Hans gaat snel achteruit. Acht maanden geleden kreeg hij een beroerte; hij viel toen in zijn slaapkamer met zijn hoofd tegen zijn bed en in het begin leek de enige schade nog zijn hoofdwond te zijn. Maar zo langzamerhand krijg ik de indruk dat die beroerte hem ook geestelijk behoorlijk heeft getroffen.
Zes jaar geleden toen ik in Alexanderpolder kwam wonen heb
ik Hans leren kennen. Ik werd lid van het koor waar hij al jaren op zat. Ik was
toen 65; Hans 76. Voor Hans was zingen……eigenlijk moet ik zeggen muziek zijn
grote passie, hoewel hij geen instrument bespeelde. Hij had een enorme
verzameling bandjes, ook grote banden en een enorme bandrecorder, waar maar
liefst 6 uur muziek achter mekaar op kon
worden afgespeeld. Hij hield vooral van de Nederlandse muziek, nu nog trouwens,
want hoewel hij in het verpleeghuis waar hij nu zit, geen afspeelapparatuur
heeft, heeft hij wel in een van zijn kastjes een stuk of honderd Nederlandstalige
pc’s liggen.
Ik ging op dat koor omdat ik wat te doen moest hebben in de
voor mij nieuwe wijk …… moest mensen
leren kennen. Ik had altijd in de Agniesebuurt zeg maar in het centrum van
Rotterdam gewoond en door mijn scheiding moest ik daar helaas vertrekken en kwam
ik in Alexanderpolder terecht.
De dirigent zette me naast Hans neer, die mij prima
inwerkte.
Toen Hans 80 jaar
werd wilde hij een solo zingen voor het koor en hij wilde dat alle koorleden
het zouden kunnen meezingen. Hij wilde graag ‘Een reisje langs de Rijn’
zingen; ik beloofde hem dat ik de tekst voor alle koorleden zou uitprinten
zodat ze konden meezingen. Hans was er zichtbaar mee in zijn nopjes.
Toen de Corona kwam moest het koor stoppen maar Hans en ik
hielden contact. De ene dinsdag kwam
hij naar mij de andere dinsdag ging ik naar hem om koffie te drinken met wat lekkers erbij . Hoewel het niet mijn favorieten zijn, draaide
Hans bij hem thuis Nederlandstalige plaatjes vooral van de vijftiger en
zestiger jaren. Bij mij thuis draaide ik de muziek waar ik gek op ben: de
Stones, Bob Dylan, Simon and Garfunkel …….. dat vond hij niet zo bijzonder goed,
dat kon ik aan zijn gezicht wel zien, maar hij heeft er nooit bezwaar tegen
gemaakt.
Het was eind november begin december vorig jaar toen ik hem
niet telefonisch en ook niet aan zijn huisdeur te pakken kon krijgen. Ik deed
een briefje in zijn brievende bus waarin ik schreef dat ik tevergeefs contact
met hem had gezocht en me afvroeg of er wat aan de hand was. Vrij snel kreeg ik een briefje van zijn
dochter: haar vader had een beroerte
gehad en hij was in Capelle aan den IJssel in een verpleeghuis opgenomen.
Sindsdien bezoek ik hem op zaterdag eens in de veertien
dagen, meestal neem ik wat voor hem mee waarvan ik denk dat hij er wel van
houdt. Ik was er vanmiddag bijvoorbeeld, toen had ik twee haringen voor hem bij me ……nou
…. hij vrat zijn vingers er zowat bij op. Maar zoals ik al schreef: het gaat
niet goed met hem. Hij is al zo heel dik
geworden en veel slechter gaan lopen …… hij mag in het verpleeghuis niet zonder
rollator.
Vandaag herkende hij mij niet toen ik binnenkwam, dat was nog
niet eerder voorgekomen. Het duurde een
tijdje voor hij me herkende….. Hij is
heel onrustig …… gaat regelmatig in zijn kamer op zoek naar zijn sleutels, die
hij, als hij ze gevonden heeft, steeds
weer op een andere plaats neerlegt en dus ook steeds weer kwijt is.
Wanneer medebewoners iets te lang naar Hans zijn zin, zijn
kamer inkijken wordt hij boos en maant ze door te lopen of te rijden als ze in
een rollator zitten: ‘Er is hier toch niets te jatten’ zegt hij dan. Twee weken
terug bleef een van zijn medebewoners zijn kamer iets te lang in staren, toen
werd Hans echt agressief: hij vulde een bloemenvaas half met water en gooide
dat bij die man in zijn gezicht.
‘Zo, die komt voorlopig niet meer terug,’ zegt Hans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten