donderdag 30 juni 2022

SIERAARDAPPELEN

 Sieraardappelen.

Nooit van gehoord? Toch komt ie er aan, heus, de sieraardappel. Naast gewoon de aardappel voor de consumptie, die we allemaal kennen, krijgen we te maken met die bijzondere aardappel, die vooralsnog slechts op beperkte schaal te koop zal zijn; uitsluitend in sauna’s en dames- en herenkapsalons. We zullen er even aan moeten wennen. Want het lijkt er op als of er een trend is gezet. In sommige buitenlanden zijn er mensen, die een of meerdere kilo’s mee naar huis nemen, ze oppoetsen en in de vitrinekast leggen, alleen maar om zo af en toe eens naar te kijken, aan te ruiken, mee te spelen. Meenemen in jas, broek of tas kan natuurlijk ook.
Heren gaan er soms mee op de pikante toer en stoppen een aardappel in de onderbroek…….dat maakt een man meer macho, naar het schijnt. Dames lijken er steeds meer van gecharmeerd om een of meerdere middelgrote sieraardappelen in de handtas mee te nemen. Hij ligt naast portemonnee, lipstick en inlegkruisje. Die aardappel, zo wordt gezegd, geeft kracht en heeft vanuit het tasje een duidelijk preventief beschermende werking. Het is allemaal nog niet uitgekristalliseerd maar er zijn al verschillende geluiden opgevangen, vooral van dames, dat ze een duidelijk verband ervaren tussen hun toegenomen power, assertiviteit, zelfbewustzijn, wilskracht en de tastbare nabijheid van de sieraardappel.
Onderzoek bij mannen wijst uit dat zij er met veel meer succes dan zonder sierpieper, in slagen, een baan, een vrouw en ‘van alles wat zij al enige tijd kwijt zijn’ te vinden.

Wat was het in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een populaire bezigheid, vooral onder jongere kinderen: het opleuken van aardappels met allerlei ornamentjes als aardappelinsteekoren, -neus, -mond, -ogen, -bril, -armpjes, - voetjes. Een activiteit, die helaas, helaas, langzamerhand in de vergetelheid is geraakt. Het goede nieuws is echter dat met de introductie van de sieraardappel ook opleuksets zullen worden gepromoot. De prognose is dat vooral dames (heren durven nog niet zo) er flink mee in de weer zullen gaan en zo hun favoriete aardappelvriendjes gaan maken voor in de tas of de vitrinekast.

Voor gezelschappen tot circa zes personen is een aardig spel ontwikkeld. Benodigdheden zijn: één stevige pieper, een thermometer, een a-4-tje, een potlood. Het spel heet ‘warm rollen’. Twee deelnemers naar keuze nemen de temperatuur van de sieraardappel op en noteren die, met één cijfer achter de komma op een a-4-tje. Iedere deelnemer kent nu de aanvangstemperatuur.
De deelnemer, die het hoogste gooit (waarmee, maakt niet uit) begint. Deze persoon laat de aardappel met veel aandacht bewust, twee à drie minuten over de beide handen rollen en geeft die dan door aan de deelnemer naast hem of haar, die ook weer de aardappel over de handen laat rollen enz. enz. De aardappel is de enige die merkt dat hij tijdens dit spel steeds iets warmer wordt. Als iedereen klaar is met rollen, schrijven de deelnemers op het a-4-tje de door hem/haar geschatte eindtemperatuur van het sierpiepertje. .
Dan volgt nog het pijnlijke moment voor de sieraardappel: het temperaturen. Dit wordt gedaan door de zelfde deelnemers. De winnaar is natuurlijk de deelnemer die ’er het dichtst bij zit’.
Een eenvoudig en toch boeiend gezelschaps-raad-spel voor alle aanwezigen, dat zowel thuis als op de camping gespeeld kan worden: tip: 1 pieper op max zes deelnemers.
Het spel zoals hiervoor geschetst kan gespeeld worden zoals u maar wilt. De sieraardappeleigenaar kan er verder mee experimenteren. Hier wordt beschreven de variant ‘warm rollen’ met de handen. Elders is geexperimenteerd met ‘warm rollen’ met de onderkant van de voeten en met de binnenkant van de dijen. De reacties zijn tot nu toe hartverwarmend. Een proefsessie ‘warm rollen’ onder de bibs is niet zo’n succes. Het betekent het dramatische einde voor de betreffende sieraardappel……totaal geplet.

Tot slot nog even iets over de houdbaarheid van dit luxe product: na 5 jaar heeft die aardappel zijn sierlijkheid wel verloren. Menselijke consumptie is uit den boze en de restwaarde nul. Geadviseerd wordt om het spul te lozen bij dichtstbijzijnde varkensstal……voor varkens is het een gezonde lekkernij……zij zullen u dankbaar zijn mits alle insteekoortjes, -oogjes, -voetjes en -hoedjes verwijderd zijn.

woensdag 29 juni 2022

The Gerca's

Mijn buurvrouw, Ada,  is nu anderhalf jaar alleen. Haar man, Carel Bending, heb ik nauwelijks gekend. Als ik hier kom wonen, nu drie jaar terug, loopt hij al in de Daniel den Hoed….nou, dan weet je het wel. Hij  komt weinig buiten. Alleen voor het hoognodige eigenlijk. Taxi in taxi uit naar het ziekenhuis. Soms zie ik hem in zijn tuintje zitten; plukt hij  onkruid weg. Hooguit een keer per week laat hij Grover, hun boxer, uit. De laatste keer dat ik hem dat zie doen wordt hij door het nog jonge, speelse beest ondersteboven getrokken. Carel is veel te fragile geworden, om dat sterke beest te kunnen houden. Het doet hem pijn dat hij nog maar zo weinig kan. Hij zit zich van binnen op te vreten, als hij die kleine tengere Ada van hem,  met die loodzware boodschappentassen ziet sjouwen. Vreselijk vindt hij dat. Hij kan zich er nu wel druk om maken maar hij kan er toch niks aan veranderen.

Ik zie hem nog buiten op een heerlijk lentedag. Ada rijdt hem in zijn rolstoel naar het binnenterrein en zet hem in de schaduw van de kastanje; zijzelf zit op een bankje naast hem. Alsof hij haar wil verrassen, pakt hij schielijk iets uit zijn binnenzak ... het is zijn mondharmonica ... heel mooi, lief, met al wat hij kan ... speelt hij ... ’Summertime ... when the living is easy’ ... Ada legt haar hoofd op Carels schouder.

Carel Bending speelt mondharmonica. Samen met zijn broers Theun en Ger,  vormt hij een trio, dat in Rotterdam en wijde omgeving rond 1960 zeer succesvol is. The Gerca’s (van Theun, Gerard en Carel).  Voor de wat oudere Rotterdammers hoef ik de volgende titels alleen maar te noemen: ‘Strakjes op mijn schoot, mijn schat’, ‘ Oh, Ada blijf nog even hier’ en natuurlijk  ‘Zo dalijk, als boven ik ben’. Stuk voor stuk zijn dat teksten en melodieën, die nooit meer stuk kunnen. Ze zitten in het collectief geheugen van de Rotterdamse 65-plusser gegrift.

Tussen 1955 en 1965 ligt hun bloeiperiode. In die periode verdienen ze meer dan lekker. Op verlovingen, bruiloften, jubilea, bedrijfsfeestjes overal in de regio worden ze gevraagd. Tussen 1960 en 1965 zijn ze het populairst. Ze zouden dan wel drie optredens per avond kunnen verzorgen maar ze houden het op twee. Zo doen ze een verloving van zeven uur tot half negen en dan er gelijk achteraan een trouwfeestje van negen tot pakweg middernacht.

Honderdvijftig gulden de man vangen ze op zo’n avond. En dat is heel mooi in die tijd. Omgerekend naar de hedendaagse euro is dat driehonderd de man. Na de optredens, die doorgaans rond middernacht eindigen brengt Ger  zijn broers met zijn auto  naar huis.

Ondanks de grote populariteit van The Gerca’s blijven de leden met beide benen op de grond staan. Ze hebben nooit de illusie dat ze tot hun pensioen kunnen leven van de muziek. Daarom werken ze in de succesperiode gewoon door in hun andere bedrijf:  Gerca’s Leesportefeuille. De broers doen daar goed aan.  Want de opkomst van de rock and roll, blues en beat in het begin van de zestiger jaren, hakt er flink in.  Van de oude garde moet menig bandje of solist in die periode het afleggen tegen de opkomst van de rockbands.  Zo ook The Gerca’s.

Ze komen na 1965 nog minstens een keer per week bij elkaar. Nu eens bij de een; dan eens bij de ander thuis. Zomaar om wat nummers te spelen. Tot Carel zo slecht wordt dat het echt niet meer gaat.  Voor Theun en Ger hoeft het dan ook niet meer. Ze stoppen definitief.


dinsdag 28 juni 2022

EEN BEKENDE ROTTERDAMMER

 ‘Who the fuck’ is Cor Eversteijn zal je denken. Cor Eversteijn is een bekende Rotterdammer. Hij is zowel herenkapper als bokser. Ooit is hij Nederlands kampioen boksen bij de amateurs. Hij is geboren en getogen in Spangen. Net als ik. We zitten op dezelfde kleuter- en lagere school. Op die lagere school staat geen onderwijzer voor de klas maar  een broeder, een katholieke geestelijke in een zwarte jurk.

Gedurende drie jaren, twee jaar kleuterschool en een jaar lagere school trekken Cor en ik vrij veel met elkaar op. Hoewel we nooit echt vrienden worden. Cor is niet zo'n studiehoofd. Hij is liever fysiek bezig.  Beetje sporten,  beetje stoeien.  Ook met mij. Hij is klein van stuk en heel sterk. Waarom weet ik niet maar meestal laat hij mij winnen. Hij blijft al in de eerste klas van de lagere school zitten. Later nog een keer. Ik verlies hem daardoor uit het oog. Jongens van de hogere klassen bemoeien zich liever niet met van die kleine pestapies. Ik dus ook niet.

De familie Eversteijn woont vlakbij; drie minuten lopen. We kunnen beiden, ieder vanuit ons eigen huis de voetballers van Sparta zien trainen. In die tijd, de vijftiger jaren, draaide Sparta nog mee in de top.

Twee zussen die bij mij in de straat wonen, brengen me elke dag naar de kleuterschool. Mijn moeder heeft daar zelf geen tijd voor. Vlak na mijn geboorte, ik ben de oudste thuis, krijg ik er een broertje en twee zusjes bij. Daar heeft ze haar handen meer dan vol aan; zeker omdat mijn broertje ernstig geestelijk gehandicapt blijkt te zijn.

Die zussen, vrijwilligers vanuit de kerk, gaan dan ook ineens Cor naar school brengen. Waarom? Geen flauw idee. Mijn moeder heeft  er nooit iets over gezegd. Opeens zit hij ’s morgens bij ons aan de eettafel. Na het eten lopen we naar school.  Het enige dat mijn moeder zegt is dat Cor zijn moeder ziek is. Wat ze heeft zegt ze niet. Daar vindt ze me zeker te klein voor. ‘Cor moet geholpen worden; dus doen we dat. Klaar!’zegt ze. De werkelijke reden hoor ik pas vele jaren later: vader Eversteijn heeft toen Cor zijn moeder zwaar mishandeld heeft. Zijn moeder in het ziekenhuis; zijn vader de bak in.

Gewoonlijk loop ik hand in hand met de zussen. De een houdt mijn linkerhand vast de ander mijn rechter. Dan laten ze me soms tussen hen in zwieren, van hoog voor naar hoog achter ... van hoog voor naar hoog achter ...  schitterend  is dat! Maar ja, dat is afgelopen met de komst van Cor. Allebei hebben we dan een eigen zus. Jammer, geen gezwier mee.

Cor is, net als ik, een verlegen ventje. Hij zegt haast nooit wat. Hoe ik ook mijn best doe, ik kan me zijn stem niet herinneren. Van 1958 tot 1979 vergeet ik zomaar dat er überhaupt een Cor Eversteijn bestaat. Zelfs zijn nationale  bokskampioenschap  in 1970 is volledig aan mij voorbij gegaan. Door zijn boks-prestaties en  helaas ook door zijn overmatig drugs- en drankgebruik wordt Cor pas rond 1980 voor mij aan de vergetelheid onttrokken.  Hij is populair. Cor is een bekende Rotterdammer. De Rotterdamse Media volgen hem op de voet in zijn laatste jaren. In  1983, nauwelijks drieëndertig jaar oud, drinkt hij zich dood.

maandag 27 juni 2022

BLUEGRASS

 

Zondag  is het prachtig weer voor het jubilerende Bluegrass festival in het Oude Noorden. Ik ga er met mijn vriend Bert naar toe. Op het Pijnackerplein wordt het festival voor de tiende keer georganiseerd. Toen ik nog in Het Oude Noorden woonde ging ik er steevast naar toe maar na mijn scheiding, alweer zeven jaar geleden, ben ik er niet meer geweest. Waren er destijds enkele honderden bezoekers dit jaar schat ik het bezoekersaantal op enkele  duizenden.  Dan is nog maar het halve plein in gebruik als festivalterrein.  Nu dus het hele plein. Vroeger kon je gewoon komen aanlopen vanuit elke willekeurige richting en aanschuiven achter de toehoorders rondom de prachtige muziektent. Dat is dan nog het enige podium.  Op deze zondag is het Pijnackerplein helemaal met hekken  afgezet. Er is een centrale in- en uitgang gecreëerd. Voor elke bezoeker wordt een nummertje  van een rol afgescheurd. Ik ben 12.987, Bert 12.988 (en Ernie 12.989). Dat is aardig wat.  Vrolijke en verfrissend klinkt de bluegrass-muziek over het terrein. Beluister dit genre maar eens op ‘you tube’ of ‘spottify’.

Op het terrein zijn volop eet- en drinkkraampjes, tafeltjes en bankjes. Aan toiletten ontbreekt het  jaren geleden nog wel eens. Er wordt dan door de mannen onbeschaamd tegen de fraaie geveltjes gepiest. Toiletten zijn er zat nu. Net als voorheen heeft een groot aantal bezoekers  zelf (tuin)stoeltjes meegenomen.  Nieuw voor mij zijn de merchandising, workshops, theatervoorstellingen  en de goochelaar.

De sfeer zit er goed in. Iedereen van jong tot oud loopt te stralen, mooi te zijn.  Veel dames dragen kleurrijke, weinig verhullende kleren. De veelal in het zwart geklede oudere heren, bijna allemaal met een klein goed gesoigneerd baardje, lopen vol trots te showen, hoe jeugdig ze zich nog wel voelen.  Iedereen  kan hier vandaag swingen op aanstekelijke muziek. De vrouwen zijn  zoals gewoonlijk meer tot dansen geneigd dan de heren; die  zitten liever met een biertje in hun hand ritmische hoofdbewegingen te maken.

Het klinkt nu allemaal wel erg positief  maar toch ben ik dat eigenlijk níét helemaal. Ik ben er bijzonder teleurgesteld over dat het geen echt, puur bluegrass festival meer blijkt te zijn. Ik heb in de korte tijd dat ik er ben, zondagmiddag, muziek gehoord die meer verwant is aan de jazz en de soul. Bands waarin saxofoon, klarinet, piano de hoofdmoot vormen  hebben niks te maken met blue grass. Bij dat genre horen: banjo, gitaar, bas en viool. Als ik musici met die instrumenten in een wervelend tempo muziek hoor maken dan kan ik, normaal gesproken,  niet meer stil blijven staan. Met die knieblessure die ik nu heb moet ik wel.   

‘The old dutch Riverhoppers’  geven drie kwartier lang een show met old time en bluegrass uit pioniersjaren van o.a. Bill Monroe. Dit is dus een voorbeeld van een band die tot swingen dwingt.

Veel minder boeide mij  de als ‘de nieuwste soulsensatie’ uit Engeland aangekondigde band. Goeie muziek, dat  wel maar daar ben ik niet voor gekomen. Bert en ik nemen een biertje (3 euro per stuk) en schuifelen langzaam maar zeker in de richting van het podium waar straks ‘The long gone daddies’  gaan optreden.’ Het blijkt een uitstekende band te zijn met goede zang een prima pedal steelbespeler.

Het is dan half zeven. Tijd om naar huis te gaan. Van het ultra levendige Oude Noorden terug naar het supersaaie Prinsenland.

zondag 26 juni 2022

MUGGEN

 

Drieëntwintig bloedspetters tel ik nu op mijn plafond en op de wanden van mijn slaapkamer. Ook op vier kussenslopen, twee onderbroeken en een t-shirt zitten bloedvlekken. Op de onderkant van mijn pantoffels hebben ze ook gezeten maar die heb ik er af gelopen. Ja, ook op mijn handen hebben ze gezeten, maar petsen doe ik nog zelden. Allemaal bloed van door mij gedode muggen. ’t Is maar een klein beetje want de meeste krijg ik niet eens te pakken. Ze nemen mij te grazen!

Middeltjes gebruik ik wel maar ze werken nauwelijks. De muggen wennen er aan. Aan het ene middel nog sneller dan aan het andere. Spuiten doe ik. Smeren ook en de mug weet natuurlijk precies het onbedekte plekje op mijn huid te vinden. Ik gebruik zo’n vaponastrip, waarvan ze zeggen dat ie kankerverwekkend is. Lekker: tegen de muggen èn kankerverwekkend.  Wat een dilemma.  Zo’n strip heeft trouwens alleen maar zin als ramen en deuren potdicht gehouden worden. Lekker, bij een slaapkamertemperatuur van ruim 20 graden, ’s nachts alles dicht houden.

Ik heb een apparaatje uitgeprobeerd dat een zoemetje produceert. De mug kan er niet tegen maar ik ook niet. Ik slaap niet met zo’n geniepig geluidje. Zet de zoem uit en schuif mijn bedje weer in. Welja, daar is tie weer met zijn gezoem om mijn oren. Ik zie niks maar geef op goed geluk mezelf een tik voor mijn kop in de hoop dat ik dat kreng raak. Maar helaas. Tien seconden later komt er weer een aan zoemen. Mijn hoofd gloeit van mijn eigen gepets.

Met een dodelijk tennisracket moet ik de strijd met de mug kunnen winnen. Zoals toptennisser Federer uithaalt naar de bal, die geretourneerd is door tennistopper Nadal, zo geconcentreerd mep ik naar  de mij irriterende muggen. Als ik ze raak dan verbranden ze levend op mijn racket…..tenminste, als ik het verbrandknopje op het handvat van het racket ingedrukt houd. De geur van gegrilde mug is allerminst opwindend. Ik heb er wel lol in om die hinderlijke creaturen zo hardhandig te killen. De muggenracket is wat mij betreft het beste, leukste en meest bevredigende muggenbestrijdingsmiddel.

Bij de anti-muggenshop weten ze me ook te vertellen dat als er één dier is dat duidelijk merkbaar geëvolueerd is de laatste tientallen jaren, dan is dat wel de mug. Nou ja, dat klopt ook wel: ik weet nog wel dat ik, ruim zestig jaar terug, als kind dus, op klaarlichte dag,  met één simpele handbeweging drie muggen tegelijk ving, plette of bewusteloos sloeg. Ik vond het niet eens een prestatie; ik deed het als het ware ‘met twee vingers in mijn neus’. Kom daar anno 2022 nog maar eens om.

Muggen hebben zich de afgelopen tientallen jaren aangeleerd om zich verdekt op te stellen. Je hoort ze wel maar je ziet ze niet. Vroeger gingen ze gewoon domweg op iets wits zitten. Plafond, wit stukje behang. Dat zal je ze nu echt niet meer zo veel zien doen. Ze pakken nu doorgaans zwarte donkere kastjes, donkere kleding, het raam, als het donker is natuurlijk. Ook heb ik gemerkt, dat ze tegenwoordig veel meer dan voorheen onder mijn bed gaan zitten. Tuig!

Muggenbeten op zich zijn nog niet eens het ergste. Dat gezoem om mijn kop net op het moment dat ik in slaap dreig te vallen, dat vind ik eigenlijk het ergste.

zaterdag 25 juni 2022

LAARZEN OP DE TRAP

 

Het is zeven uur  in de ochtend. Ik haal de krant uit de brievenbus en begin aan mijn dagelijkse ochtendgymnastiek: de trap op naar de  vijftiende verdieping. In stevig tempo. Ik heb hinderlijk last van ‘de stop’. Mijn dokter zegt dat dat wel goed komt als ik meer ga bewegen.’ Dan bedenk ik dit traplopen … en verdomd het werkt.

Op de eerste etage is alweer enige maanden geleden in grote koeienletters op de muur gekalkt: ‘SLAVEN UIT GUINEE BISSAU UIT 1432’. De meeste vreemde dingen in onze flat worden gedaan door lui die hier niks te zoeken hebben. Een bewoner doet zoiets niet. Die bevuilt zijn eigen nest niet. Ik houd het op heimelijke indringers.

Die klote woningbouwvereniging … de eerste de beste dag dat ik die leuze zie, meld ik het … ja, ze halen de leuze gelijk weg, zeggen ze …  zeer frustrerend … ja zeggen en nee doen … ze zijn laks daar ... vijf weken en vier telefoontjes verder  is de leus weggewit.

 Ben alweer op  de zevende … een gebruikt condoom keurig netjes in een hoek van de traptree geschoven, het spermaspoor is half opgedroogd. 

‘Mèt condoom: tien, zonder: twintig euro,’ hoor ik het hoertje de auto in nog schreeuwen. De flat staat vlak bij een afwerkplek… zou deze trap dan ook al afwerkplek geworden zijn? Het zou me niet verbazen. Er wonen hier slordige bewoners, die de deur van trappenhuis zo maar open laten staan. Een slim hoertje heeft de sleutels ontfutseld van een bewoner … een zuipschuit. Daar zijn we lekker mee met zo’n dronken droppie als buur. Het kost wel weer een nieuw deurslot.

 Eergisteren zat er een, zo te zien, ongebruikt condoom over de klink van de  entreehaldeur geschoven.  Vreselijk grappig, net zoals het opblazen van een condoom, maar zo langzamerhand heb ik  het wel gehad met de condoomhumor.

De negende …  ik raak al behoorlijk buiten adem . Stophoest-papiertjes, groen, een stuk of tien, verdeeld over drie treden.

Op de tiende,  liggen aan elkaar geplakte vloeitjes, klaar om een joint mee te bouwen, een leeg pakje shag, wat tabakskruim en uitgedrukte peuken.

 Een sterke urinegeur komt me tegemoet op de elfde; die plas is daar nog niet zo lang geleden gedaan. De damp slaat er nog  van af.

 En nooit, nooit zie ik ze: de blowers, de zeikers; de neukers; de leuzenkalkers, terwijl ik hier toch van maandag tot en met vrijdag, vijf ochtenden per week de trap op loop. Weliswaar uitsluitend tussen zeven en acht … dat loopt natuurlijk wel in de gaten.

 Ik hijg verder. Op de dertiende staan twee paar laarzen, hoge witte en lage zwarte. Alsof ze uitgeschopt zijn door een stel meiden, die hier na een nacht pezen, lekker achterver willen gaan zitten. De eigenaressen van die laarzen, kunnen toch niet ver zijn. Door de draadglasruiten meen ik in de portiek van de dertiende  vaag een figuur te ontwaren. Ik duw de deur vlug open maar daar staat alleen een vuilcontainer. Door nu naar mijn verdieping, de vijftiende.

 ´Begin de dag met een paar slokjes warm drinken, thee, koffie, water is ook prima. Eet dan, voorafgaand aan je ontbijt,  twee gewelde pruimen … maar het belangrijkste is toch: beweging!´ zegt mijn dokter. Dan nu ontbijten, krantje lezen en een uurtje fietsen naar mijn werk. Maar eerst even naar de wc.

vrijdag 24 juni 2022

EVEN IN BLIJDORP

Even in Blijdorp I 

Druilerig en  rond de achttien graden: ideaal voor een ochtendje dierentuin Blijdorp. Er is weinig toeloop en dan zijn de dieren juist het meest actief. Met een vrolijkmakend elan spettert en tettert het jonge olifantje in zijn ruime waterpoel. Ondeugend spuit hij andere olifanten en dierentuinbezoekers nat.“Leuk hè, die olifantjes, Jacco?”, die op mamma’s bovenbeen zit. Maar peuter Jacco heeft alleen maar oog voor het kleuterklasje even verderop. Hoe de kinderen praten,  tegen elkaar opbotsen, snoepen,  lachen, gillen, wijzen, springen, Jacco lijkt niets te ontgaan.‘Vind je het leuk, Jacco?’ vraagt mamma, die zelf helemaal in de ban is van het olifantje. Ja, knikt hij enthousiast. Hij vindt het geweldig.

 

Even in Blijdorp II

 Een endje verderop loopt de tijger zijn rondjes……..in zijn namaakjungle; een gepantserde glaswand van drie  hoog bij vijf breed scheidt tijger en bezoeker van elkaar. De tijger heeft er blijkbaar ineens lol zin in om vlak langs de glasplaat heen en weer te lopen. Petertje loopt aan de bezoekerskant in het temp van de tijger mee. Stopt als de tijger stopt. De tijger stopt als   Peterje stopt. Hij en de tijger maken geen geluid. Petertje kijkt niet op of om. Is één met de tijger.

‘Kom Peter, kom’, … maar hij hoort niets of wil niets horen  … en als zijn moeder hem bij zijn arm beetpakt , rukt hij zich gelijk weer los.

 

Even in Blijdorp III

 

Het terras staat er nog net zo bij als eind gistermiddag.  De tafels en stoelen zijn smerig en zeiknat van de regen van vannacht. Die regen is niet voldoende geweest om de vogelpoep van het terrasmeubilair af te spoelen.

Heel even laat ik mijn koffie onbewaakt achter … wat servetjes halen om mijn tafel schoon te maken. Vogels lusten geen koffie, godzijdank. Anders had ik inmiddels geen koffie meer gehad. Spreeuwen, kauwen, kraaien, merels, meeuwen, duiven staan hier in tientallen klaar om jacht te maken op elke koekkruimel.

‘Dit is natuurlijk wèl de dierentuin’, zeg ik bij mezelf. Toch jaag ik die brutale meeuwen weg.  Bijna snaaien ze mijn boterham met kaas, met plastic zakje en al.

Aan het tafeltje naast mij zit een inburgeringsklasje, 6 vrouwen, drie  kinderen, waarschijnlijk alle drie van één moeder … volgens mij is het een drieling. Ik geef een servetje aan een van de dames. Haar stoel is vies. Ze pakt het servetje aan, maakt haar stoel schoon, legt haar jas op de zitting en ploft neer op de stoel.

 

donderdag 23 juni 2022

MAASZICHT

 Maaszicht 1

Zij heeft haast vanochtend. Ze hoort de wekker wel maar draait zich nog even om. Kwart over acht schiet ze wakker. Over een kwartietje moet ze op school zijn. Vader, moeder, broertje en zusje waren al de deur uit. Geen tijd meer om te douchen. Haar kammen, eten, vlug aankleden en wegwezen, dan kan ze het nog net halen. De broek van gisteren kan ze niet meer aan. Daar zit een chocolademelkvlek op. Bij het bloesje van gisteren heeft ze geen passende broek. Dan ook maar een ander bloesje. Snel drinkt ze een paar slokken van het drinkontbijt en pakt een mandarijn van de fruitschaal. Schoolspulletjes in de tas gooien, jas aan en wegwezen.In de lift van de 11e naar de begane grond eet ze haar banaan en mandarijn schrokkerig weg. De schillen gooit ze in de hoek van de lift. Ze rent de het flatgebouw uit om 3 minuten voor half negen. Ze zou het net redden, die ochtend.

 Maaszicht 2

Hij heeft geen zin om op te staan als zijn vrouw die ochtend om 9 uur de deur uitgaat. Hij is al een tijdje in de ziektewet en is langzaam de  structuur van zijn dag kwijtgeraakt. Hij hoort nog wel de deur dichtslaan dan draait hij zich om: nog even wegdommelen. Als hij enige tijd later zijn bed uit strompelt ziet hij dat het half elf is. Weer veel te lang geslapen. Even piesen, een boterhammetje snijden en beleggen; kopje thee in magnetron en z’n krantje halen.

Hij stapt op de 13e in de lift en ziet de bananen- en mandarijnenschillen in de hoek van lift liggen. ‘Weer zo’n aso’ denkt hij. Hoe kom je er toch in godsnaam bij om de lift als vuilnisbak te gebruiken? De supertrage lift bereikt na een minuut of 3 de begane grond. Hij loopt, zo goed en zo kwaad als hij kan lopen, naar de brievenbus om er zijn krant uit te halen …en een zooi reclameblaadjes. Hij kan de krantenkoppen nog niet lezen want hij heeft zijn bril nog niet op. Gelukkig heeft nog niemand anders de lift nodig gehad, dus kan hij weer met dezelfde lift terug. De schillen liggen er natuurlijk ook nog. Hij pakt met een stel reclameblaadjes de schillen op en verwerkt het geheel tot een prop. “Ongelooflijk” mompelt hij nog. Weer in zijn flat aangekomen loopt hij gelijk door naar de vuilnisbak en gooit de prop daar in. Hij zet zijn bril op, pakt zijn boterham en kopje thee en nestelt zich in zijn onbijtstoel. Burgers moeten elkaar aanspreken op ongewenst gedrag. Stadsetikette in Rotterdam leest hij. Wie moet ik in deze flat in godsnaam aanspreken?

 

Maaszicht 3

Zij komt moe thuis. Een zware dag, veel vergaderingen; veel gezeik. Even de post pakken. Onder de kast met 70 brievenbussen ligt een stapel achteloos gedumpt reklamemateriaal. Iemand, vast een van de buren, heeft zijn interessante post uit de berg reclamemateriaal gevist en de rest op de grond geflikkerd. Jezus Christus, wat een mensen wonen hier! Is het nou zo moeilijk om dat in een container of in je eigen vuilnisbak te gooien, dacht ze. Ze pakt de stapel op; er zit ook nog een opengescheurde belastingaanmaning tussen. Nu weet ze in ieder geval wie die sloddervos is. Die gaat ze eens flink de waarheid zeggen. Ze neemt de stapel mee om die boven in haar eigen papierbak te deponeren. Die belastingaanmaning houdt ze apart.

 

woensdag 22 juni 2022

VINGERS IN MIJN OREN

 Het besef dat je zaken als verveling, neerslachtigheid en eenzaamheid van je af kunt schrijven is een stimulans. Schrijven als remedie. Een hele dag alleen thuis. Heerlijk. Geen stress. Niemand die aan mijn kop zeurt, dat ik iets moet doen of laten. Top. Telefoon neem ik niet aan. De deurbel laat ik gaan. Vandaag moet ik maar twee dingen doen belasting en koken. Die geven geen stress. 

Op het menu staat: spruitjes met ham en kaas; een gemakkelijke maaltijd. Daar kan ik me geen buil aan vallen. Ik kook een pond spruitjes en een pond aardappelen.  Die stamp ik en werk daar dan de hamblokjes (250 gram) en de in blokjes gesneden extra belegen kaas (3 ons) doorheen. Uiteindelijk wordt het, alles bij elkaar, maar een klein pest beetje eten. Veel te weinig voor mij en haar samen, zo te zien. Het toetje is fruit: grapefruit. Ploeh (!) wat zijn die grapefruits zuur.

Daarmee zit de maaltijd er op. Ik kan me nog vaag herinneren, dat zij dan een shaggie opsteekt en erg druk gaat zitten praten. Over haar werk, onze zonen en haar favoriete onderwerp: de buurt. Ze kan soms, en meestal na het eten, ineens zo doorzagen over een onderwerp, dat ik het er benauwd van krijg. Ik vind het erg knap van mezelf dat ik het nog steeds kan opbrengen om te blijven zitten en het aan te horen.  Soms stop ik figuurlijk mijn vingers in mijn oren, want als ik dat niet zou doen, vrees ik dat ik uit elkaar plof. Ik voel mezelf net een half opgepompte fietsband.  Bij elke zin die zij uitspreekt wordt die band een beetje harder opgepompt, zo voel ik het nu, en op een gegeven moment is de band hard, harder kan die niet. Maar er wordt maar doorgepompt. Ik bedoel, zij praat alsmaar door en ik heb het gevoel dat ik elk moment uit elkaar kan barsten. (Ja, meissie, dat is even schrikken, hè? Want ook dit stukje zal je wel stiekem gaan zitten lezen, als ik er even niet ben. Net als al die andere stukjes van mij). Dan ga ik op een gegeven moment maar van tafel, breng wat vuile borden en bestek naar de keuken. Zij gaat dan vanzelf ook wel aan de gang en meestal, als haar sjekkie op is, stopt de spraakwaterval vanzelf. 

Deze dag moet ook de belasting nog. Daar heb ik flink mee zitten hannesen. Afijn, ik ben d’r uitgekomen. Het is fijn te weten dat we allebei wat geld terug krijgen. Ik 120 euro zij maar liefst 220 euro. ‘Euri’ zeggen sommigen fanatici … te gek voor woorden! 

Gisteren heb ik ook al even zitten schrijven. Dat stukje heeft als titel: ‘Maar weer eens doen’. Helaas heb ik dat nog niet af. Net als dìt stukje eigenlijk nog niet af is.

dinsdag 21 juni 2022

BUBBELS MET LIPPEN

De leadzanger van the Rolling Stones, Mick Jagger is gezegend met een paar behoorlijk vlezige lippen, waar tegenwoordig menige jonge  vrouw jaloers op zal zijn. Bij Mick Jagger hoort dat gewoon.  En verder zou ik geen enkele andere vent weten  met van die dikke lippen als hij.  Veel vrouwen zijn er blijkbaar dol op. Wanneer dat soort lippen niet in hun genen zit betalen ze graag een aardig centje voor een medische ingreep om dat te realiseren.

Bubbels met lippen. Ik griezel ervan. In Hilversum lopen er  zo te zien veel  rond. Vrijwel ieder actualiteiten- of amusementsprogramma op de Nederlandse televisie, zowel publiek als commercieel, wordt gepresenteerd door een driedubbeldikkelippen-tante.  Ik keek ’s ochtends altijd met plezier naar het acht uur journaal maar tegenwoordig  word ik er een beetje onpasselijk van. Niet  alleen van het nieuws dat gebracht wordt, want dat alleen is al erg genoeg. Nee, eigenlijk word ik nog beroerder van die dikke-lippen-tantes die ons dat slechte nieuws brengen.  Ik ben om 8 uur ’s morgens nog nuchter. Ik kan die bubbels met lippen van het journaal niet hebben op mijn nuchtere maag. Met name denk ik dan aan Saïda Maggé en Debbie Petter.  

Godzijdank is er af en toe een mannelijke presentator met gewone lippen. Kort geleden trouwens is een nieuwe presentatrice voor het journaal aangenomen: Efke Bovens, die ziet er zowaar uit als een normaal gelipt mens. Misschien is zij wel de representante  van een nieuw aannamebeleid bij de omroep. Of zal het aannamebeleid onveranderd blijven: ‘alle bubbels moeten dikke lippen’ … en … niet te vergeten: ook de bij bubbel passende lipstick.  Efke Bovens moet nog  maar afwachten of ze, na haar proeftijd,  net zo naturel het nieuws mag blijven lezen als ze nu doet. 

Ik wil die kunstmatige bubbels niet zien, dus noodgedwongen doe ik dus het 8 uur journaal, ten dele kijkend, ten dele luisterend.  Het is een beetje gokken: als er bewegende beelden te zien zijn, kijk ik daar vlug even naar en als de bubbel  voluit terug is op mijn tv scherm ,  schakel ik snel over op luisteren. Het is een beetje gokken want soms denk ik dat de bubbel uitgepraat is  … dan kijk ik naar het tv-scherm voor de bewegende beelden maar dan ben ik te vroeg en staat die bubbel nog steeds prominent in beeld te babbelen. Echt irritant. Ik heb er al een brief over geschreven naar de NPO. Heb gevraagd of die presentatrices misschien van die balkjes voor hun mond kunnen krijgen net zoals criminelen ze voor hun ogen krijgen als ze niet herkend mogen worden. Nog niks op gehoord.

Ik heb nu wel twee van die bubbels  genoemd maar er zijn er te veel om op te noemen.  De muziek- film- en pornowereld puilt er van uit. De angst zit er blijkbaar stevig in bij de dames. Niet alleen met grijs haar en een rimpelig gezicht lijk je oud maar ook met dunne lipjes!

Kijk eens naar Mick Jagger, die straalt met zijn 78 jaar nog een en al jeugdigheid uit. Daar kan hij helemaal niks aan doen. Die lippen zitten in zijn genen.

maandag 20 juni 2022

BEACH VALLEY

 

Ik ga zelf een verpleeghuis beginnen en ik noem het Euthanazia. Speciaal bedoeld voor zowel ouderen als jongeren die zèlf wel willen bepalen wanneer ze hun leven beëindigen. Die genoeg van het leven hebben. Nog enkele leuke dagen willen beleven. Maximaal twee weken. Dat is de limit. Dagelijks een keuzemenu. Gezellige uitstapjes. Bezoek ontvangen van en op bezoek gaan bij favoriete personen of groepen. En dan is het afgelopen. De uiterste overlijdensdatum is de ingangsdatum van de AOW van die persoon.  

De kosten (3.500.= euro per week all-in), zijn betaalbaar gehouden. Voor mensen met een kleine beurs heeft de overheid de zogenaamde ‘Euthanasietoelage’ in het leven geroepen. Informeer u hierover bij de Dienst Belastingen in uw woonplaats. Ter informatie kunnen wij u van onze kant mededelen dat de overheid deze toelage beschikbaar kan stellen omdat er mede dankzij de werkwijze van Euthanazia, veel minder aan AOW hoeft te worden uitbetaald.

 

Euthanazia stelt zich ook ten doel de alsmaar stijgende zorgkosten een halt toe te roepen. Waarom blijven tobben en keer op keer naar de psychiater lopen? Huisartsen, medisch specialisten, hebben er veel belang bij hun patiënten zo lang mogelijk in leven te houden, zelfs als die patiënten dat helemaal niet willen. Euthanazia biedt in dezen een verrassend nieuwe, heldere, kostenbesparende oplossing.

 

Speciaal voor onze bewoners organiseert Euthanazia, tegen een billijke vergoeding, diverse creatieve workshops: boetseren, macramé, schilderen, poëzie, proza: onder het motto: ‘Laat me.’

 

Een deelnemer aan de workshop ‘Proza’ schreef het volgende:

 

Morgen zal ik iedereen weer zien. Niemand in het bijzonder heb ik uitgenodigd maar ik ben er van overtuigd dat ze allemaal zullen komen om mij uit te zwaaien. Familie, kennissen en buren en waarschijnlijk ook de pastoor. Jammer dat mijn lieve Harrie en mijn oudere broers en zusters dat niet meer mogen meemaken. Morgen ben ik AOW-gerechtigd en iedereen weet wat dat betekent. Dat is de dag die de mooiste moet worden in mijn leven, waar ik jaren voor gespaard heb. Mijn wensenlijstje heb ik twintig jaar geleden al eens opgesteld en hoewel dit lijstje elke vijf jaar mag worden bijgesteld heb ik daar nooit aanleiding toe gezien.

 

De dag moet beginnen in Beach Valley; waar dag in dag uit het fraaiste strandweer gesimuleerd wordt. Met volop (fris)dranken lekkere hapjes, aangereikt door opgewekte, vriendelijke en behulpzame serveersters. Met  twee fraai gebouwde jongemannen begeef ik me naar het zwembassin, alwaar de jongens mij helpen drijven op het verwarmde water. Daarna zullen de boys mij, als ik dat wil,  een ontspanningsmassage geven.

Samen met de anderen, die voor deze plek hebben gekozen, gebruik ik de lunch, een buffet met in ieder geval, op mijn  verzoek volop zeevruchten uit mijn geboortedorp Volendam.

De middag wordt gevuld met films en artiesten uit  mijn jeugd. Ik wilde graag de film Midnight Cowboy zien en een optreden van André van Duin en de Beatles. Ook wil ik nog de journaalopnamen terugzien van de cafébrand op oudejaarsavond van het jaar 2000 in mijn dorp waar zo veel jongelui omkwamen  en waar ik zelf zo vreselijk door verminkt ben geraakt aan mijn bovenlijf en gezicht.

 

Volop eten en drinken is er  tijdens de films en optredens. 

Voor het diner is er een gesprek met mijn lievelingsschrijver Ronald Giphart die mijn  ervaringen zal verwerken in zijn eerstvolgende roman. Als Ronald Giphart dan onverhoopt niet meer mocht leven tegen die tijd, dan mag het ook Herman Koch of Arnon Grünberg zijn.

Samen met allen, die óók vandaag AOW-gerechtigd zijn geworden ga ik genieten van mijn laatste avondmaal.

zondag 19 juni 2022

BIERBLIKJE

 Het is bijna half acht ‘s ochtends. Ik ben aan het hardlopen. Trainen voor de marathon. Mijn aandacht wordt getrokken door zo’n groen Heineken blikje onder een bankje langs de Maas. Vannacht heeft natuurlijk iemand op dat bankje relaxed een biertje zitten drinken.  Hij moet zijn handen even vrij hebben … om een sjekkie te draaien of te piesen … ik verzin maar wat … dus zet ie het blikje weg … onder het bankje. Ik moet nog ruim een uur … nu eerst die steile brug hier.

 

Hij heeft vannacht  heel wat biertjes op. De afvalbak naast het bankje zit vol met blikkies. Opeens ziet hij aan de overkant van de Maas, vaag een vrouwspersoon wenken en  wuiven.  Pardoes duikt hij, zonder acht te slaan op de sterke stroming, de rivier in. Hij moet er daar, met zijn kleren aan, zijn ingedoken. Alleen dat blikje Heineken staat daar nog onder die bank. Recht naar de overkant zwemmen kan nooit door die stroming. Hij wordt minstens vijfhonderd meter richting zee gesleurd, voordat hij op de kant kan klauteren …  Het is koud: 5 graden.Celsius. Als hij het redt, is het de alcohol die het hem doet. De vrouw is nog ver weg  … van hem gescheiden door de scheepswerf en een haven. Onvermoeibaar zwaait ze naar hem.

Zijn energie is op. Het koude water werkt verlammend op zijn spieren Hij voelt zich dizzy. Veel erger wordt het niet … de andere oever is bereikt. Hij heeft nu snel hulp nodig. Vlakbij de rivier staan huizen. Het is al  ochtend, tegen acht uur. Hij belt aan bij het eerste hoekhuis. Een grote hond  gaat als een dolle te keer. Boven hem uit het raam vraagt een slaperig mannenhoofd ‘wat of hij mot’. Maar de man uit het raam wil helemaal niet weten ‘wat hij mot’. ‘Oprotten en gauw een beetje of  ik bel ik de politie’. Bij een volgend huis, krijgt hij niet eens de kans om aan te bellen: met een bijl in zijn hand staat de bewoner in de deuropening al klaar om op hem in te hakken.

Bij het zesde huis heeft hij succes. Voor hem staat ‘de wuivende vrouw’; een jaar of vijfendertig, schat hij. Ze heeft een licht doorschijnende, roze nachtpon aan. Haar steile blonde haren reiken net tot op haar schouders. Op haar linkerarm zit een cyperse kat.

   “Wat is er met jou aan de hand?”

   “Ik zit aan de overkant van de rivier, drink een paar biertjes … dan zie ik jou aan de andere kant van de Maas me wenken en naar me zwaaien. Impulsief duik ik de Maas in … en hier ben ik dan. ”

‘Jij bent me een mafkees! Nou eh …  kom dan maar even binnen …  doe die natte kleren gauw uit … dan zal ik een warm bad voor je maken.’

 

Ik ben nog aan het trainen; een half uurtje hooguit.

Dit is nog eens een aangenaam einde van dit ‘bierblikje’ verhaal … althans vanuit het perspectief van die zwemmer. Voor hetzelfde geld verzuipt die man en ligt hij over paar dagen levenloos op het strand … en niet in het minst: wat zou hem nog te wachten staan na dat warme bad? Geen idee.

 

Voor mij zou dit verhaal best eens slecht kunnen aflopen. Die blonde vrouw is toevallig mijn vrouw …  Ik wou dat ik dat bierblikje nooit gezien had. Dan had onder de training dit rare verhaal tenminste niet in mijn hoofd gezeten.

zaterdag 18 juni 2022

VADERDAG

 Hallo pa,

Vandaag is het vaderdag.  De dag om die foto van jou bij mij op de kast eens goed te bekijken. … je kijkt alsof je gedwongen wordt een hap spruitjes naar binnen te werken  … een misprijzende  maar ook wat peinzende blik heb je daarop. Zo keek je vaak. Dat snap ik wel.  Er was zat ellende in je leven. Maar daar ga ik het niet over hebben.  Wat komt er zo wel in me op?

Om te beginnen: eind 1949 leer je,  ma kennen. Jullie verwekken mij en trouwen nog net voordat ik, ‘het moetje’, geboren wordt. Tot en met 1970 zetten jullie nog  eens 9 kinderen (3 meisjes en 6 jongens) op de wereld. 

Varen op cruiseschepen, is je lust en je leven. Je hebt heel wat wereldreizen gemaakt op de s.s. Rotterdam. Je doet daar en eigenlijk overal waar je werkt, je stinkende best om zo veel mogelijk centjes te verdienen voor ons. 

Bij van Driel en Krastmann, een van je bazen, maken ze ijzeren veren. De vraag naar die veren is zo groot dat jij er thuis bij moet gaan werken. In onze bijkeuken wordt een apparaat geïnstalleerd waarop jij  in je vrije tijd ‘veren kan trekken’ … niet alleen jij zit veren te trekken (vaak tot na middernacht). Ieder gezinslid dat daar al groot genoeg voor is, en het ook wil, zit zoveel mogelijk mee te trekken. Zo verdienen we er met z’n allen een behoorlijk centje bij.

Als ik 8 ben vind ik het leuk om van je werk te gaan halen. Je werkt dan bij Thomson’s Havenbedrijf.  Dan loop Ik naar dat politiebureautje op het Marconiplein. In de verte zie ik je aankomen met je lege broodtrommeltje onder je arm.  Ik zwaai naar je zodra ik je zie. Jij terugzwaaien ….  Dan lopen we samen de van Lennepstraat in, langs de patatboer naar nummer 8b waar we lange tijd wonen.

Vòòr de scheiding tussen ma en jou, heb je ons heel  veel spelletjes geleerd: eenendertigen, eenentwintigen, patience, dammen, monopoly, mens erger je niet, schaken, klaverjassen … hebben we allemaal ook vaak gespeeld. Je grootste hobby is kijken naar sporten op tv, eigenlijk houd je wel van alle sporten.. Voetbal kijken in het stadion doe je ook graag. Tot op de dag van vandaag hebben al je kinderen daar ook nog steeds lol in.

Roken is iets wat je altijd graag doet. Je sjekkie houd je altijd tussen je lippen geklemd, ook als je praat. Niet iedereen heeft dat roken van je overgenomen en zeker niet je eigenaardigheden daarbij  In een oude shagverpakking bewaar je uit zuinigheidsoverwegingen, je nat gesabbelde peukjes. Als er voldoende opgedroogde peukjes zijn, pel je de vloeitjes van je peukjes af ...en je bewaart de shag, die overblijft weer in een ander leeg shagzakje. Als je zo voldoende shagrestjes verzameld hebt , draai je daar vrolijk weer nieuwe sjekkies van en rookt ze met smaak op.

Doordat je kunstgebit niet zo  goed past, maak je als je praat, klepperende geluiden. Wiie dat verzonnen heeft weet ik niet.  Maar op den duur heeft iedereen in het gezin er lol in om jou ‘Olt Kleppertent’ te noemen. Zelf vind je dat ook wel grappig.

Nou, pa, Old Clappertand … een mooie vaderdag verder, daar in de eeuwigheid.

vrijdag 17 juni 2022

Terrasje

 Terrasje

Theater en het normale leven zijn gedurende het jaarlijkse theaterfestival  in Avignon soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ik zit op een terrasje. Vroeg in de middag. Het is er net zo warm als hier vandaag. Er staat een bandje te spelen .. ‘pour moi la vie va commencé’... Ik ben aan de cappuccino. Dat doe ik daar trouwens nooit meer. Ze spuiten daar gewoon ijskoude slagroom op een espressobeetje koffie, strooien er wat cacaopoeder overheen en  klaar is de cappuccino. Minder dan lauw en niet te zuipen. Maar dit even terzijde. Met de slagroom nog op mijn  lippen word ik opgeschrikt door een dame, die, zoals  opvallend veel Franse dames-alleen op een terras, uitdagend  mooi zit te zijn. Ze  zet haar zojuist leeg genipte wijnglas tamelijk stevig op de tafel en valt opeens, als door een wesp gestoken, uit naar een achter mij gezeten heer. Monsieur, het type verstrooide bankbediende, dat zich onderhand al zorgen begint te maken over zijn pensioen. Hij doet net alsof hij niks hoort en roert ogenschijnlijk geheel ontspannen in zijn ‘double café’.  De dame springt zowat uit haar vel van woede: Ze stapt op hem af, pakt hem bij zijn revers, zwiept zijn hoed van de bijna kale schedel en zegt woorden als ‘enfants’ (kinderen) en 'alimentation' (vrij vertaald: alimentatie)  waaruit ik begrijp, dat deze mensen ooit eens heel lief voor elkaar geweest moeten zijn. Het lijkt uit de hand te lopen. Een handgemeen dreigt. Er gaan zich mensen mee bemoeien; vooral de dame is door het dolle heen. Maar … uiteindelijk wordt het ruziënde tweetal, aanvankelijk nog heftig tegenstribbelend, meegetroond door leden van de band.

Monsieur krijgt een viool in zijn handen gedrukt. De Dame een klarinet en ze spelen al snel hun partijtje mee in de band, die een theatergroep blijkt te zijn. Vrolijk musicerend loopt de groep richting het volgende terras ... ‘sur le pont de Avignon …’’ De verbouwereerde terrasgangers krijgen flyers in hun handen gedrukt. Een oproep om vanmiddag te komen kijken naar het toneelstuk dat de theatergroep vanmiddag speelt

donderdag 16 juni 2022

TREVVEL

 ‘… ik sta nu al een half uur vast op de Zwartjanstraat ... het staat hier muurvast ... die vuilniswagen houdt alle verkeer op ... ik red het echt niet om die hele lijst met mensen op te halen ... ja, die vier dames van de bingoclub ophalen, dat lukt me misschien net, dat kan ik wel proberen ...  die andere twee adressen …….dat gaat echt niet, hoor … ‘, liegt hij.

Want hij rijdt helemaal niet op de Zwartjanstraat, dat is in Noord. Hij rijdt met zijn aftandse Trevvel-busje op de Mathenesserweg in West. Het is daar helemaal niet druk. Hij wil gewoon een bakkie koffie doen met die dames van de bingoclub.

Bijna 40 jaar lang heeft ie op de markt gestaan. Groente en fruit.Van ’s ochtends zes tot ’s avonds zes; soms tot acht. Dan stopt zijn baas er zomaar ineens mee en valt ie terug van 1500 euro per maand naar een uitkering van 800 … en na 5 jaar gaat daar nog eens 200 vanaf. Hij is dan pas 54 en moet dus nog heel wat jaartjes mee voor hij toe is aan zijn AOW. Van die 600, die hij nou krijgt, kan hij niet leven. Dus besluit hij maar  bij Trevvel achter het stuur te gaan zitten voor z’n laatste werkzame periode. Levert hem 1250 op.

Zijn hele leven woont hij al bij zijn moeder… betaalt haar 350 kost en inwoning … goed te doen. Houdt voldoende over voor zijn natje en zijn droogje.

Naar de markt kan ie echt niet meer terug: kapotte knieën..

Alsof hij kisten sinasappels en aardappelen  in- en uitlaadt, zo werkt hij de vier bingo-dames de Trevvel-bus in en uit. De praatjes die hij jarenlang in zijn kraam op de markt maakt, maakt hij nu met zijn Trevvel-klantjes. Hij móét nu eenmaal onder de mensen zijn.

 

 

woensdag 15 juni 2022

TOMPOES

 

Ruim vijf jaar voordat Carola pertinent zeker weet dat ze van me wil scheiden, denk ìk er wel eens over om van háár af te gaan. Ik heb het er dan nog nooit met haar over gehad maar het s-woord ligt dan al enige tijd op het puntje van mijn tong. Waarom moet je zo nodig gaan scheiden, na een huwelijk van veertig jaar? Bijna àlle stellen, die we kennen zijn inmiddels uit elkaar, dood of half dood. 

Af en toe bekruipt mij de gedachte:  waarom scheid ik óók niet voordat ik daar überhaupt te oud, te krakkemikkig voor ben. Want als krakkemik kan je maar beter niet aan scheiden beginnen! Je komt nooit meer aan de vrouw. Geef de dames maar eens ongelijk!

Volgens de statistieken leven vrouwen gemiddeld  langer dan mannen. Een slimme oude vrouw weet donders goed, dat zo'n gezellige sportieve ouwe vent razendsnel een zorgbehoevende krakkemik kan worden.  Heel erg leuk dus zo’n fit oud mannetje in de buurt maar niet àl te dichtbij.

Na een eventuele aanstaande  echtbreuk, zo denk ik nu,  ga ik toch wel weer het liefst met  een vrouw samenwonen.  Niet dat ik al iemand op het oog heb; dat allerminst. Ik ben nu alleen nog maar een beetje aan het filosoferen over het leven na Carola. Nu heb ik nog een prima conditie … lichamelijk althans. Het is dus: nu of nooit!

 Carola is een sterke vrouw. Vele malen sterker dan ik. Emotioneel dan. Praten over onze echtscheiding: geen probleem voor haar. Dat weet ik wel zeker. Ze heeft in de loop der jaren al zo veel met me te stellen gehad.  Wel ergere dingen dan zoiets simpels als een echtscheiding: verkeersongelukken,  vergokt vakantiegeld, verdwenen poezen, uitslaande branden, geplette hamster, gesmolten ijstaarten, vreemdgaan,  opnames psychiatrie.

Kortom, ze is  wel wat van me gewend … maar het  was natuurlijk in al die al die veertig jaren niet alléén maar kommer en kwel. Onze twee prachtige zonen bijvoorbeeld! En de lol die we best wel gehad hebben samen.  

 Om het praten over onze echtscheiding wat te veraangenamen heb ik voor bij de koffie een paar tompoezen gekocht. Carola is daar dol op:

 ‘Het lijkt mij een goed idee om binnenkort uit elkaar te gaan, Carola,' zeg ik, ' veertig jaar samen:   dat is toch mooi......dat is toch heel mooi geweest. Nu plagen we elkaar steeds. Ik  plaag jou,  met je vele snoepjes en koekjes, je dikke lijf, je nicotine-, koop- en tv-verslaving. Dan plaag jij mij weer met mijn gok- , alcohol-  en voetbalverslaving, mijn toupetjes, mijn kikkervisjes en mijn bijna ziekelijke geilheid.

Ik zal dan, als het eenmaal zo ver is, een klein huisje  hier in de buurt gaan huren.  Dan krijg jij ook eindelijk eens wat rust, Carola  en als jij hulp nodig mocht hebben voor het een of ander, dan ben ik altijd in de buurt, toch?'

 Carola heeft al die tijd niets gezegd. Haar gezicht, dat meestal boekdelen spreekt, kan ik nu even niet zo goed zien, omdat ze zojuist haar tompoes over mijn gezicht heeft uitgewreven.

 ‘Ik ga even mijn fiets in de berging zetten. Die andere tompoes eet ik straks wel op!'

 


dinsdag 14 juni 2022

Balkonnetje

 

Het is het hele jaar door leuk op mijn balkon, met al die vogels en die mekkerende kater.

Het balkonnetje is hooguit vier vierkante meter. Er kunnen niet meer dan twee tuinstoelen naast elkaar staan. De overige ruimte op het balkon is bezet door plantenbakken met kleurrijke eenjarige planten. Op het aan de balkonreling bevestigde tafeltje, is ruimte voor eten, drinken, rookwaar en leesvoer.

Het balkonnetje biedt uitzicht op het binnenterrein. Op het binnenterrein staan wat fraaie bomen, struiken, wat banken en enkele speelwerktuigen. Ook aankomende softdrugsgebruikers voelen zich op ons binnenterrein als vissen in het water en gaan ongestoord hun gang onder het genot van opzwepende techno-beats.

De speelwerktuigen moeten volgens het buurtopbouwwerk, door de jeugd zelf worden gekozen. De opbouwwerker heeft uit een catalogus drie foto’s van speelobjecten geknipt. De jeugd mag daar een keuze uit maken. Het wordt een levensgrote giraf, die door de jeugd meer gemold dan bespeeld wordt.

Maar niet alleen de kinderen doen raar. Het binnenterrein is verboden voor honden. Logisch, want wie is er nou dol op een speelterrein met hondenpoep? Eén bewoner doet ’s ochtends in alle vroegte haar tuinhekje open en laat oogluikend toe dat haar Duitse herder een kwartiertje zijn poten strekt, een plas doet en poept. Als ze daarop wordt aangesproken vraagt ze met een quasi verontwaardigde blik:

‘Is die dondersteen dan potverdikkeme alweer weggelopen?’

Een ander, een corpulente veertiger met een vlassig baardje en een paardenstaart tot tussen zijn billen,  is net zo’n asociaal, die laat daar zijn teckel drie keer per dag uit. Buren die er wat van zeggen lacht of scheldt hij uit. 

Ook ‘s winters is het leuk op mijn balkon. De plantenbakken heb ik dan leeg gemaakt en in de kelder gezet. Uit de bakken heb ik de verwelkte plantjes verwijderd. Op de overgebleven aarde leg ik stukjes brood en zaadjes voor hongerige vogels. Vooral duiven en merels komen hierop af.  Vanaf november staat mijn afgedankte kunstkerstboom op het balkon. Die hang ik dan vol met vetballen en zakjes noten en zaden. Koolmeesjes en roodborstjes wippen rond het middaguur van tak naar tak in die kerstboom. Druk kwetterend en smullend van het lekkers.

De spreeuwen komen in grote getale langs op de dag nadat ik zuurkool of boerenkool gegeten hebben. In die stamppotten doe ik spekjes; het uitgebakken vet daarvan gaat het balkon op voor de spreeuwen. Wat een etterbakken die spreeuwen! Elkaar om de haverklap wegduwen, in de kop pikken en maar schreeuwen. Ze gunnen elkaar het licht niet in de ogen. Het zijn net mensen.

Kater Thijs ontwikkelt zich als een groot vogelliefhebber. Zeer geconcentreerd volgt hij de duif, die over de balkonrand waggelt, de spreeuwen die elkaar de tent uitvechten en het druk-druk-druk gedoe van de koolmeesjes. Ademloos luistert hij naar het kwetter-, koer-, en tsjilpconcert, waaraan Thijs zelf ook meedoet met zijn krakerig gemekker. Met name  de duif bekoort hem zeer. Door begeerte gedreven springt Thijs naar de duif.  Helaas ontbreekt bij hem het besef van de aanwezigheid van een glazen deur tussen hem en zijn gevederde vriendin.  Duif is weg en Thijs even groggy.   

Tsja, 't is echt leuk op mijn balkon  met die kwetterende vogels en die domme mekkerende Thijs.

maandag 13 juni 2022

RIJKE-PIKKEN-BUURT

 

Nooit eerder heb ik hem hier in de buurt gezien. Ik woon hier toch al weer een paar jaar. Het is toch onmiskenbaar Peter Broeker. Rechtop, schouders naar achteren, mooi wit koppie met haar en  nog zo slank als een gemiddelde marathonloper. Kom daar tegenwoordig maar eens om bij een willekeurige 70-er.

Hij laat zijn hondje, een vuilnisbakkie, uit tegenover mijn huis. Het verbaast me wel dat hij hier zo rondloopt. Ik kan me haast niet voorstellen dat hij hier woont. Crooswijk, Oude Noorden … dat is toch beneden zijn stand. Destijds ging hij er prat op te wonen in de Schiedamse rijke-pikken-buurt. Onder andere de familie van  Pieter van Vollenhoven woont daar. 

Op de voetbalclub hoor ik onlangs, dat Peter sinds kort in Crooswijk is komen wonen. Hij was urgent woningzoekende. Alles is hij met gokken kwijtgeraakt. Letterlijk alles:  zijn vorstelijke villa, zijn prachtige vrouw, zijn leuke zonen, zijn chique auto … alles … alleen zijn hondje heeft hij nog.

 ‘Rustig, Kelly, rustig,’ zegt Peter tegen zijn hondje, dat net niet met zijn snuffert bij de boom met al die lekkere luchtjes kan komen.

 Ik loop hem tegen het lijf als ik een vuilniszak naar de vuilcontainer breng.  

‘Hé,’ zeg ik, ‘als dat Peter Broeker niet is!

‘Ehhhh…….ja, dat ben ik.’

‘Jahaaaaa, we kennen elkaar van Sparta,’ zeg ik, ‘jouw zoon Sander en mijn zoon Leen voetballen jarenlang in dezelfde jeugdelftallen.

 ‘Kelly!  af!, verdomme!’ Het beestje is net bezig een kliekje aardappelen, jus en prinsessenbonen naar binnen te schrokken.

 Langzaam begint Peter wat te dagen. Blijkbaar hebben zowel ik als mijn zoon weinig indruk op hem gemaakt. Logisch ook wel want als ‘voetbalvader’ heeft hij een veel grotere staat van dienst dan ik.  Hij heeft zelf betaald voetbal gespeeld bij ADO! Hij was, volgens eigen zeggen, een sluwe, soms gemene middenvelder. Ik was slechts de matige keeper in het elfde van de amateurclub HOV.

Peter schept in voetbalkantines, na de wedstrijdjes,  vaak onbeschaamd op over zijn glorietijd. De andere voetbalvaders hangen aan zijn lippen en lachen hartelijk om zijn smakelijke verhalen. Het bier vloeit dan rijkelijk.  Over zijn zoon Sander is hij duidelijk: dat wordt een nog betere voetballer dan hijzelf.

 Kelly, ziet een jonge bouvier aankomen. Angstig kruipt het hondje zo dicht mogelijk tegen het baasje aan.

 ‘Nu je het zegt, jij bent Jee! Leen zijn vader.  Jij fietste toch altijd naar alle uitwedstrijdjes en toernooitjes? Antwerpen, Venlo, Parijs, Bielefeld, Luik. Je mag gerust weten dat we je toen allemaal als knettergek beschouwden.

 Ik vertel Peter, dat Leen ruim twaalf jaar gevoetbald heeft bij een Belgische profclub, een tweede klasser: FC Lommerrijk. Hij is op zijn 37e gestopt. Toen is hij weer gaan werken als onderwijzer in een achterstandsbuurt Rotterdam.

 ‘En hoe is Sander gevaren, Peter?’

Tja, Sander is op zijn 20e gestopt, na zijn Feijenoord-tijd. Bowlen doet hij tegenwoordig regelmatig met vrienden.

 Kelly is onrustig, trekt zijn riem zó strak, dat die grote, sterke Peter bijna omkukelt.

‘Je ziet het,  Jee, ik heb hier ook al weinig meer te vertellen. Meneer wil naar huis! Nou, tot ziens, Jee.

 Doe Leen de groeten van me.’

 

zondag 12 juni 2022

MUZIEKPODIUM

 

Vanmiddag ga ik met buurman Bert naar het ‘Muziekpodium Prinsenpark’. Dat is vijf minuten lopen  bij mij vandaan. Het is elk jaar 4 zondagen in de maand juni van twee tot vier uur. De vorige twee jaar kon het niet doorgaan in verband met de Corona-crisis. Vorige week zondag zou het beginnen met een optreden van het Delfts Dansorkest.  Maar het is toen door veel regen niet doorgegaan.  De komende twee zondagen  (19 en 26 juni) is het ook nog.  Volgende week treedt ene ‘Kiki Bussio & Blauwgras’ op en de laatste week is er een open podium en een optreden van Marjolein Meijers (de dame van de Berini’s).

Vandaag  12 juni  is er Kunstmarkt met als thema ’The Roaring Twenties’, zowel van deze als de vorige eeuw. 28 Kunstenaars doen daaraan mee.  In het voorprogramma treden jonge musici van Codarts (een soort conservatorium) en het hoofdprogramma wordt verzorgd door het Amsterdams en Rotterdams Studentenorkest met zang van Lisa Rothi.  Dan krijgen we nog de ‘spoken word’ artiest Séna Nyaku.

Wat is nu eigenlijk precies ‘spoken word’?

