dinsdag 25 september 2018

DE BRUG


Er staat een man tegen de reling van de brug. Ik ben nog een heel eind van hem vandaan. We zijn de enige twee op de brug van ongeveer  een kilometer of iets minder. Het weer is niet heel erg lekker, hoewel ik de ritssluiting van mijn korte rode jasje heb opengedaan ….zo warm is het toch ook wel weer. Onder mijn jasje heb ik nog een zwart vest met een capuchon erop en ook heb ik nog een zwart t-shirt aan. Omdat ik geen straaltje van de zon op mijn hoofd mag krijgen draag ik altijd een pet…..een zwarte pet met een hele  grote klep. Verder heb ik een zwarte lange sportbroek met dunne witte biezen aan …. een korte zwarte onderbroek natuurlijk, een paar zwarte sokken en een paar beige schoenen. Dus als je misschien vanmiddag zo iemand op een brug heb zien lopen (half kaal met grijze lange haren)dan kan je er donder op zeggen dat ik het was.
Ondertussen nader ik de andere man op de brug een beetje. Ik zie nu al dat de man niet op de brug staat maar tegen de reling van de brug leunt. Voor de rest kan ik nog niks over de man vertellen. O ja, ik zie nu ook dat de man een fiets bij zich heeft, die staat naast hem, achter hem...de kleur van de fiets kan ik nog niet onderscheiden…..het zou net zo goed rood, als wit, als blauw kunnen zijn….daar kan ik gewoon nog geen duidelijkheid over verschaffen. Ondertussen is het onder en aan weerskanten naast mij een wezenloze drukte van belang. Ik moet nog een detail vertellen, de brug loopt namelijk over een stuk water, nee geen rivier of meer of weidse sloot nee het is een plas, je zou het ook een soort vijver kunnen noemen. De wezenloze drukte die opeens onder en aan weerskanten naast me ontstaat bestaat uit vissen, groot en klein, die wel een meter uit het water springen, die vissen hebben net als ik gezien dat er hurrie-up insecten zwermen tussen het wateroppervlak en een meter daarboven. Ik heb het ook gezien schreef ik al maar aangezien ik er geen belangstelling voor heb om insecten (van welke soort dan ook) op te eten ben ik niet over de  reling van de brug gesprongen. Maar niet alleen vissen tonen hun eetlust ook ganzen, reigers, kraaien, boerenzwaluwen, eenden, kikkers en  heel af en toe wagen zich ook wat palingen op de insectenjacht. Vreemd genoeg vertoont zich geen enkele meeuw, een vogelsoort die normaal gesproken  toch haantje de voorste is als er wat te smikkelen valt….. zo zie je maar hoe raar het soms kan lopen in het dierenrijk. Inmiddels ben ik de man met de fiets zover genaderd dat ik kan zien dat hij een blauwe fiets bij zich heeft en een groen visserspak  draagt. Aha, hij is dus op de brug aan het vissen. Dan staat hij duidelijk op de verkeerde plek. Dat zeg ik hem ook:  ’Hé, kerel, hé, je moet ongeveer tweehonderd meter terug gaan, daar sterft het van de vis. Je kan het hier vandaan zien. Kijk dan!
De man kijkt me alleen maar wazig aan, vraagt of ik wel spoor en vist onverstoorbaar verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten