zondag 18 juli 2021

VERBRAND

Verbrand

‘Zoooooo, wat heb jij een witte benen!!!!’ roept een buurvrouw me na. Het is vandaag mooi weer, dus ik heb na lang aarzelen, voor een korte wandeling,  mijn korte broek weer eens aangetrokken.  Zelf heeft buurvrouw  een fleurige lange broek aan met elastiek van boven en van onder, dus ik kan over de kleur van haar benen niks bijzonders terug zeggen. Ze heeft wel een bruin gezicht maar dat heb ik ook, dus dat zegt niets. Het geeft verder ook niks, ik loop nu eenmaal niet zo vaak in een korte broek en dan is het niet zo gek dat m’n benen wit blijven.  In mijn blote borst loop ik al helemaal nooit,  ja, ik heb wel eens  een hempie aan, zodat mijn armen en schouders een beetje kunnen bruinen maar de rest van mijn bovenlichaam blijft spierwit. Dat stel ik dus ook nooit bloot aan de zon.  Het komt allemaal uit het verre verleden.

Het was toen net zo ’n lekker weer als vandaag.  Toen was ik als knaapje van 7 veel te lang in de kokend hete zon geweest.  Vooral mijn rug is toen vreselijk verbrand. Op de dag zelf merkte  ik er niks van, want ik heb vrolijk lopen ballen, zwemmen en met het zand gespeeld bij het Kralingse Strandbadje. De volgende dag leek het wel of mijn rug in de fik stond. Toen ik thuis was probeerde mijn moeder de pijn met een koud washandje te deppen. Een ice-pack hadden we  niet; het was 1957; geld voor een koelkast was er bij ons thuis helemaal  niet bij. Ze  smeert na het deppen, vaseline op mijn rug. Dat smeren van die vaseline doet vreselijk  pijn. Ik weet nog wel dat ik er heel erg van moest huilen.    

‘Jij moet met je blanke huid ook niet zo lang in de zon gaan zitten,’ zei mijn moeder nog. Ze had dat nooit eerder tegen me gezegd. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik met alleen mijn zwembroek aan, lang bij het strandbad in de zon gespeeld had.  Ik was daar met mijn jongere zusjes, Trees en Joke, met  de tram naar toe gegaan. Zij hadden nergens last van. Zij waren ook de hele dag in de zon geweest  en waren om hun badpakjes heen mooi bruin geworden.

Het was trouwens een dag om nooit te vergeten.  Diezelfde  dag,  verloor ik het geld voor de tram van Kralingen naar Spangen…….moesten mijn zusjes en ik zeker  tien kilometer  naar huis lopen.  Toen we bijna thuis waren voelde ik in mijn kontzak een papieren zakje met het tramgeld. Toch niet verloren dus. Mijn zusjes waren woedend op mij.

Ik kon de dag nadat ik zo verbrand was echt niet naar school; ik kon me nauwelijks bewegen.  Eerlijk gezegd vond ik het wel  fijn om eens een keertje niet  naar school te hoeven en me door mijn moeder te laten verzorgen. Uiteindelijk ben ik de hele week niet naar school gegaan. Toen kon ik pas weer normaal lopen en zitten.

Ondertussen had ik wel  mooi mijn Pinkeltje- boeken  en mijn Okki’s  (een tijdschrift voor 7-jarigen) rustig uit kunnen lezen.   

 Ik ben met mijn blanke huid wel altijd voorzichtig gebleven voor de zon. Met als gevolg dat ik (behalve mijn hoofd) vrijwel nooit bruin word  en dat mijn benen vaak worden uitgemaakt voor ‘melkflessen’.  

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten