maandag 9 maart 2015

TUIN

We hebben nog steeds een volkstuin en vanmiddag is een lekker temperatuurtje om daar weer eens wat te doen. Krokussen  staan al volop in bloei, maagdenpalm bloeit zo hier en daar al en de hyacinten komen er aan. Ik vraag me alleen af waar de blauwe druifjes blijven. Normaal staan ze in deze tijd van het jaar met honderden tegelijk te bloeien in onze tuin.
We hoeven ons niet te vervelen. De winter heeft flink huis gehouden. De tuin ligt bezaaid met takken; grote en kleine. De grootste takken snoeien we tot op een lengte van maximaal 1.20 m. zodat ze  geschikt zijn voor in de takkenwal. De iets minder grote takken gebruiken we  in de borderrand. De kleine takken knippen we in kleinere stukken zodat ze in de vuilnisbak passen.
De regenwaterafvoer moet hoognodig weer eens schoongemaakt worden. Hij ligt vol met blaadjes alsof we net de herfst achter de rug hebben. Ik gooi de blaadjes  uit de afvoer in de tuin. Het regenwater is gelukkig wel door blijven lopen, want de afvoer is droog. Ook de regentonnen zijn leeg; dat betekent dat het regenwater goed is doorgelopen naar de vijver. Hoewel: de vijver is niet erg vol maar dat komt omdat het de laatste dagen niet geregend heeft.
Mijn vrouw was ondertussen bezig met de jaarlijks terugkerende klus om de tuin te ontdoen van de honderden stengels en stelen van allerlei planten, die vorig jaar bloeiden. Ik vraag haar of ik ergens mee kan helpen (want zij is eigenlijk de baas hier). ‘Kom mij hier maar helpen met die stengels en ruim ook gelijk al die dennenappels op,’ antwoordt ze.
‘Oké,’ zeg ik, ‘maar dan ga ik eerst even de stengels van de aardperen achter het huisje klein maken en in een vuilnisbakzak doen. Is dat goed?’ Ja, ze vindt het goed.
 ‘Zullen we eerst even een boterhammetje eten voor we verder werken?’ zeg ik.
‘Ja,’ zegt zij,’goed idee,’ en we gaan lekker op de bank in het zonnetje onze boterhammetjes zitten oppeuzelen. Vreemd gezicht moet dat zijn: zit ik daar met mijn ijsmuts op  in het zonnetje. Gelukkig zijn er nog niet zo veel tuinders actief op dit moment. Dus zo erg voor schut zit ik ook weer niet.
Toevallig komt, net terwijl wij zitten te eten, onze altijd iets te luidruchtige maar zeer  vrolijke en nog tamelijk jonge tuinbuurman Arend aangelopen: ‘Goedemiddag!! ……. Lekker aan het genieten?!’
Hij weet natuurlijk niet dat we al een paar uurtjes flink hebben lopen zwoegen. We laten hem maar in de waan en met pijn in de rug en de benen bevestigen we: ’Ja Arend, het is echt weer genieten geblazen.’
Arend zegt, dat hij van Irene van een tuin verderop hoorde, dat we hier gaan stoppen met tuinieren.
Het leuke is dat ik dat zelf aan Arend verteld heb, afgelopen herfst.  Hij dacht dat ik het toen nog niet zeker wist. Met niemand had hij het er nog over gesproken. Dat is wel netjes van hem; als het waar is. Hij vindt het wel vervelend dat we weggaan:
’’Misschien komen er wel zeikerds voor jullie in de plaats,’zegt hij. Ik troostte hem: het kan nog best wel even duren, voordat er een koper is, want het is alles bij elkaar niet goedkoop. De taxatiecommissie van de tuinvereniging  heeft onze tuin en ons tuinhuis inmiddels getaxeerd.
’Op hoeveel is het getaxeerd, ’ zegt Arend, ’als ik vragen mag?’
Ik vraag Arend wat hij denkt. Tienduizend, denkt hij.
‘Doe er maar drieduizend vanaf, Arend,’ zeg ik,’voor zevenduizend euro is tie van jou’




Geen opmerkingen:

Een reactie posten