zaterdag 29 september 2018

EKSTERS


Drie eksters, misschien broertjes en zusjes, bevechten elkaar op een stuk asfalt. Er ligt daar iets en ieder van hen wil daar wat hebben. Ik  loop op een meter of tien afstand als ik die beestjes zo bezig zie.
 Eksters zijn geen leuke vogels, hoor, vind ik. Tenminste Ik hou niet zo van wegjagers, schreeuwers en aanvallers. Toen ik nog in een flatgebouw woonde, 12 hoog zat ik toen, heb ik eens meegemaakt dat een poes in een boom wou klauteren; ik wist niet precies waarom die kat dat wou dat kon ik van 12 hoog niet zien. …..maar die poes was nog niet halverwege of er vlogen driftig vier grote eksters uit de boom , schreeuwend en wel om de poes te verjagen. Doch de poes liet zich niet verjagen en dat pikten de vogels niet. Ze gingen nu over tot de lijfelijke aanval. Ze sloten hem als het ware in   en maar krijsen en maar kabaal makend. De poes, die het waarschijnlijk gemunt had op het nestje kleine ekstertjes voelde een vogelbeet in zijn staart en dat was het teken voor haar om zich langzaam en behoedzaam  naar beneden te laten zakken. Maar dat was nog niet genoeg voor de eksters. De poes moest helemaal ophoepelen. Weg bij de boom van de eksters met hun jonkies.  De luchtaanval van de eksters ging door en de poes werd op verschillende delen van zijn lijf gepikt. De poes zakte door zijn pootjes en begon langzaam weg te sluipen van de bewuste boom. Zijn tempo werd steeds iets hoger tot hij aan het rennen was naar de flat waar ik woonde, alwaar ik hem uit het oog verloor. De vogels gingen nog zeker 10 minuten door met krijsen. Toen pas waren ze er blijkbaar zeker van dat de kat helemaal uit de buurt was en hielden ze zich rustig.
Maar nú…..waar zijn die drie eksters nú mee bezig op dat asfalt…..deze eksters bevechten elkaar. Ik kom langzaam dichterbij. Een ekster lijkt een stukje kauwgum van het asfalt te trekken als zijn broer of zus (ik weet niet wat mannetjes-eksters of vrouwtjes eksters zijn, ik zie het verschil dus niet) aan komt sjezen en tegen de snavel botst van de kauwgum trekker en het ruw over nam van hem of haar. Als ik vlakbij die plek ben, zie ik helemaal geen kauwgum…..ik zie eigenlijk helemaal niks eetbaars….althans ik zou niet weten wat. Wat ik zie zijn in het asfalt vastgeklonken witte kiezelsteentje……die willen ze uit het  asfalt rukken. Misschien kunnen ze kiezelsteentjes en speciaal witte wel goed gebruiken voor hun spijsvertering. Hoe dan ook ze hebben het alle drie blijkbaar hard nodig, zo vechten ze er voor. Ik moet denken aan het gevecht van die vier eksters met de poes van een tijdje geleden. Deze broertjes en zusjes eksters gaan elkaar net zo hard te lijf als hun ergste vijanden. Het is net alsof ze elkaar een heel klein beetje tijd geven om aan zo’n steentje te rukken en als de tijd voorbij is dendert een zus of broer tegen hem aan. En zo gaat dit agressieve spel door.


dinsdag 25 september 2018

DE BRUG


Er staat een man tegen de reling van de brug. Ik ben nog een heel eind van hem vandaan. We zijn de enige twee op de brug van ongeveer  een kilometer of iets minder. Het weer is niet heel erg lekker, hoewel ik de ritssluiting van mijn korte rode jasje heb opengedaan ….zo warm is het toch ook wel weer. Onder mijn jasje heb ik nog een zwart vest met een capuchon erop en ook heb ik nog een zwart t-shirt aan. Omdat ik geen straaltje van de zon op mijn hoofd mag krijgen draag ik altijd een pet…..een zwarte pet met een hele  grote klep. Verder heb ik een zwarte lange sportbroek met dunne witte biezen aan …. een korte zwarte onderbroek natuurlijk, een paar zwarte sokken en een paar beige schoenen. Dus als je misschien vanmiddag zo iemand op een brug heb zien lopen (half kaal met grijze lange haren)dan kan je er donder op zeggen dat ik het was.
Ondertussen nader ik de andere man op de brug een beetje. Ik zie nu al dat de man niet op de brug staat maar tegen de reling van de brug leunt. Voor de rest kan ik nog niks over de man vertellen. O ja, ik zie nu ook dat de man een fiets bij zich heeft, die staat naast hem, achter hem...de kleur van de fiets kan ik nog niet onderscheiden…..het zou net zo goed rood, als wit, als blauw kunnen zijn….daar kan ik gewoon nog geen duidelijkheid over verschaffen. Ondertussen is het onder en aan weerskanten naast mij een wezenloze drukte van belang. Ik moet nog een detail vertellen, de brug loopt namelijk over een stuk water, nee geen rivier of meer of weidse sloot nee het is een plas, je zou het ook een soort vijver kunnen noemen. De wezenloze drukte die opeens onder en aan weerskanten naast me ontstaat bestaat uit vissen, groot en klein, die wel een meter uit het water springen, die vissen hebben net als ik gezien dat er hurrie-up insecten zwermen tussen het wateroppervlak en een meter daarboven. Ik heb het ook gezien schreef ik al maar aangezien ik er geen belangstelling voor heb om insecten (van welke soort dan ook) op te eten ben ik niet over de  reling van de brug gesprongen. Maar niet alleen vissen tonen hun eetlust ook ganzen, reigers, kraaien, boerenzwaluwen, eenden, kikkers en  heel af en toe wagen zich ook wat palingen op de insectenjacht. Vreemd genoeg vertoont zich geen enkele meeuw, een vogelsoort die normaal gesproken  toch haantje de voorste is als er wat te smikkelen valt….. zo zie je maar hoe raar het soms kan lopen in het dierenrijk. Inmiddels ben ik de man met de fiets zover genaderd dat ik kan zien dat hij een blauwe fiets bij zich heeft en een groen visserspak  draagt. Aha, hij is dus op de brug aan het vissen. Dan staat hij duidelijk op de verkeerde plek. Dat zeg ik hem ook:  ’Hé, kerel, hé, je moet ongeveer tweehonderd meter terug gaan, daar sterft het van de vis. Je kan het hier vandaan zien. Kijk dan!
De man kijkt me alleen maar wazig aan, vraagt of ik wel spoor en vist onverstoorbaar verder.

maandag 24 september 2018

DIVIDEND


Ik doe mijn hand voor mijn mond. Op zo’n manier, dat ik kan ruiken of ik uit ‘mijn straatje’ stink. De meeste geurtjes uit je mond ruik je natuurlijk niet, knoflook kan je zo niet opsporen maar wat je wel ruikt is bijvoorbeeld een lichtelijk rottende geur veroorzaakt door de kiezen of wat daar tussen zit. Dat kan je zo met je hand voor je mond goed ruiken. Verder heb je er niet zo veel aan om je hand voor je mond te doen. Ja het is netjes om je hand voor je mond te doen als je geeuwt bijvoorbeeld of als je hoest of niest;  al zie je tegenwoordig mensen ook hun ellenboog voor hun mond houden in die gevallen. De hand wordt ook nog wel eens voor de mond gedaan in geval van verbazing; vooral kinderen doen dat en dan uiten ze vaak de kreet ‘ohhhh’.  Soms wordt niet de hele hand maar slechts een vinger voor de mond gedaan hetgeen betekent dat er gezwegen moet worden of dat er zachtjes gedaan moet worden. Maar niet alleen vingers handen en monden hebben een match ook Mond en tanden, zo kan je met je mond vol tanden staan wat betekent dat je met stomheid geslagen bent, niet weet wat je moet zeggen, Je staat perplex. En zo zijn er wel allerlei verbanden tussen verschillende lichaamsdelen te leggen, hetgeen ik in dit stukje niet zal doen. Dat is te weinig interessant om hier 500 woorden aan vuil te maken.
Veel interessanter is het om het woord ‘dividendbelasting’ in de mond te nemen. Over die dividendbelasting sta ik bijna met mijn mond vol tanden……bijna…… De Dividendbelasting die het huidige kabinet zo graag wil afschaffen  om gigantische bedrijven als de Shell en Unilever te plezieren , zodat ze in Nederland blijven en zodat ze in de toekomst nog voor veel werkgelegenheid zullen zorgen. Wat is nou eigenlijk dividendbelasting. Daarvoor is handig dat je eerst weet wat dividend is en vervolgens wat belasting is…… wat belasting is weet eigenlijk iedereen wel ….neem ik aan. Maar wat dividend is zal niet iedereen weten. Welnu dividend is winst, winst gemaakt op aandelen. Stel een aandeelhouder heeft een aandeel  van 1000 euro en het  dividend over 2018 is 15%  dan heeft die een winst van 150 euro en daarover moet die aandeelhouder (stel) 50% belasting betalen dat is dus 75 euro. Dat loopt de staatskas dus mis! MAAR er is niet  1 aandeelhouder, er zijn duizenden aandeelhouders die allemaal geen dividend belasting hoeven te betalen en zo loopt de staatskas miljarden mis. En er is één man die als een gek loopt te paraderen om dat voor elkaar te krijgen. Dat is onze minister President de heer Rutten. Het dolle is ook nog dat hij er zomaar de Kamerleden, de burgers en de Eerste Kamerleden mee heeft overvallen.  Hij heeft de dividendbelasting zo maar het regeerakkoord in gesjoemeld en al die partijen van dat regeerakkoord wisten er niks van en doen nu allemaal alsof ze het er mee eens zijn, de lafbekken. Vanmorgen zag ik Rutten weer rondkruipen in Rotterdam bij het hoofdkwartier van de Shell, daar bij die raffinaderijen en ’s middags zat ie in een matrozenpakje te roeien op de Maas op weg naar dat afzichtelijke gebouw van Unilever. Hij moest (stiekem) komen beloven dat ie zijn best voor allebei die bedrijven zal blijven doen. De hypocriet. Voor de rijken wil die VVD’er zijn stinkende best wel doen.


zaterdag 22 september 2018

JOKKEN

Schuitje varen, theetje drinken, varen we naar de Overtoom, drinken wij zoete melk met room; zoete melk met brokken (gatverdegatver) en Charlotte (of weet ik wie, niemand eigenlijk of wel soms?) mag niet jokken.
Ik zing  het bovenstaande lied al schommelend op een schommelstoel en ik weet dat ik heus geen heilig boontje ben want ik mag dan wel niet jokken, ik doe het gewoon wel. Want met jokken wordt het leven wat aangenamer. Jokken is zo kwaad nog niet. Jokken is onschuldig. Een voorbeeld? Nou vooruit!
Je moet eigenlijk naar school maar je gaat met lekker weer een flink eind fietsen. Moeder vraagt als je om 4 uur thuis komt: ‘….en jongen, hoe was het op school en je vertelt over de godsdienstles waar meneer pastoor  weer verteld heeft over Judas, en de meester een stuk heeft voorgelezen uit het spannende boek Fulco de Minstreel en dat twee van jouw beste vriendjes de klas zijn uitgestuurd omdat ze met elkaar zaten te ‘wauwelen’, zoals de meester zei.  Verdere heeft hij een heerlijke ‘knots’ opgegeten die kreeg hij van Ferdinand het vervelendste mannetje uit de klas, maar nu moest hij wel wat geven omdat hij jarig was. Ik heb Ferdinand nog proberen te laten struikelen met zijn hele trommel vol met knotsen maar dat lukte niet. Hij viel wel maar er zat jammer genoeg nog maar 1 knots in. Maar o, o, o wat was Ferdinand boos op mij. Ik moet voorlopig maar uit zijn buurt blijven. Tijdens het speelkwartier hebben we zoals altijd gevoetbald ik was weer de keeper en ik heb alle ballen goed uit de goal gehouden.
 Zo onschuldig en makkelijk  is jokken nou. Er is van dat hele verhaal helemaal niks van waar behalve dat ik de hele dag niet naar school gegaan ben en lekker ben wezen fietsen in mijn eentje. Naar Schiedam. Naar het grote vijftig meter bad Groenoord. Want ik had de avond tevoren al mijn zwembroek en een handdoek in mijn fietstas gedaan en ik weet dat mijn vader en moeder het veel te druk hebben om in mijn fietstas te koekeloeren. Heerlijk heb ik gezwommen. Ik had het hele zwembad voor me alleen want alle andere kinderen zaten natuurlijk op school. De badmeester kwam nog wel naar me toe en vroeg aan mij: ’Zo jonge man, moet je niet naar school toe op deze donderdagochtend?’ ‘Neen’, zei ik, ‘ mijn meester is al een paar dagen erg ziek en kan daarom geen les geven en ik had wel met al mijn vriendjes hier naar toe willen komen maar zij vonden het allemaal te koud. Nou ik vind het prima zwemwater, dus het was maar stom van ze om thuis te blijven.’ De badmeester zei toen: ‘Je heb helemaal gelijk jongen, ik zou er ook zo wel in willen duiken jongen, maar ja, je weet het, ik moet hier werken, ik ben de badmeester.
Kijk, wat ik nou tegen die badmeester zei was ’een leugentje voor het bestwil’, het was duidelijk niet waar maar wie had er nou last van? Ik niet de badmeester niet, de meester niet( want die was helemaal niet ziek), mijn klasgenootjes niet, want die zaten gewoon lekker te werken op school. Dus wat maakt zo’n leugentje nou helemaal uit? Niks toch! Er zijn wel ergere dingen. Echt liegen bijvoorbeeld daar moet je bij mij niet mee aankomen

donderdag 20 september 2018

LOSLOPENDE DIEREN


OP het journaal zag ik tot mijn schrik dat er honderden lieve reetjes moesten worden afgeschoten op de Vaarsloterplassen. Er was ook een filmpje bij en het was wel goed te zien waarom dat moest gebeuren: er waren er zo veel. Ik weet niet hoe ze dat zullen gaan doen. Ja, afschieten is natuurlijk iets met een geweer of een pistool maar het zal toch wel door enkele tientallen mensen moeten gebeuren. Wat zullen die reetjes bang zijn als dat proces van afmaken in gang is gezet. Die knallen en dat dood neervallen om hen heen.  Misschien is het afschieten eigenlijk lang zo erg niet als het uithongeren want dat staat te gebeuren als ze niet worden afgeschoten en iets ergers als de hongerdood is niet. Dat willen we die lieve reetjes toch ook niet aan doen. Ze zouden natuurlijk ook een inslaapinjectie kunnen krijgen, dat is waarschijnlijk de meest pijnloze en minst afschrikwekkende dood maar dat schijnt voor het Ministerie van Loslopende Dieren iets te duur te worden. Een woordvoeder van dat ministerie zei desgevraagd over die injectie dat ze niet helemaal van lotje getikt waren: ‘dat zou veel te duur worden
Een ander probleem van het Ministerie van Loslopende en in dit geval ook Losvliegende Dieren is de zo langzamerhand uiterst irritant overal aanwezige Gans, het maakt niet uit welke soort gans. Er werd in het nabije verleden nogal eens gemopperd over ons trouwe huisdier de hond, dat hij of zij speelterreinen, speelvelden en trottoirs zou bevuilen maar als je ziet hoe de overal aanwezige gans alles wat groen is onder schijt en als het even kan ook nog voetgangerspaden op de koop toe mee neemt …… en niemand die je er op aan kan spreken. In het geval van hondenpoep kan je altijd nog de hondeneigenaar bij zijn kladden pakken maar ganzen hebben geen eigenaar….ze zijn eigen baas. Hoewel God is natuurlijk hun baas maar die laat zich mooi niet zien. Ik heb nog niet één religieus zijn stem horen verheffen over die vogel met het irritant gakkende geluid. Hoewel het Ministerie van Loslopende en Los Vliegende Dieren natuurlijk ook niet de baas is over de ganzen wordt daar ook wel ingezien dat het zo niet verder kan. Als eerste maatregel hebben ze dan ook genomen een afschietmogelijkheid op kleine schaal voor restauranthouders. Die indien gewenst een vergunning kunnen krijgen. Gedacht moet dan worden dat zo’n vergunninghouder ieder zo’n twintig ganzen kan buitmaken op speciaal aangewezen gebieden, (speeltuinen en voetbalvelden zijn uitgesloten). Voor de rest neemt het Ministerie de maatregel: opjagen dit houdt in dat grote groepen ganzen met kleine vliegtuigjes het land uitgejaagd worden, richting het noorden, in eerste instantie naar Noorwegen waar veel en veel meer plek is als bij ons. Er zijn natuurlijk altijd ganzen die  zich niet laten wegjagen en van die ganzen zal een del worden afgeschoten en een deel zal met rust gelaten worden. Er wordt naar gestreefd om in heel Nederland 50.000 ganzen over te houden. Hetgeen betekent dat er een jaar later weer bijna 300.000 ganzen zullen zijn Tegen die tijd zullen er dan weer helaas gepaste maatregelen genomen moeten worden.

zondag 16 september 2018

DUIF


Ik heb het wel eens over vogels gehad in de buurt waar ik woon. Het zijn niet zo veel soorten maar de ergste soort is toch wel de duif. Bijna iedereen is met dat beest weg te jagen zo te zien tenminste aan wat er allemaal aan de balkons bevestigd is. De een heeft een regiment plastic zakjes wapperen een de waslijn, een ander heeft een of meerdere namaakkraaien op de balustrade staan, weer een andere heeft gaas gespannen voor zijn of haar balkon en bij nog een ander staan windmolentjes hard te draaien en ik zal vast nog wel enkele bestrijdingsmiddelen vergeten want het zou me niks verbazen als er gif in het eten van de duiven gedaan werd of als er in het geniep op ze geschoten werd. Want het zijn wel zulke lastige vieze beesten die duiven. Ze maken je als gezond mens ziek. Nu zou het niet eens zo erg zijn als iederéén zijn best deed om die beesten van de balkons af te jagen maar nee hoor er zijn halve zolen , die vinden duiven zielig beesten en die laten ze op het balkon slapen en eieren leggen dat vinden ze dan leuk. Er zijn ook mensen en die zijn ziek; die horen hier eigenlijk niet te wonen maar die laten ook de duiven maar hun gang gaan op hun balkon. Ze geven ze vaak nog te eten ook en ten gevolge daarvan schijten ze dat hele balkon onder. Die stront droogt op maar als het dan gaat regenen wordt die stront weer zacht en vloeibaar en gaat druipen naar andere balkons en daar worden mensen er ziek van, allerlei vervelende en gevaarlijke besmettelijke ziektes krijg je daardoor. Naast mijn buurvrouw woont zo’n  gek die helemaal niets aan zijn balkon doet. Tientallen duiven zitten op zijn balkon te schijten en te neuken. Hij heeft zijn zonnescherm ook altijd uit zo dat daar ook plaatsgenomen kan worden door de schijtbeesten. Zijn hele balkon, echt zijn hele balkon ligt onder de stront en stinken dat het doet. Ik bijvoorbeeld, ik woon tien meter verderop en als ik in de keuken een biefstukkie sta te bakken kan ik daar niet, zoals in andere huizen die ik had, lekker van genieten. Ik ruik niet lekker knoflook ,ui, en biefstuk met boter ……..neen ik ruik die walgelijke stront. Maar er is nog wat, iets heel irritant. Het is niet alleen de geur van die gore duiven, heel erg  is ook het geluid. Ik kan het op papier niet weergeven ja ik kan het proberen maar het echte geluid moet je zelf maar uitproberen. Het gaat zo: OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE, OE HOE OE OE,OE OE OE OE en zo een hele avond door. Meestal zijn het dan twee duiven die elkaar aan het versieren zijn, da wordt dat ge ouwe’OE’stees harder. Probeer het geluid maar eens met je partner, vriend of vriendin.

woensdag 12 september 2018

BLADBLAZEN


Op dit moment hoor ik het oorverdovende geluid van de bladblazer. Niet alleen nu, eigenlijk, de hele dag al, is die man in de oranje overall bezig met zijn machine alle buurtbewoners hoofdpijn en een gehooraandoening te bezorgen. Zelf loopt die man, die natuurlijk ook niet te benijden is, met een oren beschermer op zijn hoofd. Eigenlijk zou aan alle buurtbewoners op de dag dat de bladblazer hier actief is gehoorbeschermers moeten worden uitgedeeld.
Ik vraag me trouwens af wat het voor zin heeft die bladblazerij. De bladen worden onder de struiken vandaan geblazen en  blijven vervolgens op een grasperk of op de straat liggen. Het heeft dus geen reinigend effect. Het is alleen verplaatsen van stof en bladeren. Misschien is het wel goed voor de struiken dat de bladeren daar verwijderd worden. Misschien verstikken die bladeren de struiken wel. Ik heb nog nooit een gemeentewerkenkarretje gezien dat achter de blazer aanreed om het vuil op te vegen.
De grasmaaier is ook langs geweest maar die maakt gelukkig niet zo’n tering herrie.  Toen het zo warm was waren de perken achter die flat waar ik woon helemaal verdord. Ik vond het wel leuk om te zien hoe snel dat verdorde gras na enkele regenbuien weer groen ging worden en uiteindelijk weer helemaal groen was en ook weer ging groeien, en  zo hoog groeide dat het weer gemaaid moest worden. Wel heeft die grasmaaier alle twee de perken geheel en al verziekt. Het had namelijk net keihard geregend voordat hij kwam en ten gevolge daarvan staan er over de beide grasvelden volop blubberwielsporen van die grasmaaier. Zelfs de honden willen niet meer het gras op omdat ze dan vieze blubberpoten krijgen. Kan je nagaan hoe erg het is.
Normaal gesproken liggen die grasvelden er wel mooi bij. Maar gek genoeg zie ik er nooit kinderen op spelen het zijn echt van die velden waar je een lekkere pot voetbal op kan spelen of honkbal maar misschien komt dat dan wel weer doordat er, ook normaal, honden uitgelaten worden op die velden en niemand wil natuurlijk voetballen op een honden uitlaatveldje.
Vogels daarentegen hebben het op die velden uitstekend naar hun zin. Dat komt waarschijnlijk omdat verschillende bewoners etensresten over het balkon op de velden gooien. Er zijn niet zo veel bijzondere vogels hier: vooral kraaien, winterkoninkjes, roeken, mussen, spreeuwen, meeuwen en vooral duiven. Laatst zag ik hier een specht! Wat je hier haast niet ziet is poezen. Die zouden een lekker hapje hebben aan de oudere vogel hier op de velden. Duiven is ook een vogelsoort waar de buurtbewoners last van hebben. Het geluid dat ze maken (koeren) is uitermate irritant en wat het ergste is ze gaan om het minste of geringste op de balkons van de buurtbewoners zitten  en dan maken ze dat rotgeluid en dan gaan ze zitten poepen. Sommige buurtbewoners hebben wel twintig ongewenste duiven op hun balkon, die moeten ze elke avond soms wel tot twee keer toe wegjagen met een bezemsteel of zoiets dergelijks.
’t Is niet zo leuk allemaal.

vrijdag 7 september 2018

PLASSEN


Dat ik plasproblemen heb is dacht ik voor de lezer van deze stukjes geen geheim. Plasproblemen is eigenlijk niet helemaal het juiste woord. Het meeste moeite heb ik ermee om mijn plassen op te houden en dat is natuurlijk vooral erg wanneer ik buiten ben. Dit is zeker een probleem sinds ‘wildplassen’ bekeurd kan worden met zo’n 80 euro. Ik kies er toch altijd voor om tegen een boom of tussen de struiken te  gaan piesen, want een zeiknatte broek is helemaal geen gezicht en een rotgevoel.
De laatste tijd kreeg ik er een probleem bij: de plas hield me uit mijn slaap. Ik moest geregeld zo’n vier keer per nacht mijn bed uit en dan vooral na drieën. Ik werd er overdag gewoon slaperig van ……dus ging ik maar es naar mijn huisarts, die gaf me een plasformulier: ik moest gedurende 24 uur opschrijven hoeveel ik dronk en hoeveel ik pieste en dat formulier moest ik zo snel mogelijk bij hem inleveren zodat hij mij pillen voor mijn probleem kon geven.
Mijn huisarts vond, dat ik zo, over de dag en de nacht verspreid, heel veel kleine plasjes deed. Hij gaf mij een pil met een moeilijke naam, die mijn aantal malen piesen zou moeten verminderen ….. maar dat hielp van geen kanten…..niet dat het nou erger werd maar het verbeterde niks. Toen ik hem (mijn huisarts)  dat vertelde, verwees hij mij naar de uroloog.
De uroloog bleek een vrouw  te zijn, haar belangrijkste daad die middag was het onderzoeken van mijn prostaat. Ik moest op mijn linkerzij gaan liggen en haar onderzoek bestond er uit dat zij een vinger in mijn anus stopte en ging voelen hoe groot mijn prostaat was.  Hij was te groot. Ze schreef me vervolgens een pil voor die de blaas iets zou vergroten waardoor die meer urine zou kunnen bevatten. Die pil zou over 4 weken gaan werken maar ik moest alweer over drie weken terugkomen. Voor die tweede keer bij de uroloog moest ik over 2 keer 24 uur mijn eigen plas- en drinkgedrag gaan vastleggen en ook mijn eventuele druppelen van urine moest ik op de formulieren noteren. Ik moest toen met een volle blaas bij de uroloog komen omdat ik moest gaan piesen in een speciaal instrumentarium dat van alles over mijn plassen vastlegt en daar is een volle blaas voor nodig. Het apparaat meet hoeveel ik plas en hoe hard mijn straal urine is. De uroloog was (in tegenstelling tot mijn huisarts) enthousiast over de hoeveelheden urine die genoteerd had op de formulieren. Maar….waar ze bijzonder ontevreden over was, was de hardheid van mijn straal. De straal was nauwelijks hard te noemen…….. en daar had ze ook helemaal gelijk in, want ik vind mijn eigen straal een slap piesboogje….ja, ik kom er eerlijk voor uit. De dokter deed ook nog even een blaasonderzoek om te kijken of ik net wel alles boven dat apparaat had uit gepiest, nou, er bleek nog aardig wat urine in mijn blaas te zitten.
Over drie maanden moet ik terugkomen en in de tussentijd moet ik prostaatverkleinende pillen slikken waar ik langzaam impotent van kan worden. Tot slot deelde de uroloog mij mede dat ze de volgende keer (in november) via mijn urinebuis mijn blaas wil gaan onderzoeken. Blij ben ik hier niet echt mee.

woensdag 5 september 2018

KLEINE MAN


Een kleine (1m70) oudere (70) man begint tegen me te praten. ’t Is een vriendelijke man. We staan bij het zwembad…. Het warmwaterzwembad. Hij zei dat hij hier voor het eerst was. De vorige keer was hij in het grote koude bad, maar, zo had hij gemerkt in het grote koude bad, zwemmen de mannen vrouwen heel snel. Hij was marinier geweest dus ik zou wel begrijpen dat ie in zijn jonge jaren een sportman geweest was. Maar nu had ie een paar jaar niks meer gedaan  en viel het hem tegen dat hij niet meer met de snelle jongens en meisjes mee kon. Daarom ging hij nu zijn conditie maar een beetje ophalen in het warmwaterbad, daar werd tenminste rustig gezwommen. Hij had nu tijd zat, zijn vrouw was onlangs gestorven, ….. dus.
We liepen samen naar het water, toen ik mijn badslippers uitdeed zei hij:’ Ja, die moet ik de volgende keer ook meenemen.’ ‘Die heb je echt wel nodig, want het is hier spiegel glad,’ zei ik. Het bad is daar maar 1 meter 40 diep dus daar kan de kleine man niet in verzuipen, toch bleef hij heel dicht achter me lopen bij het in het water gaan ….. misschien wist hij niet precies hoe diep het was en was hij bang dat het water hem tot de lippen zou komen te staan.  Hij hoefde daar niet bang voor te zijn, want hij kon zwemmen als de beste. ‘Nou ik ga vast’, zei hij nog. Het was duidelijk te zien dat hij heel lang noodgedwongen niet had gezwommen….zo  door het dolle heen wapperden zijn handjes boven het water uit; zo enthousiast spetterden zijn voetjes en ging zijn hoofdje van links naar rechts. Hij baande zich een weg door de vele kwebbelende dames die dit zwembad altijd gebruiken als ‘nat’ praathok. Hij trok zich er niets van aan en was alweer aan zijn tweede baantje begonnen.
Ikzelf was natuurlijk niet gekomen om naar de aardige man te komen kijken. Ik kwam ook om te zwemmen. Maar ik kon het niet laten om het ventje in de gaten te houden terwijl ik mijn baantjes trok. In mijn baan (baan1, de baan voor de iets snellere zwemmer)zwemmen 6 zwemmers allemaal ongeveer even hard en dat is prettig, heel prettig. Je hoeft elkaar dan niet in te halen of aan de kant even te wachten tot een van de zwemmers voorbij is. Het was lekker rustig zwemmen. Daardoor had ik ook ruimschoots de tijd om zo af en toe naar mijn mannetje te kijken. Ik schreef toch dat hij zo enthousiast begon met zwemmen. Nou toen ik vervolgens nog eens naar hem keek, zo’n keer of drie, was hij nog steeds met zijn handen aan het wapperen maar hij zwom niet, hij stond te praten, eerst met de badjuffrouw en vervolgens met wat bejaarde babbeldames. De keer daarop dat ik naar hem keek ging hij uit het bad. Hij was nog geen half uurtje in het water geweest. Hij stond zich nu lekker af te spoelen onder de hete douche. Douchegel zal hij volgende keer wel meenemen