De naam zegt het eigenlijk al. Een spoken word is een gesproken woord waarbij de nadruk ligt op de voordracht. Vaak kiezen de spoken word-artiesten voor maatschappelijke thema’s die ze op een begrijpelijke manier laten horen. Dat kan op verschillende manieren: de een kiest ervoor om er handgebaren bij te gebruiken, terwijl een ander zichzelf erbij schminkt. Spoken word-artiesten kan je beschouwen als de filosofen van nu, die mensen op een toegankelijke manier over sociaal-maatschappelijke problemen kunnen laten nadenken. Ik ben benieuwd welke social-maatschappelijke problemen Séna Nyaku voor het voetlicht brengt.

De organisatie  heet het publiek welkom en heeft meteen al een slecht mededeling: van de vier bestelde Dixies (toiletten) zijn er maar twee gebracht en die zijn nog vies ook. ‘Dus bij hoge nood: heren zoek een boom en dames ga maar vlug naar huis.’

De orkesten zijn in vorm. Het meeste dat ze spelen is klassiek, wat ik heel graag hoor … ik ben geen kenner ... componisten herken ik niet. Dat geeft ook niks. Je hoeft de componist niet te kennen om iets mooi te vinden. Het studentenorkest  brengt tot slot nog een compilatie van muziek uit de West Side Story.

De spoken word artiest, Séna Nyaku’  werkt niet met handgebaren of schmink. Hij spreekt zijn dichterlijke woorden vooral over vrede. Zowel wereldwijd als op kleiner formaat; thuis en in de buurt dus. Helemaal zeker ben ik daar niet van.  Complexere poëtische  uitingen vind ik wat ongemakkelijk.

Kijk, de onderstaande vijf dichtregels  zijn voor mij goed te bevatten:

     

Oude tante Katrien

heb je haar wel eens gezien

ze is al tachtig, dat is waar

maar zo vitaal, geloof me maar

ze loopt nog steeds de marathon

die ze de laatste jaren won.

 

De  onderstaande  ‘spoken word’ regels begrijp ik niet zo 1,2,3. Hoewel ze ook weer niet zo erg moeilijk zijn: 

 

Havenstad

waar aankomst en vertrek

tezamen vloeien

onzichtbare lijnen

lopen door de zee

 

het schuim

staat op de golven

en de glazen

orkanen blazen

 

in plastic boterhammen-

zakken

daar is geluk gezocht

en zwaar geleden

 

Leuk. Bert en ik komen veel bekenden  tegen bij dit culturele gebeuren. Maar liefst zes buren en nog eens vier leden van onze maandagmiddag wandelclub. Het was echt samen genieten deze middag.

zaterdag 11 juni 2022

HIJ WEET HET ZELF NIET

Pieter (48) haalt elke dag zijn dochter Kim en nog een paar buurtkinderen van school. Een gezellige, beetje excentrieke man, die graag en veel met de moeders op het schoolplein praat. Met Pieter kan je lachen. Hij kan ook overal over meepraten:

Lekkere receptjes, afgeprijsde groenten, een hagelwitte was, glanzende meubeltjes, een kleedje kloppen, een stevige afwasborstel kopen, een goede  mop (om de vloer mee te dweilen), lijnen en ga zo maar door. Echt allemaal van die vrouwendingetjes. Heerlijk vindt hij dat. Glunderend staat hij dat soort gesprekken te voeren en meestal heeft hij nog het hoogste woord ook. Er is wel eens gekscherend over hem gezegd: ‘Iedereen hier in de buurt weet dat Pieter een flikker is, alleen weet hij zelf nog niet.’

Gaat het over èchte vrouwendingen als ongesteldheid, maandverband, make-up, watergolfje, zwangerschap, permanentje of een bh dan houdt ie zijn mond. Als het onderwerp seks ter sprake komt, klapt hij dicht en is hij snel vertrokken. Vreemd voor zo’n spontane snuiter als Pieter. Maar het is niet anders. Daar ligt voor hem duidelijk de grens voor zijn openhartigheid naar de moeders.  

Een piep klein beetje van zwangerschap, beleefde Pieter toen hij met Lenie, zijn vrouw, zwangerschapsyoga deed.  Ademhalingsoefeningen, bewust in en uitademen en samen ’puffen’. Ja, Pieter is populair bij de moeders op het schoolplein. Hij is een aardige vent, die ook nog leuk is  met de kinderen … let wel … op de goeie manier dan, hè … ja … dat moet er tegenwoordig altijd bij gezegd worden. 

Caroline (63) is de oma van een van de kinderen, die Pieter van school haalt. Kort geleden liepen Pieter en Carolien elkaar tegen het lijf op een buurtrommelmarkt. Zij wist niet dat hij ook geïnteresseerd was in het soort prullaria dat  op zo’n rommelmarkt  vanaf een euro per artikel wordt verkocht. Ze heeft al een mooie zomerhoed gescoord. Zomer of winter, altijd draagt ze Caroline een hoofddeksel. Haar in rap tempo uitdunnende haar wordt daarmee het best gecamoufleerd. Nu gaat ze nog op zoek naar een roze lepelrek. Ze wil haar hele keuken roze.    

Hé Catherina’.

‘Zeg vandaag maar Caroline tegen me hoor!’ …..als ogen konden doden …

‘O, sorry, hoi Caroline, hoe is het? Heb je al wat gekocht hier?

‘… een zomerhoed.’

‘Wat zit er in je tas?’

‘…drie keer raden.’

Ze geeft haar ogen goed de kost op de rommelmarkt.

‘Hé, Pieter, moet je kijken wat een gaaf roze lepelrek daar ligt.

‘Hoeveel? Vijf euro? Kom nou … ben niet achterlijk!  Drie geef ik er voor. Geen cent meer. Stik d’r dan in, joh!’

‘Geef maar hier dat lepelrek’, zegt Pieter tegen het jochie op het kleedje.

‘Hier heb je vijf.’

Pieter geeft het rek aan Caroline, die al wat door gelopen is!

‘Homooo!!’ zegt ze lachend tegen Pieter ‘vijf is toch veel te veel man. Zo verpest je de markt ... nou, eh, toch bedankt hoor … lief van je.’

Ze kust hem op zijn wang, geeft hem een arm en zo lopen ze samen de rommelmarkt af .

‘Bakkie doen bij mij thuis, Pieter?’

vrijdag 10 juni 2022

SCHOENSHOPPEN

 Schoenen kopen doe ik altijd met Lara, een oud collega van mij. Dat scheelt een hoop getob. Een week van te voren bel ik haar. Dat het weer zo ver is. Leuke meid hoor, die Lara, niet zo mooi. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Ze is  scheel  (links) en haar linkerbeen is iets te kort.  ’t Belangrijkste: ze is aardig en behulpzaam. Probeer als een oude man zoals ik, maar eens iemand te vinden, die schoenen met je wil gaan kopen. Alleen lukt het me echt niet. Carola mijn vrouw heeft er al jaren geen zin meer in. Het duurt bij mij allemaal veel te lang, vindt ze.  Lara helpt me nu al bijna twintig jaar. We hebben al heel wat schoenen samen gekocht. 

‘Je schoenen vallen zeker spontaan van je voeten, Jee?’

Daar bel ik haar eigenlijk alleen maar voor. Een soms twee keer per jaar. 

‘Ja, Lara, ik zie mijn tenen zowat al weer door mijn schoenen heen.’  

Schoenen kopen betekent bij ons: een middagje, afwisselend in een stel schoenenwinkels en kroegjes in het Centrum rondhangen.

‘Kan ik u misschien helpen?’ vraagt de verkoper van de schoenenzaak netjes.’

‘Nee, we kijken eerst liever zelf even. We geven u wel een seintje als we een keus hebben gemaakt!’

Gemeen!! Want we willen  daar he-le-maal niks kopen; veel te dure zaak. We willen alleen maar een beetje lol trappen: veel schoenen passen, opzij zetten en het schoenenzooitje daar achterlaten.

‘Sorry,’ zeg ik dan tegen die verkoper, ‘we hebben helaas geen keus kunnen maken maar heeft u misschien een potje zwarte schoensmeer te koop?’ Wel kinderachtig eigenlijk, hè?

‘Jezusmina Jee, trek voortaan schone sokken aan.  Jij zit me daar toch vreselijk te meuren!’ 

Lara probeert me over te halen rode laarzen te kopen. ‘Die stonden je echt goed die  bordeauxrode laarzen, met een hoge hak. Als je daar dan een strakke spijkerbroek  bij aan had, Jee, dan kon ik het echt niet droog houden. Dat durf ik nú wel te zeggen.’  

Ik wist niet wat ik hoorde, uit Lara’s mond nog wel!

’Want, weetje Jee, door die hoge hakken kwam die fiere bobbel van je in  dat strakke broekje zo prachtig uit. Ook je kontje trouwens. Maar ja, Jee, die tijd is geweest, jongen.’ 

‘Hoe bedoel je, Lara?’

‘Nou ja,  Jee,  je  zal toch zelf onderhand ook wel in de gaten hebben dat je er niet meer zo betoverend bent als een  jonge meid. Je bent zeventig en dat ziet er toch echt iets anders uit dan veertig!’

‘Ja, zo kan die wel weer, Lara.’

‘Je vraagt er zelf om, Jee.’

‘Jij bent toch ook onderhand wel een jaar of vijfenvijftig, Lara?’ (Ik moet haar toch een klein beetje terugpakken.)

‘Nee, pestkop! Ik ben net vijftig en dat weet je best. Als je liever alléén verder zoekt naar een paar schoenen, moet je zo doorgaan.’

Bristol is zoals gewoonlijk het eindstation. Daar slagen we altijd. We kopen, zonder dat we lastig gevallen worden door hijgerig verkooppersoneel, een paar zwarte laarzen met een gewone hak.