vrijdag 26 april 2024

BETER ALLEEN.

 Beter alleen.

Ik woon nu tien jaar alleen. Af en toe komt de gedachte bij me op dat samenwonen misschien toch ook wel weer eens leuk zou kunnen zijn.
Dan zie ik zo voor me dat er altijd iemand bij me in de buurt is. In de keuken, in de slaapkamer, de badkamer, de woonkamer. Of buiten, in het theater of in de bios.
Er is dan iemand die geen honger heeft als ik wil eten of net andersom. Eten. Jij en ik altijd hetzelfde. Jij spinazie met kaas, dan ik ook. En dat al om half zes voor haar. Ik krijg pas honger tegen achten.
Dan wil zij zo nodig ‘Ivo Niehe’ zien en ik Arjen Lubach. Zij wil samen met jou het huis een grote beurt geven terwijl jij daar nu van gruwt. Een andere keer misschien? Dat is okee maar dan moet ik het van haar maar alleen doen.
Lekker met de metro naar Hoek van Hollandstrand? O nee nog veel te koud. ’Okee, zeg ik dan opgewekt …. ‘dan ga ik fijn alleen naar zee’. Wandelen in het park …heerlijk in mijn uppie, een boek mee, zitten lezen op een bankje in de zon. Zo nu en dan genietend van het voorbijkomende fraais.
Op de fiets ga ik al gauw te hard naar haar zin … fiets dan een paar kilometer vooruit … ben dan weer alleen dus. Je jaagt me nog op kosten: jij wilt per sé de Telegraaf, die fascistenkrant en ik wil niks anders dan de linkse Volkskrant.
Planten verzorgen vinden we allebei leuk, als ik er maar vanaf blijf. Zij studeerde biologie, dus weet zij meer van dieren. Zij bepaalt welke huisdieren we nemen. Ik mag alleen de stront opruimen en op onzalige tijden de beesten uitlaten indien nodig. Ik zelf had er niet aan gedacht om aan dieren te beginnen.
Waarom zijn we in Godsnaam aan elkaar begonnen. Aanvankelijk wilden we niet eens kinderen. Maar nu, nu je 28 bent opeens wel.
Het is voor mij: ‘better allone’, thuis, buiten, in het zwembad, op de sportschool, in de bios. Geen probleem.

donderdag 25 april 2024

ROCKANJE.

Uiteindelijk stemde mijn broer Lo, ondanks tegenwerpingen van zijn vrouw Ien er mee in. Het wordt Rockanje dit jaar. Een familievakantie. Zeer tegen de zin van Ien trouwens. Die zit liever altijd met d’r reet in: Spanje. Voor een deel van de familie is Rockanje gewoon niks anders dan hun Spanje.


Ze hebben van 15 juni tot 1juli een caravan gehuurd. Lo en Ien. Die caravan heeft vier slaapplaatsen. Dan kunnen ze er nog wel twee slapers bij nemen. Alleen Mien en Wim hebben nog geen bed.

‘Gatver. Mien en Wim, dat zijn wel de laatste mensen die ik in mijn caravan wil hebben liggen’, aldus Ien en eerlijk gezegd ook wel een beetje aldus Lo. Tsja, iedereen is verder al onder de pannen voor de familievakantie, dus ….weinig keus.
’t Is nog niet zo ver. We zitten vandaag pas op de 25e april en waar hebben we het over: 15 juni da’s nog een end weg!

Jammer voor Wim, hij heeft uitgezaaide longkanker, zo blijkt. Mien en Wim zeggen gelijk af. Dan hebben Ien en Lo de caravan tot hun grote geluk toch gewoon weer voor hun eigen. Dat is sowieso toch lekkerder. Rielekster. Vinden ze allebei.

Lo vindt het vandaag zo fris. Zo’n koude noordenwind. Het voelt aan als 8 graden. Dan is het voor hem zo moeilijk voor te stellen dat het straks, in de tweede helft van juni, zo lekker kan zijn daar in Rockanje.


Lo en Ien zijn benieuwd, of ze zich ook zo fijn kunnen vermaken in Rockanje. Hun familie zit hier al honderd jaar met zo veel plezier. Van april tot en met oktober. Er wordt veel aan sport en spel gedaan, binnen en buiten, voor jong en oud. Mooie fiets- en wandeltochten kan je hier maken … èn we zitten pal op ’t strand.


’Trouwens’, oppert Lo,’ wat maken we ons druk Ien. We hoeven daar maar twee weken te zijn, dan is de familievakantie alweer voorbij’.


Nu Wim en Mien niet komen, blijven we maar met zijn zessen over. Ien vindt het ongepast om gezien de toestand van Wim nu nog feest te gaan vieren op de camping. ‘Respectloos zou dat wezen' volgens Ien. Die familievakantie wordt dan logischerwijs ook afgelast.

Maar ja, hij heeft al betaald voor de caravan, een rib uit zijn lijf. Daar wil Lo wèl iets van terugzien. Nou dat kon hij mooi vergeten. Hij moest het doen met kadobonnen voor volgend jaar.

Maar of er in 2025 nog sprake kan zijn van een familievakante, dat valt nog te bezien.

LUCIFERS.

Ik zie de bibliothecaresse op haar horloge kijken. Dat betekent dat de bieb zo dicht gaat en ik hier weg moet. Ik ben vandaag flink opgeschoten met mijn ‘Max Frisch- werkstuk’. Max Frisch, is een Duitse schrijver die het boek ‘Herr Biedermann und die Brandstifter’ schreef. Onder andere over dat boek gaat mijn werkstuk. Het boek is een symbolisch verhaal over de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland. Meneer Biedermann, een net burgermannetje, heeft gehoord dat er brandstichters in de stad zijn. De brandstichters verdienen volgens hem de doodstraf! Ondertussen komen er vreemde, onaangename mensen bij hem in huis. Hij laat ze gewoon hun gang gaan. Hij is beschaafd, stuurt ze niet weg. Hij wil mensen kunnen  vertrouwen. Vele ongenode gasten komen met blikken benzine het huis in van Biedermeier. Hij is zo onnozel om deze mensen met benzine lucifers te geven. De brandstichters steken dan het huis van Biedermann in de fik en successievelijk gaat het hele stadje in vlammen op.

Herr Biedermann und die Brandstifter’ bevat de boodschap, dat we niet altijd zomaar mensen blindelings moeten vertrouwen. Niet altijd door een roze bril moeten kijken. Niet naïef zijn. Niet alles geloven. Alert, kritisch zijn.

 

Een ander deel van dit werkstuk gaat over ‘lastige vragen’ van Max Frisch.

Ik kies er vier:

1. ’Zou je liever dood zijn, of liever nog een poosje leven als een gezond dier? Als welk dier dan?

Ik ga het liefst gewoon dood. Ik zou nog wel een paar jaartjes even willen leven als een gezonde ooievaar. Zo hoog op een paal met vrouw en kinderen om me heen. Zomaar wat rondvliegen, af en toe een baby ergens bezorgen, een paar kikkers uit de sloot halen en met m’n gezin oppeuzelen. Dat lijkt me wel wat.

2. ‘Beschouw je jezelf als een goede vriend?’

 Ja, ik ben een trouwe, zorgzame, attente, ideeënrijke,  behulpzame, gezellige en ondernemende                           vriend. Maar je moet me alleen niet boos maken!

3. ‘Wat zou je uitgevonden willen hebben?’

Een gitaar. Een laagdrempelige gitaar, waar ik zonder veelvuldig oefenen al snel leuke deuntjes op kan tokkelen. Een luchtgitaar misschien? Nee, die is al zo lang geleden uitgevonden.

4. ‘Zou je door een vrouw onderhouden willen worden? Door haar erfenis of door haar werk of waarom niet’.

Ik ben voor het naar draagkracht verdelen van de lasten. Uitsluitend uitgaande van het netto gezamenlijk  inkomen.

 

De bibliothecaresse maakt me er op attent dat het onderhand …

dinsdag 23 april 2024

KEERPUNT '97.

12e juli 1997. Een keerpunt in mijn leven. Mijn vriendin, Carola en ik zaten in een caravan vlakbij het Franse stadje Avignon. Ik was net bij zo’n gigantische supermarkt geweest. Had mijn boodschappenwagen volgeladen, want morgen ben ik jarig.


Ik ben in de buurt van Avignon voor het jaarlijkse theaterfestival. ’t Is bijna een hobby van me dat festival daar. Ben er een beetje aan verslaafd. Ik ga daar meestal alleen naar toe. Dan logeer ik bij Claude, ’n vriendin, die woont in het centrum van Avignon. Ook dit jaar ga ik daar weer.

Met een overvol boodschappenkarretje steek ik de tweebaansautoweg over naar de parkeerplaats. Nog geen drie stappen zet ik op die weg of van links komt een blauwe Peugeot aansjezen. Ik en mijn boodschappenwagentje worden gelanceerd.

Vijf meter verder land ik op het asfalt, met mijn hoofd op één centimeter van de trottoirrand. Ben even buiten bewustzijn. In het ziekenhuis hoor ik dat mijn rug gebroken is. Ik heb ook een hersenschudding en een schedelbasisfractuur.

Vanaf die dag is mijn leven veranderd. Van sommige veranderingen zeg je ’ja, kan ik me voorstellen’ Van andere echter denk je weer ‘hoe is het mogelijk’.

Met autorijden word ik angstig. Bang dat bij elke kruising, onverwachts en in volle vaart een voertuig voor me opduikt en we crashen. Ik verleen veel te veel en onnodig voorrang. Aan auto’s die van links komen, ja, zelfs, aan brommers en aan fietsers.

Met de snelheid in het verkeer krijg ik problemen. Ik word voorbij geraced met 120 … Op de Route du soleil durf ik nauwelijks 75 te gaan. Invoegen met die snelheid kan toch eigenlijk al niet meer. Supergevaarlijk. Ik veroorzaak op den duur zelfs een ongeluk door te ‘langzamer rijden’ Een motorrijder, die me wil inhalen, ziet niet direct ik zo langzaam ga. Merkt ’t te laat. Hij kan me nog maar net ontwijken door een wilde ruk aan zijn stuur te geven. Maar door die manoeuvre komt hij te vallen. Godzijdank overleeft de motorrijder het. Ik heb gelijk na dat drama mijn auto weggedaan en mijn rijbewijs verscheurd. Ben met Thallys naar huisgegaan.

Vòòr 12 juli 1997 gaf ik les. ‘Ging niet meer. Kon geen orde meer houden ... niet uit mijn woorden komen. Ik was nog te jong (53)om al te stoppen met werken. Na mijn revalidatie heb ik me laten omscholen tot financieel controller in de zorg. Ging daar mooi nog twee keer zoveel verdienen ook ... maar 't was ook best zwaar werk, vooral geestelijk.

In 2000, op mijn 50e krijg ik de diagnose bipolair, met tot op heden meer manie dan depressie. Ook dit is Keerpunt 1997. Zelfs de echtscheiding reken ik daar toe.

Keerpunt ’97 was ook het startpunt voor een ‘nieuw normaal’ met o.a.: wandelen, fietsen, vrijwilligerswerk, amateurtoneel, stand up comedy, medicatie, een leven als vrijgezel en opa.

BALANCEREN.

Het begint allemaal met de ondragelijke geur van uien. De geur van uien is  zo overweldigend. Plamuurt zowat mijn neus dicht. Ik ga met ‘Zomaar een Bakkie’, op bezoek bij Joop van der Koten, Voedselbankier bij Voedselbank Rotterdam BV.

Happend naar adem, opent Joop zijn voordeur. Hij wil het mij zo min mogelijk (liefst helemaal niet) over de Voedselbank praten, omdat hij daar zijn zak inmiddels meer dan vol van heeft. Tussen mij en Joop hangt een wat schimmig gebied. Uienmist.  De ui is bijna tastbaar. Maakt ook de vloer van Joop’s gangetje wat glibberig.  Gelukkig is er niks mis met mijn evenwicht.

Dat heb ik voornamelijk te danken  aan Annabelle. De gymjuf. Een keer in de week, op woensdagmorgen van 9 tot 10, ga ik met nog vijf dames naar gymclub ‘Annabelle’. Goeie oefeningen voor alle spiergroepen. Annabel vind balansoefeningen belangrijker. Daar besteedt ze echt veel tijd aan:  een evenwichtstoestel, om op te balanceren. Een plankje rechts, een plankje links. Op elk plankje  een voet. Dat valt om de donder nog niet mee. Nog geen seconde kan ik overeind blijven staan. Dat was me wat. Anderzijds valt het me mee dat na een halfjaar oefenen, ik maar liefst 20 seconden overeind kan blijven staan. Het zou nog een klein halfjaartje duren voor ik een paar minuten ‘met losse  handen’ mijn evenwicht kon houden.

Een uurt balanceren? Daar begint natuurlijk niemand aan. Een uurtje balanceren op plankjes. Waarom zou ik dat überhaupt doen? Misschien als er een prijs aan verbonden zou worden.  

Nou, dan weet ik ook bij lange leste nog niet of ik in het ‘ Voedselbank-gebeuren’ werkzaam wil blijven. Ik heb daar nu betaalde baan. Kan ook gratis meeëten, ja, sorry, ik váár immers appelen …. Mijn taak is regionaal ‘honger’ in kaart te gaan brengen. Alle vrouwen, mannen, kinderen onderzoeken. Ook zij, die niet hongerig zijn. Dieren doen er, qua honger, in dit stadium nog niet toe. Logisch, want er is dan ook nog  geen club die de belangen van dieren behartigt. Tot: 28 oktober 2002, want toen werd de Partij van de Dieren opgericht.

We dwalen af want uiteindelijk moet het hier gaan over bewegen … balanceren. Gaat dat eenmaal goed, dan kan er altijd nog even gedanst en gesjanst worden.

zondag 21 april 2024

IETS UIT HAAR VERLEDEN.

Ik zit in de saaie lerarenkamer, met bouwbehangetje, te praten met collega Maarten. Hij geeft scheikunde. Ik drama.

‘Da’s nogal wat anders, ja, scheikunde of drama.?’

‘Zeker. Mijn vrouw Lauri, heeft nog een paar jaar de drama-opleiding in Utrecht gedaan.

‘Lauri? … Utrecht?’

‘Ja, Lauri, Lauri Toop. Is mijn vrouw,’ zegt Maarten.  

‘Gestudeerd in Utrecht?’

‘Ja, Utrecht!’

‘Neeee … echt? Ik ben heel goed bevriend geweest met Lauri. Al jaren niet meer gezien. Ze bleef ook opeens zo maar weg van school. Wat is er gebeurd, Maarten?’

 ‘Zwanger ... abortus ... heel vervelende complicaties ... psychisch ook. Haar zwangerschap overvalt ons. Van een Utrechts vriendje, dacht zij.’

 

Er is personeelsfeestje in de aula. Voor het begin van het schooljaar.  Partners mogen mee feesten. Lauri  loopt alles en iedereen te pleasen, behalve mij. Als ik even gezellig met haar oude koeien uit de sloot denkt te  gaan halen, hoor ik een nors ‘fuck off man!’. Ze schiet gelijk weg  naar de toilet. Mijn vrouw kijkt me verbaasd aan: ‘Wat heb jij haar in ’s hemelsnaam aangedaan, Jos?’

 

Jaren later kom ik Lauri weer tegen bij het afscheidsfeestje van Riet. De rectrix van de school, waar ik dan  werk. Riet en Lauri kennen elkaar blijkbaar. Zitten geanimeerd te babbelen.  Ik ga naast haar zitten en als Riet weg is, zeg ik:

’Hallo, Lauri.’ Ze kijkt me aan. Staat, als door een wesp gestoken op en loopt naar Riet. Ze praten nerveus. Laurie gebaart druk. Riet kijkt naar mij. Lijkt te proberen haar te sussen. Lauri schudt driftig van ‘neen’ en vertrekt… maar waarom?

Volgens Riet confronteer ik haar met iets uit haar verleden. De laatste jaren doe ik maar alsof ik haar niet zie ... dat doet mij nog het minste pijn.

 

Vandaag wandel ik met mijn vriend Paul in het Froesenpark. Dáár zie ik haar wèèr. Tegen de zestig is ze nu. Loopt met een man. Begin vijftig. Kaal. Veel te klein voor haar. Hand in hand lopen ze met een meisje van een jaar of tien. Dat kan nooit van haar zijn.

‘Kèn jij die vrouw daar, Jos?  Ze loopt zo af en toe es om te kijken naar ons.

‘Ja, Paul, dat is Lauri’ … lang geleden ging ik een tijdje met haar om. Veel lol gehad samen.  Zij wil er alleen niks meer van weten … vraag me niet waarom. Moet je kijken hoe flink ze er de pas in zetten.     

zaterdag 20 april 2024

VERZONNEN.

 


‘Ik geloof er niets van. Dit verzin je’ . Met z’n sjaaltje veegde hij zijn mond en zijn neus af. ‘Ja’, zei hij, ‘ik lieg altijd. Ik maak de dingen mooier dan ze zijn’. Op die manier geniet ik meer van het leven. Het is beslist niet zo dat ik het doe voor ‘de ander’, hoe dichtbij of veraf die ook is.

Als ik een waardeloze voetbalwedstrijd gezien heb, vertel ik, in geuren en kleuren, hoe ik er van genoten heb. Het samenspel, de goals, het keeperswerk, de scheids, de grasmat, het publiek … mijn leven wordt er door verrijkt. Natuurlijk krijg ik wel eens de vraag: ’Hebben we wel dezelfde wedstrijd gezien?’ Maar natuurlijk, vriend, jij stond immers naast me, toen die bal in mijn gezicht geschoten werd’.

Ik ben een man, geïnteresseerd in kunst en cultuur. Ik reis de hele wereld over om de beroemdste kunstwerken in levende lijve te aanschouwen. Dit jaar ga ik nog naar Parijs voor de Mona Lisa, de Sacré Coeur en de Eiffeltoren.

Het beroemde zelfportret van Vincent van Gogh heb ik al van heel nabij gezien. Dat werk is trouwens 70 miljoen waard. Het hangt bij een particulier, ik mag niet verklappen waar. Bij Gods gratie laat de eigenaar me bij hem binnen om van Gogh ‘s laatste werk te bewonderen. 'Vincent, zonder baardje'. Gratis bewonderd. Leuke man trouwens die eigenaar. Een Rus, hoe bestaat het, hè? Ik heb nog een vorkje met hem mee geprikt en paar wodkaatjes achterover geslagen.

Het topwerk van Edward Munch: ‘de Schreeuw’, in de Nationale galerij in Oslo. Wat is het druk in dat museum. Voetje voor voetje schuifelen de museumbezoekers in de richting van het meesterwerk. Na anderhalf uur sta ik op een meter afstand van ‘de Schreeuw’. Het klamme zweet breekt me uit: 'Munch’ pure depressie en afgrijzen, worden mijn depressie en afgrijzen. Met moeite houd ik me staande in de massa. Maar dòòrlopen moet ik. Ik sta daar als aan de grond genageld.


Naar de bios ga ik ook veel en graag. Vooral Nederlandse films: grandioos. De laatste paar jaar word ik helemaal blij van die gezellige seniorenfilms. Ik mag ze wel senioren romcoms noemen: ‘Neem me mee’ met Jeroen Krabbé, René Soutendijk en Kees Hulst. Zeventig plussers maken een busreisje door Frankrijk. Kostelijk.
Minstens zo goed of misschien nog wel veel beter is de rolprent met Martin van Waardenburg en Lenie Breederveld in de hoofdrollen: ‘De terugreis’, een road movie, twee zeventigers: ... herinneringen, jarenlange liefde en acceptatie van veranderingen, die centraal staan. Kippenvel.


Geloof het of niet: ik geniet er nu nog steeds van, van al dat spannends, al dat moois. Herbeleef het keer op keer.