Verbrand
‘Zoooooo, wat heb jij een witte benen!!!!’ roept een
buurvrouw me na. Het is vandaag mooi weer, dus ik heb na lang aarzelen, voor
een korte wandeling, mijn korte broek
weer eens aangetrokken. Zelf heeft buurvrouw een fleurige lange broek aan met elastiek van
boven en van onder, dus ik kan over de kleur van haar benen niks bijzonders
terug zeggen. Ze heeft wel een bruin gezicht maar dat heb ik ook, dus dat zegt
niets. Het geeft verder ook niks, ik loop nu eenmaal niet zo vaak in een korte
broek en dan is het niet zo gek dat m’n benen wit blijven. In mijn blote borst loop ik al helemaal
nooit, ja, ik heb wel eens een hempie aan, zodat mijn armen en schouders een
beetje kunnen bruinen maar de rest van mijn bovenlichaam blijft spierwit. Dat
stel ik dus ook nooit bloot aan de zon. Het
komt allemaal uit het verre verleden.
Het was toen net zo ’n lekker weer als vandaag. Toen was ik als knaapje van 7 veel te lang in
de kokend hete zon geweest. Vooral mijn
rug is toen vreselijk verbrand. Op de dag zelf merkte ik er niks van, want ik heb vrolijk lopen
ballen, zwemmen en met het zand gespeeld bij het Kralingse Strandbadje. De
volgende dag leek het wel of mijn rug in de fik stond. Toen ik thuis was
probeerde mijn moeder de pijn met een koud washandje te deppen. Een ice-pack
hadden we niet; het was 1957; geld voor
een koelkast was er bij ons thuis helemaal
niet bij. Ze smeert na het deppen,
vaseline op mijn rug. Dat smeren van die vaseline doet vreselijk pijn. Ik weet nog wel dat ik er heel erg van
moest huilen.
‘Jij moet met je blanke huid ook niet zo lang in de zon gaan
zitten,’ zei mijn moeder nog. Ze had dat nooit eerder tegen me gezegd. Het was
voor mij ook de eerste keer dat ik met alleen mijn zwembroek aan, lang bij het
strandbad in de zon gespeeld had. Ik was
daar met mijn jongere zusjes, Trees en Joke, met de tram naar toe gegaan. Zij hadden nergens last
van. Zij waren ook de hele dag in de zon geweest en waren om hun badpakjes heen mooi bruin
geworden.
Het was trouwens een dag om nooit te vergeten. Diezelfde
dag, verloor ik het geld voor de
tram van Kralingen naar Spangen…….moesten mijn zusjes en ik zeker tien kilometer naar huis lopen. Toen we bijna thuis waren voelde ik in mijn
kontzak een papieren zakje met het tramgeld. Toch niet verloren dus. Mijn
zusjes waren woedend op mij.
Ik kon de dag nadat ik zo verbrand was echt niet naar
school; ik kon me nauwelijks bewegen.
Eerlijk gezegd vond ik het wel
fijn om eens een keertje niet
naar school te hoeven en me door mijn moeder te laten verzorgen. Uiteindelijk
ben ik de hele week niet naar school gegaan. Toen kon ik pas weer normaal lopen
en zitten.
Ondertussen had ik wel mooi mijn Pinkeltje- boeken en mijn Okki’s (een tijdschrift voor 7-jarigen) rustig uit
kunnen lezen.
Ik ben met mijn
blanke huid wel altijd voorzichtig gebleven voor de zon. Met als gevolg dat ik (behalve
mijn hoofd) vrijwel nooit bruin word en
dat mijn benen vaak worden uitgemaakt voor ‘melkflessen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten