‘Last but not least’
zeggen de Engelsen. Vrij vertaald: wel de laatste maar niet de minste. In dit
geval gaat dat gezegde helemaal op. Ze worden hier als laatsten genoemd in deze
‘trappenhuis-reeks’ maar in alle opzichten zijn meneer en mevrouw Grijp hèt dominante
duo hier. Maar dat geldt uitsluitend wanneer ze hier aanwezig zijn en dat is
niet altijd. Want ze overwinteren zo van
oktober t/m januari op Sicilië. Dat maffiose Italiaanse eiland. Saskia Grijp (71)
en John Grijp (72) wonen hier vanaf het eerste uur; dat wil zeggen vanaf 1977.
Een prachtige grote tuin
hebben ze. Een liefhebber van tuinieren zou er zijn vingers bij aflikken
maar wat doen zij? Het hele
tuinoppervlak betegelen met van die grijze dertig bij dertig tegels … in elke hoek
van hun grijze tuin een pot met geraniums neerzetten … en precies in het midden
een stokroos in een pot plaatsen. Lekker makkelijk toch?
Misschien hebben de
Grijpjes wel gedacht: we besteden niet veel tijd aan de tuin en in plaats
daarvan organiseren we voor en met onze buren leuke dingen op het trappenhuis. Voor het WK
voetbal van 2002 had John, met subsidie van de deelgemeente,
een grootbeeldtelevisie gehuurd. Bij warm weer kon die televisie moeiteloos
verplaatst worden naar de tuin. Alle trappenhuisbewoners (buren) waren welkom
maar uitsluitend voor wedstrijden van het Nederlands elftal. Het huis of de
tuin van de Grijpjes was op dat soort momenten afgeladen.
De andere trappenhuizen
rondom het binnenterrein klopten ook aan bij de deelgemeente; de bewoners van
die andere trappenhuizen wilden ook wel op zo’n groot scherm naar het WK -
voetballen kijken. Grijp was niet erg
enthousiast maar hij heeft toegegeven: het beeldscherm werd op het binnenterrein
geplaatst. Er kwamen maar liefst 400 mensen kijken. Grijp wilde wel meer geld
van de deelgemeente hebben voor stoeltjes en voor consumpties. Daar deed de deelgemeente
niet moeilijk over mits de kopers van de consumpties de helft van de
inkoopprijs zouden betalen.
Grijp liet er bij welk
evenement dan ook dat hij organiseerde, geen enkele twijfel over bestaan aan wie de mensen dit
allemaal te danken hadden. Vòòr de wedstrijd begon, ging hij even (met
microfoon) voor het beeldscherm staan en dan zei hij iets dat iedereen allang
wist, bijvoorbeeld dat het Nederlands elftal in oranje shirts en witte broekjes
zou spelen en Brazilië in gele shirts en
blauwe broekjes … zoiets dus.
Hij organiseerde ook de
‘Stavast olympiade’ een spelletjesmiddag voor alle bewoners van het
trappenhuis. Dat was echt dolle pret. Vrijwel alle buren deden daar aan mee en
op elke verdieping gebeurde er wel wat: darten op de begane grond, sjoelen op
de eerste verdieping, ketsen (met knikkers) en het voetbalspel op de tweede,
biljarten op de derde en op de vierde klaverjassen. Meestal in mei organiseerde
John de Olympiade en de deelgemeente zorgde voor drankjes en een hapjes en
hoofdsponsor Garage Stavast stelde twee prijsjes beschikbaar: honderd euro voor de beste man en voor de
beste vrouw ook honderd euro.
Dat de hoofdprijzen van
onze ‘Stavast Olympiade’ elk jaar weer in dezelfde handen terecht komen, daar
kijkt niemand meer van op. Het is nu al weer voor het zesde achtereenvolgende
jaar, dat John door het trappenhuis schalt:
‘de nummer één bij de dames is Saskia Grijp!’
Vervolgens horen we Saskia door het
trappenhuis schetteren:
’dit jaar, de nummer één
bij de mannen: John Grijp!’
Al met al een prettig,
levendig trappenhuis, toch?