Maandelijks verspreid ik
de Tribune, het blad voor leden van de Socialistische Partij; zelf ben ik ook lid.
Een kennis van me, Rob, maakt, met een
stel S.P.-vrijwilligers, de Tribune verzendklaar op het ‘hoofdkantoor’ van de
S.P. - Rotterdam.
Maandag jl. haalde ik mijn
stapeltje Tribunes op (25 stuks). Ik bezorg ze in de Agniesebuurt. Altijd krijg
ik er een bezorglijstje bij en deze keer was die lijst heel matig, zeg maar
slecht geprint. Zo’n beet je als mijn eigen printer print op het moment. Vooral
het zwart geprinte is abominabel en 9 van de 10 keer wil ik een print in zwart.
Rob zegt dat hij sinds kort een Brother
printer heeft. Hij heeft daar goede ervaringen mee en voor de inktcartridges
heeft hij een goedkoop adresje. Toen ik dat hoorde zei ik:’Nou, Rob, dan ga ik
ook zo’n Brother kopen en zet ik mijn Epson Stylus bij het grof vuil.’
‘Neen, niet bij het grof
vuil zetten,’ zei Rob, ‘misschien is er maar een kleinigheidje kapot aan en is
het in een handomdraai verholpen. Ja, ik
zeg dat zo nadrukkelijk, omdat ik nu ongeveer een jaar bij het Repair Café zit.
Dat is een organisatie, waar handige vrijwilligers werken om kapotte spulletjes
van mensen te repareren. Ik had nog nooit gehoord van die club. Rob stak gelijk
een soort reclameriedel af:’Wat
doe je met een stoel waarvan een poot los zit? Met een broodrooster dat niet
meer werkt? Of met een wollen trui waar mottengaatjes in zitten? Weggooien?
Mooi niet! Breng het naar Repair Café.’
Meestal is een reparatie gratis. Heel af
en toe moeten er kosten worden gemaakt wanneer bijvoorbeeld onderdelen moeten
worden vervangen. O ja, er staat wel bij de uitgang een soort fooienpot.
Ik moest dus maar eens langskomen op de
Banierstraat in Rotterdam Noord. Daar zit Repair Café op vrijdag van 14.00 uur
tot 18.00 uur en Rob zal daar dan ook werken. Zo gezegd zo gedaan. Rond 17.00
uur was ik daar met mijn printer, die ik met veel moeite in een grote Bas van
de Heijden - tas had geperst.
Het was propvol. Alle spullen en alle
mensen zaten in de gymnastiekzaal van de voormalige Lagere school. Ik werd
verwelkomd door een man met een iets te hoge stem en nerveuze bewegingen. Hij
vroeg waar ik voor kwam en ik zei dat ik voor de deur mijn auto had geparkeerd.
Ik krijg die kar niet meer op gang dus ik wou dat er hier even iemand naar
keek. ‘Neen, aan auto’s repareren kunnen we hier echt niet beginnen!’ zei hij.
‘Dat was maar een grapje’, zei ik, ‘ Ik
kom voor mijn printer die hier zo braaf in die rooie tas zit. Ik was een beetje
melig geworden.’
‘Sorry, hoor,’ zei de man,’er zijn nog zó
veel wachtenden voor u. U kunt beter
volgende week vrijdag terugkomen; en ik maak nu géén grapje.’ Die slag was
zijn.
Ondertussen zie ik Rob staan
klussen en ik probeer zijn aandacht te trekken door te zwaaien. Maar hij ziet
me niet.
Vanuit mijn linkerooghoek
zie ik Sjaan, een buurvrouw van me, zitten. Zij is hier gekomen met haar fiets.
Die heeft een lekke band. Vanaf 14.00 uur zit ze al te wachten. Het huilen
staat haar nader dan het lachen.
Ik zwaai nog en keertje
naar Rob, nu ziet hij me wel en komt gelijk naar me toe. Dankzij hem ben ik meteen
aan de beurt. Ik hoor Sjaan bij de nerveus bewegende man klagen dat ik net
binnenkom en nu al gelijk geholpen wordt. Pech voor Sjaan.
Helaas kan Rob deze middag
niks doen met mijn printer. In de Banierstraat is geen pc beschikbaar om de
printer op aan te sluiten. Ik ben dus gewoon voor lul gekomen met mijn
printertje in mijn Bas - tas. Rob vindt dat wel vervelend en biedt me aan om de
printer bij mij thuis te komen repareren. Ik zorg er dan voor dat de printer op
mijn pc is aangesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten