dinsdag 25 november 2014

TRAPPENHUIS (6)

Naast elkaar wonen op de eerste verdieping in de tweekamerwoninkjes Sjaan (68) en Katinka (67). Twee dames, die voor zo ver ik het kan beoordelen niets met elkaar hebben. Ik heb ze nog nooit samen zien lopen of een praatje zien maken. Bij elkaar op bezoek? Denk het niet. Maar om nou te zeggen dat ze elkaar niet mogen, dat is ook weer niet waar, want àls ze elkaar tegen komen, begroeten ze elkaar, volgens mij althans, hartelijk: ze kijken elkaar aan met de hoofden  een ietsje scheef, de ogen een beetje toegeknepen, een vriendelijke glimlach op de lippen en dan hoor ik beiden, bijna tegelijkertijd zeggen: ‘Hallo buurvrouw’ en dus geen ‘Hallo mevrouw de Jong’of ‘Hallo mevrouw van Wieringen’ en al zeker niet ‘Hallo Sjaan’ of ‘Hallo Katinka’, neen: ‘Hallo buurvrouw,’en  dan gaan zij weer verder met hun eigen leven.
Ze zijn ook zo totaal anders die twee. Katinka moet bijvoorbeeld niks hebben van dieren. Nou ja, in principe is Katinka gewoon tegen huisdieren maar ze maakt één uitzondering voor Wodan, de parmantig in zijn kom op haar dressoir  rondzwemmende goudvis. Katinka is wat je noemt erg proper. Van kattenharen en vlooien gruwt ze alleen al bij de gedachte daaraan. Ze zou zich niet thuis voelen in haar eigen huis als daar  ergens in een hoekje een bak zou staan met korreltjes, waarin een poes dan zou moeten poepen en piesen. Zo’n kattenbak grondig te moeten reinigen … dat idee vervult Katinka met walging.  Op zich zal ze echter nooit een dier kwaad doen. Ze heeft zelfs een jaarabonnement op dierentuin Blijdorp, waar je haar,  bij lekker weer, regelmatig vrolijk kan zien rondwandelen met haar kleinkinderen. Ik heb haar trouwens ook wel eens in haar eentje in Blijdorp gezien.  Stond ze bij de gorilla’s, met haar neus tegen het glas gedrukt, fototoestel in de aanslag. Ik heb haar maar niet gestoord en ben doorgelopen naar de hyena’s, mijn lievelingsdieren, wreed en meedogenloos. Hoewel ik van harte hoop nooit een clan hongerige hyena’s tegen te komen tijdens een boswandeling.
Maar dan Sjaan, zij houdt echt van huisdieren. Ze heeft drie katten en twee hondjes en als haar voordeur per ongeluk eens openstaat dan kan je dat goed ruiken ook.
De penetrant scherpe kattenzeiklucht komt overal bovenuit. Ik heb het Sjaan nooit gevraagd maar ze moet haast wel een kater hebben mèt ballen. Die geur houdt àlle andere dieren, kleiner dan een varken, op afstand. Sjaan vertelde me eens dat ze in haar huis zelfs nog nooit last van muggen of vliegen heeft gehad. Uit Sjaans huis komt ook de irritante, weëe, angstklierenwalm van die twee kleine kefferige beffertjes (shih tzu’tjes). Ik hoop altijd maar dat ze haar deur weer snel dicht doet. Het zal Sjaan echt allemaal worst wezen en dat is voor haar makkelijk want zij ruikt het allemaal niet meer. 

Je zou het niet echt verwachten maar in vergelijking met Katinka, haar buurvrouw dus, heeft Sjaan juist een hekel aan dierentuinen. Ze beschouwt dierentuinen als gevangenissen. Dieren, vindt ze,  moeten in vrijheid kunnen leven, in de omgeving waar ze thuis horen. Olifanten in Afrika en Azië, gorilla’s in Afrika, giraffen ook. Van sommige dieren weet Sjaan het niet zeker, zoals de gekko, de leguaan en het vogelbekdier maar dat gaat even googlen, want dat kan ze ook. Eén ding weet Sjaan zeker: haar poezen en hondjes leven bij haar in optimale vrijheid en  in een omgeving waar ze 100% thuis horen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten