Het
laten staan van een baard heeft uiteenlopende reacties tot gevolg. Aanvankelijk
opperen kennissen, dat de scheermesjes ‘zeker’ op zijn en dat ik geen geld heb voor nieuwe mesjes. Katja,
een vriendin, maakt me er duidelijk op
attent, dat ik me nu echt moet scheren, want het is zó geen gezicht, zó
onverzorgd. Een stuk onvriendelijker
klinkt het uit de mond van mijn vrouw:
‘Als je
maar niet denkt, dat ik zo naast je ga lopen, zitten, of staan.’
Mensen
die ik een tijdje niet gezien heb, doen net of ze me niet kennen of zeggen
achteraf dat ze me niet herkend hebben. Mijn zus Maria, die een
kinderopvangbedrijf heeft, denkt gezien het hoge wit/grijsgehalte van mijn baard,
dat ik voor hulpsinterklaas studeer. Ze wil me al gelijk boeken voor het
Sinterklaasfeest op 5 december.
Voor
mijn zonen ben ik, met baard de IGLO Visstick-held. Ze begroeten me dan steevast
met:
‘Ha, die
Kapitein Iglo?’
Grappig is
het te ervaren hoe mensen van houding veranderen naar mij als baarddrager. De
reactie van vrijwel alle mannen in mijn omgeving is: ’Staat je goed maar je lijkt wel een stuk
ouder’.
Bij
vrouwen maakt het nogal wat uit of ze het gevaar lopen door mij gekust te
worden. Veruit de meeste dames geven de voorkeur aan een glad geschoren hoofd
met een lekkere after shave. Van de schurende ‘touch’ van een ongeschoren kop
‘van enkele dagen’, willen dames vaak niks weten.
Uit
eigen ervaring weet ik: de schurende touch is niet leuk.
Mijn
vader dacht grappig te zijn: ‘Zal ik je
een beschuitje geven, jongen?’ Vraagt hij op een jolige toon aan mij. Ik ben
dan vier. Hij pakt me op en schuurt met zijn ‘ongeschoren kop’ over mijn zachte
kleuterwangetjes. Mijn rechterwangetje voelt de hele dag heet en pijnlijk aan. Natuurlijk
moest ik hard huilen. Het deed pijn! Hij deed het veel te hard. Mijn vader zei
toen lachend dat ik me niet zo moest aanstellen en dat ik een mietje was. Ja, toen
al….en eigenlijk had paps daar wel gelijk in.
Een
baard hebben is toch weer heel anders
dan ‘niet goed geschoren’ zijn. Een baard is een tamelijk volumineus harig omhulsel van wang,
kin, hals, onder- en bovenlip. Dominant aanwezig op het gezicht.
Van mijn
buurvrouw Yvette, weet ik via, via, dat ze me ‘iets meer dan aardig’ vindt. Ze
grijpt elke kans aan om me te zoenen. Oók nu ik een baard heb! Yvette is echt
een voorbeeld van een vrouw die ‘door een baard heen’ kan kijken. Haar gaat het
duidelijk om mij, baard of geen baard. Met dat zoenen van Yvette bedoel ik, gewoon zoenen, op de mond of de wang. Nee,
tongen doe ik niet met Yvette, hoewel ik zeker weet dat ze dat graag zou
willen.
Petra en
ik werken in de kleine uurtjes bij de ‘dierenambulance.’Wij helpen alleen kleine
lieve diertjes zoals goudhamsters, cavia’s, parkieten, roodborstjes, dwergkonijntjes,
eekhoorntjes en kikkers.
Petra is
typisch een vrouw, die helemaal niks van
baarden moeten hebben. Daarentegen is ze
heel lief is voor de aaibare kleine
zachte diertjes als cavia’s en hamstertjes maar een baarddrager aanraken zal ze
nooit doen. Ze is gewoon afkerig van ze. Als ze er een ziet lopen zegt ze:
‘Moet je
kijken, die griezel, die engerd, die izegrim, die landloper daar.’
Nu ik
zelf een baard heb, houdt ze zich een beetje in maar er is duidelijk veel meer
afstand tussen ons. Ze is minder amicaal en mijdt angstvallig iedere
aanraking.
Op mijn fris
geschoren wangen zoende ze me bij elke feestelijke gelegenheid. Sinds de dag
dat ik mijn baard liet staan, ben ik
jarig geweest, is mijn vrouw bevallen van een tweeling en was ik vorige week twaalf en een halfjaar bij
de zaak: Petra feliciteert me hartelijk, schudt me de hand en that’s it!.
Een van
mijn nichtjes, het lelijke eendje van de familie, Toosje 11 jaar oud, ontmoet ik weer eens op
een verjaardagsfeestje. Ze begroet me en wil me kussen. Hoorbaar en zichtbaar
gruwt ze bij de aanraking van haar puistige wangetje met mijn behaarde wang. Ze
probeert de walging te onderdrukken als ze me aankijkt.
‘Oom
Jee, ik …. ‘
‘Laat
maar, Toosje,’ zeg ik tegen haar, je vindt het zeker een vies gevoel hé, die
baard van oom Jee?’
‘Vies ja’,
ze knikt en giechelt.
Ik vraag
me nu even af, waarom ik Toosje toestond mij te zoenen. Achter haar lelijkheid
zag ik haar schoonheid. Daarom. Zij kan dat nog niet.