Toen ik gisterenmiddag
mijn fiets uit de berging op de begane grond wilde halen, bleek de voorband
lek te zijn. Gelukkig had ik hier alle plakspullen bij de hand. Ik moest alleen
even terug naar mijn huis op de derde verdieping, om een emmertje water te halen.
In het gangetje waar de verschillende
bergingen in gesitueerd waren hing een rare lucht, die ik niet zo gauw kon
thuisbrengen.
Eigenlijk belachelijk toch,
dat ik helemaal naar de derde verdieping moest om daar een emmertje water te halen. Had de architect van dit wooncomplex niet kunnen
bedenken dat er ook wel eens een bandje
geplakt zou moeten worden in de berging. Met een wateraansluiting hier had trouwens
het groen op binnenterrein ook op zijn tijd gespoten kunnen worden.
De toegangsdeur naar de
bergingen stond op een kier en tegen de muur ernaast was een oude donkergroene fiets
gekwakt. Niet op slot. Toen ik naar boven ging stond die ouwe brik hier nog
niet. In de berging aan het eind van het gangetje werd ruzie gemaakt. Waarover
wist ik niet, want ze maakten ruzie in het Marokkaans. De geur die ik rook voordat
ik naar boven ging was de geur van wiet. Misschien was de geur toen niet zo
sterk. Ze stonden toen ik terug kwam waarschijnlijk met zijn tweeën te blowen
(en te ruzieën). Als ik vijf minuten in het gangetje zou blijven staan zou ik in
een mum van tijd zo stoned zijn als een garnaal.
‘Band plakken Jee,’ zeg ik
tegen mezelf. Oké! Ik zou bijna vergeten waarvoor ik hier met die emmer in mijn
hand stond.
Het plakken van de voorband
is vrij simpel. Bij de achterband zit de fietsketting in de weg.
Ik zette de fiets op zijn
kop en wipte aan één kant de buitenband van de velg. De binnenband trok ik naar
buiten maar liet het ventiel in de velg zitten. Ik pompte de band een beetje op
en hoorde gelijk al een hevig gesis: duidelijk voelde en zag ik het lek. Het
water was niet nodig. (Daar zou ik de plantjes blij mee maken.) Ik schuurde de
band rondom het lek lichtjes, smeerde er wat solutie (lijm) op, liet het heel
even drogen en deed er een plakkertje op. Klaar is Kees! Nog even de binnenkant
van de buitenband gecontroleerd op scherpe voorwerpen … en daarbij haalde ik
pijnlijk mijn middelvinger open aan een punaise. Daar was ik overheen gereden.
Die veroorzaakte dus mijn lekke band. Mijn vinger bloedde als een rund. Ik had
hier geen pleisters dus stak ik mijn vinger maar in mijn mond. Smaakte niet
echt lekker ook al was het bloed van me eigen.
Met één hand rondde ik het
band-plak-klusje af. Vooral het weer omdraaien van de fiets viel niet mee.
Ik liep door het gangetje
van de bergingen. Bloed zuigend uit mijn middelvinger, een emmer water bungelend
aan mijn arm. Ik rook nu niet meer alleen de geur van wiet. De geur van wiet
heeft zich vermengd met die van spuitbusverf. Als ik even achterom kijk, zie ik
een oude fiets tegen de wand staan: negentig procent zwart gespoten ... alleen
het spatbord vòòr is nog in de originele donkergroene kleur.
Het wordt geloof ik tijd
voor een gesprekje met onze wijkagent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten