‘Speelweide‘ staat te lezen op het ene bord langs het gazon
met hier en daar een wipkip; aan een overhellende tak van een oude boom hangt
een dik touw, waaraan een autoband is bevestigd. Even verderop, langs datzelfde
gazon, in datzelfde parkje staat in grote letters op een ander aanwijzingsbord luid
en duidelijk:‘Geen hondenuitlaatplek’. Om het helemaal duidelijk te maken is op
dit laatste bord nòg een bord geplaatst: een rond bord met een dikke rode rand waarin
de met een rood kruis doorgestreepte afbeelding van een zwarte schijtende hond.
Kan het duidelijker? Oprotten dus met die honden! Hier moeten kinderen kunnen
spelen zonder dat ze onder de kak komen te zitten.
Staat me daar op dat gazon toch een fraai duo
hondenbezitters lekker met elkaar te beppen! Ze hebben hun hond niet los lopen op het
gazon. Neen, ze hebben hem of haar, dat heb ik in de gauwigheid even niet
kunnen beoordelen, aan een lijn lopen van naar schatting vijftig meter. Nou,
wat is dan het verschil tussen los en aan zo’n lange lijn? Geen van beiden heeft
natuurlijk een plastic zakkie bij zich en als ze het wel bij zich hebben, dan hebben
ze geen idee waar ze de drollen van hun trouwe viervoeters moeten oprapen om de
doodeenvoudige reden dat het duo alleen maar aandacht heeft voor elkaar.
Hij is een schriel
mannetje van een jaar of zestig, grijskaal, met een ruimzittende oranje bermuda,
witte, harige beentjes, geitenwollen sokken, sandalen en een openhangend
blauwwit geruit overhemd, waar zijn dikke pens onvoordelig uitpuilt.
Zij is een dikke vijftiger, blond, opgestoken haar, goed
gebruind, beetje aan de dikke kant; ze draagt een voor haar leeftijd iets te
kort blauw rokje, een strak hemdje en geen beha; ze loopt op gele crocs.
Allebei staan ze te roken met de rug naar de huisdieren; hun
riemen zijn inmiddels flink in de klit geraakt. Het interesseert de hondenbezitters duidelijk
helemaal niks, dat ze iets doen wat niet is toegestaan. Heerlijk ontspannen babbelen
met elkaar. Ze zijn niet eens op hun
hoede, dat er wel eens een agent of een boswachter voorbij zou kunnen komen. Ze
hòèven ook helemaal niet op hun hoede te zijn, want ze weten donders goed, er
komt toch niemand controleren. Nòòit.
Elders in het park staan wel agenten; zes bij elkaar maar
liefst. Drie politiewagens en een geel -
blauwe ambulance staan in de buurt. In dit deel van het park mògen helemaal
geen auto’s komen. Maar dit is waarschijnlijk een noodsituatie. De dienstwagens
staan alle vier op fiets- of voetpaden van het parkje geparkeerd. De agenten en
drie politiehonden staan in een halve cirkel om een jeugdig stel heen, dat
tegen houten schuttinkje hangt. Het is een soort hippie stel, kralen, kettingen
en ook nog eens poepbruin; vast net van vakantie terug. De jongen en het meisje
trekken zich niets aan van de politie en de honden. Ze staan gewoon met elkaar
te vrijen alsof er niets aan de hand is. Van de agenten mogen ze blijkbaar hun
gang gaan. De politiehonden daarentegen reageren daar duidelijk anders op, want
die slaan aan bij de minste of geringste beweging van het stel.
Een geraas komt alsmaar naderbij … een helikopter … hij landt honderd meter
achter het stel. Alle zes de politieagenten (en de honden) lopen gezamenlijk op het stel af en
voert het mee in de richting van de heli. De jongen en het meisje lopen
gewillig voor de agenten uit en stappen de helikopter in. Twee agenten gaan met
ze mee. De overige politieagenten, de honden en de
ambulancewerkers gaan naar hun wagens
terug en rijden (met te hoge snelheid) in verschillende richtingen weg. De heli
is inmiddels opgestegen en vliegt in de
richting van het stadscentrum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten