De afgelopen nacht heb ik
bijzonder slecht geslapen. Om voor mij onduidelijke redenen stond Thijs, onze gecastreerde
kater, vanaf ongeveer 01.00 uur tot zeker 04.00 uur luidkeels onpasselijke geluiden
te maken, alsof hij dacht dat hij een krolse kat was. Wanneer ik uit mijn bed
kwam en hem tot stilte maande, liep hij hard weg, verstopte zich ergens en was eventjes
stil. Na tien minuten begon hij weer. Vanuit mijn bed schreeuwde ik een paar keer
luidkeels: ‘Houd op!!!’ Dan stopte die van schrik wèèr even. Dáár kon ik toch de
hele nacht niet mee bezig blijven. Mijn vrouw schrok zich bij elke schreeuw van
mij een ongeluk. Van ellende heb ik om 04.00 uur maar slaappillen ingenomen. Ik
was goddank in no time vertrokken. Heb die krolse kater niet meer gehoord.
Om 9.00 uur ben ik alweer
wakker. Veel te weinig geslapen. Zoiets kan ik niet iedere nacht hebben. Misschien
helpt als ik vanavond, voor dat ik ga slapen, een slaappilletje bij Thijs
achter in zijn keel gooi.
Mijn vrouw dacht:’Misschien
heeft Thijsje wel pijn.’
Zou kunnen. Ik heb hem op
mijn schoot genomen en hem zo’n beetje overal onderzocht. Hij gaf geen krols
geluid. Geen pijn dus, denk ik dan. Blazen deed hij wel, ontzettend veel blazen
en proberen weg te komen van mijn schoot met zijn gore veel te lange nagels … houwdegens
kan ik ze beter noemen. Na mijn onderzoekje zitten er lange, diepe krabbels op
mijn handen, onderarmen en eentje op mijn dijbeen. Ik sterf nu van de pijn.
Mijn vrouw komt om 10.00
uur uit bed. Thijs kijkt enigszins gefrustreerd in haar richting en produceert
weer dat volslagen achterlijke geluid. Zou het soms iets met haar te maken
hebben. Is hij opeens verliefd op haar?
10.00 uur …. Ze is vroeg wakker
voor haar doen. Dan zal ze wel wat bijzonders te doen hebben. Ik kijk even in
onze agenda. Klopt. Ze gaat met een vriendin, net als mijn vrouw 65 plusser,een
dagje reizen met de RET-tram en –bus door de regio Rotterdam. Dat is voor hun
gratis! Voor alle Rotterdamse 65 plussers. Om 10.55 belt haar vriendin bij ons
aan. ‘Ik kom naar beneden,’ roept mijn vrouw in de intercom. ‘Joehoe!’ roept
haar vriendin. Daar gaan ze op weg naar
bus 38. ‘Veel plezier,’ roep ik nog. Thijs gaat weer tekeer. Uit het woonkamerraam
zie ik ze lopen, langs de Rotte, de oude dametjes, in de richting van de
Action. Ze treffen het met het weer: een strak blauwe lucht. Het had alleen een
tikje warmer mogen zijn.
Nu eerst nog even wat kranten,
vuilnisbakzakjes naar de vuilcontainer brengen en dan ga ik er ook op uit. Het
is veel te mooi weer om binnen te blijven zitten, zei mijn moeder altijd. Dus
hup: appeltje, krentenbolletje, mandarijntje, drankje, in de rugzak gestopt en
wandelen. Thijs houdt zich opvallend koest.
Ik loop via de Straatweg,
de Molenlaan, de Terbregseweg naar het Kralings Bos. Daar stapt een grote,
omvangrijke hardloper op me af. Hij wil me een hand geven. Ik aarzel een moment
maar dan zie het. Het is Mohammed ‘l Fathi, vijftien jaar lang waren we buren
Nu zijn we al weer vijftien jaar géén buren meer. Fathi en zijn vrouw Hasna
hebben drie zonen. Wij twee. Zijn en mijn oudste zoon speelden samen bij de
landelijke jeugd van Sparta. We informeren elkaar vlug vlug over de gezondheid
van de vrouwen en de kinderen. ‘Doe ze de groeten, hé.’ Dan gaan we weer ons
weegs. Leuk hem weer eens gezien te hebben.
Ik wandel het Kralingse Bos uit, naar de
Sophiakade, de Goudse Rijweg op en bij de Boezemsingel ben ik zowat thuis. Als
ik onze woning binnenstap, staat Thijs me in het halletje onnozel aan te
kijken. Even maar. Dan draait hij zich om en loopt rustig van me weg. Nog geen
belachelijke geluiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten