Zondag is het prachtig weer voor het jubilerende Bluegrass festival in het Oude Noorden. Ik ga er met mijn vriend Bert naar toe. Op het Pijnackerplein wordt het festival voor de tiende keer georganiseerd. Toen ik nog in Het Oude Noorden woonde ging ik er steevast naar toe maar na mijn scheiding, alweer zeven jaar geleden, ben ik er niet meer geweest. Waren er destijds enkele honderden bezoekers dit jaar schat ik het bezoekersaantal op enkele duizenden. Dan is nog maar het halve plein in gebruik als festivalterrein. Nu dus het hele plein. Vroeger kon je gewoon komen aanlopen vanuit elke willekeurige richting en aanschuiven achter de toehoorders rondom de prachtige muziektent. Dat is dan nog het enige podium. Op deze zondag is het Pijnackerplein helemaal met hekken afgezet. Er is een centrale in- en uitgang gecreëerd. Voor elke bezoeker wordt een nummertje van een rol afgescheurd. Ik ben 12.987, Bert 12.988 (en Ernie 12.989). Dat is aardig wat. Vrolijke en verfrissend klinkt de bluegrass-muziek over het terrein. Beluister dit genre maar eens op ‘you tube’ of ‘spottify’.
Op het terrein zijn volop eet- en drinkkraampjes, tafeltjes
en bankjes. Aan toiletten ontbreekt het
jaren geleden nog wel eens. Er wordt dan door de mannen onbeschaamd tegen de fraaie geveltjes
gepiest. Toiletten zijn er zat nu. Net als voorheen heeft een groot aantal
bezoekers zelf (tuin)stoeltjes
meegenomen. Nieuw voor mij zijn de
merchandising, workshops, theatervoorstellingen en de goochelaar.
De sfeer zit er goed in. Iedereen van jong tot oud loopt te
stralen, mooi te zijn. Veel dames dragen kleurrijke, weinig verhullende kleren. De veelal in het zwart geklede
oudere heren, bijna allemaal met een klein goed gesoigneerd baardje, lopen vol trots
te showen, hoe jeugdig ze zich nog wel voelen.
Iedereen kan hier vandaag swingen op aanstekelijke muziek. De vrouwen zijn
zoals gewoonlijk meer tot dansen geneigd dan de heren; die zitten liever met een biertje in hun hand
ritmische hoofdbewegingen te maken.
Het klinkt nu allemaal wel erg positief maar toch ben ik dat eigenlijk níét helemaal.
Ik ben er bijzonder teleurgesteld over dat het geen echt, puur bluegrass
festival meer blijkt te zijn. Ik heb in de korte tijd dat ik er ben,
zondagmiddag, muziek gehoord die meer verwant is aan de jazz en de soul. Bands waarin saxofoon, klarinet, piano de hoofdmoot vormen hebben niks te maken met blue grass.
Bij dat genre horen: banjo, gitaar, bas en viool. Als ik musici
met die instrumenten in een wervelend tempo muziek hoor maken
dan kan ik, normaal gesproken, niet meer
stil blijven staan. Met die knieblessure die ik nu heb moet ik wel.
‘The old dutch Riverhoppers’
geven drie kwartier lang een show met old time en bluegrass uit
pioniersjaren van o.a. Bill Monroe. Dit is dus een voorbeeld van een band die
tot swingen dwingt.
Veel minder boeide mij
de als ‘de nieuwste soulsensatie’ uit Engeland aangekondigde band. Goeie
muziek, dat wel maar daar ben ik niet
voor gekomen. Bert en ik nemen een biertje (3 euro per stuk) en schuifelen langzaam
maar zeker in de richting van het podium waar straks ‘The long gone daddies’ gaan optreden.’ Het blijkt een uitstekende
band te zijn met goede zang een prima pedal steelbespeler.
Het is dan half zeven. Tijd om naar huis te gaan. Van
het ultra levendige Oude Noorden terug naar
het supersaaie Prinsenland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten