maandag 29 april 2024

UIT DE KAST.

Peter (17) heeft het niet zo op zijn moeder. ‘Raar mens’. Als er voldoende drank en snoep in huis is kent gezelligheid geen tijd voor haar. Hem ziet zij gewoon niet staan.



Ja, als ze geld nodig heeft. Er boodschappen gedaan moeten worden. Op de kleine zusjes gepast moet worden. En nog een paar van die dingen, dan weet ze hem te vinden. Hij is er helemaal klaar mee om in dit huis als pispaal te fungeren.


Zijn vader was altijd al de lul toen die nog leefde. Nadien heeft zijn moeder Peter langzamerhand in de rol van zijn vader geprest. Zodat zijn moeder en zijn zusjes hun ‘luilekkerland-leventje’ konden voortzetten. Het bevalt Peter van geen kanten. Hij komt nauwelijks aan zijn eigen leventje toe. Een klein voorbeeld: Peter wil graag uit de kast komen nu zijn vader dood is. Een half jaar na vaders overlijden zit Peter er nog steeds in. Hij krijgt qua tijd en qua ruimte geen kans om de kast te verlaten.


Zijn vriend Aad rookt als een schoorsteen. Roken is taboe voor Peter zijn moeder. In haar huis wordt niet gerookt. Ook niet op haar balkon, want dan gaat de rook naar bovenbuurvrouw Ada, die ook haar beste vriendin is en COPD heeft. Aad kiest eieren voor zijn geld. Hij kijkt liever uit naar een vriendje met een ander moedertype. Door wie hij zich meer gezien voelt.


Peter wil op zijn eigen kamer, uit zijn eigen kast komen. Daar gaat zijn moeder met heel haar ‘obesitas-content’ voor liggen. Waarom? Omdat Peter helemaal geen homo kan wezen, volgens haar. ‘Want wie weet er nou beter of haar kind wel of niet homoseksueel is dan zijn bloedeigen moeder? Nou dan? D’r gaat hier in huis helemaal niks uit de kast komen en zeker jij niet, Peter’.


Ten einde raad klopt Peter aan bij de overburen. Met meneer Toe-Kan trapt hij wel eens een balletje op het grote grasveld achter zijn huis. Mevrouw Toe-Kan heet Peter vriendelijk welkom. Haar man is niet thuis. Hij is op de club aan het jokeren. Ze hoort geduldig mijn hele verhaal aan. Ik mag in haar huis uit één van de kasten komen, op het moment dat ik er zelf helemaal klaar voor ben. Alleen moet meneer Toe-Kan het nog wel goed vinden.


‘Die schat vindt het allemaal goed,’ weet Peter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten