Zondag heeft mijn schoonzus Betty, 87
jaar is ze alweer, een flinke herseninfarct gehad. Ze is die zondagochtend in
haar bed gevonden door haar hulp. Betty ligt nu in het ziekenhuis. Hoe groot de
vervolgschade zal zijn is nog niet duidelijk. Gisterenochtend was ze even
wakker, maar verder die dag reageerde ze niet. Het voorspelt dus niet veel
goeds.
Het is niet de eerste keer dat haar
zoiets overkomt; eigenlijk is het een wonder dat ze nog leeft. In de afgelopen
vier jaar heeft ze al twee beroertes gehad. Twee keer brak ze haar heup. Met
als gevolg dat ze niet veel meer zelf kon. Aan- en uitkleden daar kreeg ze hulp
voor. Koken, lukte niet meer. Zij en haar bezoek moesten het voortaan genoegen
nemen met kant en klaar maaltijden in
plaats van een Indische rijsttafel. Ze moet met een rollator lopen; het gaat
tergend moeizaam. Auto rijden mocht ze niet meer en dat deed ze zo graag. Als
84 jarige maakte ze binnenstad onveilig. Haar kleine rode Datsunnetje moest ze
verkopen. Met tranen in haar ogen zag ze haar trouwe karretje de straat uit
rijden.
Betty is net als mijn vrouw in
Nederlands-Indië geboren. Haar twee kinderen zijn daar ook geboren. Tot
1958 heeft de familie daar gewoond (in
Pankalpinang op het eiland Banka) toen werden ze er door president Soekarno uitgeknikkerd.
Sindsdien woont de hele familie in Rotterdam.
In 1970 deed ik mijn intrede in de
familie. De vader van m’n vriendin wilde niks van mij weten. Zo’n langharige
met artistieke pretenties, dat is niks voor mijn dochter, dacht vader. Ik kwam
de huiskamer niet ik. Wel mocht ik in de slaapkamer van mijn vriendin; op haar
bed zitten.
Daar stelt mijn vriendin me voor aan haar zus
Betty. Zij is 42 jaar. Mijn ouders waren nota bene ruim twee jaar jonger dan die
Betty. Zo’n intens vreemde ervaring vond ik dat! Het was trouwens een
beeldschone vrouw. Slank, fijn
gezichtje, vrolijke lieve ogen en lang donker golvend haar. Verder maakte ze
een heel frisse, opgewekte indruk. Ik was zeer onder de indruk van haar en
dat vertelde ook spontaan aan mijn
vriendin. Dat zij toen ernstig jaloers
zou worden, was iets dat ik nooit had verwacht. Want mijn vriendin was en bleef
natuurlijk nummer een en zij was nog veel en veel mooier!
Een dag of tien geleden, zegt mijn vrouw
tegen me:‘Je hebt je regelmatig ‘op Betty’ afgetrokken, ….Jaaaa, dat heb je
zelf tegen mij gezegd … .’ Ik sta perplex en stamel, dat ik zelfs nooit op het idee
gekomen ben. Wat zou er met m’n vrouw aan de hand zijn??
Zou ze nog steeds van slag zijn van toen
ik mijn Lithium pillen een tijdje niet slikte. Ik werd toen hypomaan. Druk,
brutaal en vervelend. Degene die er het
meeste last van had was mijn vrouw. Ik maakte haar dan verwijten over van
alles: uiterlijk, opvoeding, politiek, koken en niet te vergeten sex en …
eerlijk is eerlijk: het gaat er meestal grof aan toe.
Een jaartje terug was ik met mijn vrouw
bij Betty op bezoek, Ze revalideerde van een beroerte. Mijn vrouw ging op het
balkon een sjekkie roken, toen zei Betty:
‘Jee,
luister eens, jij moet niet meer zo lelijk doen tegen mijn zusje, hè. Ik wil
niet dat je haar nog eens zo’n pijn doet …… jaaaaaa …… want ze is wel mijn
zusje, ze is wel mijn zusje, hè.
Ik wist niet wat me overkwam …. Ik wist
niet wat ze bedoelde …wat heeft mijn vrouw allemaal zitten lullen tegen haar
grote zus. Wat mag ik dan verdomme
allemaal niet meer doen met dat zusje van jou?
Blijkbaar heeft m’n vrouw bij haar oude
zus zitten vuilspuiten over mij.
Dat vermanende vingertje van Betty is tot
op heden een vervelende laatste herinnering haar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten