Op het terras van café ‘de Witte Aap op de Witte de
Withstraat zit ik een biertje te
drinken. Ik bestel een kleintje pils. De barman blijkt geen Nederlands te
verstaan en ik krijg een halve liter bier. Daar moet ik natuurlijk ook voor
betalen: viereneenhalve euro; niet te weinig …. maar goed … het is vandaag feest op de Witte
de With … dus redeneren de biertappers hier waarschijnlijk: we maken er ook
gelijk feestprijzen bij.
‘Is deze stoel nog vrij, meneer?’ vraagt een oudere dame van
pakweg vijfenzeventig.
Ze wijst naar die ene stoel bij mijn tafeltje.
‘Ja, is vrij, mevrouw, kom er gezellig bij zitten.’ Aan elke hand heeft ze een goed gevulde king-size
Wibra tas.
‘Goed, ik ga eerst even een biertje halen.’ Ze zet haar
tassen op de stoel. ‘Past u even op mijn spullen?’’
Dan ziet ze me de laatste slokken van mijn bier wegklokken.
‘ Eh, wilt u ook een biertje … zal ik gelijk voor u
meenemen?’
‘Nou … lekker, alleen eh, niet nog es zo’n grote als deze … doe maar een
kleintje pils.’
Gezellig vandaag op de Witte de Withstraat en omgeving … een
dichter op een zeepkist … een Afrikaanse dans- en djembégroep … een kerk op de
Schiedamse Vest met prachtige gemozaïekte muurtjes … , in de oude Heksenketel op
de Baan is toneel: ‘Wachten op Godot’
van Becket.’
‘Alstublieft, één biertje voor u en één voor mij,’ ze gaat
zitten, ‘proost (ze drinkt haar pilsje bijna in een teug leeg) sorry hoor maar ik had me toch een dorst. Weet u wat dit is
hier … dit gedoe … ’
‘Ja,’ zeg ik, ‘allemaal
moderne kunst.’ ‘Ik ben net naar een toneelstuk geweest van Samuel Becket, ‘Wachten
op Godot’ heet het en het wordt gespeeld door mensen die bij de GGZ lopen, zeg
maar psychiatrische patiënten. Was wel goed om zien … anders … maar wel goed.’
‘Okee,’ zegt ze, ‘dat is dus modern …. anders … ik zou hier
nooit geweest zijn als ma niet hoognodig wat nieuw ondergoed nodig had. Dat wat
ze nog in de kast heeft liggen is niet toonbaar meer. Volop gaten in haar hempjes
en broekjes. Vlekken, die er, zelfs al blijf je er een uur op boenen en ook al
gebruik je Biotex of groene zeep, nog niet uitgaan. Ik dacht, ik ga nu maar gelijk
eens een flink aantal sets ondergoed kopen voor ma. Dan ga ik es naar de Wibra.
Daar is dat spul toch het voordeligst. Ga ik op zondag, denk ik, dan is het ook
het rustigst in de stad, qua mensen bedoel ik dan. Maar dat viel me toch een
beetje tegen. Ik kwam uit Metro Beurs en liep ik dus naar de Wibra, toen hoorde
ik ineens Afrikaanse muziek en ik zag veel drukte in deze straat. Als ik straks die hempjes en broekjes heb gekocht voor
ma, dacht ik, ga ik daar toch es even kijken. Van die Afrikaanse dans heb ik
echt genoten; ik hou zelf ook erg van dansen …. rumba, chachacha, jaaa de tango
ook … houdt u ook van dansen?’
‘Ja, ik hou van wild …. vrij dansen … zonder al die
verplichte pasjes.’
‘O,’ zegt ze en ze kijkt me een beetje bedenkelijk aan, ….. ‘ma
kan niet meer zo lang alleen blijven. Tegenwoordig ben ik het, als ouwe dochter,
die voor haar zieke bejaarde moeder moet gaan lopen zorgen. Thuiszorg doet geen
kl… sorry … Thuiszorg doet niks meer voor
ma. Nou, ik moet gaan …. dag meneer.’ (en ze geeft me een hand).
‘Dag,’ zeg ik, ‘vergeet u dat geld niet mee te nemen … voor
dat pilsje dat u voor me meenam.’
‘Joh, schei jij nou effe gauw uit … neem er nog maar lekker
een van mij. Tot ziens!’
Met een ietwat schommelende tred loopt ze de Witte de
Withstraat op en verdwijnt langzaam in de bescheiden menigte.