woensdag 3 september 2014

FIETS

Buurman Peter en ik fietsen, met de wind mee richting Hoek van Holland. Normaal dammen we altijd op de woensdag maar daar is het vandaag wederom veel te mooi weer voor. Dus zitten we op de fiets.

In het weekend kwam Peter naar me toe en maakte me er op attent dat de Montana,  Peters mountainbike, bij de Wielershop is afgeprijsd van zeshonderd naar vierhonderdvijftig euro. Niet gek. Tot op heden moet ik het nog steeds doen met die ouwe opoefiets, die ik ook nog eens moet delen met mijn vrouw. Prima fietsje hoor, daar niet van, maar eigenlijk is het ding alleen maar geschikt voor ritjes in de buurt en voor de boodschappen.
‘Met zo’n Montana, Jee, ga je gewoon vanzelf meer kilometers maken. Zie je eens wat meer dan alleen het Oude Noorden. Ik heb er zelf al heel wat ritjes opzitten richting Gouda, Leiden, Dordrecht Brielle en ga zo maar door.’

Het lijkt mij best wel wat zo’n mountainbike  … met lekker weer, mooie lange ritten maken, hele dagen onderweg, boterhammetjes mee, in een dorpje onderweg een kopje koffie drinken maar … vierhonderdvijftig euro  …
‘Hij is dan wel afgeprijsd, Peter … het is toch veel geld.’
‘Dat is zo, Jee, maar je mag gespreid betalen. Dat maakt het wat aantrekkelijker, toch? Hoewel ik natuurlijk niet in je portemonnee kan kijken.’
‘Ik heb het er eerst eens met mijn vrouw over, Peter.’
‘ Jee, zal ik je eens wat vertellen: het lijkt me echt verdomd leuk om samen met jou een beetje in de omgeving van Rotterdam te gaan toeren, serieus.’

Nou ja, om een lang verhaal kort te maken: ik heb die afgeprijsde Montana gekocht, op afbetaling, dat dan weer wel. Ik was nog maar net een blokje om geweest of Peter stond me op te wachten:
Om te vertellen dat ik nog allerlei accessoires nodig had met zo’n fiets: een wielrenshirt; een wielrenbroek met zeemleren kruis; een helm; een bidon; wielrenhandschoenen, en toeclips (wielrenschoenen die ik aan mijn trapper vastklik).
‘Ja, dag hoor Peter, je kan me nog meer vertellen. Een shirtje, broek en handschoenen vind ik voorlopig genoeg. Ik fiets verder met gewone sportschoenen en bidons heb ik  niet helemaal nodig: ik hergebruik limonadeflesjes.’

We hadden er om en nabij de twee uur over gedaan om  naar Hoek van Holland te fietsen. We hadden windje mee gehad. Voor mij was dat een groot voordeel. Ik  was nog helemaal niks gewend.
Peter oogde nog zo fris als een hoentje. Enthousiast stond hij zijn rek- en strekoefeningen te doen op het pleintje met uitzicht op het Hoekse strand.
‘Kom op Jee, dat is belangrijk, rekken en strekken, kom op!’
Ik zat er nog niet helemáál doorheen maar ik voelde mijn bovenbenen wel en ondanks die door Peter veelgeprezen wielerbroek, had ik al behoorlijk pijn aan mijn kont. Ik hield mijn hart vast voor de terugweg met windje tegen.
Vanmorgen, voordat we vertrokken had ik mijn vlug NS-Voordeelkaart nog even in mijn portemonnee gestopt … kan ik  altijd nog, als het heel erg afzien wordt, met de Montana in de sprinter naar Rotterdam Centraal  stappen.
Maar zover was het nog niet. We gingen eerst wat eten en drinken. Peter had zijn pakje brood nog niet opengemaakt of er landde zeven meeuwen rakelings om ons heen. Het openen van mijn pakje brood trok maar drie meeuwen. Misschien lusten ze niet zo graag zuurdesembrood.  Ze naderden ons heel dicht en als ze te dichtbij kwamen joegen we ze  weg. Het hielp weinig: ze vlogen dan op en met en bocht kwamen ze terug en landden ze weer voor onze voeten. Af en toe deed een van de vogels een poging Peter zijn brood te pikken (niet dat van mij). Zo ging dat spel enige tijd door, totdat Peter zijn broodzakje weggooide in de afvalbak, toen verdwenen zeven meeuwen en toen ik klaar was met eten verfrommelde ik het aluminiumfolie dat om mijn brood zat en gooide het weg en ook de laatste drie meeuwen verdwenen toe.

Volgens Peter was het toen de hoogste tijd om weer eens terug te gaan. Geen goed idee vond hij het om de trein te pakken dus …..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten