen; ik beloofde hem dat ik de tekst voor alle koorleden zou uitprinten zodat ze konden meezingen. Hans was er zichtbaar mee in zijn nopjes.

Toen de Corona kwam moest het koor stoppen maar Hans en ik hielden contact.  De ene dinsdag kwam hij naar mij de andere dinsdag ging ik naar hem om koffie te drinken  met wat lekkers erbij .  Hoewel het niet mijn favorieten zijn, draaide Hans bij hem thuis Nederlandstalige plaatjes vooral van de vijftiger en zestiger jaren. Bij mij thuis draaide ik de muziek waar ik gek op ben: de Stones, Bob Dylan, Simon and Garfunkel …….. dat vond hij niet zo bijzonder goed, dat kon ik aan zijn gezicht wel zien, maar hij heeft er nooit bezwaar tegen gemaakt.    

Het was eind november begin december vorig jaar toen ik hem niet telefonisch en ook niet aan zijn huisdeur te pakken kon krijgen. Ik deed een briefje in zijn brievende bus waarin ik schreef dat ik tevergeefs contact met hem had gezocht en me afvroeg of er wat aan de hand was.  Vrij snel kreeg ik een briefje van zijn dochter:  haar vader had een beroerte gehad en hij was in Capelle aan den IJssel  in een verpleeghuis opgenomen.

Sindsdien bezoek ik hem op zaterdag eens in de veertien dagen, meestal neem ik wat voor hem mee waarvan ik denk dat hij er wel van houdt. Ik was er vanmiddag bijvoorbeeld,  toen had ik twee haringen voor hem bij me ……nou …. hij vrat zijn vingers er zowat bij op. Maar zoals ik al schreef: het gaat niet goed met hem.  Hij is al zo heel dik geworden en  veel slechter gaan lopen ……  hij mag in het verpleeghuis niet zonder rollator.

Vandaag herkende hij mij niet toen ik binnenkwam, dat was nog niet eerder voorgekomen.  Het duurde een tijdje voor hij me herkende…..   Hij is heel onrustig …… gaat regelmatig in zijn kamer op zoek naar zijn sleutels, die hij, als hij ze gevonden heeft,  steeds weer op een andere plaats neerlegt en dus ook steeds weer kwijt is.

Wanneer medebewoners iets te lang naar Hans zijn zin, zijn kamer inkijken wordt hij boos en maant ze door te lopen of te rijden als ze in een rollator zitten: ‘Er is hier toch niets te jatten’ zegt hij dan. Twee weken terug bleef een van zijn medebewoners zijn kamer iets te lang in staren, toen werd Hans echt agressief: hij vulde een bloemenvaas half met water en gooide dat bij die man in zijn gezicht.

‘Zo, die komt voorlopig niet meer terug,’ zegt Hans.

dinsdag 20 juli 2021

Avignon

 De laatste keer dat ik naar Avignon ging was in 2013. Avignon is een stadje in Zuid-Frankrijk waar elk jaar, in de eerste drie weken van juli, een druk bezocht theaterfestival wordt gehouden. Ik ben er wel  een keer of zeven geweest.  Twee keer met de auto, drie keer op de fiets en twee keer met de trein, de Thalys.  Ik heb nu het plan opgevat om er in 2022 voor de achtste keer heen te gaan: met de auto nog wel. Ik ga proberen een oude Renault-4 op de kop te tikken, hem helemaal te laten opknappen en dan eind juni richting Zuid-Frankrijk te vertrekken, samen met mijn nieuwe vriendin Tanja. Eer het zo ver is, staat me nog wel het een en ander te wachten. Want behalve dat er het een en ander aan die auto zal moeten worden gedaan (als ik er zo een vind tenminste)  moet ik ook mijn rijvaardigheid flink opfrissen, want ik heb  zeker 20 jaar niet gereden. …. en Tanja, die heeft 15 jaar geen auto meer  gereden. Zij zal het toch echt weer moeten leren, want ik wil dat zij óók gaat rijden…..ik ga niet helemaal in mijn eentje die  2500 kilometers achter het stuur zitten.  We hebben er allebei echt zin in.  Het is natuurlijk een hele onderneming voor twee van die oudjes als wij zijn …… we zijn zeventigers!!

Volgende week hebben we onze eerste rijlessen. Tanja begint, dat wilde zelf, ze is laaiend enthousiast.  Ik zelf heb een beetje koudwatervrees, dat auto rijden vind ik maar eng, ik zou eigenlijk toch liever met de Thalys gaan …… maar dat heb ik nou altijd als zich veranderingen aankondigen  word ik altijd ‘un peu nerveux’. Het is dat die duvelse Tanja het vast in haar hoofd had gezet om met de auto te gaan. 

Helaas is het niet meer mogelijk om te lessen in een Renault-4, die worden al jaren niet meer geproduceerd. Dat betekent dat als we een Renault-4-occasion kunnen scoren , we daar ook nog apart in zullen moeten  leren rijden; de versnelling van die auto gaat namelijk totaal anders dan bij de meeste andere merken. Dat  zeg ik nou wel maar als eerst zullen we, als het ware, ons rijbewijs opnieuw moeten halen (niet echt, maar toch). Tanja en ik nemen ieder een les per week.  Dat kost tegenwoordig al 50 euro per les!   Voor de theorie gaan we niet bij een rijschool. We kopen een up-to-date theorie boekje en gaan daar gezellig samen een paar avondjes mee aan de slag. Daar zullen we ons best op moeten doen want er is hier nogal wat veranderd qua verkeersregels en in België en Frankrijk natuurlijk ook. Dus we hoeven ons niet te vervelen de komende maanden. 

We hebben onze eerste rijlessen er nu al weer op zitten en we hebben nog geen brokken gemaakt. De instructeur, een jong ventje,  is naar mij toe een beetje brommerig: hij vindt dat ik rij als een mietje …… ja, dat zegt ie gewoon tegen deze zeventig jarige …….. dat zou ik eigenlijk niet moeten pikken ….  maar ja …… Tanja weet niet dat ik zo bangelijk rijd. Ik geneer me er een beetje voor.  Die instructeur moet háár  juist geregeld dimmen, hoor ik van d’r, want ze scheurt met veel te hoge snelheid door de stad; ik ben blij dat ik niet bij haar in die lesauto auto zit.

Afijn, voor de zekerheid heb ik alvast een mailtje gestuurd naar het uitstekende pension Claude in Avignon. Ik ben er een paar keer met mijn ex geweest; alleen ben ik ook wel eens gegaan. Als ik eens met een festivalvriendinnetje aan kwam, deed Claude daar nooit moeilijk over. Ze rekende daar natuurlijk wel wat voor …. maar dat is logisch.  

Ik heb Claude ons plan laten weten. Tanja en ik komen er aan Avignon! Claude mailt per omgaande dat we van harte welkom zijn voor het festival.

maandag 19 juli 2021

WANDELCLUB

 Ik heb er echt zin in. Vanmiddag wandelen van één tot drie uur. Ik zit op een wandelclub van het buurthuis. Een stuk of tien mensen lopen, bij goed weer, elke maandagmiddag  mee. We wandelen meestal in of rond Alexanderpolder. Mijn benedenbuurman Rinus zit ook bij de club.  Het tiental wandelaars loopt wekelijks ongeveer anderhalf uur en zit daarna een half uur op een terrasje, om bij te tanken, als het tenminste behoorlijk weer is. Ik ben benieuwd waar we vanmiddag gaan lopen.  Tina, de groepsleidster  wil het niet verklappen. ’Het is  een verrassing’, zegt ze, ‘maar we hebben het al een keertje eerder gelopen.’

We moeten verzamelen bij het metrostation Prinsenlaan; om precies één uur. Hoewel het lekker weer is doe ik toch mijn korte broek maar niet aan ….. ik ben een beetje geschrokken van die buurvrouw,  die zo luid en duidelijk verbaasd was over mijn ultra-witte benen. Ik zou me er eigenlijk niks van aan moeten trekken natuurlijk  maar omdat het niet zó warm is als gisteren trek ik toch maar gewoon mijn lange sportbroek aan. Ik ga tenslotte een vorm van sport bedrijven.

Ons groepje bestaat uit  twee mannen en acht vrouwen. Allemaal senioren, die, waar ze ook wandelen,   een levendig geroezemoes  voortbrengen. En dat is nu net iets waaraan ik niet zo gemakkelijk mee doe. Het zijn er meestal negen, die roezemoezen behalve ik.  Het lopen vind ik geweldig maar met de ‘small talk’ kan ik niet zo goed overweg.  Eerlijk gezegd loop ik het liefst alleen ….. wel in de groep maar toch alleen….. of naast iemand, die ook liever alleen maar wandelt en geniet van de omgeving.  Maar ik ben de enige in de groep. Er wordt in verschillende, telkens weer wisselende  groepjes of duo’s heel wat af gekakeld door  die acht vrouwen en éne man. Want mijn buurman Rinus lust ook wel pap van het kakelwandelen.  Soms zeg ik ook wel eens wat tegen iemand maar ik ben meestal vrij kort van stof. Niet iedereen vindt dat leuk, want laatst hoorde ik eens  een van de dames zeggen,  dat je niet de hele tijd je mond moet houden tijdens het wandelen, want anders leren de anderen jou ……. en jij de anderen nooit kennen ……..misschien heb ik het mis maar ik dacht, dat ze naar mij keek, toen ze dat zei.  Nou moet ik ook eerlijk  toegeven dat ze daar wel een punt heeft. Maar ik zou ook echt niet weten wat ik tegen wie dan ook zou moeten zeggen…….. wat vindt iemand nu interessant om van mij te horen.

Het is tijd om richting metrostation Prinsenlaan te gaan. Ik ga Rinus om kwart voor één ophalen dan gaan we daar samen naar toe. De verrassing van Tina was dat we gingen wandelen richting het Schollebos.

Het is toch nog behoorlijk warm  geworden dus had  ik eigenlijk beter een korte broek aan kunnen doen. Gelukkig had ik wel een t-shirtje met korte mouwen aangetrokken …….  beetje luchtig ……. en mijn armen worden dan in ieder geval nog een beetje bruin.

Ik heb zowaar vanmiddag met maar liefst drie medewandelaars kleine gesprekjes gevoerd. Met Lia over het woningtekort in Nederland, een kort gesprekje, we wisten allebei dat er in Nederland op korte termijn een miljoen woningen moeten worden bijgebouwd. Met Sandra had ik het over hondjes, de teckels van haar dochter, waar ze zo af en toe op gaat passen, dat was leuk om te horen alleen ……..toen ik begon over mijn lieve hondje Sita, hij ruste in vrede,  verflauwde haar aandacht snel.  Tenslotte sprak ik met Rinus, die vol was van het feit dat hij morgen getuige mocht zijn bij het huwelijk van zijn neef …….. hij raakte er maar niet over uitgepraat.

De wandeling wordt altijd afgesloten met een gezamenlijk drankje.  Dit keer in het Huis van de Wijk, in het Lage Land.  We zitten dan met zijn tienen rondom een tafel, van ons drankje te genieten en ………. te babbelen. Op dat moment moet ik helaas afhaken. Er wordt zoveel tegelijk gekletst, dat kan ik allemaal niet bevatten. Ik hoor maar  de helft van wat er gezegd wordt, blokkeer dan en ben tot niet veel meer in staat dan zo af en toe eens vriendelijk naar iemand te lachen.

Desalniettemin heb ik vanmiddag  lekker gewandeld: 11.306 voetstappen maar liefst (dat is 8,5 kilometer).

zondag 18 juli 2021

VERBRAND

Verbrand

‘Zoooooo, wat heb jij een witte benen!!!!’ roept een buurvrouw me na. Het is vandaag mooi weer, dus ik heb na lang aarzelen, voor een korte wandeling,  mijn korte broek weer eens aangetrokken.  Zelf heeft buurvrouw  een fleurige lange broek aan met elastiek van boven en van onder, dus ik kan over de kleur van haar benen niks bijzonders terug zeggen. Ze heeft wel een bruin gezicht maar dat heb ik ook, dus dat zegt niets. Het geeft verder ook niks, ik loop nu eenmaal niet zo vaak in een korte broek en dan is het niet zo gek dat m’n benen wit blijven.  In mijn blote borst loop ik al helemaal nooit,  ja, ik heb wel eens  een hempie aan, zodat mijn armen en schouders een beetje kunnen bruinen maar de rest van mijn bovenlichaam blijft spierwit. Dat stel ik dus ook nooit bloot aan de zon.  Het komt allemaal uit het verre verleden.

Het was toen net zo ’n lekker weer als vandaag.  Toen was ik als knaapje van 7 veel te lang in de kokend hete zon geweest.  Vooral mijn rug is toen vreselijk verbrand. Op de dag zelf merkte  ik er niks van, want ik heb vrolijk lopen ballen, zwemmen en met het zand gespeeld bij het Kralingse Strandbadje. De volgende dag leek het wel of mijn rug in de fik stond. Toen ik thuis was probeerde mijn moeder de pijn met een koud washandje te deppen. Een ice-pack hadden we  niet; het was 1957; geld voor een koelkast was er bij ons thuis helemaal  niet bij. Ze  smeert na het deppen, vaseline op mijn rug. Dat smeren van die vaseline doet vreselijk  pijn. Ik weet nog wel dat ik er heel erg van moest huilen.    

‘Jij moet met je blanke huid ook niet zo lang in de zon gaan zitten,’ zei mijn moeder nog. Ze had dat nooit eerder tegen me gezegd. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik met alleen mijn zwembroek aan, lang bij het strandbad in de zon gespeeld had.  Ik was daar met mijn jongere zusjes, Trees en Joke, met  de tram naar toe gegaan. Zij hadden nergens last van. Zij waren ook de hele dag in de zon geweest  en waren om hun badpakjes heen mooi bruin geworden.

Het was trouwens een dag om nooit te vergeten.  Diezelfde  dag,  verloor ik het geld voor de tram van Kralingen naar Spangen…….moesten mijn zusjes en ik zeker  tien kilometer  naar huis lopen.  Toen we bijna thuis waren voelde ik in mijn kontzak een papieren zakje met het tramgeld. Toch niet verloren dus. Mijn zusjes waren woedend op mij.

Ik kon de dag nadat ik zo verbrand was echt niet naar school; ik kon me nauwelijks bewegen.  Eerlijk gezegd vond ik het wel  fijn om eens een keertje niet  naar school te hoeven en me door mijn moeder te laten verzorgen. Uiteindelijk ben ik de hele week niet naar school gegaan. Toen kon ik pas weer normaal lopen en zitten.

Ondertussen had ik wel  mooi mijn Pinkeltje- boeken  en mijn Okki’s  (een tijdschrift voor 7-jarigen) rustig uit kunnen lezen.   

 Ik ben met mijn blanke huid wel altijd voorzichtig gebleven voor de zon. Met als gevolg dat ik (behalve mijn hoofd) vrijwel nooit bruin word  en dat mijn benen vaak worden uitgemaakt voor ‘melkflessen’.  

  

zaterdag 17 juli 2021

BUREAUSTOEL

 

BUREAUSTOEL

Carel kreeg de schrik van zijn leven.  Hij zat op zijn gemak achter zijn bureau zijn administratie te doen: beet je boekhouden, beetje papieren ordenen, toen  zijn  bureaustoel het begaf. Met een doffe knal zakte de stoel in elkaar. Hij kon zich net vastklampen aan zijn bureau want anders was hij misschien op zijn kont gevallen en had hij zijn stuitje wel kunnen breken. Hij was geen man die je vaak hoort vloeken maar  nu liet hij een grondig  ‘god gloeiende godverdomme’ horen.  Een deel van de stoel was op zijn rechtervoet terecht gekomen, nou net de voet waar hij zo vaak last van had. Hij trok al jaren met zijn rechterbeen.  Carel was de jongste ook niet meer,  vijfenzeventig was hij en de ouderdom komt met  gebreken, zegt het cliché. Maar die voet kwam niet van de ouderdom.  

Carel is altijd een fervent sporter geweest. Tot zijn zestigste was hij actief in de korfbalsport. Wat hij vooral zo attractief vond in het korfballen was dat er zowel mannen als vrouwen in één team mochten spelen. In de jeugd was hij daarmee begonnen , op acht jarige leeftijd.  Hij speelde bij  WIOD (Winnen Is Ons Doel) een van de oudste korfbalverenigingen van Nederland. Opgericht in 1886, toen waren er nog maar heel weinig vrouwen, die tijd konden vrij maken om die sport te beoefenen; te weinig in feite want met grote regelmaat moest aan korfbalteams dispensatie verleend worden om  lichtgewicht mannen te laten meespelen in de plaats van de dames. Op zijn vijfendertigste speelde Carel nog in het eerste van WIOD. Hij moest op een zondag voor de beker tegen TAB (Toch Altijd Beter) spelen. Het was een uitwedstrijd en een uitwedstrijd tegen TAB was altijd moeilijk; niet dat TAB zo goed was: neen, zó goed waren ze niet maar ze waren in de hele regio Zuid-Holland Zuid gevreesd om hun niets ontziende hardheid. Het gebeurde in die wedstrijd dat Carel zwaar geblesseerd raakte aan zijn rechtervoet. Wiod stond op dat moment met 14 – 11 voor. Een van de zwaargewichten van TAB, de verdediger Corné Bals  (hij woog zeker wel  negentig kilo) werd door Driekus Nader, de trainer van TAB, in het veld gebracht. Corné was nog geen minuut in het veld ……. Carel had de bal en wilde hem overspelen naar medespeelster Truus maar vlak voor hij dat kon doen, sprong Corné ongecontroleerd en hard op de rechtervoet van Carel, die het uitschreeuwde van de pijn. De scheidsrechter had natuurlijk rood moeten geven maar hij liet het slechts bij een waarschuwing.  Carel heeft 11 maanden moeten revalideren: bijna al zijn voetbotjes waren gebroken. TAB won met zijn onsportieve spel de beker met 14 – 15.

De zus van Carel, Ada, adoreert haar broer; dagelijks mailen ze elkaar. Ada is dan ook snel op de hoogte van het bureaustoelongeluk.  Ze wil gauw zorgen voor een nieuwe stoel. Een moeilijkheid is dat zowel Ada als Carel niet kunnen internet bankieren. Gelukkig kan Ada’s vriend John wel internetbankieren.  John biedt aan om, wanneer Carel een nieuwe bureaustoel  gekozen heeft, op bijvoorbeeld BOL.com, die voor hem te kopen en met internet bankieren te betalen. Maar helaas Ada en John raken rond dit tijdstip  gebrouilleerd, waardoor ze elkaar enkele weken niet zien.

Wanneer ze elkaar na die ruzie weer ontmoeten, vraagt John aan Ada: ‘En, heeft je broer  zijn nieuwe bureaustoel  al?

‘Neen’, zegt Ada, ‘Carel vond  dat eigenlijk niet zo nodig, het ging nog wel zo ……en  eh….John, bemoei  je je er maar niet meer mee, want het is jouw zaak niet.’ ‘Ik had anders wel aangeboden de betaling van die stoel op internet voor te schieten,’ zei John. Toen hield zij daar verder haar mond over.

Op een dag, weer  enige tijd later,  komen John en Carel elkaar tegen in het winkelcentrum.  John vraagt aan Carel: ‘Is het nog wel te doen met die oude ingestorte bureaustoel van je’…….waarop Carel zegt: ‘oude bureaustoel?, oude bureaustoel?, dat oude ding ligt al lang bij het grof vuil, Ada heeft, toen jij ruzie had met haar,  een nieuwe voor me geregeld en hem netjes bij me thuis laten bezorgen door een andere vriend van haar……… haar fysiotherapeut , dacht ik.’

‘Fijn stoeltje, hoor John.’

vrijdag 16 juli 2021

Hoerenloper

 

Naast me staat een  redelijk mooie vrouw van een jaar of zestig te wachten tot het voetgangerslicht op groen springt. Net als ik dus. Toen ze net aan kwam lopen keek ze even opzij  in mijn richting maar ze draaide haar hoofd vrijwel meteen weer terug. Ik ben natuurlijk maar een heel gewone man. 

Ik ga naar de metro; doe mijn mondkapje op, zoals dat nog steeds hoort en houd mijn ov-chipcard voor de chippaal of hoe zo’n ding ook al weer heet. Vooraan het perron blijf ik staan;  in het achterste gedeelte van de trein stap ik dan in; uit mijn linker ooghoek zie ik dat de aantrekkelijke vrouw helemaal naar achteren loopt; zij zal dus wel vooraan de trein instappen. Het is rustig op het perron. Een beetje  fris, er staat een matige noorderwind. De metro komt er aan en stopt ……vlak voor mij gaat de treindeur open . Ik moet opzij stappen omdat er eerst een stel mensen uit de metro moeten…. die hebben voorrang, de mensen die er uit moeten.  Er zijn nog een paar tweezitters vrij zie ik maar dan moet ik achteruit rijden.  Daar houd ik niet zo van maar ik doe dat toch liever dan de hele rit staan.  Het rugzakje  moet altijd wel even af als ik ga zitten want  als ik het op mijn rug laat hangen, zit het onaangenaam. Ik kan het rugzakje wel omhouden maar dan moet ik op het puntje van de stoel gaan zitten, dan voel ik die bobbel van mijn rugzakje plus inhoud niet zo. Meestal zet ik de rugzak dan tussen mijn benen zodat ik met mijn rug tegen de leuning kan zitten. Ondertussen ben ik alweer een eind op weg. Bij metrostation Beurs moet ik er uit. De leuke dame ook. Het is daar altijd zo stervensdruk.  Bij de Beurs moet ik overstappen op de metro richting Zuid; de leuke dame niet; zij verdwijnt in de menigte. Ik hoef maar twee haltes mee want ik ga naar  bioscoop Lantaren Venster.  Het is vanaf het metrostation dan nog ongeveer 10 minuten lopen ……  als je een beetje doorloopt tenminste,  anders doe je er wat langer over …… ik schat dat je dan een klein kwartiertje kwijt bent. Het stukje van het metrostation tot aan de bioscoop is altijd erg druk ….. vooral met toeristen……. langs de Maas loopt die weg……………. de Maas is echter niet te zien omdat daar de cruise-terminal voor ligt….er liggen daar regelmatig supergrote  cruiseschepen met honderden passagiers uit alle delen van de wereld. Het is alleen de laatste tijd niet zo druk geweest i.v.m. de corona.  Ik weet het niet zeker of die schepen nu al weer over  de hele wereld mogen varen. Er is daar ook het Fotomuseum  en niet te vergeten Hotel New York waar je lekker kan eten drinken en slapen en van waar af je een prachtig uitzicht hebt over de Maas.  Vlakbij Hotel New York kan je via een brug, de Hoerenloper,  oversteken naar de wijk Katendrecht. ‘Hoerenloper’ is niet de eigenlijke naam van die brug, de officiële naam is de Rijnhavenbrug, een brug van 160 meter lang voor voetgangers en fietsers. De naam Hoerenlopersbrug zal waarschijnlijk wel te maken hebben met het feit dat vroeger Katendrecht de hoerenwijk was van Rotterdam. In Katendrecht is ook het oude cruiseschip de S.S. Rotterdam te bezoeken; daar wordt veel gedaan.+

Awel, ik ben dus op weg naar Lantaren Venster, de bioscoop. Daar draait de film die ik wil zien: Le sorelle Macaluso een Italiaanse film over vijf zussen, die in een vervallen appartement wonen aan de rand van Palermo, dat uitkijkt over de zee. Hen overkomt iets tragisch.

Een goeie film. Meer schrijf ik er niet over.

 

donderdag 15 juli 2021

JARIG (2)

 

JARIG (2)

En toen was er drie maal koffie met gebak en kon ik rustig onderuit gaan zitten en luisteren naar wat de buurvrouwen elkaar allemaal te vertellen hadden ……… maar dit bezoek was nog niet alles: ik kreeg nog meer verjaardagsvisite. Alleen Rinus nog, ook 71, is een buurman van de tweede etage van mijn flat. Hij zou langs komen, vanavond om half acht.  En als hij zegt half acht dan is het ook half acht. Ik ken Rinus nog niet zo lang maar hij is zich zo langzamerhand aan het ontwikkelen als een vriend van me.  We gaan samen regelmatig een end wandelen en naar de bioscoop en hij komt ook wel eens een kopje koffie drinken. Ik ben ook wel eens bij hem. Soms spelen we een spelletje dammen en dat verlies ik dan altijd van hem maar dat kan me niet zo veel schelen want ik vind het leuk om te spelen en ik kan goed tegen mijn verlies.

Voordat Rinus kwam, moest ik nog even mijn avondeten klaar maken en oppeuzelen. Vanavond had ik gekozen voor mijn lievelingsmaaltijd, natuurlijk kies ik op mijn verjaardag voor mijn lievelingsmaaltijd:  de witlofsalade. Heerlijk! Het is een rauw-schotel met witlof, banaan, appel, rozijnen en sinasappelsap ……. het water loopt me nu alweer uit mijn mond ….. bovenop mijn toetsenbord …….. jammer maar helaas.

Dat doet me ineens denken aan een van mijn ex-vriendinnen met wie ik jarenlang wekelijks heb gegeten. Ze vond dat ik lekker kookte maar vooral de witlofsalade sprong er voor haar  wel bovenuit. Zó lekker vond ze het dat ze het wel elke week zou willen eten. Dat deden we dan ook. Zeker 260 keer hebben wij die witlofschotel verorberd, toen zij, als een donderslag bij heldere hemel,  uit de kast kwam: ze hield helemaal niet van witlof, sterker nog: ze vond het niet te vreten, zei ze, én maar 260 dagen huichelen dat ik altijd zo lekker eten maak. Hoe krijg je het dan in godsnaam voor elkaar om 260 keer te liegen, dat je die  witlofsalade het lekkerste vindt wat je door mij voorgeschoteld kan krijgen. Zielig. Vanavond heb ik me echter weer overtroffen: de witlofschotel was voortreffelijk.

Om half acht kwam Rinus dus. Hij had kadootjes meegenomen. Drie leuke buitenplantjes: geraniums, verdaaltjes, en rodantjes, voor op mijn balkon dus en een verjaardagskaart.  Ik ging meteen maar koffie maken op mijn Senseo, het gebakje uit de koelkast halen en op een bordje zetten. Ik haalde ook gelijk maar de Franse kaasjes (Camembert en Roquefort) uit de koeling, dan smeert dat straks wat makkelijker. Nog maar één gebakje had ik over, want ik had mijn tompouce vanmorgen al met de buren opgegeten; één stuks gebak per dag vind ik wel genoeg.  Want ik wil niet te zwaar worden, ik weeg nu 71 kilo en ben 1.84m lang en dat wil ik wel zo ongeveer houden.  Voor Rinus had ik geen tompouce meer maar hij genoot duidelijk zichtbaar van het aardbeiengebakje met slagroom. Ik geneerde me een beetje dat ik hem dat gebakje moest op laten eten met een grote vork ….ja, ik heb nu eenmaal niet anders…..ik zal nu eindelijk eens gebaksvorkjes gaan  aanschaffen.

Na de koffie spraken we wat over de corona, de woningnood, we hadden het over enkele buren , we speelden een spelletje dam (ik verloor weer, op het nippertje), we gingen de veel te veel gesmolten kaas op de toastjes smeren en er een ‘vrolijk’ Saint Emilion wijntje (lekker!!!) bij drinken…..de hele fles wijn ging makkelijk op maar ik moet eerlijk toegeven, dat ik er zelf het meeste van heb gedronken. Zo rond elf uur vond Rinus het tijd om naar huis te gaan; we spraken nog af om morgenmiddag naar de film te gaan: Nobudland in Lantaren Venster.

Het einde van mijn verjaardag naderde. Om twaalf uur lag ik op bed en de hele nacht, echt de hele nacht,  heb ik wakker gelegen: eigen schuld, dikke bult ………. te veel wijn gezopen……..ik ben nu nog slaperig van die gemiste nacht ……

woensdag 14 juli 2021

JARIG

 

JARIG

Mijn verjaardag is weer achter de rug. Eenenzeventig ben ik gisteren,  13 juli, geworden en dat is toch wel weer een hele fijne leeftijd. Ik heb mijn twee corona-vaccinaties inmiddels al gehad en ik hoor fluisteren, dat er alweer een derde aan zit te komen, want ik heb pfizer. 

Van mijn broers en zussen heb ik de hartelijke felicitaties gehad via Whats-app,  Faceboek en de telefoon.  Harry, mijn jongste zoon had me zondag al een vrolijke boekenbon gegeven en hij had mij, op mijn verjaardag, op de mail, nog eens extra GEFELICITEERD ……. ja, echt met die hoofdletters.  Peter, mijn oudste zoon, heeft me ook nog gebeld om me te feliciteren én de afspraak, die we hadden gemaakt voor donderdag  de 15e af te zeggen ….hij zou me nog wel bellen  voor een nieuwe afspraak. Hij zou  dan gelijk een kadootje voor me meenemen: een boek of een boekenbon, dat verklapte hij me alvast. Vandaag kreeg ik nog, tot mijn verrassing, een  felicitatie App-je van mijn ex.

Zolang ik hier woon (zes jaar) nodig ik de buurvrouwen uit die aan weerskanten van mij wonen. Om half elf zijn ze bij me  welkom en dan trakteer ik ze op een kopje koffie met een gebakje; dit keer had ik er een lekkere tompouce bij gedaan.  De buurvrouw die rechts van me woont, ik noem haar voor het gemak maar even Els, dat is dus niet haar echte naam, was er al vroeg bij: om kwart over tien belde ze op mijn iets te hard klinkende voordeurbel.  Ik schrok er een beetje van omdat ik in mijn gedachten nog bezig was met wat voorbereidingen te treffen.  Ik liet haar natuurlijk wel al binnen omdat zij mijn allerliefste buurvrouw is. Ze is 77. En bijzonder dapper. Want zes jaar geleden belde ik haar  ’s nachts eens  uit bed.  Neen, ik was niet dronken maar ik was slaapwandelend (van alles volkomen onbewust) in mijn pyjama  op mijn blote voeten , in de regen, naar buiten gegaan en heb me zo ongeveer anderhalve kilometer voortbewogen ……  tot ik opeens wakker was ….. toevallig vlakbij het huis van een vriendin van mijn ex-vrouw. Ik  belde daar aan maar er werd niet open gedaan.  Gelukkig wist ik wel precies hoe ik moest lopen om weer thuis te komen. Vóór de ingang van de flat waar ik woon aangekomen, merkte ik dat ik geen sleutels bij me had. Ik wist toen niets beters te doen dan bij Els aan te bellen. We kenden elkaar al een beetje van de gesprekjes op het balkon.

Het duurde een tijdje en toen klonk het: ‘Ja, wie is daar?’

‘Ik ben het Sef,  je buurman, wil je alsjeblieft de deur voor me open doen, ik ben mijn sleutels vergeten.’

‘Weet je wel hoe laat het is?’  vroeg Els.

‘Neen Els, ik heb geen idee,’ zei ik.

‘Het is verdomme half vier!’

En toen deed ze toch maar wel de deur van de flat voor me open ………..ik mocht via haar woonkamer ………….  over haar balkon naar mijn balkon klauteren. Godzijdank had ik mijn balkondeur niet afgesloten en kon ik zo mijn huisje binnen lopen. Eeuwig dankbaar ben ik Els daarvoor.

Ik wachtte maar even met de koffie tot de buurvrouw (79), die links van me woont, Annemarie, ook al niet haar echte naam  trouwens, er ook was. Ondertussen had Els even tien minuten de tijd om een beetje tegen me te klagen over de last die ze nog altijd heeft van haar nieuwe knie, die ze alweer  drie maanden heeft.

Annemarie kwam exact half elf, met een tamelijk lijvige hortensia als kado voor mij. Ik was daar bijzonder blij mee …… ik kreeg ook nog eens drie kussen van haar erbij, waar ik eigenlijk niet zo blij mee was maar voor de rest is ze heel aardig: ze zorgt voor mijn plantjes, als ik eens een keertje weg ben en ze bewaart mijn reserve sleutelbos, voor als ik de mijne eens vergeet of verlies.

En toen was er drie maal koffie met gebak en kon ik rustig gaan zitten luisteren naar wat de buurvrouwen elkaar allemaal te vertellen hadden.

 

dinsdag 13 juli 2021

ZES JAAR (2)

 Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was daar nog nooit geweest.  Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos. Ik dacht na een uur lopen dat ik al bijna bij het ziekenhuis zou zijn, dat vlak bij mijn huis staat maar ik zag opeens eengezinswoningen, die me allerminst bekend voorkwamen. Ik was al blij dat ik er zowat was want mijn voeten, mijn benen en mijn rug deden behoorlijk pijn.

Hoewel ik erg verlegen ben en het nauwelijks durf te doen, moest ik gewoon de weg vragen aan een mevrouw (een leuke vrouw nog wel, een jaar of dertig) met een hond waar ik normaal gesproken erg bang voor ben (ik dacht dat het een pitbull was).  Die hond begon gelijk gemeen te blaffen toen ik naar zijn vrouwtje liep maar ik moest het gewoon doen…..toen de vrouw aan de riem trok en zei: ’rustig Bruto,’ hield de hond zich (grommend) rustig, het kwijl droop uit zijn lelijke bek. ’Mevrouw, ik geloof dat ik verdwaald ben, ik moet bij dat ziekenhuis  wezen dat hier vlakbij moet zijn maar ik geloof dat ik zo niet goed loop.’

‘Dat klopt, meneer, u moet helemaal aan de andere kan van het bos zijn………u loopt eerst zo rechtdoor terug en dan gaat langs het fietspad naar rechts en dan over de kruising met een zandpad voor paarden, weet u wel,  en vlak daarna links en daar moet het nog maar eens vragen.’  ‘Aan wie?’  dacht ik, ‘ik heb de op weg hierheen geen kip in dit bos gezien……

 ‘Die vrouw zag er trouwens wel leuk uit,’ dacht ik; en meteen begon die walgelijke hond weer te grommen. ‘Ik loop wel eindje met u mee,’ zei de vrouw, ‘die hond moet toch ook wat beweging hebben.’ Dus gingen we met zijn drieën op stap ….. ze hield de hond gelukkig  kort aan de lijn en het beest liep godzijdank niet aan mijn kant.  Na ongeveer een kwartiertje lopen, zei de vrouw, vriendelijk lachend, ze had inmiddels rode wangen gekregen van het stevig bewegen, denk ik, dat ze ‘het weer tijd vond om terug naar huis te gaan’. Ik vroeg of ze alstublieft nog een kwartiertje met mij mee wilde lopen maar daar begon ze niet aan en ze vertelde me, terwijl ze me op mijn rug klopte en me succes wenste, nog één keertje hoe ik verder moest lopen.

Ik dacht dat het me nu wel helemaal duidelijk was maar ik moest het onderweg toch nog drie keer vragen voordat ik de glazen pui van het ziekenhuis zou zien. Eerst vroeg ik het aan een werkman in het bos, een  landmeter, die bosgrond aan het opmeten was……. Hij pakte met zijn vuile handen gewoon zijn smartphone (die ik nota bene thuis had laten liggen); hij zette me weer op het goede spoor……voor de zekerheid klampte ik nog twee oude dametjes  aan, die op een bankje met elkaar zaten te kleppen, : ‘O, het ziekenhuis, dat is vanaf hier één rechte weg, het is niet ver meer hoor,’ maar toch raakte ik weer het spoor bijster …… daar liepen twee jonge meiden te giebelen, die zullen het vast niet weten maar wat kan mij het schelen ….ik vraag het gewoon ……. Nooit geschoten altijd mis…. en jawel hoor, ze wisten het!! Ze wezen allebei tegelijk naar een gebouw  dat achter me stond…….en ja hoor, daar stond dan mijn ziekenhuis……eindelijk. Toen was het voor mij nog maar een fluitje van een cent om thuis te komen.

Alleen was het buiten het bos weer zo akelig warm, dat ik mijn jasje uit moest trekken om verder niet al te veel te transpireren in mijn kleren…..dat vind ik zo smerig die ruikende nattigheid. Ik had er spijt van dat ik m’n korte broek niet had aangetrokken. Thuis gekomen deed ik mijn natte herfstkleren uit en nam gelijk een lekkere frisse douche; deed een sportbroekje  en een luchtig hemdje aan. Toen pakte ik de tv-gids om eens te kijken  welke foebelwedstrijd er op tv zou komen vanavond…….maar er bleek vanavond helemaal geen foebele  op tv te zijn, godverdomme zeg, daar had ik me nou net zo op verheugd  ……… lekker ontspannen kijken, na deze drukke middag.  Pas morgen, zondagavond,  is er weer foebele op tv…..dan is de finale Italië – Engeland. Italië zal wel winnen…..denk ik, na strafschoppen.

Dan ga ik nou maar boterhammetjes  maken (met pindakaas en hagelslag, mmmmmmm) en lekker oppeuzelen, want ik heb wel flink wat trek gekregen van al dat lopen in het Schollevaarse bos.   

maandag 12 juli 2021

 

Ik heb een kadootje gekocht voor mijn kleinzoon Bert, die ik zes jaar niet gezien heb. Hij was nou zeven jaar en ik dacht dat een ‘bellenblaas’ wel een leuk kleinigheidje voor hem zou zijn. Hij was  in ieder geval erg nieuwsgierig naar het presentje, want hij scheurde wild het kadopapier van het bellenblaasding af.… iets, wat natuurlijk alle kinderen zouden doen. Bert wist meteen wat het was maar hij ging er niet mee bellenblazen. Hij liet het naast zijn bordje staan want de pannenkoek-naturel die hij net had gekregen van de serveerster van het pannenkoekhuis vond hij op dat moment  veel belangrijker. Wij allemaal trouwens, mijn twee zonen en mijn twee kleinzonen Bert en Mart en ik Opa Sef, vonden die pannenkoeken belangrijker dan wat dan ook, daar in het pannenkoekhuis de Nachtegaal in het Kralingse Bos.

Nou loop ik alweer heel wat stappen vooruit want ik wou het hebben over wat er gebeurde  na het kopen van dat bellenblaasding. Het was benauwd, drukkend weer en ik had me zoals zo vaak dit jaar weer eens verkeerd gekleed. Een t-shirt met lange mouwen en een herfst-jasje. Verkoeling had ik nodig, dus ik dacht laat ik eens door het Schollevaarse Bos naar huis gaan lopen. We hebben in onze, naar beton stinkende, misselijk makende buurt, gelukkig twee bossen in de buurt om weer een beetje fris in het hoofd en ook in de rest van lijf te worden: het Kralingse Bos en het Schollevaarse Bos. Het Kralingse Bos, dat  ken ik op mijn duimpje, daar ben ik wel duizend keer geweest: daar heb ik gezwommen, gevoetbald, boompjes geklommen, kuilen gegraven, gebadmintond, gepoept, gepiest, aardappelen gebakken, geneukt, gevliegerd, ijsjes gegeten, aan ijslolly’s gelikt, hard gelopen, zandkastelen gebouwd, madeliefjes geplukt, naar het popfestival geweest,  gebarbecued, met m’n zussies op een kleedje gezeten, mijn huid vuurrood laten verbranden,  mijn geld voor de tram terug naar Spangen verloren, mijn  allerliefste hond Sita uitgelaten, ben ik tientallen malen met mijn zonen geweest, totdat ze op eigen benen konden staan  en er op eigen houtje ook wel naar toe konden………. en gisteren was ik er dus weer met mijn twee zonen en mijn kleinkinderen Bert  en Mart.  We vierden de verjaardag van Mart en opa Sef.  Opa Sef is op 13 juli jarig en Mart op 16 juli. Maar goed, Bert en Mart zag ik gisteren voor het eerst in zes jaar. Eigenlijk geldt dat alleen voor Bert want die is al ruim zeven  jaar; Mart is pas vier dus die kan ik nooit zes jaar niet gezien hebben. Mijn jongste zoon eigenlijk ook, die heb ik ook zes jaar gemist. Waarom weet ik eigenlijk nog steeds niet.  Hoewel het dus al zes jaar geleden is, dat er blijkbaar iets vervelends is voor gevallen, kan ik nog steeds geen zuivere koffie maken van wat zich toen precies heeft afgespeeld. (Misschien heeft het er wel iets mee te maken, dat ik zes jaar geleden ook gescheiden ben van mijn huidige ex-vrouw. waarmee ik 45 jaar getrouwd ben geweest ……..zij was opeens niet meer gelukkig ……. hield niet meer van mij…dat is nooit meer goed gekomen). Gelukkig maar dat nu heel veel wel weer goed en gelukkig verloopt, want ik zie dus nu weer (gisteren nog) mijn beide zonen en kleinkinderen.  Mijn oudste zoon en zijn vriendin heb ik trouwens al die jaren wel steeds gezien, hoor. Alleen de echtgenote van mijn jongste zoon heeft zich jammer genoeg nog steeds niet aan mij vertoond; het kan best zo zijn, dat zij uiteindelijk het grootste ‘slachtoffer’ geweest is destijds.  Hoewel ik beslist niet zou weten wat er dan gebeurd is.

Eigenlijk wilde ik het  niet eens over het Kralingse Bos hebben. Ik wilde het liever hebben over het Schollebos, want daar weet ik niks (nog niks) van.  Die stinkwijk waar ik woon ligt precies tussen die twee bossen in.  Ik had dus een klein kadootje gekocht  voor Bert, dat had ik gedaan omdat hij anders misschien een beetje jaloers zou worden omdat ik  Mart alvast voor zijn vierde verjaardag aanstaande vrijdag een ‘groot’ cadeau had gegeven (een leuk bloesje met een blauw ruitje gekocht bij H&M) . Een boekenbon van maar liefst 25 euro kreeg ik voor mijn verjaardag  van mijn jongste zoon EN zijn vrouw! Dat is een goed teken, nietwaar. Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was er nog nooit geweest. Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos.

woensdag 7 juli 2021

Gert en Hermien (3)

 

Gert en Hermien (3)

De conclusie lag voor de hand: de auto was niet van een vreemde maar van fysio Kees. Daarover werd tegen Gert natuurlijk gezwegen en later  gelogen.  Toen Gert haar  vroeg of er eventueel van een afspraak tussen haar en fysio Kees sprake was liet ze weer horen ‘ohhhohhh’ en loog ze  ‘ohhhoohhh’, dat daar ‘geen sprake van was’. Hermien vond Gert ziekelijk achterdochtig. Er werd een dag later bij Hermien thuis nog een bijzonder ongeloofwaardig toneelstukje opgevoerd door haar….ze begon  opeens  als een gek te spríngen en zogenaamd angstig te gillen: ‘CORONA, CORONA, CORONA’….. en dat vlak voor Gert zijn neus. Hij schrok zich een hoedje!  Ze speelde, dat ze bang was, dat ze bij die ‘vreemde’ man in die ‘vreemde’ auto, corona had opgelopen.

Toen de corona crisis even wat geluwd was, mochten we weer wat gaan doen buitenshuis.  Er was een leuke film in de bios en op woensdagavond spraken Gert en Hermien af om daar op donderdagmiddag naar toe te gaan. Gert bestelde donderdagochtend alvast twee kaartjes.  De voorstelling zou om twee uur beginnen  dus om één  uur haalt Gert haar thuis op. Zodra Gert bij Hermien binnenstapte zei ze  resoluut: ’Ik ga niet mee naar de bioscoop.’ Gert natuurlijk woest….zeker omdat ze daar pas zo laat mee komt. Gert heeft die twee kaartjes nu al gekocht…..’en waarom ga je $&#!& niet mee’ vraagt Gert ….’Corona’  liegt ze, ‘en de bioscoop is onveilig’, liegt ze, alsof ze daar niet eerder aan had kunnen denken.  Nou, Gert gaat gewoon naar de bios, dan maar zonder Hermien. Hij  weet heus wel waarom ze niet meegaat ….. ze heeft diezelfde middag natuurlijk een afspraakje gemaakt met fysio Kees.  Wanneer Gert, als hij laat in de middag terugkomt uit de bioscoop, is het eerste wat hij aan Hermien vraagt: ‘En, hoe was het bij Kees?  ‘Ohhohhh wat ben jij toch een achterdochtig mannetje’ is dan weer de leugenachtige reactie van Hermien.

Kees en Hermien hadden nog een aantal ‘fysiotherapeutische’ afspraken gemaakt.  Nu eens in Kees zijn praktijk dan weer bij Hermien thuis.  Er lag een mooie jeugdfoto van Gert op het nachtkastje naast Hermien haar bed. Die foto had Hermien  op een gegeven moment helemaal afgedekt met  een gedeelte van een A-4-tje.  Kees mocht die foto blijkbaar niet  zien.  Hermien zei tegen Gert dat het niet haar bedoeling was die foto af te dekken.  ‘Op dat A-4-tje stond de tekst van een Maria-gebed, dat Hermien elke ochtend bad,’ loog ze, ‘het was puur toeval dat dat A-4-tje die foto afdekte.’……. in  die viereneenhalf jaar dat Gert bij haar over de vloer kwam had hij haar, nooit wat voor gebedje dan ook horen of zien bidden.

Gert en Hermien staan bij de bushalte om met de bus naar het ziekenhuis te gaan. Hermien had al een tijdje geen afspraken meer met Kees. Tenminste dat dacht Gert. Hij en Hermien stonden  face to face. Er verscheen opeens een lieflijke blik op Hermiens gezicht: glanzende ogen, glimlachende mond. Zij keek langs Gert heen.  Hermien keek toen naar iets wat Gert  nog niet kon zien: fysio Kees fietste voorbij op weg naar een klant. Gert  zag het enkele seconden  later pas. Toen was die liefelijke blik op haar gezicht al weer verdwenen. Gert zei  niks maar wist voldoende: er moest wel wat  geweest zijn tussen die twee en misschien duurt het nog voort tot op dag van vandaag.

Exact vijf jaar bestond deze LAT-relatie toen Hermien genoeg had van alle ruzies en Gert zijn achterdochtige en jaloerse geest. Hermien verbrak de LAT-relatie en bood Gert toch nog wel haar vriendschap aan maar aan haar vriendschap had Gert echter geen behoefte meer.

dinsdag 6 juli 2021

Gert en Hermien (2)

 Gert en Hermien (2)

‘Tja,’ dacht Gert, ‘er zal wel een zwaarwegende reden zijn dat ze toch naar fysio Kees toe gaat….. misschien is er wel een klik tussen die twee en in dat geval moest Gert  wel extra alert zijn, want uit een van Hermiens eerdere verhalen kon hij opmaken dat zij bijzonder makkelijk te verleiden is.

Zo vertelde Hermien bijvoorbeeld aan Gert,  dat er eens, op klaarlichte dag, een oppervlakkige kennis van haar, een zekere Henry,   met een grote blote dikke lul voor haar huisdeur stond.  Iedere vrouw zou, normaal gesproken, die Henry weggejaagd hebben maar Hermien werd in een mum van tijd verleid;  ze liet hem gelijk binnen, om vervolgens met hem te gaan liggen vrijen en na die dag hadden Henry en Hermien regelmatig seksafspraakjes met elkaar. Gert  wist werkelijk niet wat hij hoorde.  Maar eerlijk is eerlijk, Hermien stopte wel met Henry toen ze Gert eenmaal ontmoette.

Hermien en Gert,  wilden op een dag elkaar eens informeren over   afspraken, die ze in een bepaalde periode in hun agenda’s hadden staan.  Bij die gelegenheid ontdekte Gert dat Hermien de afspraken die zij in die periode met Kees had ‘vergat’ te vermelden .….dat deed  ze expres ,  zei ze, om Gert  niet nog jaloerser  te maken dan ie al was….dit speelde zich af kort na Gert zijn ontdekking van de ‘grote rode stootplek’ en het uitspreken van zijn vermoedens  daaromtrent….ohhhoohh….

Hoogst curieus zijn de gebeurtenissen rond de dag dat Hermien bloed moest prikken in het ziekenhuis. Op woensdag moest ze prikken en op maandag vroeg ze of Gert met haar mee wilde gaan naar het ziekenhuis.(Zij vond het dikwijls moeilijk om dit soort dingen alleen te doen en dan werd Gert gevraagd om met haar mee te gaan; daar deed Gert nooit moeilijk over.)  Op dinsdag echter,  de dag voor het prikken dus, belde Hermien naar Gert en zei hem dat hij deze keer toch niet met haar mee hoefde naar het ziekenhuis, ze kon het deze keer wel alleen af. …. awel……, ze is in het ziekenhuis gekomen en er is bloed bij haar afgenomen ………….  alleen hoe nu terug te gaan? Hermien loog dat ze aan de achterkant van het ziekenhuis aan wat mensen vroeg hoe ze  thuis moest komen en terwijl ze dat aan het vragen was passeerde haar een manspersoon die tegen haar zei: ‘Hoor ik hier Bilderdijkstraat zeggen?’ (Daar moest Hermien naar toe) ‘Die weet ik wel te vinden, hoor, daar moet ik toevallig ook naar toe, ‘ zei de man,’ rij maar met mij mee’…….. en ze reed met hem mee. Waarom hoefde Gert opeens niet meer met Hermien mee naar het ziekenhuis? Gert had sterk het vermoeden,  dat Hermien iets had afgesproken met fysio Kees. Voor heen en terug  naar het ziekenhuis of alleen voor terug. …..………... Hermien had in die tijd veel last van haar knie en het zou me niet verbazen als fysio Kees tegen haar gezegd zou hebben: ’Hermien, dat hele stuk van het ziekenhuis naar huis lopen is niet goed voor je knie; ik kom je wel met de auto halen dan breng ik je thuis……als jij dan Gert even afbelt.’  Hermien is als de dood dat ze corona zou krijgen.  Ze zou normaal gesproken, nooit bij een vreemde in de auto stappen en nu doet ze het gewoon wel??! De conclusie ligt voor de hand: de auto was niet van een vreemde maar het was de auto van fysio Kees. Daarover werd tegen Gert natuurlijk gezwegen en later  gelogen.  Toen Gert haar  vroeg of er eventueel van een afspraak tussen haar en fysio Kees sprake was liet ze weer horen ‘ohhhohhh’ en loog ze  ‘ohhhoohhh’, dat daar ‘geen sprake van was’. Hermien vond Gert ziekelijk achterdochtig

maandag 5 juli 2021

Gert en Hermien (1)

 

Gert en Hermien (1)

Ruim viereneenhalf jaar  geleden waren de zestigers Gert en Hermien een LAT-relatie begonnen , die redelijk harmonieerde, tot daar in het vijfde jaar opeens flink de klad in begon te komen.

Gert merkte op, dat er opeens  een soort grote rode zuigzoen op Hermiens rechter bovenbeen zat.  Het was natuurlijk niet echt  een zuigzoen, meer een stootplek, die ontstaan moet zijn door  het stoten van haar bovenbeen ergens tegenaan.  In het begin had Gert nog helemaal niks in de gaten. Maar Hermien deed er een beetje geheimzinnig over….. (ze had Gert eens, met een zekere trots verteld, dat ze kon liegen als de beste) ….en vrij snel had ze er een verklaring voor:  ze had er nooit wat van gemerkt maar misschien was ze wel tegen een stoel aan gelopen of tegen een wagentje van de supermarkt. Voor hetzelfde geld, loog ze en had ze gevreeën met een of andere vent, die,  met zijn heup, knie of hand ietwat al te enthousiast tegen haar bovenbeen gestoten had. Maar daar kwam Hermien natuurlijk niet voor uit. Gert uitte toen  zijn vermoeden naar Hermien en zei : ”Volgens mij ben je  me ontrouw geweest….’  en Hermien had meteen haar leugen klaar: ‘Ohhohhh, hoe kom je daar nou bij.’ Dat was natuurlijk helemaal niet waar’…..ze zei: ’Gert, jij bent voor mij de enige, ik hou van jou alleen  en ik ben helemaal niet met andere mannen bezig,  ik durf niet eens naar andere mannen te kijken’, loog ze.  De man die Gert van een vrijage met zijn Hermien verdacht was haar fysiotherapeut Kees .....

Op een middag was  fysiotherapeut Kees te hulp geroepen, omdat zij vreselijk pijn aan haar nek had. Ze had zo’n pijn dat ze vroeg of hij bij haar thuis wilde komen.  Dat wilde Kees wel. Gert werd intussen door Hermien gebeld met de vraag om wat later naar haar toe te komen voor het eten i.v.m. Kees zijn komst.  Dat deed Gert niet en hij kon er zittend op haar grote fauteuil getuige van zijn hoe Hermien (al flirtend met Kees) de behandeling aan haar nek  onderging.

De andere dag had ze alweer pijn , weer aan haar nek,  ’s ochtends al en met haar liefste stemmetje vroeg ze of ze snel  bij Kees langs kon komen om die pijn te behandelen. Hermien zei: ‘ Ja ,Gert, als je iets gedaan wil krijgen van een ander moet je een lief stemmetje opzetten’ …….ze noemde hem trouwens steeds Kees, terwijl ze Gert verbood hem zo te noemen. Gert moest van Hermien zeggen: ‘de fysio’ of ‘fysio Kees’. Dat heeft hij natuurlijk nooit gedaan.

In het verleden mopperde Hermien  voortdurend over fysio Kees als hij haar behandeld had…. ‘zijn behandelingen waren vaak te hardhandig’ zei ze, toch ging zij nu weer voor pijntjes aan haar knie, haar heup, haar nek naar hem toe. Gert vroeg haar: ‘Waarom ga je naar een fysiotherapeut waar je niet tevreden over bent?’ Hermien antwoordde: ‘Omdat zijn praktijk vlakbij mijn huis is; ik ben in vijf minuten bij hem,  voor een andere fysio moet ik wel tien minuten lopen.’  ‘Tja,’ dacht Gert, ‘er zal wel een reden zijn dat ze die Kees weer opzoekt…..waarschijnlijk is er een klik tussen die twee;  in dat geval moest Gert  wel extra alert zijn, want uit een van Hermiens eerdere verhalen had hij kunnen opmaken dat zij bijzonder makkelijk te verleiden is.