Er staat een
man tegen de reling van de brug. Ik ben nog een heel eind van hem vandaan. We
zijn de enige twee op de brug van ongeveer
een kilometer of iets minder. Het weer is niet heel erg lekker, hoewel
ik de ritssluiting van mijn korte rode jasje heb opengedaan ….zo warm is het
toch ook wel weer. Onder mijn jasje heb ik nog een zwart vest met een capuchon erop
en ook heb ik nog een zwart t-shirt aan. Omdat ik geen straaltje van de zon op
mijn hoofd mag krijgen draag ik altijd een pet…..een zwarte pet met een hele grote klep. Verder heb ik een zwarte lange
sportbroek met dunne witte biezen aan …. een korte zwarte onderbroek natuurlijk,
een paar zwarte sokken en een paar beige schoenen. Dus als je misschien
vanmiddag zo iemand op een brug heb zien lopen (half kaal met grijze lange
haren)dan kan je er donder op zeggen dat ik het was.
Ondertussen
nader ik de andere man op de brug een beetje. Ik zie nu al dat de man niet op
de brug staat maar tegen de reling van de brug leunt. Voor de rest kan ik nog
niks over de man vertellen. O ja, ik zie nu ook dat de man een fiets bij zich
heeft, die staat naast hem, achter hem...de kleur van de fiets kan ik nog niet
onderscheiden…..het zou net zo goed rood, als wit, als blauw kunnen zijn….daar
kan ik gewoon nog geen duidelijkheid over verschaffen. Ondertussen is het onder
en aan weerskanten naast mij een wezenloze drukte van belang. Ik moet nog een
detail vertellen, de brug loopt namelijk over een stuk water, nee geen rivier
of meer of weidse sloot nee het is een plas, je zou het ook een soort vijver
kunnen noemen. De wezenloze drukte die opeens onder en aan weerskanten naast me
ontstaat bestaat uit vissen, groot en klein, die wel een meter uit het water
springen, die vissen hebben net als ik gezien dat er hurrie-up insecten zwermen
tussen het wateroppervlak en een meter daarboven. Ik heb het ook gezien schreef
ik al maar aangezien ik er geen belangstelling voor heb om insecten (van welke
soort dan ook) op te eten ben ik niet over de
reling van de brug gesprongen. Maar niet alleen vissen tonen hun eetlust
ook ganzen, reigers, kraaien, boerenzwaluwen, eenden, kikkers en heel af en toe wagen zich ook wat palingen op
de insectenjacht. Vreemd genoeg vertoont zich geen enkele meeuw, een vogelsoort
die normaal gesproken toch haantje de
voorste is als er wat te smikkelen valt….. zo zie je maar hoe raar het soms kan
lopen in het dierenrijk. Inmiddels ben ik de man met de fiets zover genaderd
dat ik kan zien dat hij een blauwe fiets bij zich heeft en een groen visserspak
draagt. Aha, hij is dus op de brug aan
het vissen. Dan staat hij duidelijk op de verkeerde plek. Dat zeg ik hem ook: ’Hé, kerel, hé, je moet ongeveer tweehonderd
meter terug gaan, daar sterft het van de vis. Je kan het hier vandaan zien.
Kijk dan!
De man kijkt
me alleen maar wazig aan, vraagt of ik wel spoor en vist onverstoorbaar verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten