Naast elkaar wonen op de
eerste verdieping in de tweekamerwoninkjes Sjaan (68) en Katinka (67). Twee
dames, die voor zo ver ik het kan beoordelen niets met elkaar hebben. Ik heb ze
nog nooit samen zien lopen of een praatje zien maken. Bij elkaar op bezoek?
Denk het niet. Maar om nou te zeggen dat ze elkaar niet mogen, dat is ook weer niet
waar, want àls ze elkaar tegen komen, begroeten ze elkaar, volgens mij althans,
hartelijk: ze kijken elkaar aan met de hoofden
een ietsje scheef, de ogen een beetje toegeknepen, een vriendelijke
glimlach op de lippen en dan hoor ik beiden, bijna tegelijkertijd zeggen:
‘Hallo buurvrouw’ en dus geen ‘Hallo mevrouw de Jong’of ‘Hallo mevrouw van
Wieringen’ en al zeker niet ‘Hallo Sjaan’ of ‘Hallo Katinka’, neen: ‘Hallo
buurvrouw,’en dan gaan zij weer verder
met hun eigen leven.
Ze zijn ook zo totaal
anders die twee. Katinka moet bijvoorbeeld niks hebben van dieren. Nou ja, in
principe is Katinka gewoon tegen huisdieren maar ze maakt één uitzondering voor
Wodan, de parmantig in zijn kom op haar dressoir rondzwemmende goudvis. Katinka is wat je
noemt erg proper. Van kattenharen en vlooien gruwt ze alleen al bij de gedachte
daaraan. Ze zou zich niet thuis voelen in haar eigen huis als daar ergens in een hoekje een bak zou staan met korreltjes,
waarin een poes dan zou moeten poepen en piesen. Zo’n kattenbak grondig te
moeten reinigen … dat idee vervult Katinka met walging. Op zich zal ze echter nooit een dier kwaad
doen. Ze heeft zelfs een jaarabonnement op dierentuin Blijdorp, waar je haar, bij lekker weer, regelmatig vrolijk kan zien
rondwandelen met haar kleinkinderen. Ik heb haar trouwens ook wel eens in haar
eentje in Blijdorp gezien. Stond ze bij
de gorilla’s, met haar neus tegen het glas gedrukt, fototoestel in de aanslag.
Ik heb haar maar niet gestoord en ben doorgelopen naar de hyena’s, mijn
lievelingsdieren, wreed en meedogenloos. Hoewel ik van harte hoop nooit een
clan hongerige hyena’s tegen te komen tijdens een boswandeling.
Maar dan Sjaan, zij houdt
echt van huisdieren. Ze heeft drie katten en twee hondjes en als haar voordeur
per ongeluk eens openstaat dan kan je dat goed ruiken ook.
De penetrant scherpe
kattenzeiklucht komt overal bovenuit. Ik heb het Sjaan nooit gevraagd maar ze
moet haast wel een kater hebben mèt ballen. Die geur houdt àlle andere dieren,
kleiner dan een varken, op afstand. Sjaan vertelde me eens dat ze in haar huis zelfs
nog nooit last van muggen of vliegen heeft gehad. Uit Sjaans huis komt ook de irritante,
weëe, angstklierenwalm van die twee kleine kefferige beffertjes (shih tzu’tjes).
Ik hoop altijd maar dat ze haar deur weer snel dicht doet. Het zal Sjaan echt allemaal
worst wezen en dat is voor haar makkelijk want zij ruikt het allemaal niet meer.
Je zou het niet echt verwachten
maar in vergelijking met Katinka, haar buurvrouw dus, heeft Sjaan juist een
hekel aan dierentuinen. Ze beschouwt dierentuinen als gevangenissen. Dieren,
vindt ze, moeten in vrijheid kunnen leven,
in de omgeving waar ze thuis horen. Olifanten in Afrika en Azië, gorilla’s in Afrika,
giraffen ook. Van sommige dieren weet Sjaan het niet zeker, zoals de gekko, de
leguaan en het vogelbekdier maar dat gaat even googlen, want dat kan ze ook. Eén
ding weet Sjaan zeker: haar poezen en hondjes leven bij haar in optimale
vrijheid en in een omgeving waar ze 100%
thuis horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten