Ouvreuse was zo’n dertig
à veertig jaar geleden best een gewild damesbaantje in de bioscoopwereld. Bestaat
tegenwoordig niet meer. Het klinkt zo
mooi dat franse woordje, ouvreuse, deftig welhaast. Mannen deden dat werk bij
mijn weten niet; ik heb tenminste nooit van een ouvreur gehoord. De ouvreuse hielp, gewapend met een
zaklantaarntje, de bioscoopbezoeker bij
het vinden van zijn plaats in de zaal. Soms moest ze streng optreden als
bezoekers bij druk bezochte of uitverkochte voorstellingen niet wilden
opschuiven of wanneer bezoekers per ongeluk of expres in een verkeerde rang
waren gaan zitten. Vooraan in de zaal was het het goedkoopst en naar achteren
werd het wat duurder, oplopend van parterre naar parket, stalles, fauteuil en
zaalloge. Veel bioscoopbezoekers gingen pas
tijdens het voorprogramma hun plaatsen opzoeken….in het donker dus; vandaar dat
zo’n zaklantaarntje nodig was om kaartje
en zitplaats een beetje bij te schijnen. Ouvreuses maakten lange werkdagen, van
12 uur ’s middags tot middernacht met
een pauze tussen drie en zes uur.
Petra is zo’n ouvreuse.
Ze doet het nog niet zo lang. Een half jaartje. Negentien is ze. Op en top Rotterdamse.
Lange donkerblonde haren, wapperend in de wind, fel rood gestifte lipjes, kort
leren jasje, openhangend, jurkje (rood) tot net boven de knie; zwarte panty’s. Eind
zeventiger jaren vorige eeuw. Ze zet er
stevig de pas in naar haar werkplek: Lumière. Er draait een dansfilm met John
Travolta Saterday Nightfever. Een succesfilm. Dat wordt poepdruk. Uitverkocht
waarschijnlijk.
Bij de bushalte ziet ze
haar collega portier Gerrit nog in de bus zitten, terwijl hij hier uit had
moeten stappen. Maar hij zit te pitten. Ze tikt nog tegen het raam van de bus
maar het enige dat gebeurt, is dat zijn hoofd nog iets verder langs het raam wegzakt.
Het is niet voor het eerst dat hij in de bus op weg naar zijn werk in slaap valt.
Het gevolg daarvan is wel dat zij dadelijk een ander voor portier moet gaan
spelen. Zeker met zo’n verwachte drukte als vandaag is dat geen doen. Gerrit,
tegen de zestig is hij, een heel aardige man, hoor, daar niet van, maar zo
langzamerhand niet meer geschikt voor dit werk. Hij valt zelfs af en toe tijdens
het kaartjes scheuren nog in slaap.
Als Petra bij de bios
aankomt staan er al tientallen voornamelijk jongelui in de wachtrij voor de
kassa. De jongens gekleed in wijde-pijpen-broeken,
spijkerjasjes, lange haren, meisjes in kleurrijke maillots met daarop, in
gedekte kleuren veelal, rokjes en jurkjes
net boven de knie.
Het weer is niet echt
lekker. Herfstachtig, frisse wind en af en toe een waterig zonnetje. ’t Is
zaterdagmiddag matinee. Daar komen altijd de jongsten op af; deze film is voor
boven de veertien.
Ja, dat had je toen ook nog,
films voor boven de veertien en voor boven de achttien en zelfs waren er toen
ook nog films die uitsluitend volwassenen mochten zien. Maar goed, deze was dus
voor boven de veertien….en dan wagen ook de twaalf jarigen een poging de zaal
binnen te komen. De jongens vallen altijd snel door de mand, zelfs sommige
gassies van bòven de veertien lijken nog vaak te jong. Bij de dames is het net
andersom: het is héél moeilijk te zien hoe oud ze zijn. Sommige meiden van twaalf,
dertien jaar lijken wel zestien of nog ouder. Door hun make-up, hoge hakken en indien
nodig kunstmatige behavulling weten ze menig portier of kassière om de tuin te
leiden.
(wordt vervolgd)