donderdag 20 november 2014

TRAPPENHUIS

Bijna acht jaar huren mijn  vrouw en ik een woning aan de Rottekade. Het is een vierkamerwoning op de derde verdieping met uitzicht op het riviertje, waaraan Rotterdam zijn naam te danken heeft: de Rotte. Gedurende deze acht jaren hebben we hier met plezier gewoond.  Er was, zeg maar, sprake van iets als ‘duurzaam woongenot’.  Onze woning is zoals gezegd op de derde verdieping en is bereikbaar via een trappenhuis, waar ook nog dertien andere woningen op uitkomen.  Er zijn daar twee verschillende type woningen: acht tweekamer woningen (elk geschikt voor bewoning door een persoon) en zes vierkamer woningen (elk geschikt voor maximaal zes personen).  Met zo veel personen op één trap wonen en het toch leefbaar houden, is een opgave waar we met elkaar al die jaren glansrijk in zijn geslaagd.
Niet zo gezellig maar wel erg makkelijk  zijn buren, die je niet of nauwelijks hoort of ziet. Mijn bovenbuurvrouw, ze zal een jaar of vijfenzestig geweest zijn, heb ik in zeven jaar tijd, hooguit drie keer gezien en alle drie de keren was het in de lift en alle drie de keren was het heel koud en dat zeiden we ook tegen elkaar: ’wat is het koud, hè?! ’Een jaar terug is ze plotseling overleden … kanker.  Karel, huurder van een tweekamerwoning, heeft haar gevonden … Karel en zij waren zo’n beetje met elkaar bevriend, niks bijzonders verder, gewoon bevriend … die dag zou hij naar de Jumbo gaan voor haar … het zou mij niet verbazen als ze haar voordeur expres voor hem op een kiertje heeft laten staan … dan hoefde er geen deur geforceerd te worden.
Karel was, logisch, nogal verdrietig vanwege het verlies van zijn beste en enige vriendin in het  trappenhuis; eenzaam was hij ook sindsdien. Vroeger, ik zal maar zeggen twee jaar terug, was er een soort  vriendenclubje in het trappenhuis.  Een vriendenclubje van drie vrijgezellen: Helma, die nu dus dood is, Karel en Carla, die woonde tegenover Helma. De drie aten en kookten zeer geregeld met elkaar; ook keken ze wel eens bij elkaar naar de tv. Maar omdat Carla vond dat zij uiteindelijk het meeste werk moest opknappen, is ze ermee gestopt. Ze is toen ook uit dat vriendenclubje gestapt en sindsdien gaat ze veel met mijn vrouw om. Net als mijn vrouw, is zij zo’n felle tante. Samen maken zij het onze woningbouwvereniging bijzonder lastig, met acties tegen de huurverhoging en hoge stookkosten; niet alleen zij natuurlijk, ook andere huurders voeren actie.
Carla is niet alleen fel maar ook moedig. Waar andere mensen er voor kiezen om hun mond maar dicht te houden, trekt zij haar mond juist open: zo zat er eens in de trein een dame loeihard te praten in haar mobieltje. Op de gezichten van menige treinreiziger was de ergernis daarover af te lezen. Niemand deed iets maar Carla stond op en vroeg beleefd aan de luidruchtige dame of ze wat zachter wilde gaan praten, omdat ze nu geen gesprek kon voeren met haar vriendin. De dame reageerde alsof zij was gestoken door een wesp:
‘Bemoei je daar niet mee, dat is mijn zaak….’ Maar toen puntje bij paaltje kwam, ging de dame steeds iets minder luid praten.  

Zo moedig is die Carla!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten