Het is een groezelig café
vol oude mannen. Daar ben ik er wel één van, zeg ik er eerlijk bij. Achter de
bar staat een ietwat deftig ogende al
wat grijzende dame met hoog opgestoken haar. Ze heeft een wit truitje aan, dat
haar toch al rijke natuur ook nog eens accentueert. Ze draagt een zwarte leren
rok waarvan ik niet kan zien waar die eindigt. Even later, als ze wat tafeltjes
schoonmaakt, zie ik dat die rok valt tot
op haar kuiten.
‘Zegt het eens jongeman,’
begint ze tegen mij. Best zwaar, haar stem … voor een vrouw dan.
‘Doe maar een kopstoot’
zeg ik. ‘Bier en jonge borrel wil ik ijs
en ijskoud.’
‘Kijkt eens jongeman, je kopstootje.’
‘Dank u wel mevrouw.’
‘Zegt nou maar gewoon
Greet tegen mijn, dat doet iedereen hier.’
‘Okee, ... nou … eh … Greet, mijn naam is gewoon Jee.
Als ik hier zo eens even
rondkijk, dan is dit overduidelijk een mannencafé. Een grote foto van de allerbeste
Feyenoorder aller tijden, Coen Moulijn, hangt prominent aan de wand boven de
tafeltjes tegenover de bar. Daaromheen foto’s van Feyenoord – Celtic, de Europa
Cupfinale van 1970 gespeeld in Milaan. Feyenoord won als eerste Nederlandse
club die Cup met de Grote Oren (2 – 1 na verlenging). Grandioos wat een feest! Samen
met het meisje, dat nu mijn vrouw is, stond ik daar te juichen en te springen
in het San Sirostadion.
De kopstoot smaakte goed.
Ik neem er nog een. Het gaat hard hoor met dat spul. Staat een kerel naast me
met een Sparta sjaal. Ik geef hem wat te drinken … een wijntje … tja, dat wil
die toch echt zelf.
‘Wat stond die Treytel toen
goed te keepen,hè?’
Ik kijk hem niet begrijpend
aan.
‘Toen … in Milaan bedoel
ik,’legt die Sparta Piet mij uit.
‘Man,’ zeg ik,’ nou sta je
toch echt uit je nek te lullen, hoor. Treytel deed helemaal niet mee in Milaan! Eddie PG, die ouwe lul, stond in de goal ... Kom
… geef maar weer terug dat wijntje, dat gaat
zo niet goed met je.’
Leuk café wel .. echt
mannencafé. Affiches van schaars geklede, mooie meiden, die de pensioengerechtigde
leeftijd bereikt hebben of inmiddels de pijp uit zijn: Brigitte Bardot, Marilyn
Monroe, Audrey Hepburn, Elisabeth Taylor en zelfs die Patricia Paay zie ik er tussen hangen.
Achter in het café vlak bij de toiletten zie
ik tot mijn schrik een echte uil staan. Hij is een paar dooie kuikentjes aan
het dollen. Greet zag me zeker verschrikt kijken.
‘Je hoeft niet bang te wezen,
hoor, das Bram daar. Hij doet niks. Het
is een Siberische oehoe. Die benne heel
tam. Hij eet alleen maar kleine lieve diertjes, hahaha. Bovendien zit ie
vast aan de ketting. Hij ken geen kant op. Straks als jullie allemaal benne opgehoepeld,
laat ik hem hier effe rondvliegen … effetjes
maar … vindt ie lekker. Die schat hep zo lang niet meer te leven, vrees ik. Hij
is al 28 Meestal worden ze niet ouder dan 30. Als ie dalijk uitfladderd is, komp
tie op mijn schouder zitten ... praten
we nog effe gezellig na over vanavond en dan zoekt ie uit ze eige zijn ketting
weer op, de schat.
Voordat ik de boel hier afsluit
en me bed in duikt, zet ik hem in ze kooi en
krijgt ie nog een paar levende kuikentjes van me. Heel soms, met de kerst
geeft ik hem een piepklein konijntje … ja levend natuurlijk. Dan wordt ie ech he-le-maal
gek, Jee … hahaha … dat kejje toch wel?’
‘Nog een laatste kopstootje
voor we sluiten? Deze hebbie van mijn, hoor.
Die Bram weet ech wel wat
lekker is … weet je, Jee, geloof het of niet, ik zou me god niet weten wat ik
zonder die schat moest beginnen.’ Greet haar ogen fonkelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten