donderdag 12 maart 2015

PRIK

Het is vandaag de tweede keer deze week dat we met de trein gaan en verdomd als het niet waar is: er is wederom een ‘fucking’ aanrijding met een persoon. Deze keer in Lage Zwaluwe. De treinen ten gevolge van die zelfmoord gaan niet verder dan Dordrecht. Wat een geluk bij een ongeluk dat we daar nu toevallig net moesten zijn: oppassen op onze kleinzoon.
Eerst nog even over die zelfmoorden: uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat zoiets drie keer per week voorkomt. Drie keer per week wordt door die suïcidalen het leven van het NS-personeel en vele honderden reizigers  in de war geschopt. Misschien is het wat, om ergens, op een afgelegen terrein tien keer per dag een suïcidetrein, met automatische besturing, een traject van vijf kilometer te laten afleggen. Wie ervoor wil springen gaat maar lekker zijn gang.  Alleen vraag ik me nog af: ‘wie gaat die  rotzooi opruimen?

Als we bij het huis van ons kleinkind aankomen, zijn hij en zijn moeder net terug van het consultatiebureau. Bent, vijftien maanden oud, is ingeënt tegen BMR: bof, mazelen en rode hond. En dat vond hij helemaal niet leuk, hij zette, volgens zijn moeder, een behoorlijke keel op. Bent is er echt helemaal van slag van. Normaal speelt hij tot een uur of tien uur en nu valt hij om negen uur gelijk in slaap als hij in zijn bedje wordt gelegd.
Rond half twaalf wordt hij wakker maar anders dan anders. Hij blijft liggen in zijn bedje en kreunt een beetje. Wanneer ik hem uit bed til huilt hij. Zijn armpjes trillen. Ik verschoon hem en kleed hem aan. Oma heeft ondertussen zijn boterhammetjes klaargemaakt. Met jam en stroop. Zijn lievelingsbeleg. Bent kijkt er vanuit zijn kinderstoel naar alsof hem een broodje poep is voorgezet. Hij eet met tegenzin toch zo af en toe een stukje brood, niet veel;  hij drinkt des te meer. Twee bekers yogidrink maar liefst. Onder het eten heeft Bent soms geen controle over zijn nek- en flankspieren. Dat is even schrikken.  We bellen er over met zijn ouders; volgens zijn moeder is het niks om ons zorgen over te maken. Het zijn de gebruikelijke troubles na een injectie. Zij kan het weten want zij zit in de verpleging.
Gelukkig heeft Bent wel zin in een wandeling (in de maxi-cozy); het is prachtig weer, beetje fris, dat wel maar toch: heerlijk.  We wandelen in een half uurtje  naar het Weizigtpark en de Weizigt Stadsboerderij. Bent is nu zelfs zo bij de tijd, dat hij in de Stadsboerderij de kakkaks (eenden) en de boeoe (koe) herkent. Daarna valt hij als een blok in slaap.

Bent zijn moeder vertelde dat ze gisteren op die Stadsboerderij Weizigt was en dat er toen een dierenverzorgster van een koe is afgevallen. Onder begeleiding van twee dierverzorgers van de Stadsboerderij maakte de koe Robijn woensdagmiddag een wandeling door het zonnige Weizigtpark. 
Hierbij zat een van de dierverzorgers op de rug van de koe. Plotseling besloot de koe Robijn dat de rit lang genoeg geduurd had en zette haar ruiter zonder pardon weer op de grond.
 
Voor de zekerheid werd de dierverzorgster nog even nagekeken door de toegesnelde ambulance maar deze bleek voor niets uitgerukt te zijn.
 
Zij hield enkel een blauw achterwerk over aan het ritje op de koe.
Op het laatst werd het nog wel spannend. De koe ging wild lopen doen: rennen, met zijn kop slaan en hard loeien. De moeder van Bent is toen serieus op de loop gegaan voor de koe Robijn.


Bent wordt pas wakker als we twee uur later thuiskomen. Maar uitgeslapen is hij niet: hij jengelt en is erg passief. Drinken wil hij niet maar een mandarijntje gaat er grif in. Godzijdank hebben we van die slapte in zijn spieren niets meer gemerkt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten