zondag 29 september 2019

DISCO


Het was een leuke dancing daar in Zomerland, een tamelijke nieuwbouwwijk van Rotterdam. Die dancing was in een kerk, de Heilige Antoniuskerk. Bij Heilige Antonius moet ik altijd denken aan als ik iets kwijt ben, dan moesten we altijd van onze moeder zeggen: Heilige Antonius Beste Vrind maak dat ik mijn hijskraan (bijvoorbeeld) weer Vind (als ik die kwijt zou zijn bijvoorbeeld; maar het  lijkt me sterk dat ik die kwijt zou zijn).
Die dancing deed het goed. Zo in de zestiger jaren van de vorige eeuw (deze eeuw heeft toch nog geen zestiger jaren gehad?) liep die disco elk weekend helemaal vol. Allemaal jongens en meisjes van 16 tot zo’n 20 jaar die dansten op de muziek van The Rolling Stones, The Beatles, Rob de Nijs, Willeke Alberti en ga zo maar door.
Het was er heel gezellig maar bier of wijn was er niet te krijgen. Er werd voornamelijk Cola en Seven Up gedronken uit een flesje met een rietje. En het duurde meestal van half acht tot elf uur. Zo halverwege de avond ging de disc jockey slijpnummers draaien zoals ‘A wither shade of pale’ van ‘Procul Harum’  of ‘The sun ain’t gonna shine anymore’ van de Walker Brothers en niet te vergeten ‘Nights in white satin’ van de ‘The moody Blues’’. Toen die slijpnummers eenmaal gedraaid waren kwam het nooit meer goed in de Antonius. Alle vlotte nummer werden weggehoond …..men wilde alleen nog maar slijpen. Tot het einde van de avond aan toe. En als het laatste nummer gedraaid werd, dat was altijd ‘Twist en shout’ van de Beatles deed iedereen ineens demonstratief mee met de snelle muziek dan om nog het gevoel te hebben dat er nog wat gedaan was op het laatst van de avond. Voor de rest had iedereen toch maar een beetje zitten vrijen met elkaar en natuurlijk was dat wel smakelijk want daar was je uiteindelijk  voor gekomen.
Awel, er waren flink was stelletjes gevormd. Nu was het nog de kunst om een goeie plek buiten te vinden om het lekker met elkaar te doen. In Zomerland was in feite plek zat voor een lekker vrijplek. Ik weet me bijvoorbeeld nog goed te herinneren dat Helga en ik , wij waren destijds een koppeltje voor één avondje, een prachtige hoek met struiken vonden op de Dwarse van Beveren –Stolkstraat.  Helga was niet zo mooi maar dat vond ik voor deze gelegenheid niet zo erg. Ik had voornamelijk zin en daar ging het om. Helga had als de wiedeweerga haar slipje in haar tasje gepropt en zij probeerde fanatiek mijn nog slappe piemel in haar natte poes te stoppen . maar helaas het lukte niet. Mijn piemel liet zich door Helga niet betoveren en na tien minuten hard proberen stopten we er maar mee. Helga deed haar slip weer aan en ik stopte mijn piemel weer terug in mijn broek. En we gingen op huis aan. Op haar hui aan, want ik had beloofd haar thuis te brengen

zaterdag 28 september 2019

GLADIOLEN

Het is zaterdag dus moet ik boodschappen doen. Mijn vriendin gaat om elf uur naar haar vriendin in het winkelcentrum Oosterflank om daar met haar koffie te drinken ,gebak te eten en eventueel spulletjes te kopen zoals bloesjes, broeken en schoenen en zoals vorige week een smartphone. Maar dat is verder haar zaak.
Ik moet naar de Jumbo om mijn wekelijkse boodschappen te doen. Het zijn de normale boodschappen ….ik ken ze zowat uit mijn hoofd…..alleen vandaag staat er wat bijzonders op mijn boodschappenbriefje: ik ga namelijk hachée met  rode kool maken dus heb ik wat extra spulletjes nodig als, laurierblad, kruidnagels en natuurlijk rundvlees. Binnen een half uur heb ik mijn boodschappen in mijn wagentje geladen en aangezien ik mijn boodschappen scan ben ik ook aan de kassa nog eens gauw klaar. Ik had deze keer controle van de kassière……. Of ik alles wel netjes gescand had. Dan controleert ze willekeurig in mijn karretje 6 producten en als die allemaal netjes gescand zijn dan krijg ik een zegeltje voor een stroopwafelkaart. Tien zegeltjes op een kaart en je krijgt een pak met tien overheerlijke stroopwafels. We (mijn vriendin en ik )zijn zo al aan ons vierde pak stroopwafels toegekomen. Ik reken af en ga op huis aan.
Niet langs de kortste weg maar door het winkelcentrum. Want langs die andere weg waait zo’n enorme wind dat mijn boodschappenwagentje gaat kapseizen en ik er dan nog bij ook. Langs die weg staat de windveroorzaker,  een gebouw van 22 verdiepingen hoog, en als je aan die kant uit de winkel komt loop je aan de noord-oostelijke kant van dat hoge gebouw en daar kan het vreselijk spoken. Mijn vriendin heef zich eens aan mijn broek moeten vasthouden om niet om te vallen. Dus vandaar liever de terugweg via het winkelcentrum.
Op zaterdag staat altijd de bloemenman daar. Een goeie bloemenman. Tenminste: ik heb tot nu toe in 4 jaar 3 bossen bloemen bij hem gekocht en daar had ik niets dan lof over. Alle drie de keren dat ik bloemen kocht waren het gladiolen. En ik kreeg nu weer de onnavolgbare aandrang om het weer te doe. ‘Nee, doe nou niet’ zei ik tegen mezelf, ’neem nou eens wat anders, ….. altijd maar die zelfde bloemsoort’. Dus ging ik maar een tijdje besluiteloos stil staan voor de bloemenwagen.
 ‘Zal ik fresia’s nemen? Neen, die zijn te iel……zonnebloemen, nee, dat kan nu niks meer zijn.’ Voordat ik er erg in had flapte ik er uit:
 ‘Doe mij maar een bos gladiolen, die paarse  alstublieft.. Wat kosten ze ?’  ‘Drie vijftig zei de bloemenman’ en dat vond ik wel een goede prijs.
Tevreden wandelde ik naar huis met de zware gladiolen op mijn boodschappenwagentje . Ik zou niet weten hoie ik ze anders zou moeten meenemen. Bij mijn flat aangekomen liep ik mijn naaste buurvrouw tegen het lijf. Ze had een tip voor me waardoor de gladiolen langer zouden meegaan:
 ‘Je moet de allerbovenste bloem uit elke tak knijpen , dan komen alle bloemen uit.’
Nou dat heb ik gedaan en het werkte alle bloemen kwamen uit. Maar wat ik alleen nog nooit heb meegemaakt is dat na 4 dagen de gladiolen op waren en de vorige jaren stonden ze zeker 10 dagen

vrijdag 27 september 2019

KROKODIL


De kater had het naar zijn  zin deze nacht. Hij had vannacht al twee keer een lekker nummertje gemaakt met een schoon poesje en dat gebeurt tegenwoordig niet zo veel meer . De meeste leuke poesjes worden angstvallig door hun baasjes binnengehouden.
Het was ook echt aan hem te zien dat hij het lekker gehad had…..hij liep er helemaal naar….en als je hem zo zag, straalde hij uit: kom maar op nummer drie.  En er kwam wel een nummer drie maar niet zo’n poesje als hij zich wenste. Met een rauwe kreet en gekraak van takken stortte zich een grote krokodil bovenop de kater, die gelijk buiten westen was en een smakelijke prooi was voor de uit de boom gesprongen krokodil. De krokodil kon rustig zijn hapje oppeuzelen hier in deze rustige wijk: er was geen verkeer en er was geen enkel mens  te bespeuren. Trouwens van mensen had de krokodil toch nauwelijks iets te  duchten Als mensen hem zagen dan zetten ze het al op een lopen vanaf honderd meter afstand. Op zich zou dat geen moeite zijn om een hardlopend mens in te halen. Krokodillen lopen nu eenmaal sneller dan mensen maar dat weten mensen niet.
Voorlopig was de krokodil nog bezig met de kater. Die pluizige haren op de huid van de kater bevielen hem alleen niet. Het kostte hem nogal wat moeite om die harige huid er af te stropen. Maar toen hem dat gelukt was kon hij heerlijk van het katerlijfje genieten. Er zat ondertussen geen greintje leven meer in de kater. Voor de krokodil was dit een feestmaal. In de dierentuin, waar die vandaan kwam kreeg hij dagelijks alleen maar een magere portie zielige kuikentjes, die nog dood waren ook.
Hij had er al zo’n vermoeden van dat er buiten de dierentuin meer lekkers te halen viel. Zo….. het was op ….. hij likte zin poten en zijn bek schoon en ging op weg ………. op zoek naar een leuk plekkie waar hij eens lekker kon spelen. Midden op een groot plein, waar dagelijks zeker wel duizenden auto’s kunnen rijden, bevond zich een grote fontein. Spekkie voor het bekkie voor de krokodil. Het was een fantastische gewaarwording voor  hem om zo in dat water te kunnen spartelen en het water zo van heel  hoog op hem te laten neer kletteren. Hij probeerde zo hoog mogelijk tegen de waterstralen in te springen en wat hij ook deed van de kant van het ronde bassin afspringen, het water in.  Af en toe vond hij het wel jammer dat hij helemaal alleen was. Want bij zijn ontsnapping uit de dierentuin kon hij niemand meenemen. Dan was er vast wel alarm geslagen. 
Hij zag dat er weer auto’s kwamen en mensen, het werd ook lichter….het werd dag. De krokodil ging vlug de fontein uit en hij kuierde wat naar een partij struiken langs een gebouw waar allemaal jonge mensjes vrolijk stonden te doen. Het water liep onze krokodil al meteen in de mond. Een klein mensje stond dichtbij de struiken een appeltje te eten. De krokodil had ook wel  trek in zo’n lekker hapje alleen nam hij niet de appel doch het jongetje. In één hap had hij hem te pakken, sleurde hem de bosjes in en verslond het mensje.

maandag 23 september 2019

VERWARRING


Ik slaap nog steeds heel slecht. Vier à vijf uurtjes per nacht. Inslapen gaat steeds prima maar na een paar uurtjes ben ik al weer wakker. De gevolgen beginnen nu ook merkbaar te worden. Ik wordt ongeconcentreerd; ik kan film of toneelstukken lang niet meer zo goed volgen als ik dat in het verleden kon; ik raak m’n balans een beetje kwijt, het is niet dat ik om de haverklap val maar ik heb een beetje het gevoel dat ik niet zo stevig meer op mijn benen sta. Ik ben ook bangig dat ik ga vallen, eerder dan ik ooit had. Maar behalve deze vervelende zaken heb ik ook last van verwardheid en vergeetachtigheid. Ik verwarde bijvoorbeeld de zondag met de maandag. Midden in de nacht had ik de wekker voor maandag op half acht gezet; althans dat dacht ik. In werkelijkheid stond de wekker op zondag; halfzeven. Mijn vriendin maakte me er wel op attent dat het half zeven was maar niet dat het zondag was. Dus ik wachtte tot het half acht was en ging mijn bed uit want ik dacht dat het maandag was. Ik moest op maandag vroeg op om dat ik naar een cursus in Crooswijk moest.  Ik stopte mijn hoofd onder de kraan om wakker te worden kleedde me aan en liep naar de aanrecht om mijn eten te pakken. Ik vond het heel vreemd dat mijn vriendin geen muesli voor me gemaakt had en voor haar zelf ook niet.  Er lagen wel een paar krentenbollen, die eten we altijd op zondag en ZELFS TOEN had ik nog niet in de gaten dat het geen maandag was maar………….zondag. Er zaten 4 krentenbollen in de plastic zak. Ik was nog steeds in de veronderstelling dat ik naar de cursus moest. Dus riep ik tegen mijn vriendin: ’ik neem twee krentenbollen hoor, moet jij er ook twee?’, terwijl we er altijd maar 1 nemen op zondag. Maar ik wilde er twee omdat ik de hele maandagochtend verder niks te eten zou krijgen.  Mijn vriendin hoefde maar 1 krentenbol. Na het eten ging in mijn tas pakken voor de spullen van de cursus en mijn bril en mijn mobiele telefoon. Toen mijn vriendin ineens vroeg :’Wat ben je nou aan het doen?’ Ik zei: ’Ik ben mijn tas klaar aan het maken voor de cursus, want daar moet ik zo naar toe. ‘Nee, joh, het is zondag ik ga zo naar de kerk en jij gaat zo naar je eigen huis voor wat klusjes. En toen pas , en toch nog na enige aarzeling, realiseerde ik me dat ze gelijk had, dat het zondag was. Rare ervaring, ik wijt dat aan mijn tekort aan slaap, ik zou ook kunnen zeggen het is een beginnetje van dementie. Diezelfde zondag (’s middags)bracht ik mezelf nog eens in verwarring door bij een bezoek aan mijn eigen huis mijn rode jasje thuis te laten liggen toen ik weer naar mijn  vriendin ging. Het was veel te mooi weer voor een jas aan. Toen ik maandagochtend vanuit het huis van mijn vriendin naar mijn cursus ging, had ik geen jas, die lag in mijn eigen huis. Ik zeg dat komt door mijn slechte slapen maar het kan natuurlijk een beginnetje van Alzheimer zijn.

zaterdag 21 september 2019

HOND


Er ligt een tamelijk grote hond op straat. Hij ligt aan de overkant van de weg.   Er is verder niemand te bekennen van wie die hond eventueel kan zijn. Niemand schijnt hem te zien. Alle automobilisten en fietsers karren gewoon door. Eindelijk is er wat minder verkeer op de weg zodat ik kan oversteken  en kijken of ik wat kan doen. Eigenlijk ben ik veelte bang om wat te doen…..want ik ben bang voor honden. Er komt bloed uit zijn bek en zijn adem is heel langzaam. Hij kijkt me aan met een beetje schuwe uitdrukking, hij heeft ook iets van ‘schiet nou toch eens op’ ,’doe eens wat man, als je zo naar me blijft staan kijken overleef ik het niet.’ Ik ben bang dat wanneer ik hem oppak of aanraak hij me gaat bijten. Wat ik natuurlijk wel kan doen is de politie bellen die weten vast wel raad ….raar trouwens dat er helemaal geen baasje in de buurt is….waar zou die gebleven zijn? En hoe zou die hond zo gewond geraakt zijn……waarschijnlijk is hij aangereden en is de chauffeur doorgereden. Afschuwelijk. Ik heb ondertussen 1-1-2 gebeld. Ze zullen een wagen sturen. Ik moet er zeker  tien minuten op wachten.  Dat beest vertoont steeds minder teken van leven.
‘o’, zegt de politieagent, die uit zijn wagen gekomen is, het is een hond.’
‘Ja,’ zeg ik, dat heb ik toch luid en duidelijk gezegd’
‘O’, zegt de agent, dan hebben wij dat zeker verkeerd begrepen……wij hadden begrepen ‘’een gewond persoon op straat achtergelaten….maar beste meneer we bemoeien ons niet met dieren  ook niet met gewonde dieren want daar hebben we de dierenambulance voor.
‘Ja,’ zeg ik, ‘maar dat dier heeft nu dringend hulp nodig. Kunt u hem dan niet naar de dichtstbijzijnde dierenarts brengen?’
‘Absoluut niet meneer dan zou ik de grootste ruzie met mijn leidinggevende krijgen; wij zijn er voor de mensen en de dierenambulance is er voor de dieren. Maar ik zie wel dat die hond hard hulp nodig heeft dus ik zal voor u de dierenambulance bellen. De mensen van de dierenambulance zijn veel handiger ook met dieren. Ik zou niet weten hoe ik die hond in mijn wagen moet tillen. Bij de Dierenambulance hebben ze een brancard om het beest in de auto te leggen. Nou ik zal even bellen. De agent loopt naar zijn auto en pakt zijn telefoon.
Ja met de politie…er ligt hier een zwaar gewonde hond op straat. Er komt bloed uit zijn bek en hij haalt moeilijk adem…..kunnen jullie een wagen sturen naar de Amelaarstraat. De hond ligt ter hoogte van huisnummer 56.
Binnen 5 minuten is de ambulance aanwezig. De hond was ondertussen  gaan schokken en moeilijker gaan ademen. De mensen van de dierenambulance zagen ook dat de hond uitgedroogd was en dat hij niet alleen bloedde uit zijn mond maar ook uit zijn buik maar dat kon ik niet zien want daar lag tie op. De hond werd terwijl hij hevig schokte en jankgeluiden maakte, op de brancard de ambulance ingeschoven. Snel schoot de dierenambulance naar het dieren hospitaal.
Toen ik ’s avonds belde naar dat ziekenhuis hoorde ik dat de hond al onderweg naar het ziekenhuis overleden was. Dat deed me toch wel wat.

donderdag 19 september 2019

BALLON


Vanmiddag weer eens naar de bioscoop geweest. Een Duitse film dit keer. ‘Ballon’ heette die. Het ging over een stel mensen die Oost-Duitsland wilde ontvluchten met een luchtballon. Een film zonder  openlijke agressie, geen vuistgevechten dus en ook geen geweerschoten. Natuurlijk was er wel de geniepige agressie van de Oost-duitse Stasie. Die ondanks dat ze met zeer velen waren er niet in slaagden om de vluchters ervan te weerhouden dat hun poging uiteindelijk succesvol werd.
De film draaide in Cinerama, de bioscoop waar we (mijn vriendin en ik)vrijwel altijd naar toe gaan. Ten eerste omdat die bios het dichtstbij ons huis is, ten tweede omdat de stoelen lekker zitten en ten derde omdat de films die er vertoond worden, naar onze smaak zijn. Toevallig waren we vorige  week eens een keertje naar die andere bioscoop gegaan waar ze films draaien die wij meestal wel goed vinden. LantaarnVenster. Die keer keken we naar ‘Blinded by the light’ een film geïnspireerd door de teksten van Bruce Springsteen met als voornaamste thema ‘discriminatie’. Allebei de bioscopen zijn eigenlijk makkelijk te bereiken van uit onze woonwijk. Lantaren Venster is ongeveer een kwartiertje verder van Cinerama. Dat komt vooral omdat er nog een stuk gelopen moet worden vanaf metrostation Wilhelminakade.
De laatste keer dat ik schreef had ik het ook al over de metro. Nu heb ik er weer wat over te vertellen: Ik vind het zo afschuwelijk druk de laatste tijd in de metro. Ik heb niks te klagen over mijn zitplaatsje want dat wordt altijd voor mij en mijn vriendin geregeld door vriendelijke vaak jonge medepassagiers.  Zo druk dus…. Zowel op de heenweg om één uur als op de terugweg zo rond vier uur zat de metro stampvol. Merendeels met jonge mensen. Nou bedacht ik me dat er sinds kort weer een heel nieuwe bende studenten in Rotterdam begonnen is, niet alleen op de universiteit maar ook op de hoge scholen en allerlei ander type onderwijs.
Als het zo doorgaat  dan moet de RET (Rotterdamse Electrische Tram) meer  of langere metro’s laten rijden. Want waar ik het nog niet over heb gehad, is de enorme drukte op de perrons, waar de reislustigen op de volgende metro staan te wachten. Als de animo voor de Rotterdamse ondergrondse zo blijft toenemen kunnen ongelukken door de drukte op de perrons niet uitblijven…..of er moeten beveiligingsambtenaren worden ingezeten die in de gaten houden of er zich niet te veel mensen op de perrons verzamelen …….. ze zullen dan mensen moeten gaan tegen houden.
Nu ben ik een geregelde gebruiker van de metro. In bus of tram kom ik niet zo heel vaak. Ik weet niet precies  of het publiek ook daar zo explosief toeneemt.  Nu is de inzet van bussen mijns inziens makkelijker te verhogen dan die van de metro. Bussen zijn er genoeg, desnoods kunnen bussen van andere maatschappijen ingezet worden. Trams zijn naar mijn idee beperkter voor handen, die zullen wel bijgemaakt moeten worden als de belangstelling voor die vorm van openbaar sterk gaat toenemen.

dinsdag 17 september 2019

METRO


Blijkbaar zien we er oud uit. Als het druk is in de metro en alle zitplaatsen zijn bezet dan zijn er tegenwoordig altijd jonge mensen die voor  ons willen opstaan. Meestal staat er iemand het eerst voor mijn vriendin op en dan ziet een ander, bijvoorbeeld iemand  die  naast mijn vriendin zit,  mij staan en biedt dan zijn zitplaats aan mij aan. Soms gebaar ik genereus dat ik wel blijf staan maar meestal aanvaard ik toch wel verheugd de zitplaats.
Toen wij jong  nog waren was dat eigenlijk schering en inslag: opstaan in de tram voor ouderen  maar er is een tijd geweest tussen nu en toen dat wij de pot op konden , dat ouderen maar gewoon moesten blijven staan.. Dat was toen de tijdgeest. Er waren toen wel mensen in de tram die met een  verontwaardigde stem en blik tegen een jonge medepassagier  blafte: ’Hé, zou je niet eens opstaan voor die ouwe mensen?’ Maar meestal waren deze jonge mensen Oost-indisch doof.
Nu we toch in de metro waren viel ons gelijk een onhebbelijkheid van deze tijd op. Het gebeurt vooral in drukke tijden: spitsuren  of wanneer er evenementen zijn. De horde mensen die de trein in willen, blokkeren de uitgangen van de metro. Degenen die naar buiten willen moeten zich naar buiten vechten. Het is toch een kwestie van je gezond verstand gebruiken om te weten, dat eerst iedereen die er uit wil, er uit moet,  voor dat iedereen die er in wil, er in kan. Ja, dan zal het wel zo kunnen zijn dat mensen bang zijn dat er zoveel mensen uit de metro moeten dat de deuren  alweer dicht gaan voordat zij die mee willen alweer binnen zijn. Maar dat gebeurt nooit want de conducteur van de metro wacht immers altijd lang genoeg tot iedereen is uitgestapt en ingestapt. Toch zijn er wel eens vechtpartijen uitgebroken tussen in- en  uitstappende passagiers. Vechtpartijen waarbij ook gewonden zijn gevallen. Waardoor er vrij grote vertragingen opgelopen zijn. Ja, er hoeft maar één heethoofd tussen te lopen en de poppetjes zijn aan het dansen. Een paar jaar geleden met de Rotterdamse Havendagen was het ook zo’n drukte en toen is er bij zo’n vechtpartij een uitstapper bekneld  geraakt tussen de deuren van de metro. De metro stond al op het punt van vertrekken; de deuren gingen dicht en een kleine dikke man van middelbare leeftijd (in de krant stonden zijn initialen: K.D.),  kreeg van binnenuit een ferme zet en hij bleef tussen de deuren vastzitten; met zijn onderlijf in de metro en zijn bovenlichaam op het perron.  Gelukkig is het zo dat een metro niet in beweging kan komen ook al zijn alle deuren op een na dicht. Dat was het geluk voor die man. Een paar goedwillenden op het perron duwden de deuren open en trokken K.D. naar buiten. Hij blijkt een venijnige voorhoofdwond te hebben aan de linkerkant.  De man mocht blij zijn dat er een EHBO’er op het perron aanwezig was.
De conducteur van de metro wilde zich ook bemoeien met het voorval en eiste dat degene die K.D. een zet had gegeven de metro zou verlaten. Er gebeurde vooralsnog niks. Maar een van de inzittenden wees de dader aan, een jong knul met een leren jasje. Andere inzittenden gingen tegelijk op de knul af en werkten hem het voertuig uit.
Mijn vriendin en ik bleven rustig op ons zitplaatsje zitten.

maandag 16 september 2019

Bos


Met de metro van huis naar de Voorschoterlaan, vlak bij het Kralingse Bos. Dat was het doel natuurlijk: het Kralingse Bos. Het was redelijk warm weer. Ik liep alleen in een overhemdje en het was genoeg. Alleen mijn vriendin had het veel te warm maar zij had dan ook veel te veel kleding aangetrokken. We ontdekten nieuwe borden in het bos zoals: verboden te betreden in verband met ontwikkeling nieuwe fauna. En even verderop: Verboden te betreden in verband met instabiele bomen.. Verder liepen er vele hondjes rond van allerlei ras. Sommige hondjes kwamen vrolijk op mij af gedarteld andere honden hielden even stil en keken me van top tot teen even aan.. Mijn vriendin zei dat als je iets leuks zegt tegen de hond dat het baasje je dan vriendelijk goedendag zegt. En dat gebeurde dan ook precies. Op een wandelpad in het Bos was een enorm groot spoor paardenpoep getrokken…..zo groot dat het moeilijk te ontwijken was. We moesten er als het ware overheen springen.
Het tweede doel van onze wandeling was pannenkoekhuis de Nachtegaal. Het was retedruk daar. Alle terrasplaatsen waren bezet en binnen, daar kon je wel gaan zitten, wat wij dan ook deden, maar daar werd je niet geholpen. Na een kwartier daar zitten besloten we te verhuizen naar een plaatsje meer naar voren  en toen we ook daar niet geholpen werden besloot mijn vriendin haar grote mond op te zetten en vroeg zeer duidelijk: ‘mogen wij iets bestellen meneer?’. Dat mocht en binnen vijf minuten was die meneer terug aan onze tafel en wij bestelden een grote sorbet (voor haar) en een Westmalle tripple voor mij. Toen duurde het nog tien minuten voordat we die bestelling op ons tafeltje hadden. Het was heerlijk dat moet gezegd worden zowel mijn vriendin als ik hebben met volle teugen van die consumpties genoten.
Binnen in de Nachtegaal was er ook nog een festiviteit gaande van een Nederlands-Surinaamse familie. Er werd daar flink gelachen, gegeten en gedronken en voor de rest viel het me op dat het een festiviteit was die net zo goed onder Hollanders gevierd had kunnen worden. Er werden net zo veel pannenkoeken gegeten, sorbets genuttigd, bier en limonade  gedronken, en appeltaart met slagroom gegeten. Het enige verschil was: er werd meer bewogen, meer rond gelopen en  nieuwsgierig rondgekeken. Voor de rest was alles het zelfde.
Op de terug weg kwamen we langs de reetjes…maar die hebben we al zo vaak gezien , daar keken we niet meer naar…..ja, dat gaat op den duur echt vervelen. Verder ontmoetten we onderweg naar huis nog een oude bekende van mijn vriendin. De oude drogist van de Voorschoterlaan. Zij herkende hem gelijk maar of hij mijn vriendin herkende durfde ze niet met zekerheid te zeggen. Mijn vriendin wist nog wel te zeggen dat de zoon van die drogist ook drogist was geworden , dicht in de buurt van zijn vader. Maar dat is fout gelopen; de zaak van de zoon is failliet gegaan. Dat was heel jammer.

donderdag 12 september 2019

Rente


Hoe zal dat gaan met die negatieve rente op je spaargeld. Nu heb ik dus al geen rente en als straks besloten wordt dat er 3 procent negatieve rente geheven wordt gaat er van mijn spaarrekening 3% van 10.000 euro,  per jaar driehonderd euro af en dan reken ik nog maar 3 %. Misschien wordt het wel 5 of 10 %…..de machtigen in deze zaken zijn nergens te beroerd voor als ze er zelf maar niet de dupe van worden. Ik gun het die huizenbezitters van harte hoor maar die kunnen straks geld toe krijgen als ze een hypotheekschuld nemen maar het is toch te gek voor woorden. Mijn hele denksysteem wordt in de war gegooid . Ik ben nu bijna 70 en ik heb het al die tijd andersom meegemaakt. En het gekke is dat ik er helemaal niets van begrijp….waarom het nodig is Er worden weliswaar vele artikelen over geschreven in vele kranten, die ik natuurlijk niet allemaal lees, maar wel een paar, maar de schrijvers kunnen me niet duidelijk maken hoe dat nou allemaal komt. Ik maak me er ook wel zorgen over dat ik straks misschien mijn lasten niet meer kan betalen. Dat is toch helemaal niet zo onmogelijk.
 Er wordt maar gedaan met je geld en wat als ze zo doorgaan met afpriegelen van dat kleine beetje pensioen. Dan eindig je misschien ook nog wel in de goot. Nu kan ik mijn huishuur nog wel betalen maar kan ik dat straks nog wel?? Want niet alleen de rente gaat alsmaar omlaag ook de pensioenen daar blijft niks meer van over. Hoe denken de hoge heren dat ik straks mijn huishuur nog moet kunnen betalen. Volgens mij is dat helemaal niet meer mogelijk.
Ook de boodschappen worden nu al huizenhoog hoger qua prijs. Ik ga altijd bij de Jumbo, die is het dichtstbij, verder wil ik niet lopen voor boodschappen, maar vergeleken bij vorig jaar om deze tijd waren de boodschappen 25% goedkoper dan vergeleken met deze tijd. En dan heb ik het alleen nog maar over de boodschappen.
De kleding is eerlijk gezegd niet zoveel duurder geworden, Ik koop mijn kleren altijd  bij Bristol en dat is een goedkope zaak, die nooit geen gekke prijsdingen zal uithalen, vandaar dat ik er ook altijd graag kom. Naast de Bristol houd je dan alleen de markt nog over.
De markt is altijd al stukken goedkoper dan de andere winkels maar het zal mijn benieuwen wat die marktkooplui gaan doen als de pensioenen nog verder omlaag gaan en de rente nog verder zakt. Het zal mij benieuwen of ze aan hun gematigde prijzen zullen vasthouden of dat  ze ook de hoogte in zullen gaan maar dat kan ik me haast niet voorstellen want als marktkooplui moet je het hebben van de almlastige mensen. Das als ze slim zijn en dat zijn marktkooplieden toch wel dikwijls dan gooien ze de prijzen juist flink  omlaag, als de pensioenen en de marktrente baar beneden gaan …………en het gekke is dan verdienen die lui er nog meer aan ook.

dinsdag 10 september 2019

GROTE GROEP


Met vijf personen kwamen ze aan bij de broodjeskraam: drie volwassenen en twee jonge kinderen. Ze wilden broodjes bestellen maar die werden niet aan hun verkocht. De groep was te groot. De groep bestond uit 5 personen en was te groot. De enige man in de groep liep al rood aan. Met hoeveel kan ik hier dan wat komen bestellen? Met drie personen. Vervolgens stuurde hij de jonge meisjes even weg. Hij zette  ze op een bankje in de buurt. Toen ging hij weer bestellen. En moeiteloos werd zijn bestelling klaargemaakt: Vijf broodjes voor drie mensen, dat kon wel door de beugel. De verkoopster zag voor haar ogen gebeuren wat ze eigenlijk niet wilde: er werden vijf broodjes door een groep van vijf geconsumeerd.
De groep liep naar de drankjestent. De man bestelde 5 drankjes maar weer werd hem te verstaan gegeven: u krijgt niets: de groep is te groot. Nu werd de man echt boos en hij eiste vijf drankjes , anders zou hij ze persoonlijk achter de bar vandaan komen halen. De barman bleef op zijn strepen staan en weigerde de drankjes te leveren. Voor de man uit de groep was toen de maat vol: hij ging de drankjes zelf achter de toonbank vandaan halen. Merkwaardig genoeg deed de barman niets tegen de actie van de groepsman.  Het was een buurtfeest waar dit allemaal plaatsvond. Alles was gratis. Dus ook de broodjes en drankjes. Het was een feestelijk buurtfeest alleen waren de mensen achter kraampjes kennelijk fout geïnstrueerd.
De feestelijkheden waren ouderwets feestelijk. Zo werd er aan zaklopen gedaan. Voor degenen die dat nog niet kennen: er zijn tien deelnemers en tien jute zakken. En er zijn 10 racebanen. De deelnemers van ongeveer gelijke leeftijd stappen in de jute zakken. Er klinkt een startschot en de deelnemers aan de race, huppen ongeveer 100 meter en  wie het eerst bij de finish aankomt heeft gewonnen en komt in aanmerking voor een 12-zakken- patat-kaart. Alleen de winnaar. De tweede t/m 10 plaats leveren niks op.
Een ander fascinerend spel, ook heel smakelijk, was het koekhappen. Het gaat zo: 10 even grote kinderen gaan proberen een stuk ontbijtkoek van een stuk touw af te eten. Er hangt een lat van drie meter lang horizontaal (zoals bij polsstokhoogspringen)en daar aan bevestigd zijn 10 stukken touw met aan elk een stuk koek.  Het stuk koek hangt enkele centimeters boven de hoofden van de 10 koekrivalen. De bedoeling is dat de koek door de deelnemer van zijn touw gegeten wordt. Wie zijn koek het eerst opgegeten heeft is de winnaar. Er mag gesprongen worden maar wat absoluut verboden is, is het gebruik van de handen. En zoals gewoonlijk is er altijd weer iemand bij die hoger kan springen dan de anderen. Het is niet moeilijk te raden dat die hoge springer de winnaar wordt van dit koekhapfestijn. De winnaar krijgt 10 ontbijtkoeken van Peijnenburg, die hij natuurlijk nooit alleen op kan. Dus dat wordt uitdelen geblazen. De winnaar is niet alleen een goede springer, hij is ook een royaal type: hij gaat gelijk op het buurtfeestterrein negen koeken lopen uitdelen. Eentje houdt hij voor zichzelf.

maandag 9 september 2019

DAMMEN


Het was niet bepaald lekker weer. Hoewel de zon scheen, was het niet warm….er stond een fris windje.  Op een bankje langs een rotonde zaten een man en vrouw op leeftijd, laten we zeggen eind zestig. Ze zaten niet stijf tegen elkaar aan. Er stond een dambord tussen hen in. Zoals elk potje dammen begon ook dit spelletje met tossen: de man nam in zijn ene hand een witte en in zijn andere hand een zwarte steen. Natuurlijk mocht de vrouw dit niet zien, anders zou het geen ‘tossen’ zijn. Iedere dammer begint het liefst met het spel en je mag beginnen als je wit kiest. En dat deed de vrouw: zij koos de witte steen zodat zij mocht beginnen. De man was niet teleurgesteld, want hij dacht: ’ook al speel ik met zwart ik win toch wel van haar, want ik ben gewoon veel beter.’ Nadat beiden wat zetten hadden gedaan kon geconstateerd worden dat het spel gelijk op ging. Aan weerskanten van de spelers zette zich plotseling een dier neer. Beide dieren strekten zich uit om het spel  goed te kunnen volgen. Het waren twee dezelfde dieren: stokstaartjes.  Zoals bekend zijn stokstaartjes intelligente beestjes, die, wanneer ze enige tijd het spelletje hebben kunnen volgen,  kunnen dammen als de beste. De man wist daar niet van maar de vrouw, die toch meer een dierenkenner en – liefhebber was wist daar wel van.  Dus toen het stokstaartje naast de vrouw haar een zet influisterde volgde ze zijn raad subiet op, terwijl de man het beestje nukkig afwees, ja , hem zelfs van het bankje afgooide. Maar wat de man niet door had was dat hij moest slaan, (bij dammen moet je slaan) waardoor de vrouw in een uiterst gunstige positie kwam te staan en wel 4 stenen achter elkaar kon inpikken van de man. Het stokstaartje van de man was uitermate verbolgen over het feit dat zijn raad in de wind geslagen was en beet daarom hard (tot bloedens toe)in het oor van de man.  Het bloed van het oor van de man gutste uit zijn oorlel  over zijn witte sportjack. De man wilde ogenblikkelijk wraak nemen door het stokstaartje een por in zijn maag te geven maar zo ver liet het stokstaartje het niet komen. Voordat de man er erg in had stond het stokstaartje een paar meter verderop. En het bloeden ging alsmaar door. Om het bloeden te stelpen gebruikte de man een van zijn papieren zakdoekjes. Maar aan één zakdoekje had hij niet genoeg. Hij had er maar liefst wel vier nodig. Ondertussen lag het damspel alsmaar stil. Zijn damspel leed wel onder zijn blessure. Hij deed een zet die nergens op sloeg en de vrouw sprong juichend op de bank want door een paar damstenen te slaan was ze zowat winnaar geworden van het spelletje. Ze was zo blij dat ze alsmaar bleef dansen…..ook haar stokstaartje danste op haar schouder mee. En de man probeerde nog wraak te nemen op zij stokstaartje die hem zo lelijk te pakken had genomen. Maar het stokstaartje was  hem veel te slim af.

vrijdag 6 september 2019

SALTO


Ik zag twee mannen achter elkaar lopen op een afstand van twee meter van elkaar.  Ze waren totaal anders gekleed. De een was gekleed in managementkleding; de ander in house- kledij. Die voorop liep , die met dat mooie kostuum dus, die had kort geknipt haar, die daar achteraankwam had lange krulharen. Ze liepen allebei in hetzelfde tempo. De een kwam nooit dichter bij de ander en wat ook nog zo vreemd was: ze deden precies hetzelfde. Keek de een om dan keek de ander ook om stond de een even stil dan stond de ander ook even stil Allemaal heel vreemd om te zien. Een flink eind achter de House-man liep nog iemand in de zelfde cadans als de twee die voorop liepen. Hij liep niet zo als die twee voorop, het leek er wel op maar alleen zijn stappen waren twee keer zo groot alsof hij die eerste twee probeerde in te halen. Voor de rest was alles hetzelfde Hij maakte dezelfde bewegingen als de eerste twee. Alleen zijn kleding week wel erg af: hij droeg uitsluitend zwemkleding: een badmuts, een zwembroek, en zwemvliezen.  Niet vreemd overigens,  dat vooral voor  de laatste  de mensen op straat bleven staan om hem na te kijken.  Verbazingwekkend was het wel dat hij met zijn zwemvliezen er toch in slaagde steeds dichter bij het voorop lopende tweetal te komen. Sommige mensen die aanvankelijk stonden te kijken voelden kennelijk de behoefte om aan deze eigenaardige vorm van lopen mee te doen. Wat heel merkwaardig was dat het publiek niet achter aansloot maar naast de man met zwemkleding ging lopen. En het was alleen maar de man met de zwemkleding die deze vorm van ondersteuning  kreeg. Logisch eigenlijk wel dat de voorsten zo langzamerhand ingehaald werden door die brede groep laatsten. Het was een uitermate fascinerend gezicht die brede groep met in het midden de zwemmer. Nog steeds werden de bewegingen aangegeven door de voorste: Nu eens werd er links achterom gekeken dan weer rechts achterom; nu eens ging het linkerbeen even stijf vooruit dan weer het rechter en de hele troep die daar achter kwam volgde. Waar niemand op gerekend had was dat de voorste een salto ging maken en dat moet je maar kunnen. Wat toen volgde was een war slagveld. Nog niet één tiende van meelopers was in staat tot een koprol maar overmoedig geworden door energie die uitging van de bijzondere wandeling werd iedereen overmoedig en probeerde toch te doen wat hij kon. Het resultaat was een waar bloedbad, ook was er een duidelijk gekraak van botten te horen. De voorste, degene in het mooie kostuum, keek nu lachend om en wist dat hij niet meer door niemand niet ingehaald kon worden Of had hij zich toch misrekend. De man met de zwemkleding had zich losgemaakt uit de lijdende massa en was er blijkbaar wel in geslaagd de salto de maken. Met de dubbele passen die hij maakte kwam hij al ras naderbij de voorste. Het zou niet lang meer duren of de zwemkledingman zou de voorste zijn en als eerste mogen aanschuiven aan de smakelijke koffietafel.

woensdag 4 september 2019

GROEN-ROOD


Ik stond op de galerij van mijn flatgebouw op mijn gemak in de verte te turen.      Het was lekker weer….echt lekker weer geen 32 graden maar zo’n 24 graden…dat vind ik nou lekker. Ik kijk uit over een lagere school, een schoolplein en een rij van een aantal bomen. Daartussendoor zag ik op ongeveer 200 meter nog een stuk van de belangrijkste straat bij mij in de buurt: de Prinsenlaan. Mijn oog viel op een stel  ( twee) jongens, die op die Prinsenlaan druk gebarend met elkaar in de weer waren. De ene had een groen truitje aan en een rode korte broek de ander een rood truitje en een groene korte broek.  Ze liepen een beetje tegen elkaar aan te duwen maar het leek voor mij als verre toeschouwer vrij onschuldig.  Nu eens zette de een het op een lopen en ging de ander daar achter aan, tot hij hem had ingehaald en zette hem dan tegen de dichtstbij staande boom.  Vervolgens liep degene die los was van de boom ( die met het rode truitje)weer door terwijl de groene trui tegen de boom bleef staan. Enige tijd althans. Hooguit een minuut want was die minuut voorbij dan stormde die groene weer op die rode af maar dit keer verliep het iets minder ludiek dan ik eerst dacht dat het was. De groene was een enorm rappe loper die in een mum van tijd zijn vriend (?) had ingehaald. De rode snelde in zijn enthousiasme (of angst) het fietspad op ,waar juist een moeder met kind voòrop de fiets aan kwam fietsen en waar hij met volle vaart tegenaan liep. De moeder viel`, het kind viel en beiden bleven liggen. De rode die het ongeluk had veroorzaakt was op de been gebleven. En boog zich over moeder en kind heen. De groene wist zich geen houding te geven. Hij stond meer een beetje te springen en met zijn lijf te draaien waarschijnlijk omdat hij zich wel schuldig voelde maar niks aan de onstane  situatie wist te doen. Van de afstand waarop ik stond kon ik weinig zien en ook weinig doen. Ja, hooguit als het nodig was zou ik als getuige mijn bijdrage kunnen leveren aan dit voorval. Maar voorlopig bleef ik rustig op mijn galerij gefocust op het verrassende voorval van zo even.
De groene begaf zich naar het drietal dat direct bij het ongeval betrokken was. Die begon aan de rode te trekken. En in zijn oor de praten (schreeuwen). De rode had zojuist de moeder op de been geholpen, haar kindje (of het een dochter of zoon was kon ik niet zien)lag nog op de grond. Zo te zien (voor mij) was er geen grote lichamelijk schade. De rode pakte het kindje op van het fietspad en gaf het aan de moeder in haar armen. Toen kwam de groene weer in actie. Hij nam de fiets op maar niet om hem terug te geven aan moeder en kind; nee, hij spurtte er mee weg en de rode ging er achter aan de groene sprong op de fiets en de rode sprong achterop en ze fietsten zo hard ze konden in de richting van het Kralingse bos. Toen kon ik natuurlijk 112 bellen. Hoe het afgelopen is weet in niet.
Die vrouw heeft daar nog lang gestaan  met dat kindje.

maandag 2 september 2019

BAH!


Mijn moeder ging haar moeder (mijn oma) helpen bij het huishouden. Meestal ging ze na het avondeten met de bus naar Schiedam. Daar woonde mijn oma. Ik was toen tien jaar en moest op mijn kleine zusjes passen. Ze bleef meestal 2 uur weg en zo rond een uur of half tien was ze weer thuis. Ik wachtte nooit zo lang…..ik ging om acht uur naar bed en mijn zusjes (7 en 8 jaar) stuurde ik om half acht naar bed. Ze luisterden altijd prima naar mij.
Op een van die avonden, maakte mijn moeder iets angstigs mee. Ze vertelde het me de andere dag. Ik lag inmiddels allang te slapen toen mijn moeder zoals gewoonlijk om half tien op huis aan kwam lopen. Maar bij de groenteboer op de hoek van Bilderdijkstraat en de van Lennepstraat (wij  woonden in de van Lennepstraat) bleef ze verschrikt staan. Het was toen oktober en al behoorlijk donker om die tijd. Ze schrok omdat er een grote hond, een soort bouvier, lag op de stoep van de voordeur van ons huis. In haar schrik bedacht ze zich geen moment en besloot om verder rechtdoor te lopen de Bilderdijkstraat in….ze liep gewoon een blokje om in de hoop dat in de tussentijd het beest verdwenen zou zijn. Toen ze op de hoek van Lennepstraat en de Brederodestraat was gekomen, keek ze heel voorzichtig om de hoek en zag die grote hond nog steeds liggen. Ze besloot toen om nog een keer het blokje te lopen en kwam na een kwartiertje lopen bij de VEGE kruidenier uit. op de hoek van de van Lennepstraat en de Bilderdijkstraat. Maar ook nu sloeg de schrik weer om haar hart: het beest lag nog steeds voor nummer 8b, haar voordeur. ‘Ik kan niet de hele nacht blokjes blijven lopen,’ dacht ze,’ dus ik ga maar kijken of ik die hond weg kan lokken’.  Ze liep met bonkend hart, zo zachtjes mogelijk op haar tenen in de richting van de hond. Hij lag duidelijk te slapen want mijn moeder hoorde een steeds duidelijker wordend snurkend geluid. Maar naarmate zij dichterbij kwam zag ze dat het helemaal geen dier was….het was een mens dat voor haar voordeur lag te ronken….in een blauwe overall. Toen veranderde mijn moeders angst in boosheid. Zij probeerde hem aan zijn overall wakker te schudden maar dat was zo simpel nog niet want hij was in diepe slaap. Hij bromde wel wat maar wakker wilde hij niet worden. Mijn moeder merkte ook dat hij erg stonk. Hij stonk naar de alcohol. Hij had dus gewoon teveel alcohol gedronken en lag voor onze voordeur zijn roes uit slapen. Misschien dat hij wakker wordt als ik hem een paar petsen in zijn gezicht geeft en dat bleek te helpen. Met een paar onverstaanbare mopperklanken zette zijn lijf zich in beweging. Mijn moeder zei tegen hem dat hij weg moest wezen:’ Je ligt hier voor mijn deur te slapen daardoor kan ik niet naar binnen.’ Toen zag ze pas dat hij ook nog op haar stoep  had liggen kotsen….dan moest ze dat ook nog gaan opruimen….bah!