Het was een leuke dancing daar in Zomerland, een tamelijke
nieuwbouwwijk van Rotterdam. Die dancing was in een kerk, de Heilige Antoniuskerk.
Bij Heilige Antonius moet ik altijd denken aan als ik iets kwijt ben, dan
moesten we altijd van onze moeder zeggen: Heilige Antonius Beste Vrind maak dat
ik mijn hijskraan (bijvoorbeeld) weer Vind (als ik die kwijt zou zijn
bijvoorbeeld; maar het lijkt me sterk
dat ik die kwijt zou zijn).
Die dancing deed het goed. Zo in de zestiger jaren van de
vorige eeuw (deze eeuw heeft toch nog geen zestiger jaren gehad?) liep die
disco elk weekend helemaal vol. Allemaal jongens en meisjes van 16 tot zo’n 20
jaar die dansten op de muziek van The Rolling Stones, The Beatles, Rob de Nijs,
Willeke Alberti en ga zo maar door.
Het was er heel gezellig maar bier of wijn was er niet te
krijgen. Er werd voornamelijk Cola en Seven Up gedronken uit een flesje met een
rietje. En het duurde meestal van half acht tot elf uur. Zo halverwege de avond
ging de disc jockey slijpnummers draaien zoals ‘A wither shade of pale’ van ‘Procul
Harum’ of ‘The sun ain’t gonna shine
anymore’ van de Walker Brothers en niet te vergeten ‘Nights in white satin’ van
de ‘The moody Blues’’. Toen die slijpnummers eenmaal gedraaid waren kwam het
nooit meer goed in de Antonius. Alle vlotte nummer werden weggehoond …..men
wilde alleen nog maar slijpen. Tot het einde van de avond aan toe. En als het
laatste nummer gedraaid werd, dat was altijd ‘Twist en shout’ van de Beatles deed
iedereen ineens demonstratief mee met de snelle muziek dan om nog het gevoel te
hebben dat er nog wat gedaan was op het laatst van de avond. Voor de rest had
iedereen toch maar een beetje zitten vrijen met elkaar en natuurlijk was dat wel
smakelijk want daar was je uiteindelijk voor gekomen.
Awel, er waren flink was stelletjes gevormd. Nu was het nog
de kunst om een goeie plek buiten te vinden om het lekker met elkaar te doen.
In Zomerland was in feite plek zat voor een lekker vrijplek. Ik weet me
bijvoorbeeld nog goed te herinneren dat Helga en ik , wij waren destijds een
koppeltje voor één avondje, een prachtige hoek met struiken vonden op de Dwarse
van Beveren –Stolkstraat. Helga was niet
zo mooi maar dat vond ik voor deze gelegenheid niet zo erg. Ik had voornamelijk
zin en daar ging het om. Helga had als de wiedeweerga haar slipje in haar tasje
gepropt en zij probeerde fanatiek mijn nog slappe piemel in haar natte poes te
stoppen . maar helaas het lukte niet. Mijn piemel liet zich door Helga niet
betoveren en na tien minuten hard proberen stopten we er maar mee. Helga deed haar
slip weer aan en ik stopte mijn piemel weer terug in mijn broek. En we gingen
op huis aan. Op haar hui aan, want ik had beloofd haar thuis te brengen