maandag 6 mei 2024

KRULSTAARTJES.

 Ik ben onaangekondigd op bezoek gegaan bij Frans en Betsie, kennissen van me. Zijn ze niet thuis, dan zijn ze niet thuis. Jammer maar helaas.



Bij deze mensen is de kans erg klein dat ze niet thuis zijn, want ze hebben een boerenbedrijf: voornamelijk veeteelt. Ze zijn heel druk in de weer met hun 10 koeien (waarvan 1 melkkoe), en 15 varkens. Hun zoon Harm, student algebra, steekt hier soms ook zijn handen uit de mouwen. Ze mesten hun dieren flink vet en verkopen ze dan aan het slachthuis. Met uitzondering van Astrid, hun melkkoe, die blijft haar hele leven bij Frans en Betsie. De geslachte dieren gaan naar de slagerijen, die het vlees weer verkopen … overigens niet aan mij, want ik ben vegetarisch.


Ik arriveerde bij Frans en Betsie tegen het einde van de middag. Frans zat Astrid te melken. De melkemmer was nog half leeg. Mij een hand geven kon Frans nu niet. Zijn handen had hij immers vol. Gastvrij keek hij me aan: ‘Wij zijn hier, zoals gewoonlijk weer vreselijk druk, Arend, sorry’.


‘Ga rustig je gang, Frans, ik zoek Betsie intussen wel even op.
'O, daar loopt ze met Harm naar de varkensstal.’ ‘Neen, Arend, dat is Harm niet, die zit met tentamens. Je ziet de ZZP’er, die we hebben ingehuurd voor een klusje’.


‘Oké, Frans , dan zou ik zeggen: melk ze nog even. Dan loop ik naar Betsie’.
‘Ja, prima Arend’.


‘Hé! Betsie!’ Ze is in de varkensstal in gesprek met de ZZP’er. Allebei kijken ze enigszins verschrikt op.
‘Hallo Arend! Liet jij me even schrikken!’


Ik stik zowat van die stank in die stal. Adem langzaam in, door mijn neus, dat filtert in ieder geval wat. Hoewel … ik sta al gelijk te tranen.
De varkentjes kunnen nauwelijks bewegen in hun smerige stal. Ze knorren en af en toe klinkt er een venijnig gegrom.


‘Deze man', zegt Betsie, 'is hier om de krulstaartjes van de varkentjes af te knippen. Als hij het niet doet dan bijten ze zelf, in zo’n piepklein stalletje als dit, elkaars staartje af. Dan worden ze ziek en waardeloos. Eigenlijk moeten ze vrij rond kunnen lopen, Arend, in de wei maar daarvoor hebben we nu eenmaal te weinig land’.


Als ik weer op huis aan ga, zie ik haar in de wei staan. Zij heeft het het best getroffen van alle dieren hier: Astrid: ‘La vache qui rit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten