zondag 3 mei 2015

HAAR VADER

Leuke verschijning  was ik zonder twijfel anno 1970. Dat vond mijn vrouw ook.  Ze vond toen alleen dat ik wat smalle schoudertjes had. Maar tien jaar later, ik werd al kaal en grijs,  had ze toch eigenlijk liever een heel  andere kerel gehad. Een vent met een wat grotere bek, een beetje meer macho (ook weer niet te veel), iemand die wat steviger in zijn schoenen stond, wat daadkrachtiger was, wat assertiever, zelfbewuster, een echte doorzetter. Haar vader was zo iemand! Na die tien jaar realiseerde ze zich dat ze toch liever een man zoals haar vader had gehad. Die man moest dan wel een stuk groter zijn, want haar vader was net een meter zestig.
Peter, Sjaak en niet te vergeten Toon, waren net zulke potige, krachtige kerels als haar vader, alleen stukken groter. Die waren alle drie rond de een meter negentig. Echte stevige jongens waar mijn vrouw verrukt naar opkeek, waar ze overduidelijk voor smolt: stralende ogen, ontwapenende lach en zwoele stem; altijd samen met die typische handbeweging waarmee ze haar haar over haar oor naar achteren zwiept.
 Tientallen jaren later merkte ik het pas, haar vaderfascinatie. Daarvòòr dacht ik alsmaar dat ze gezwicht was voor het hippieachtige, een beetje softe, ietwat bescheidene, nonchalante, niet zo  streberige typje dat ik zelf was.

Onze seksuele relatie was al snel een puinhoop. Te snel klaar, slappe lul, droge kut, schrijnende kut, te veel wijn, ongeschoren kop,  jeukende lul, koude handen, vieze scheten, koude voeten, te moe, te vroeg naar bed, te laat naar bed,stinkende adem, jaloers, meegenietende buren, pil vergeten, pik niet schoon, te hoog, te laag, te zacht, te hard en er falikant naast zitten. Er was altijd wel een stok om mee te slaan.

In feite ben ik me er pas sinds kort van bewust, hoe hinderlijk het is voor een goede band tussen mij en mijn vrouw. Ik ben nu eenmaal niet gezegend met de uitzonderlijke  eigenschappen van haar vader. Nooit zal ik haar ideale echtgenoot zijn. In mijn profiel is goddank nauwelijks plaats voor het autoriteit, geldingsdrang, streberigheid en dwingelandij.

In grote woede wil mijn vrouw onze relatie verbreken. Ze is me beu. Ze wil niet meer door mij aangeraakt worden. Niet meer gewantrouwd, afgestoten, gekleineerd, bekritiseerd, veroordeeld, bang gemaakt worden.
Na veel huilen en denken, komt ze daarop terug. Ze zegt, dat ze in haar hart nog een heel klein beetje de hoop heeft, dat het goed gaat komen met ons.

‘Zouden dan eerst alle lagen kwaad blootgelegd moeten worden?,’ vraagt zij zich af,’voor er echte openheid, mededogen en liefde mogelijk is?’ Ze denkt dat dat haar levensopgave is. Afstand wil ze nemen van het ‘ego’, geen verwachtingen, illusies, strijd, winnen of verliezen.
Mijn vrouw vindt dat ze niets gewonnen, alleen verloren heeft omdat ze het geschenk niet zag. Met dat geschenk bedoelt ze mij:
‘Jee,’  zegt ze, ‘jij bent dat geschenk, het gegeven paard, mijn levensopgave. En ik heb het niet gezien. Worstelend met imperfectie, illusies, ego, heb ik het geschenk niet gezien.’
Ze besluit mij niet te verlaten.

Nu vluchten, vindt ze laf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten