Het is vandaag de tweede
keer deze week dat we met de trein gaan en verdomd als het niet waar is: er is
wederom een ‘fucking’ aanrijding met een persoon. Deze keer in Lage Zwaluwe. De
treinen ten gevolge van die zelfmoord gaan niet verder dan Dordrecht. Wat een
geluk bij een ongeluk dat we daar nu toevallig net moesten zijn: oppassen op
onze kleinzoon.
Eerst nog even over die
zelfmoorden: uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat zoiets drie keer per week
voorkomt. Drie keer per week wordt door die suïcidalen het leven van het
NS-personeel en vele honderden reizigers in de war geschopt. Misschien is het wat, om
ergens, op een afgelegen terrein tien keer per dag een suïcidetrein, met
automatische besturing, een traject van vijf kilometer te laten afleggen. Wie
ervoor wil springen gaat maar lekker zijn gang.
Alleen vraag ik me nog af: ‘wie gaat die rotzooi opruimen?
Als we bij het huis van
ons kleinkind aankomen, zijn hij en zijn moeder net terug van het consultatiebureau.
Bent, vijftien maanden oud, is ingeënt tegen BMR: bof, mazelen en rode hond. En
dat vond hij helemaal niet leuk, hij zette, volgens zijn moeder, een
behoorlijke keel op. Bent is er echt helemaal van slag van. Normaal speelt hij
tot een uur of tien uur en nu valt hij om negen uur gelijk in slaap als hij in
zijn bedje wordt gelegd.
Rond half twaalf wordt hij
wakker maar anders dan anders. Hij blijft liggen in zijn bedje en kreunt een
beetje. Wanneer ik hem uit bed til huilt hij. Zijn armpjes trillen. Ik
verschoon hem en kleed hem aan. Oma heeft ondertussen zijn boterhammetjes
klaargemaakt. Met jam en stroop. Zijn lievelingsbeleg. Bent kijkt er vanuit
zijn kinderstoel naar alsof hem een broodje poep is voorgezet. Hij eet met tegenzin
toch zo af en toe een stukje brood, niet veel; hij drinkt des te meer. Twee bekers yogidrink
maar liefst. Onder het eten heeft Bent soms geen controle over zijn nek- en
flankspieren. Dat is even schrikken. We
bellen er over met zijn ouders; volgens zijn moeder is het niks om ons zorgen
over te maken. Het zijn de gebruikelijke troubles na een injectie. Zij kan het
weten want zij zit in de verpleging.
Gelukkig heeft Bent wel
zin in een wandeling (in de maxi-cozy); het is prachtig weer, beetje fris, dat
wel maar toch: heerlijk. We wandelen in
een half uurtje naar het Weizigtpark en
de Weizigt Stadsboerderij. Bent is nu zelfs zo bij de tijd, dat hij in de Stadsboerderij
de kakkaks (eenden) en de boeoe (koe) herkent. Daarna valt hij als een blok in
slaap.
Bent zijn moeder vertelde dat ze gisteren op die
Stadsboerderij Weizigt was en dat er toen een dierenverzorgster van een koe is
afgevallen. Onder begeleiding van twee
dierverzorgers van de Stadsboerderij maakte de koe Robijn woensdagmiddag een
wandeling door het zonnige Weizigtpark.
Hierbij zat een van de dierverzorgers op de rug van de koe. Plotseling besloot de koe Robijn dat de rit lang genoeg geduurd had en zette haar ruiter zonder pardon weer op de grond.
Voor de zekerheid werd de dierverzorgster nog even nagekeken door de toegesnelde ambulance maar deze bleek voor niets uitgerukt te zijn.
Zij hield enkel een blauw achterwerk over aan het ritje op de koe.
Hierbij zat een van de dierverzorgers op de rug van de koe. Plotseling besloot de koe Robijn dat de rit lang genoeg geduurd had en zette haar ruiter zonder pardon weer op de grond.
Voor de zekerheid werd de dierverzorgster nog even nagekeken door de toegesnelde ambulance maar deze bleek voor niets uitgerukt te zijn.
Zij hield enkel een blauw achterwerk over aan het ritje op de koe.
Op het laatst werd het nog
wel spannend. De koe ging wild lopen doen: rennen, met zijn kop slaan en hard
loeien. De moeder van Bent is toen serieus op de loop gegaan voor de koe Robijn.
Bent wordt pas wakker als
we twee uur later thuiskomen. Maar uitgeslapen is hij niet: hij jengelt en is
erg passief. Drinken wil hij niet maar een mandarijntje gaat er grif in.
Godzijdank hebben we van die slapte in zijn spieren niets meer gemerkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten