dinsdag 4 juni 2013

Het formulier

Laat in de ochtend, tegen de middag haast, heb ik afgesproken met mijn vriend Tim. Tim is een Engelsman die het in de vijftien jaar dat hij in Rotterdam woont nog niet voor elkaar heeft gekregen om een beetje behoorlijk Nederlands te praten. Dat is natuurlijk heel erg slecht maar aan de andere kant: wij Nederlanders maken het er ook wel naar, want wij vinden het allemaal zo ontzettend leuk en interessant om aan wie het maar horen wil te laten merken dat wij zo verdomd goed Engels kunnen praten (en Frans en Duits ook natuurlijk) zodat het vrijwel nooit noodzaak wordt voor Tim om echt werk te gaan maken van het Nederlands. Daar komt nog bij dat wij, Nederlanders, het wèl een schande vinden van Turken, Marokkanen of Kaapverdianen, dat ze na 15 jaar hier nog nauwelijks Nederlands spreken maar een Engelsman vergeven we die zonde graag.

Maar nu had Tim pech met z’n onbeholpen Nederlands. Hij moest een of ander formulier (IB60 over 2013) van de belastingdienst hebben en via het ‘klantvriendelijke’ keuzemenu belandde hij bij een dame, die geen Engels wilde of kon spreken … ze vertelde hem in ieder geval (uitermate klantonvriendelijk natuurlijk) dat zij hem  niet kon helpen als hij geen Nederlands sprak … dat had hij tenminste begrepen.

Het bestellen van dat IB 60 formulier is het doel van mijn bezoek aan Tim. Tim woont op pakweg een kilometer van mijn huis vandaan. Net als ik woont hij langs de Rotte. Een wandelingetje van ruim tien minuten over het voetpad langs het riviertje,  slalommend tussen de rijkelijk aldaar, onder de reusachtige platanen gedeponeerde vogelpoep … geen poepjes van mussen , merels, vinkjes, roodborstjes of koolmeesjes, nee, het waren van die grote klodders van meeuwen, kraaien, duiven of misschien wel reigers. Bij het zien van die vele klodders op het trottoir bekruipt me meteen de angst dat  er ieder moment eentje boven op mij neer splasht … en toch blijf ik een tikje nerveus weliswaar,  onder die bomen lopen … alsof het een uitdaging is, helemaal schoon bij Tim aan te komen. En wonderwel lukt me dat nog ook.

Tim staat voor zijn huisdeur mos tussen de stoeptegels weg te snijden en tegelijk de verkeerde richting op te kijken om te zien of ik er al aan kom. Ik had gezegd dat ik tussen  half twaalf en twaalf uur zou komen … en het is alweer bij twaalven … hij is dus waarschijnlijk al een beetje onrustig geworden … typisch Tim. Bij Tim moet alles precies, op de exact afgesproken tijd plaats vinden anders wordt hij een beetje gek … dus dan moet ie wat om handen hebben …  

Hij schrikt toch nog van me als ik iets te hard ‘Ha, die Tim’ zeg, hij staat met zijn kont omhoog naar mij toe, met z’n zakmesje in die stoep stenen voor zijn deur te wroeten.
’Hey, you’re there,’ zegt hij, net alsof hij niet geschrokken is. 
‘De gemeente doesn’t do dit,’ zegt hij duidend op de rijtjes stenen vlak voor zijn deur. ‘And I hate that stuff’.

Nu ik alweer een tijdje onregelmatig bij Tim over de vloer kom, vraagt hij me niet meer of ik wat wil drinken en zo ja wat, neen, hij loopt, als ik eenmaal binnen zit linea recta naar de keuken en schenkt een bak thee voor me in.

Ik had net thuis koffie gedronken, dus ik zeg hem maar geen thee te doen vandaag maar ‘the water is al hot now, it’s no trouble …’. 
‘Nou, doe dan maar een bakkie,’ zeg ik

Met dat IB 60 formulier, waarvoor ik kom, ben ik gauw klaar: daar hoef ik geen woord Nederlands voor te kunnen spreken … verstaan echter wel …want via het in het Nederlands gesproken keuzemenu van de belastingdienst en het intikken van Tims BSN-nummer is het formulier besteld. Binnen vijf dagen moet het bij hem in de bus liggen.