woensdag 10 april 2024

FLASHBACK.

Als ik als tiener een poosje van huis was geweest, riep mijn moeder tegenstrijdige gevoelens bij me op. Ze deed me gelukkig voelen, door tegen mij, mijn broertjes en zusjes te zeggen, dat ze zo blij was dat ik  weer terug  was.

Ik weet natuurlijk niet precies hoe ze was als ik er niet was. Misschien had ik het mis maar het leek mij, dat ze vooral die eerste dag dat ik weer thuis was, de hele tijd liep te stralen. Alsof ze ook tegen zichzèlf alsmaar zei dat ze zo blij was dat ik er weer was. Ze wreef veel en vaak in haar witte besproete  handen, alsof ze warm gewreven moesten worden.  Maar het was lang niet altijd koud als ze wreef, ook had ze het dan lekker naar haar zin.

Als ik nu, vele jaren na haar dood, aan haar terugdenk zie ik haar zitten in dat hoekje van de woonkamer, vòòr het raam naar de keuken. Naast de gaskachel. Van de televisie kon ze niks zien. Dat hoefde voor haar ook niet zo nodig. Ze luisterde wel naar de tv, als een soort radio. Want ze reageerde op liedjes van Rudi Carell, de Spelbrekers, op de grapjes van Snip en Snap  of op een dagsluiting van bisschop Bluyssen. Naar hem luisterde ze heel geconcentreerd, ook van die Bluys werd ze een beetje blij. Diep In haar hart was ze nog altijd heel fijn katholiek, héél diep …  bijna tè …

Op die eetstoel in de hoek van de woonkamer, zat ze tot een uur of tien ’s avonds nog allerlei klusjes te doen. Naaiklusjes (sokken, broeken, onderbroeken, maillots) meestal; soms ook papierwerk (invullen).  

De televisie stond met zijn beeldbuisje  altijd op mijn meestal zwaar ronkende vader gericht. Mijn vader was trouwens nóóit zo uitbundig blij als ik weer thuis was na een tijdje weg te zijn geweest. Het was nu ook weer niet zo, dat hij liever had dat ik weggebleven was.

Mijn moeder had het er vaak met mij en (later) ook met mijn op een na oudste zus over dat mijn vader in de Tweede Wereldoorlog in het Jappenkamp heel erg zwaar mishandeld is. Daarom kon hij ook niet weten hoe hij leuk en gezellig moest zijn bij zijn grote gezin. Dat valt natuurlijk ook nog eens niet mee als je vader bent van zo’n gezin met tien kinderen. Maar ik geloof dat dàt iets was, wat mijn moeder juist heel graag wilde: een groot gezin. En dat van dat Jappenkamp was  natuurlijk al zo lang geleden gebeurd. In 1942. Daar was nu helaas op korte termijn niks meer aan te veranderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten