Posts tonen met het label spontaan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label spontaan. Alle posts tonen

dinsdag 10 januari 2023

MAAR JIJ BENT NOG JONG.

 Ik fiets naar Maassluis. Het is een prachtig dorpje. Niet groot. Maar dat zegt het ‘dorpje’ al. De hoog gelegen Dorpsstraat biedt een  mooi uitzicht op de Marktstraat met haar prachtige monumentale panden. Hier wordt langs het kanaaltje markt gehouden. Uitkijken dat je het kanaal niet inkukelt kaasboer!.

Ik besloot de kant van het Westland op te gaan. De snelweg naar Rotterdam, daar moest ik nog onderdoor en dan opent zich een prachtig landschap van water en uitgestrekt groen. Ik zie zwanen, futen, eenden, meerkoetjes en af en toe welt het water op,  hetgeen een karper doet vermoeden. Het riet wuift wat meer dan je zou verwachten bij zo’n lichte wind als nu waait.

Ik vraag me af waar ik uit kom als ik hier rechtdoor fiets. Schipluiden, denk ik.

 

In de verte komt iemand aan fietsen. Ik zal het eens vragen. Het is een dame met hondje voorop in een mandje.

‘Mevrouw, waar kom ik uit als ik deze weg langs dit kanaal volg?’

 Er hangt een doorzichtig plastic zak aan haar stuur met een stel bierblikjes en colablikjes. Ze stapt af.

‘Schipluiden toch, hè, die kant op? vraag ik. ‘Neen, dat zal niet lukken dan moet u rechts en weer rechts en dan nog eens over een bruggetje links … neen, beter van niet,’ zegt ze.

 

‘Ik denk dat ik er dan toch maar voor kies rustig terug te fietsen naar Rotterdam.’

Ze zegt, dat ik in dat geval beter naar de overkant van het water kan gaan bij dat bruggetje daar in de verte. Dan kom ik in Vlaardingen. In het Vlaardingse bos, waarvan ze niet meer weet hoe het heet.

‘Dat is zo vervelend, hè? Hoe ouder je wordt hoe meer je gaat vergeten’.

‘Ja’, zeg ik, ‘dat heb ik precies zo’.

‘Maar u bent nog zo jong’, zegt ze.

‘Nou ja’, glimlacht hij…

Zie ik er nou echt zo jong uit, ik ben toch ook al vierenzestig. Volgens mij is zij niet veel ouder dan ik. Hooguit zesenzestig. Ze zal wel wat ouder zijn. Want ik heb proefondervindelijk vastgesteld, dat ik niet meer spontaan opgewonden raak van vrouwen die ouder zijn dan ik. Even denk ik nog wel: ‘Best een  leuke vrouw.’ Zegt ze later, dat ze drieënzestig is.

 

Het is een zachte decembermiddag. Een temperatuurtje van rond de tien graden en bijna windstil. Beetje fris maar heerlijk fietsweer. Ik slaag er steeds weer in om rondom Rotterdam leuke fietsroutes te ontdekken. Vandaag weer een stuk tussen Vlaardingen en Maassluis. Ik fiets tussen de Maas en de snelweg van Rotterdam naar  Hoek van Holland over smalle geasfalteerde weggetjes langs boerderijen en door kleinschalige stukjes bos. Af en toe wind ik me overmatig op over de een of andere klootzak, die tachtig rijdt, waar die met zijn lul op wielen maar dertig mag. Een paar keer moet ik constateren dat die ‘lul op wielen’ een vrouw is. Waarom moeten ze zo hard rijden, verdomme? Ik word er strontzenuwachtig van.

 

Nou, mevrouw, dank u wel. Dan fiets ik eerst naar Vlaardingen en dan weet ik het verder wel.

‘Ja’, zegt ze wijzend op haar plastic tasje, ‘jongelui gooien die blikjes maar overal neer. Dat vinden ze geloof ik “koel”,’ ze bedoelt natuurlijk “Cool”. Die rotzooi achteloos weg werpen in die mooie natuur hier!. Ik erger me daar groen en geel aan. Ik ben daar nu wat van aan het opruimen’.

‘Oh, ik denk u gaat me zo een lekker pilsje aanbieden. Maar alle blikjes zijn dus leeg?’

‘Ja’, en ze lacht daar heel vriendelijk bij.

Nou, dan neem ik maar een slokje van mijn eigen sinaasappelsap. En een hapje van mijn boterham met kaas.

Het hondje met lange zwarte haren voor z’n ogen staat me zachtjes jankend, kwijlend aan te kijken, terwijl ik kleine hapjes eet.

‘Mag hij een stukje, mevrouw?

 ‘Nou, een klein stukje dan’.

Het beestje blijft kwijlen, tot alles op is; hij kwijlt wel tien stukjes bij elkaar.

‘Als u nog eens in de buurt bent, meneer, moet u beslist eens naar dat kerkje daar verderop fietsen en het interieur bekijken. Jugendstil! Heel fraai.

vrijdag 10 juni 2022

SCHOENSHOPPEN

 Schoenen kopen doe ik altijd met Lara, een oud collega van mij. Dat scheelt een hoop getob. Een week van te voren bel ik haar. Dat het weer zo ver is. Leuke meid hoor, die Lara, niet zo mooi. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Ze is  scheel  (links) en haar linkerbeen is iets te kort.  ’t Belangrijkste: ze is aardig en behulpzaam. Probeer als een oude man zoals ik, maar eens iemand te vinden, die schoenen met je wil gaan kopen. Alleen lukt het me echt niet. Carola mijn vrouw heeft er al jaren geen zin meer in. Het duurt bij mij allemaal veel te lang, vindt ze.  Lara helpt me nu al bijna twintig jaar. We hebben al heel wat schoenen samen gekocht. 

‘Je schoenen vallen zeker spontaan van je voeten, Jee?’

Daar bel ik haar eigenlijk alleen maar voor. Een soms twee keer per jaar. 

‘Ja, Lara, ik zie mijn tenen zowat al weer door mijn schoenen heen.’  

Schoenen kopen betekent bij ons: een middagje, afwisselend in een stel schoenenwinkels en kroegjes in het Centrum rondhangen.

‘Kan ik u misschien helpen?’ vraagt de verkoper van de schoenenzaak netjes.’

‘Nee, we kijken eerst liever zelf even. We geven u wel een seintje als we een keus hebben gemaakt!’

Gemeen!! Want we willen  daar he-le-maal niks kopen; veel te dure zaak. We willen alleen maar een beetje lol trappen: veel schoenen passen, opzij zetten en het schoenenzooitje daar achterlaten.

‘Sorry,’ zeg ik dan tegen die verkoper, ‘we hebben helaas geen keus kunnen maken maar heeft u misschien een potje zwarte schoensmeer te koop?’ Wel kinderachtig eigenlijk, hè?

‘Jezusmina Jee, trek voortaan schone sokken aan.  Jij zit me daar toch vreselijk te meuren!’ 

Lara probeert me over te halen rode laarzen te kopen. ‘Die stonden je echt goed die  bordeauxrode laarzen, met een hoge hak. Als je daar dan een strakke spijkerbroek  bij aan had, Jee, dan kon ik het echt niet droog houden. Dat durf ik nú wel te zeggen.’  

Ik wist niet wat ik hoorde, uit Lara’s mond nog wel!

’Want, weetje Jee, door die hoge hakken kwam die fiere bobbel van je in  dat strakke broekje zo prachtig uit. Ook je kontje trouwens. Maar ja, Jee, die tijd is geweest, jongen.’ 

‘Hoe bedoel je, Lara?’

‘Nou ja,  Jee,  je  zal toch zelf onderhand ook wel in de gaten hebben dat je er niet meer zo betoverend bent als een  jonge meid. Je bent zeventig en dat ziet er toch echt iets anders uit dan veertig!’

‘Ja, zo kan die wel weer, Lara.’

‘Je vraagt er zelf om, Jee.’

‘Jij bent toch ook onderhand wel een jaar of vijfenvijftig, Lara?’ (Ik moet haar toch een klein beetje terugpakken.)

‘Nee, pestkop! Ik ben net vijftig en dat weet je best. Als je liever alléén verder zoekt naar een paar schoenen, moet je zo doorgaan.’

Bristol is zoals gewoonlijk het eindstation. Daar slagen we altijd. We kopen, zonder dat we lastig gevallen worden door hijgerig verkooppersoneel, een paar zwarte laarzen met een gewone hak.