woensdag 28 februari 2018

SNEEUW


Vannacht heeft het een beetje gesneeuwd. Gelukkig maar een beetje. Maar het klopt niet met de weerberichten van het KNMI. Volgens het KNMI zou het pas op vrijdag gaan sneeuwen en zoals die weerman van het Journaal het zei, zou het wel eens een behoorlijk pak sneeuw kunnen worden en daar was ik als de dood zo bang voor. Vroeger, als kind vond ik het hartstikke leuk,  (wie niet?) sneeuw,…..sneeuw ballen gooien, sneeuw poppen maken maar tegenwoordig ben ik er bang voor…..bang voor sneeuw. Toen ik hoorde dat het vrijdag zou gaan sneeuwen ben ik gelijk een boodschappenbriefje gaan maken met allerlei spullen die ik in huis wil hebben als er buiten sneeuw ligt, want ik weet bijna 100% zeker dat ik in de sneeuw onderuit ga en daar heb ik natuurlijk geen zin in, ik heb geen zin in nog een gebroken schouder of zoiets dergelijks. Het is jammer dat ze bij het KNMI niet kunnen zeggen hoe lang die sneeuw blijft liggen. Van mijn zus hoorde ik dat het dan wel sneeuwt op vrijdag maar dat het zaterdag alweer weg gedooid is. Dat zou wel mooi zijn als dat waar is. En dan is het wel weer jammer van al die spullen die ik extra in huis gehaald heb. Ik heb bijvoorbeeld drie liter soep, 3 broden, 3 liter melk, 3 rookworsten, 2 pakken met plakken kaas, een pak knackers, een sixpack bier, een doos eieren, 1 blik ravioli, een pot tuinbonen,  2 potten Mexicaanse bonen schotel, een pot peen en erwten, een pot jam, 2 pakken yoghurt en 1 kilo aardappelen extra in huis  gehaald.  Ik zal, denk ik, toch wel vooral veel brood  eten…..maar ja hoe lang duurt het hè?…..als het echt niet meer dan één dag duurt, dan zal het nog niet meevallen om alles opgegeten te krijgen. Ik denk dat ik het  met deze extra voorraad zeker wel vier á vijf fikse sneeuwdagen moet kunnen uithouden.
Ik heb het nou allemaal al gekocht en nu pas komt er een stemmetje (heel zacht) in me hoofd dat zegt : ‘Joh, wees niet zo bang, trek je grote stevige schoenen met dat stevige profiel aan, die schoenen heb je toch niet voor niets gekocht……als je met die schoenen in de sneeuw loopt val je niet zo gauw om…..je zet stevige stappen in de sneeuw en ga vol zelfvertrouwen naar de Jumbo, die is toch zo ver niet van je huis vandaan?’ ‘Nee,’ zeg ik dan tegen mezelf, ‘de Jumbo is eigenlijk heel erg dichtbij.’ Maar nu heb ik alles al in huis gehaald dus nu kan ik gewoon binnen blijven en alles opeten tot de sneeuw weer weggesmolten is. Maar als er dan daarna nog weer een sneeuwperiode komt (laten we het niet hopen)dan denk ik dat ik wel dapper genoeg zal durven (moeten) wezen om met mijn stevige stampers aan, door de sneeuw, boodschappen te gaan doen. Want als ik dat dan nòg niet durf, dan kan ik die stevige schoenen beter maar weggooien, want ze nemen nu eigenlijk alleen maar heel veel plaats in op mijn schoenenrek.

maandag 26 februari 2018

ONTRUIMD

Ik kon me niet herinneren dat ik er opdracht voor gegeven had maar er waren opeens drie man aan het werk in mijn huis. Wat me het eerst opviel was dat de hele woonkamer ontruimd was……..de fauteuiltjes, de bank, de lampen, het vloerkleed, de planten, de gordijnen, de schilderijen, de kasten, de televisie en de stereo installatie, de klok, alles was weg en ze stonden behang van de muren af te trekken die drie mannen . Het waren geen echte Nederlanders zo te zien het waren buitenlanders. Een was een Chinees, eentje was een creool en een was duidelijk een Mexicaan want hij had nog zo’n grote hoed op …..een sombrero heet dat geloof ik. De andere twee hadden ook wel een hoofddeksels op maar die heten bij ons gewoon ‘petjes’. Het was behoorlijk koud in de woonkamer, dat klopt wel want het was winter maar het was vooral koud omdat het klapraam open stond. Ze hadden gek genoeg wel de kachel hoog aangezet (op 24 graden) zodat er voor de vogeltjes gestookt werd. Opeens snapte ik waarom het raam openstond: ze gooiden alle behang in proppen naar buiten . Dat zou echt een rotzooitje worden beneden. Ik ga vast heibel met mijn buren krijgen als dat zo doorgaat. Ik liep even naar het balkon om naar beneden (ik woon op de 4e étage)te kijken en zag tot mijn grote verbazing (en schrik) dat mijn hele meubilair daar beneden aan diggelen lag. Bovenop de berg zooi lag het prachtige schilderij dat mijn ex-vrouw ooit eens (45 jaar geleden) van mij gemaakt had. Het eigenaardige was dat ik wel verbaasd was, ontstelt bijna, maar totaal niet de neiging had om in te grijpen: ik stond er bij en keek ernaar. Op het moment dat ik van het balkon terug kwam waren ze klaar met het behang afrukken. Toen kwam er een vierde buitenlander binnen: een Jood, zo’n ouderwetse met een keppeltje, een lange vlassige baard en een paar vlechten en helemaal in het zwart gekleed. Hij had een paar emmers witsel op  het karretje staan dat hij voortduwde. Er lagen ook nog vier kwasten en lange stokken op dat karretje. Zodat het mij wel duidelijk was wat er zo meteen ging gebeuren: de heren gingen witten. Het was een goed op elkaar ingewerkt stel: ze haalden tegelijkertijd de deksel van het witsel en gingen met een stukhout in het witsel zitten roeren. Voor zover ik weet ging dat geheel geruisloos maar ze deden het wel in hetzelfde ritme. Ik vroeg me nog steeds af hoe ze op het idee waren gekomen om hier in mijn woonkamer aan de slag te gaan. Inmiddels waren ze begonnen met witten en logisch, binnen de kortste tijd waren ze alweer klaar en gingen ze mijn huis uit. Het plafond was prachtig wit geworden. Toen kwamen er twee Nederlandse behangers (met alle twee een helm op hun hoofd)die het voor elkaar kregen om in een half uur tijd de woonkamer met prachtig blauw behang te behangen. De witters kwamen nog even terug om de woonkamer schoon te maken en alsof het allemaal zo afgesproken was met mij, werden de mooiste  meubeltjes, gordijnen, schilderijen, kasten, planten, een kleedje, een tv, een salontafel, een stereo installatie, een bankje (allemaal spiksplinternieuw en helemaal mijn smaak) de woonkamer  in gesjouwd. Ik stond het met mijn mond vol tanden  allemaal aan te kijken, zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Dit  bleek alleen een droom te zijn

zaterdag 24 februari 2018

TANTE ELLY

Ik zette een cd van de Rolling Stones op in de hoop daaruit wat inspiratie voor dit stukje te kunnen op doen. Het eerste nummer van de cd (Black and Blue) was Hot Stuff. Het deed me meteen denken aan mijn eerste en enige drugservaring. Ik studeerde in Utrecht aan de Academie voor Expressie door woord en Gebaar in Utrecht maar ik kon in die stad geen kamer vinden. Daarom woonde ik enige tijd in Hilversum bij een tante van me: tante Elly. Ze was niet een echte 100% tante maar een ex-schoonzus van een zus van mijn moeder. Het was in ieder geval aardig van haar dat ze mij een kamer aanbood in haar grote huis. Tante Elly (35)zat nog steeds in het verwerkingsproces van haar echtscheiding. Uit haar klaagzangen bleek dat ze er nog steeds niet bij kon waarom hij, Ton, haar van de ene op de andere dag in de steek had gelaten……het was zo’n mooie lieve man, die bovendien twee kinderen bij haar had verwekt.
Op een dag stemde ze er mee in dat,  John, mijn beste vriend uit Rotterdam een weekendje mocht overkomen en blijven slapen bij haar thuis. Het was 1970 de tijd van seks, drugs en rock and roll: John en ik gingen allereerst op zoek naar drugs in het Hilversumse en dat was gauw gevonden, allebei hadden we een portie wiet ingeslagen waar we het hele weekend veel lol van zouden gaan beleven….dachten we …………. totdat tante Elly onze voorraad ontdekte in het laadje van het kastje dat op mijn slaapkamer stond.
‘Ik had er al zo’n vies vermoeden van’ zei ze ‘jullie stellen me echt teleur weet je dat, wat denk je dat je moeder daar van zou vinden,’ zei ze tegen mij…….tegen John zei ze: ……..’het was toch niet jouw idee hé, John,’ ‘Eigenlijk zou ik jullie op de trein naar Rotterdam moeten zetten, ik voel me behoorlijk in de maling genomen.  Maar ik neem dat spul van jullie af en spoel het door de wc, dan heb je er geen lol van en het doet jullie dan geen kwaad ook………….. kom nou maar naar beneden want ik heb het eten klaar.
We aten erwtensoep, het was eigenlijk helemaal niet zo koud voor erwtensoep maar Tante Elly deed wel meer rare dingen. John en ik vonden het wel vreemd dat drie glazen wijn volgeschonken werden bij de erwtensoep. Alsof alcohol geen verkapte drug is. Hanny en Rob, haar kinderen, aten braaf hun bordjes leeg en vroegen of ze op hun kamer naar de televisie mochten gaan kijken. Tante Elly hoefde niet eens te weten waar ze naar gingen kijken. ‘Ga je gang maar en zet het geluid niet niet te hard.’ zei ze.
Na het eten maakten we met zijn drieën de wijn op. Tante Elly was aangeschoten, ze kon duidelijk niet tegen alcohol. Ze begon steeds luider te praten en het ging steeds langer over haar favoriete onderwerp: seks, waarbij ze zowel mij als John verlekkerd aan zat te kijken. Toen ze tussen mij en John in op de bank kwam zitten vonden we het welletjes en gingen we naar onze kamer, Tante Elly verbouwereerd achterlatend.

Zo’n stuk was zij nou ook weer niet.

woensdag 21 februari 2018

BIOS

Weet je waar ik vannacht wakker werd? In bioscoop LantarenVenster. Ik was naar die film over die drie Billboards geweest en kennelijk ben ik halverwege in slaap gevallen en ben ik niet gezien door de dienstdoende serveillanten. Want het was half vier in de ochtend dat ik ontwaakte. Echt uitgeslapen was ik nog niet maar ik kon het ook weer niet maken om me om te draaien en verder te gaan pitten. Er was natuurlijk niemand meer in de bioscoop het was dan ook muisstil. Wat vervelender was: alles zat hermetisch op slot. Ik zou alleen naar buiten kunnen door wat schade aan te richten……. En dat zou ik nou erg zonde vinden want ik was een fan van deze bioscoop en het laatste wat ik wilde was deze bioscoop op kosten jagen. Ik kon natuurlijk wachten tot het eerste personeel naar binnen kwam. Dat zullen dan wel de schoonmakers zijn…..rond acht uur zullen ze wel komen. Wat ook kan is dat ik wacht op de eerste beveiliger die binnenkomt. Ik geloof alleen niet dat ik met een beveiliger zo blij moet zijn. Die denkt natuurlijk dat ik wat heb lopen jatten en die gaat er denk ik gelijk politiewerk van maken. Mijn ware verhaal zal noch door de beveiliger noch door de politie worden geloofd. Het leek me dus maar het beste om me voor de beveiligers te verstoppen en er straks als de schoonmakers binnenkwamen tussen uit te glippen.
‘Hé, jij, lange, ja jij, wat doe jij hier?’ Ik hoorde een stem van een Marokkaan die al aardig Nederlands had leren praten maar ik zag helemaal niemand. ‘Ik hoor je wel maar ik zie je niet, waar ben je dan’ ‘Ik sta boven aan de trap, Lange, ik kijk van hieruit zo op je kale koppie. Ik slaap hier nou al een paar maanden elke nacht en nog nooit hebben ze me kunnen me betrappen en dat wil ik houden zo, dus ik wou je vragen om zo snel mogelijk op te  rotten. Alléén kan ik me gedekt houden, met jou erbij ben ik zo gevonden, ben ik veel kwetsbaarder.
‘Je zal van mij geen last hebben want ik ben van plan straks als de schoonmakers komen naar buiten te glippen.’
‘Luister es Lange, de schoonmakers komen pas om half elf, dat zijn de eerste personeelsleden die binnenkomen.’
‘Wat denk je dan, dat ik het beste kan doen om zo gauw mogelijk buiten te komen.’
‘Ik weet, Lange, dat er in de keuken een deur naar buiten is die van binnen uit opengemaakt kan worden; de sleutel ligt in de lepel- en vorkenbak. Je staat daar gelijk langs de Maas en dan kan je alle kanten op die je maar op wil.’
‘Voor mij is het heel belangrijk, Lange, dat ik hier kan blijven slapen. Ik heb namelijk geen huis. Ik ben door mijn huisbaas op straat gezet. Nu slaap ik hier al weer een paar maanden in zaal 6 tussen rij 12 en rij13 en voorlopig wil ik dat zo houden. Ik moet wel; ik kan niet anders

dinsdag 20 februari 2018

HOGE PIET

Tegen iedereen die het maar wil horen vertel ik dat ik aan slapeloosheid lijd. Maar hoogstwaarschijnlijk was ik toch enkele minuutjes ingedut want toen ik mijn ogen opendeed keek in de lopen van drie mitrailleurs.
‘Wat is hier aan de hand ‘, zei ik terwijl ik me probeerde op te richten. ‘Ik…..’
‘Niet bewegen!!’ schreeuwde de ene soldaat, want het waren drie soldaten, ‘Niet praten’ commandeerde de ander. ’Alleen praten als wij je wat vragen,’ beval hij
Ik hoorde in de woonkamer nog mèèr geruis dus ik vroeg:  ‘Zijn er nog meer soldaten…….?’
‘Kop dicht’, zeiden alle drie die soldaten tegelijk.
Ik zag nu duidelijk een stuk of tien militairen of misschien wel politieagenten in mijn woonkamer en allemaal waren ze bewapend met zo’n mitrailleur. Sommigen zaten op mijn bank, sommigen op mijn fauteuils anderen liepen ietwat ongedurig heen en weer tussen mijn meubelstukken. Ze zeiden geen woord tegen elkaar. Ook de drie die mij onder vuur hielden, zeiden vooralsnog geen woord. Ik begreep helemaal niet wat ze bij mij thuis kwamen doen. Ik doe nooit een vlieg kwaad. Maar als ik wilde vragen wat ze kwamen doen kreeg ik wel gelijk een grote muil…..dat ik me bek moest houden. Opeens werd hard op de voordeur gebonsd. Er volgde wat heen en weer gepraat de voordeur werd geopend en er kwam iemand mijn kant op, zo hoorde ik aan het gekletter van hakken. Het zal wel een of andere hoge Piet uit het leger geweest zijn want hij zei tegen de drie, die mij steeds in het vizier hadden gehouden: ‘Op je plaats rust!’ en toen gingen die drie rustig staan leunen op hun geweer.
‘Ik neem het van jullie over jongens.’
‘Wat is hier toch allemaal, aan de hand verdomme, ik heb nog nooit wat rottigs gedaan  waarom is dit dan nodig?
‘Houd je kop godverdomme,’ brulde nummer twee van de drie soldaten.
‘Nog nooit……..’ zei ik
‘Kop dicht anders sla ik hem dicht, begrepen,’ schreeuwde nummer één. Maar de hoge Piet bleef rustig en maande de soldaten ook kalm te blijven.
‘Meneer,’ zei de hoge Piet, ‘we hebben in uw berging een heleboel belastend materiaal gevonden. Ten eerste  legerkleding van IS-soldaten, ten tweede,  zeker tienduizenden  foto’s kinderporno en ten derde wapens klaar om te verschepen naar RAQQ, u weet vast wel dat dat de hoofdstad van het Kalifaat is.
‘Maar dat moe…….’
‘Laat u mij alsjeblieft even uitspreken’ zei de Hoge Piet. Meneer, u zult begrijpen dat  die spullen in uw berging nogal wat vraagtekens bij ons zullen oproepen. Dus ik vraag me onder andere af meneer wat u denkt te gaan doen met al die kinderporno ………. en ga nu niet meteen zeggen meneer dat u dat daar nooit in die berging heeft neergelegd.
‘Ja meneer, dat wil ik nu juist wel zeggen, noch die porno, noch die IS legerkleding, noch die wapens  zijn door mij in die berging gelegd. U moet in de berging van een ander geweest zijn.
De hoge Piet gaf in de tussentijd even de opdracht om voor de zekerheid toch nog even het bergingsnummer te controleren en te kijken welk huis daarbij hoort.
‘Ingerukt Mars! Schalde het plotseling door mijn huis en even later zag ik alle manschappen vertrekken en nog weer wat later hoorde ik tot mijn opluchting, aan het gestommel, dat het hele zooitje militairen bij mijn bovenbuurman bezig was.

‘Hou je kop, godverdomme’ hoorde ik een van de soldaten schreeuwen. Ik kende die stem.

maandag 19 februari 2018

UITGELATEN

Ik wil je niet ongerust maken maar ik zag vanmiddag je man innig gearmd lopen met iemand die ik niet ken. Althans dat dacht ik want bij nader inzien geloof ik dat ik haar laatst op je man zijn verjaardag bij jullie thuis heb gezien. Je hoeft je echt niet ongerust te maken want in vergelijking met jou is zij maar een lelijk eendje dat helemaal niet aan jou tippen kan. Ik snap helemaal niet wat hij in haar ziet……..als jij gearmd met hem in de stad loopt ben jij een sieraad aan die arm. Zij lijkt wel een vuilnisbakzak die bungelt aan zijn arm.
Nee, maak je nou maar niet ongerust; ik liep je man en zijn vriendin of wat daar voor moge doorgaan toevallig tegemoet en toen deed ze toevallig haar mond open tsjonge, jonge, jonge wat een tanden kwamen daar tevoorschijn. Er waren zwarte en er waren afgebrokkelde tanden. Ik vertel je dit alleen maar omdat je dan weet dat er wat speelt, dat je niet verrast  bent al je man plompverloren voor je neus staat met zijn vriendin en zegt dat hij met haar verder door het leven wil. Ik kan het me haast niet voorstellen want je man en jij passen veel beter elkaar. Jullie hebben stijl en klasse maar zij heeft de ongemakkelijke eigenschap alleen al door haar verschijningsvorm, haar uiterlijk, mensen diep omlaag te halen.
Ik heb er natuurlijk helemaal niets mee te maken maar je zou er natuurlijk zelf over kunnen beginnen met je man. Dan zou je zo iets kunnen zeggen dat je van een kennis gehoord hebt dat die je hebt zien lopen in de stad vlak bij je werk met een niet zo mooi meisje. Dat meisje was wel niet zo mooi maar was wel heel vrolijk ze liep constant te huppelen aan zijn arm. Ook had ze wel een mooi lichaam ze was niet zo groot als ik maar haar borsten en billen waren wel groter dan die van mij en dat was natuurlijk wat je in haar aantrok. Haar man zou nooit toegeven dat hij tussen de middag wandelde met een meisje van kantoor. Haar man zei altijd dat hij dolverliefd was op zijn  vrouw en dat hij zich erg verantwoordelijk voelde voor zijn  drie kleine kinderen.
Toen haar man die avond thuis kwam, deed zijn vrouw een beetje uitgelaten vrolijk, (tralalala) zijn drie kinderen van 4, 6, en 7 jaar deden op verzoek van hun mama ook uitgelaten vrolijk (tralalala). Haar man, hun papa, vond dat wel een beetje overdreven, een beetje verdacht……waarom zouden ze nou ineens zo uitgelaten doen vroeg hij zich af, het lijkt wel of ik bezig ben met een buitenechtelijke affaire, dat is natuurlijk ook zo, maar daar weten ze helemaal niks vanaf…….toch?

Waarom doen jullie allemaal zo uitgelaten tegen mij, jullie denken zeker dat ik het met een ander houd? Ja zegt de vrouw, en ik weet het nog zeker ook want mijn vriendin heeft het me zelf verteld van jouzelf en jouw collega ……… dus wil ik dat het vanaf nu ogenblikkelijk is afgelopen ….ogenblikkelijk ….anders zoeken wij ook een ander ……… reken maar!!! 

zondag 18 februari 2018

LIFT

Ik was net mijn voordeur uitgestapt en wachtte even op de lift. Ik woon op de 5e étage van Boleroflat. Alle flats hier in de buurt zijn genoemd naar bekende dansen. Zo heb je de Tangoflat, de Chachachaflat, de Twistflat, de Rock and Roll flat en ga zo maar door. Ik vind het leuke eigentijdse namen. Maar niet iedereen is het daar mee eens. Er staat hier in de buurt ook een stel flats die zijn genoemd naar de vier prinsesjes van de oude Koningin Juliana: Beatrix, Irene, Margriet en Marijke. Ik vind dat stijf en ouderwets. Maar ja, dat hoorde wèl weer meer bij die jaren.De lift is er en tot mijn grote afschuw staat er iemand in de lift aan wie ik de grootst mogelijke hekel heb. Van de eerst dag dat ik hier woonde mocht ik hem gelijk al niet. En als je me nou vraagt waarom …… dan is het niet één special heel vervelend ding. Het is de optelsom van die hele man die me de keel uit hangt. Hij heeft allereerst nog nooit een woord tegen mij gezegd, terwijl wij onderling nooit woorden gehad hebben. De eerste keer dat ik hem zag, dacht ik wel gelijk wat een vreselijk enge man maar ik zei toch maar mooi goedemorgen meneer tegen hem, de eerste keer dat ik hem zag. Hij keek in de liftspiegel, trok zijn stropdas recht en zonder iets terug te zeggen stapte hij uit de lift. Ik voelde me toen al behoorlijk beledigd. Ja, het is toch tamelijk ongehoord om een begroeting van een ander te negeren. We waren op de begane grond aangeland dus ik moest er ook uit. Ik liep vlak achter hem en eerlijk waar, ik heb zelden zo’n grafgeur bij iemand geroken. Met mijn neus dicht liep ik achter hem naar de uitgang van de flat. Normaal gesproken houdt degene die voor je loopt de deur netjes voor je open maar dit sujet gaf de deur juist een extra zet zodat ik de deur tegen mijn hoofd aan kreeg. Ik probeerde hem nog tot de orde te roepen en hem met zijn gedrag te confronteren maar hij liep strak door in de richting van zijn auto, een Mercedes.Met hem in de lift voelde ik me eigenlijk gewoon lucht. Hij deed of je niet bestond. Hij had dan wel een Mercedes maar dat was het enige sjieke aan hem, zijn kleding was allesbehalve sjiek. Hij droeg een sjofele pet zoals je marktkooplui vaak ziet dragen. Hij had ‘s zomers vaak t-shirts aan  waaruit een sterke zweetlucht opsteeg, zijn broek  zat vol met van die kunstmatig gemaakte gaten en hij stak met zijn vieze stinkende voeten in een paarmoderne sandalen.  Heel vervelend vond ik ook dat hij me nooit aankeek. Hij keek òf in de liftspiegel, òf hij ging met zijn rug naar mij staan òf hij ging naar het plafond van de lift staan staren. De lift was verboden terrein voor rokers maar hij verdomde dat verbod te eerbiedigen. Hij had een sigaar in zijn mond en die hield hij er in tot in zijn Mercedes. Het was kortom een labbekakker van een vent bij wie ik het liefs niet in de lift stond. Maar soms kon het helaas niet anders

zaterdag 17 februari 2018

FEESTJE

Zo dadelijk gaan de gasten komen. Ik heb namelijk besloten mijn verjaardag op een andere dag te vieren dan op mijn werkelijke verjaardag. Ik ben eigenlijk op 25 december jarig en dan hebben de meeste mensen wel iets anders aan hun hoofd dan op mijn verjaardag te komen. Dus ik dacht ik ga voor de 17e februari al mijn kennissen uitnodigen. En nou maar afwachten wie gelooft dat ik het serieus meen. Want….ik meen het echt serieus. Ik verwacht flink wat bezoek. Ik heb ook heel wat inkopen gedaan. Ik heb 2 kratten bier van verschillende merken gekocht (een Heineken en een Grolsch) en vijf flessen wijn. Voor de frisdrankdrinkers is er Fanta Pomola (dat vind ik zelf toch zo vreselijk lekker), twee flessen Tonic Light, en natuurlijk de altijd aanwezig Cola. Van een gast die altijd komt weet ik dat ze altijd alleen maar Rivella drinkt en aangezien de meeste mensen daar onpasselijk van worden heb ik alleen voor haar dat flesje Rivella gekocht. Maar ja, met al die drankjes ben je er natuurlijk nog niet.
Er moet ook wat gegeten worden. Daarmee beginnen we al bij de koffie en thee. Daartoe heb ik twee appel-kruimeltaart gekocht en een pak krakelingen, voor wie zo’n appelkruimeltaart de neus uitkomt, ja, die zijn er altijd. Als we aan de sterkere drank beginnen (bier en wijn bedoel ik) moeten er blokjes kaas en stukjes Gelderse worst gesneden worden(ik ben nog van de oude stempel). Ik zorg meestal ook nog voor een stuk leverworst waar de gasten zelf naar hartenlust hompen vanaf kunnen snijden. Voor de wijnproevers neem ik verschillende lekkere kaasjes mee: camembert, Roquefort en voor daarbij koop ik een stokbroodje. Natuurlijk ben ik ook nog bij de slijter langs geweest voor wat echt sterke drank: jonge jenever, cognac, whisky (van elk een literfles)en daar laat ik het bij want er is er eigenlijk maar één  van de gasten die daar veel van opslokt.

Het is nu kwart voor acht in de avond en ik heb ze zo rond acht uur uitgenodigd. Ik kan al haast wel raden wie er het eerst komt binnen zetten. Niet dat ik dat erg vind maar het is wel opvallend. De eerste die aan de koffie met gebakt zit zijn altijd Mien en Wim en natuurlijk ook nu weer. Het zijn hartelijke mensen waar je voor de gezelligheid helemaal niets aan hebt. Ze komen binnen, gaan (in de beste) stoelen zitten en doen verder de hele avond hun mond niet meer open.  Ik sta er alleen voor om alle gasten te ontvangen dus ik hoop dat er straks iemand opstaat die me komt helpen met het bedienen. Nu weet ik al dat Olda dat zal gaan doen. Gelukkig is zij vroeg en gaat ze gelijk aan de slag. Ger en Joke, Peter  en Karla (met een K), Hans en Grietje, successievelijk komen ze allemaal binnen; ze hebben mijn verjaardagverhaal dus geloofd. Een van de laatsten die binnenkomt is Albert , mijn grootste afnemer van sterke drank. Hij is een gezellige drinker, die een oogje heeft op Olda. Maar Olda is vanavond niet versieren, ze heeft zich verbonden aan mij en mijn feestje

vrijdag 16 februari 2018

BUS

Het was behoorlijk druk in de bus.  Gaat er normaal gesproken anderhalve man en een paardenkop met zo’n eenvoudig ritje van het ene metrostation naar het andere metrostation , nu zat de bus zowat vol. En niet vol met allemaal schoolkinderen, moeders met baby’s , opa’s en oma’s neen, er zat van alles wat in deze ik noem het maar merkwaardig volle bus. Ook bijzonder is dat ik zelf voor het eerst gebruik maak van deze vorm van openbaar vervoer althans in de wijk waar ik nu woon, Alexanderpolder. Waar ik vroeger woonde, in het centrum van de stad, zaten de bussen gewoonlijk altijd vol, moest je je haast naar binnen dringen. Vooral bij één bus.
 Ik weet nog goed welke nummer die bus had, dat was bus 38, en die ging van het Kralingse Bos naar Schiedam Centrum…en dat reed ie razend snel zonder de snelheidslimiet te overschrijden. Het was een stoere rode bus met allemaal stoere passagiers erin: leerlingen van de kunstacademie met hun schilderijen onder hun arm en hun kwasten in hun tas; arbeiders op weg naar hun werk, de een had een helm op en een koffer bij zich met een grote boormachine, een ander had geen helm op maar liep zwaar te sjouwen met een elektrische schrobzaag, een ander droeg een heel kleine schroevendraaierscombinatie en desondanks straalde die arbeider toch een zekere trots uit.
Ook waren er vrouwen duidelijk op weg naar hun school of werk. Er was één vrouw met een rieten mand naast zich die zat te lezen in een interessant ogend paper; uit de rieten mand staken vier breipennen hetgeen getuigde van haar grote virtuositeit op breigebied namelijk dat zij in staat zou zij om met vier pennen te breien.  Dan was er nog een vrouw die zat op een alleen-stoeltje. Het was een kleine vrouw met een heel grote accordeon naast zich. Het lag op het puntje van mijn tong om haar te vragen of ik een deuntje mocht spelen op haar muziekinstrument. Ik weet niet of ze het zou hebben toegestaan maar ik had een leuk liedje kunnen musiceren. Ik heb vroeger ook op accordeon les gezeten en ik ben beslist nog niet alles van die lessen vergeten.
Er zaten ook heel wat jonge scholieren in die bus 38.Ze hadden tassen die bijna net zo groot waren als zij. Ik vond het bijna onsportief om dergelijke kleine knaapjes met zulke grote tassen te laten lopen. Bij het Centraal station ging bijna iedereen er altijd uit. Dat was altijd wel een heel gedoe. Ja, er moeten 50 mensen met al hun instrumentarium door twee kleine deurtjes. Soms moest de  chauffeur dan ook wel eens ingrijpen. Dan deed hij expres de deuren dicht en dan zei hij echt op zijn schoolmeesterachtigst: ‘Dames en heren, jongens en meisjes kan het nou niet een klein beetje rustiger in mijn bus. Zo gaat deze bus toch kapot. Jullie kunnen er nu eenmaal niet allemaal tegelijk uit.’ Dan hield iedereen zich gelukkig weer koest en gingen allen rustig naar buiten.

Die bus in Alexanderpolder was nummer 37. Hij was vandaag dan wel vol, maar lang zo leuk en luidruchtig niet als bus 38. In deze bus zaten een opa en oma te knikkebollen, een moeder zat rustig met haar baby op schoot, Een vader was duidelijk op weg naar school om zijn kind op te halen. Een saaie volle bus

woensdag 14 februari 2018

COGNAC

Ik ging om een uur of elf uur naar bed en ik lag om half twee nog wakker te draaien in mijn bed. Ondanks mijn dikke pyjama en de twee paar sokken die ik aanhad had ik het nog koud. Het liefst zou ik een kruik maken maar dat vond ik te gevaarlijk, want als die kruik uit mijn bed zou vallen zou ik wel eens over die kruik kunnen struikelen. Om twee uur vond ik het welletjes. Ik trok mijn sloffen aan en stampte mijn bed uit. Ik deed het allemaal wel zo geruisloos dat mijn  vriendin rustig door kon slapen. Ik had er nog niet eerder aan gedacht maar ik liep linea recta naar de drankkast, de kast met zwaar alcoholische dranken. Het leek me een uitstekend idee om een paar borreltjes achterover te slaan. Ik plofte in mijn makkelijk en tevens luie stoel om wat borrels in te nemen. Zo in het donker zitten is niet echt leuk, dus deed ik een paar schemerlampjes aan en pakte de krant van afgelopen zaterdag , die ik toch nog niet helemaal uit had…….sterker: ik had nog niks uit die krant gelezen en als ik de krant ga lezen pak ik meestal eerst de sport. Dit keer ging het allemaal over de Olympische Spelen….. en dan voornamelijk nog over de Nederlandse deelnemers, allemaal in het oranje-wit. In welke tenues de andere landen opereren weet ik echt niet. Ik zie nooit iets in de krant over die andere landen. Het is inmiddels ver na middernacht….het zal zo ongeveer half vier wezen ….denk ik, kom ik ga even naar de televisie kijken misschien zie ik daar Olympiërs met andere tenues. Maar weer al dat oranje. De cognac smaakt me goed, ik vergeet de krant en schakel op de televisie naar een ander net dan dat domme sportgedoe. Er is een televisieprogramma, als je daar naar kijkt is het net alsof je in een trein door een landschap rijdt. Door heuvels, dalen, bergen, langs rivieren, door steden, over grote bruggen. Ik neem nog maar een cognacje. Ik voel me al wel wat slaperiger maar echt de slaap gevat heb ik nog niet. Ik hoor iemand lopen op de galerij. Wat doet die daar zo laat nog? Dus ik ga naar de voordeur, doe de voordeur open en zie een mij onbekend persoon lopen.
’He, wat moet je daar?’ roep ik. De man stop, draait zich om en komt op me af.
‘Wat ik hier doe buurman, ik kom uit het ziekenhuis, mijn vrouw is net bevallen van onze derde. Ik ga naar huis…. ik ga slapen.’
’Sorry buurman ik had je zo gauw niet herkend, nu zie ik dat jij het bent….Ik hoor vannacht alles buurman, ik kan niet slapen, daarom kwam ik naar de galerij……en eh…...gefeliciteerd nog met je dochter’’
‘Zoon! Buurman……… ik heb er een zoontje bij.’
‘Zeg buurman, kom effe bij mij naar binnen dan drinken we een borreltje op je jongst geborene dan slaapt je dadelijk helemaal lekker.’
‘Dat is misschien niet zo’n gek idee buurman ik neem die borrel van je aan.’
‘Hoe heet je zoontje eigenlijk. We hebben hem heel simpel Jaap genoemd.’

‘We drinken er een op Jaap en dan gaan we slapen.’

dinsdag 13 februari 2018

STIL

Het was doodstil bij mij in de buurt. Normaal was er het geluid van auto’s, pratende voorbijgangers, spelende kinderen, voorbij razende ambulances, overvliegende helikopters, natuurlijk niet allemaal tegelijk maar het was nu al twee uur zo stil dat je haast een speld kon horen vallen. Ik was in mijn huis en elke stap die ik zette hoorde ik……elke ademhaling was hoorbaar. Mijn klok tikte veel duidelijker dan anders; het was dinsdag 13 februari  dertien minuten over tien. Voor zover ik wist was er geen schoolvakantie, want normaliter is het om deze tijd speelkwartier en schreeuwen de kinderen zich de longen uit het lijf.
Wat me ook opviel is dat er niemand ons flatgebouw in- of uitging. Ik ben er speciaal een kwartiertje voor op de galerij gaan staan maar ik zag alsmaar helemaal niemand. Ik heb al jaren geen radio meer, dus dat medium kan mij geen uitsluitsel geven over de geluidloosheid in deze buurt. Wel is er de televisie. En Godzijdank doet hij het. Alleen ……..geen geluid op Nederland 1, Nederland 2, Nederland 3,……….en ook niet op de commerciële en buitenlandse zenders. Op Nederland 1 zonden ze de Olympische spelen uit met de finale curling; even later zou schaatsen komen met de 1.500 meter voor mannen, dat stond tenminste aangekondigd in de televisiegids. Op Nederland 2 zou om 13.10 uur het sportjournaal worden uitgezonden, dat zal ook wel over de Olympische Spelen gaan en op Nederland 3 zou volgens de gids KRO - Kindertijd komen. Vreemd dat nergens geluid te krijgen was. Ook niet op de kanalen die op de televisie gereserveerd waren voor radio zenders. Alles stond op stil. Ik dacht misschien heeft het zin om mijn provider te bellen, ik bedoel mijn radio- en televisiekanalenleverancier. Die zou toch iets aan deze storing moeten kunnen doen. Neen, aan de stilte op straat kan mijn provider natuurlijk niks doen, dat zal wel weer een heel andere reden hebben. Goed ik draai 1400 het klantenservice nummer en ik krijg zowaar een stem te horen maar het is geen stem waar ik al mee kan praten….het is een geprogrammeerd stemmetje. Zo eentje die zegt ‘Goedemorgen u spreekt met …….enzovoorts en dan…………… wilt u spreken met de financiële administratie, tik dan de 1; wilt u spreken met technisch onderhoud, tik dan de 2; wilt u spreken met de afdeling spannende films, tik dan de 3; voor overige vragen tik dan de 4.’
 Oké, dan tik in de 4 en dan krijg ik weer een ander automatisch stemmetje:’Al onze medewerkers zijn op dit moment in gesprek, probeert u het op een ander moment nog eens’……. en wat dan volgt is weer die verlammende stilte.

Voor de zekerheid loop ik nog even wat commerciële zenders af: op RTL4 is DR Phil onhoorbaar bezig; op Veronica staat Donald Duck heel druk te doen zonder zijn gebruikelijke lawaai. Dan gaat de telefoon: een heuse stem, het is mijn provider en hij vraagt waarom ik zojuist gebeld heb. Nou ja, ik vertel dus wat er aan de hand is en de man aan de andere kant van de lijn zegt dat het allemaal klopt, het was een Russische sabotage actie die alle geluid deed verstommen en alle mensen binnenshuis hield. Sinds twee minuten is alles weer normaal. Kijk maar naar buiten!

maandag 12 februari 2018

HUUR

De volgende dag ging ik met mijn moeder naar de Spaarbank. Het was februari 1959. De huisbaas was gisteren aan de deur geweest en had gedreigd ons het huis uit te zetten als we de huur niet binnen drie dagen zouden betalen. Er was bij ons al een paar dagen geen cent in huis. Mijn vader voer op een cruiseschip en de afspraak was dat hij elke week geld naar ons zou overmaken. Dat is een tijdlang goed gegaan maar nu hadden we al twee weken lang geen geld gehad. ‘We’ dat zijn mijn moeder, ik en drie zusjes.
De drie zusjes konden terwijl mijn moeder en ik naar de Spaarbank waren,  zolang worden ondergebracht bij tante Lia een zus van mijn moeder. Tante Lia vond het heel leuk om op mijn zusjes te passen; waarschijnlijk had dat ook te maken met het feit dat ze zelf geen kinderen kon krijgen. Mijn moeder moest per week 15 gulden huur betalen en dat had ze dus bij lange na niet. Mijn moeder vroeg mij om mee te lopen naar de Spaarbank omdat ze het vervelend vond om helemaal alleen die grote afstand te overbruggen. Ik vond het wel mooi dat zij mij vroeg, ik voelde me daardoor een echte grote jongen (ik was toen pas 9 jaar). Het was ver lopen naar de Spaarbank, wel 13 kilometer, dat wist ik niet, dus dat viel me flink tegen, als ik het geweten had was ik niet meegegaan ... dan maar geen grote jongen.
We woonden vlakbij het Sparta stadion en we moesten helemaal lopen naar de Euromast; het was ongeveer anderhalf uur lopen. Gelukkig was het lekker weer, het was februari en het zonnetje stond niet zo hoog aan de hemel. De temperatuur was ongeveer 8 graden, een temperatuur waarbij je wel winterkleding moest dragen maar daar hadden ze bij ons geen geld voor. Zowel mijn moeder als ik droegen herfstkleding en logischerwijs liepen wij anderhalf uur lang te bibberen van de kou.
De Spaarbank was geen gebouw maar een bus. Het was dus een rijdende Spaarbank. Het was druk. Binnen was plaats voor 6 wachtenden en buiten stonden er 10 te wachten. Ik bedacht me dat we zeker pas na een uur aan de beurt  zouden zijn. Maar het ging langzamer dan ik dacht; na een uur waren er pas 9 aan de beurt geweest en waren er nog 6 voor ons. Bovendien was het vervelend dat de zon verdwenen was en er wolken voor geschoven waren, waar regen uit ging vallen. 
Eindelijk waren wij na anderhalf uur aan de buurt. Toen vroeg  mijn moeder naar mijn vaders weekgeld ... maar dat was er niet, volgens de Spaarbankman ‘Komt u morgen nog maar eens terug’, zei hij. Daarvoor hadden wij anderhalf uur gelopen en anderhalf uur gewacht om dit te horen te krijgen en nu wisten we zeker dat we binnen 4 dagen ons huis zouden worden uitgezet. Tenzij we geholpen zouden worden door iemand.

En gelukkig was er zo iemand. Mijn opa, de vader van mijn vader. Opa wilde ons de volgende dag  wel wat geld lenen , voor de huur, als hij het maar zo gauw mogelijk terug zou krijgen. Waarschijnlijk zou dat niet eerder dan over een maand zijn. Maar dat vond opa niet zo’n probleem. Als hij geweten had, dat hij het nooit zou terugkrijgen, had hij misschien wel anders gereageerd. We wilden het geld altijd wel terug betalen, maar we konden het nooit. 

donderdag 8 februari 2018

PLECHTIGHEID

Hoewel ik me nog allerminst ‘deadish’ voel ben ik vandaag volop met mijn dood bezig.  Misschien ga ik pas over dertig jaar de pijp uit maar het zou ook kunnen zijn dat ik al volgende week het loodje leg. In dat geval is het handig als de treurende nabestaanden wat gegevens van me weten te vinden. Vandaar dat ik maar alvast begonnen ben op een rijtje  te zetten wie snel van mijn dood op de hoogte gesteld moet worden, wie een condoleancekaart moet krijgen en welke instanties geinformeerd moeten worden.
Een van de belangrijkste dingen om te weten voor de nabestaanden is wat ik precies met mijn dode lijf wil. Hoe dat precies in de praktijk zal gaan , daar heb ik geen flauw idee van maar ik wil of donor worden of ik wil mijn lichaam ter beschikking van de wetenschap stellen.
Wat betekent dat nou precies voor begrafenis of crematieplechtigheid? Gaat het überhaupt wel door als heel veel van mijn organen geschikt zijn voor donatie en dus in andermans of andervrouws lichaam verdwijnen of als er veel van mijn lichaam geschikt is voor de wetenschap om te gebruiken. De begrafenisondernemer heeft naar mijn idee dan niks meer te doen.
Hoe gaat het als er nauwelijks stoffelijke resten van me over zijn. Komt er dan toch nog een plechtige bijeenkomst in een zaaltje met twee rijen stoelen en geen kist …..Neen?.....maar wat dan wel ….toch een plechtigheid in een zaaltje met een tafeltje  en op dat tafeltje een mooi portret van mij toen ik er nog enigszins toonbaar uitzag. Dat moet dan wel een grote foto zijn en niet alleen een mooie maar ook een vrolijke want het is niet de bedoeling om de aanwezigen diep treurig te stemmen.
De muziek maakt niks uit. Ik heb nu het idee dat de mensen die  mijn afscheid gaan organiseren samen  mogen uitzoeken wat voor muziek ze ten gehore gaan brengen. Ik denk eigenlijk dat een dergelijk afscheid helemaal niet in zo’n begrafenis- of crematiezaaltje moet gaan plaatsvinden. In de kerk hoeft ook niet, tenzij je gelovig bent natuurlijk maar in dat geval ga je voor alle gedenkwaardige momenten toch al naar de kerk.
Ik zou er denk ik voor kiezen alle vrienden en bekenden uit te nodigen in een zaal in het buurtcentrum. Daar mogen dan alle mensen die wat over mij willen zeggen dat gaan doen. De muziek kan daar dan zo hard mogelijk worden gedraaid en iedereen kan aan het einde van het afscheid rondom mijn vrolijke portret genieten van inmiddels binnengebrachte hapjes en drankjes. Ik ben een fervent tegenstander van koffie en cake dus ik vraag de organisatie bier, wijn en jonge jenever  te schenken en pittige gesorteerde nootjes en blokjes oude kaas als hapjes te presenteren. Voor mij zou het ook geen probleem zijn als er op mijn afscheid gedanst zou worden. Wild of kalm , maar dat is natuurlijk geheel afhankelijk van de uitgezochte muziek: op Simon and Garfunkel dans je nu eenmaal anders dan op de klanken van Pink Floyd.

Naar verwachting zal zo’n afscheid anderhalf uur duren en aan het einde daarvan krijgt elke bezoeker een pasfotootje mee als aandenken aan mij. 

dinsdag 6 februari 2018

BEKLEMMEND

Zelden geeft het Rotterdamse Schouwburgplein zo’n levendige aanblik als op de eerste zondag van februari.  Het is dan namelijk Volkskrantdag op het Internationaal FilmFestival Rotterdam (IFFR) en daar komen duizenden mensen op af. Bioscoop Pathé op het Schouwburgplein is zo’n beetje het epicentrum te midden van De Doelen, die 2 zalen beschikbaar stelt aan het IFFR en de Rotterdamse Schouwburg, die zijn gebouw voor een week aan het festival uitleent. Zie je normaal geen hond op het Schouwburgplein nu toont het plein geamuseerd met elkaar babbelende groepjes mensen, onderwijl genietend van lekkere hapjes, die of van thuis zijn meegenomen of in een bioscoop of bij een naburig restaurantje zijn gekocht. Op deze eerste  zondag van februari werkt ook het weer lekker mee. De vele bankjes kunnen ’s middags worden benut omdat er een  fijn feestelijk zonnetje op schijnt. Het is dan wel een winterse zondagmiddag, die zon geeft aan deze middag een vrolijk ietwat zomers cachet.
Er zijn weer vele films te zien dit festival, wel honderden, en veel van die filmvoorstellingen zijn uitverkocht, tienduizenden bezoekers trekt het en dan is het  ook eenvoudig voor te stellen dat er na die vele films, ook vele pauzes zullen zijn. En in die pauzes zijn zeker ook enkele honderden Volkskrantdagbezoekers op het schouwburgplein te vinden. Het is opvallend dat er veel grijze koppies onder het publiek zijn (zo ook ik zelf). Twintig minners zijn hier nauwelijks te bespeuren. Dat komt waarschijnlijk omdat de films niet direct op die doelgroep gericht zijn. Kinderfilms heb ik nauwelijks mogen bespeuren en ook het onder de jeugd populaire genre: ‘romantische komedie’, zal je nog zelden tegenkomen. Als je naar het IFFR gaar moet je eigenlijk een beetje nieuwsgierig zijn naar  andere culturen en wat de cineasten uit die culturen te vertellen hebben. Ik ben dit jaar niet zo in het festival gedoken maar ik heb wel films uit Australië, Frankrijk, Engeland, India, Kazachstan gezien. Behalve de Franse film waren het stuk voor stuk slechte films, afgaande op het vele gehoest en geroezemoes in de zalen. De Franse film ging over een echtscheiding van een stel met twee kinderen, een jongen van 11 en een meisje van 18. De vader van het echtpaar was een erg enge man; hij was groot, dik, had een zware stem en hij probeerde het jongetje te dwingen allerlei dingen te vertellen over zijn moeder. Hij had het al zo ver gekregen dat hij zijn zoontje het ene weekend mocht hebben en het andere weekend weer niet. De moeder, het jongetje en de dochter waren naar een voor de vader geheime woning verhuisd. Die vader wilde persé van het jongetje weten, waar ze nu woonden. De vader zat met zijn kolossale lichaam achter het stuur van zijn bestelauto en het jongetje zat naast hem. Eerst bulderde hij een aantal malen: ’WAAR WONEN JULLIE NOU??.......NOU ZEG OP WAAR WONEN JULLIE NOU?’ misschien wel 5 keer. Toen trok die klootzaak-vader de schooltas van de jongen zijn lijf en bulderde:  ’WAAR IS DE HUISSLEUTEL?’  Misschien wel 6 keer, hij zocht, schreeuwde en uiteindelijk vond hij de sleutel. Toen dwong de slechte vader het jongetje het adres te zeggen van zijn nieuwe huis en dat deed die kleine jongen uiteindelijk, huilend. Het was een heel beklemmende scene.

Het was een mooie en beklemmende  film, helaas ben ik de titel vergeten. Zoiets gebeurt me de laatste tijd wel meer……..dat is vast de leeftijd.

zaterdag 3 februari 2018

LIQUIDATIE

De auto’s rijden weer. Sinds half vier rijden ze weer. De hele dag heb ik nog geen auto zien rijden….sterker ik heb geen mens gezien in deze straat noch lopend, noch fietsend. De straat was hermetisch voor alles en iedereen afgesloten door politiewagens met politieagenten er in ….. aan allebei de kanten van de straat; en vlak voor mijn huis stond een zwarte Mercedes. Over die Mercedes was een tent opgezet ……4 tentstokken met een stuk zeil erop …..daar stonden weer 4 agenten bij met elkaar te praten ….ze keken naar de plek waar een mens lag …..een mens met een doek over zijn of haar lichaam. Af en toe liep er een agent naar dat mens , keek er even naar, bukte, stond weer op en ging aan zijn collega’s vertellen wat ie gezien of gehoord had zeker. Die man of vrouw was zeker niet dood; soms bewoog er wat onder het  doek, dan ging een van de agenten er naar toe en gaf hem of haar een ferme trap tegen zijn kop, dacht ik, het kunnen ook de voeten geweest zijn maar meestal schoppen ze je tegen je kop, dacht ik.  Ik weet niet hoelang dit nou al duurt. Ik kan het ook aan niemand gaan vragenwant we mogen niet naar buiten en de telefoons in onze buurt zijn afgesloten. Dat heeft de politie vanmorgen vroeg toen het nog donker was omgeroepen. Daar was ik wakker van geworden. Het moet wel een heel geheimzinnige gebeurtenis zijn. Een top-secret denk ik haast. Als ze bij de politie zouden weten dat ik hier achter de gordijnen sta te kijken naar ze, dan komen ze me misschien wel arresteren, denk ik. Hij ligt weer te woelen….ja, ‘hij’ want ik kan nu duidelijk zien dat het een man is, een creoolse man, met van die zwarte krulletje op zijn hoofd, zo van een afstand lijkt hij een beetje op Ruud Gullit, maar die doet geen mens kwaad dus die zal daar nooit komen te liggen. Hij probeert nu op te gaan staan maar de agenten hebben het gezien en komen nu met zijn allen op hem af. Een agent pakt hem bij zijn rechterschouder, een pakt hem bij zijn linkerschouder een neemt hem met zijn arm in de wurggreep en de vierde geeft hem een trap in zijn buik. Het gevloek van de man is bij mij binnen duidelijk hoorbaar.  Het doek is nu helemaal van de man af. Op de rechterbroekspijp van de man is een grote bloedvlek te zien. Hij heeft een gele broek aan met een zwarte bies; ook zijn jasje is net zo geel met een zwarte bies. Misschien werkt hij wel bij een ijscohandel ….dat ie op weg was naar zijn ijswagen en per ongeluk door de politie is aangehouden omdat ze dachten dat hij iemand in het circuit was. Dat hij een moord wilde gaan plegen, ik weet het niet zeker hoor.  Maar dat was natuurlijk inmiddels allang door een ander gedaan. Die liquidatie in de onderwereld daar had deze man helemaal niets mee te maken. Er kwam een ambulance aangereden voor die  ongeluksvogel die zo geschopt en geslagen was en waarschijnlijk helemaal nergens mee te maken had, volgens mij . Maar de auto’s rijden nu gelukkig weer.

donderdag 1 februari 2018

LEUKER

Waarschijnlijk zoals iedereen, die in een grote stad woont heb ik het idee, dat vrijwel iedereen een leuker, interessanter, leven heeft dan ik. Want wat doe ik, 67-jarige gepensioneerde, nou in feite? Beetje fietsen, beetje wandelen, af en toe een spelletje doen zoals scrabble, dammen, schaken; met een tiental buren élke woensdagavond jokeren; dagelijks een stukje schrijven zoals dit; drie keer per week een simpele maaltijd koken voor mij en mijn vriendin; de afwas doen, mijn huis schoonmaken, de noodzakelijke boodschappen doen bij de Jumbo en soms ook wel eens ergens anders, vijf tot zeven uur slapen per dag, douchen, de was doen; naar de wc gaan, nu eens voor het een dan weer voor het ander; de verwarming aan- en uitzetten; de verlichting aan- en weer uitdoen; patatje eten bij Bram Ladage met mijn vriendin; een keer per drie jaar naar de musical gaan; een of meer keer per week lekker kroelen met mijn lieve vriendin. Die laatste drie dingen zijn natuurlijk wel leuk en interessant in mijn leven maar voor het overige hebben denk ik de meeste andere Rotterdammers het veel leuker.
Die kroelen  elke dag misschien wel twee keer, ze hebben een goed betaalde baan en leuk werk als verkoper, acteur, politieagent, hondendresseur, mannequin, tramconducteur, buschauffeur, welzijnswerker, chirurg, boswachter, treinconducteur, souteneur, groenteboer, marktkoopman. Voor mij is dat allemaal niet meer weggelegd.
Ze gaan regelmatig naar de bioscoop en het theater en kopen iedere week een goed boek, een bestseller, ze lopen buiten met hun koningspoedels of nog duurdere honden te pronken terwijl hun perzische kater hun jaloers nakijkt.
 Ze wonen in dure kastelen van huizen in buurten waaraan het aan niks voor de kinderen ontbreekt.  Ook voor de ouders is van alles voor handen. Atletiekvelden en een aantal sportvelden voor voetbal, handbal, hockey. Ook tennisbanen zijn er. Het ontbreekt in die buurten dan ook niet aan sportiviteit. Vrijwel iedereen is superfit en menigeen dringt zowel nationaal als internationaal door tot de top van een of andere sport. Zoiets is voor mij niet meer mogelijk.
De meeste Rotterdammers zijn naar mijn idee ook veel creatiever dan ik. Ze bezoeken bijvoorbeeld theater- of balletcursussen en geven altijd, een leuke en knappe einduitvoering voor hun familieleden en bekenden.    In schilderen zijn de meeste Rotterdammers ook veel en veel beter dan ik. Er zijn zo veel schilderclubs misschien wel 500 en op niet een zo’n schilderclub zit ik. En aan het einde van het cursusjaar wordt dan een expositie gegeven, die door talloze mensen, familie, vrienden, wordt bezocht. Dat is toch wel interessant. Ik zelf ben bijvoorbeeld nog nooit naar zo’n expositie geweest en al die anderen wel…..
Anderen gaan zeker eens per week duur uit eten, in een vier sterren hotel, waar de heerlijkste soorten groenten, stukken vlees, gebakken aardappelen, gebonden soepen, de smakelijkste desserts (keuze uit tientallen soorten ijs)….ja, het is allemaal duur maar anderen kunnen dat gewoon betalen maar ik niet en dat maakt precies het verschil.

Er wordt ook meer genoten van Rotterdam, als stad, door anderen. Ze gaan lekker met de Spido of met zo’n supersnel watertaxibootje. Dat soort dingen is voor mij nou eenmaal te hoog gegrepen.