vrijdag 31 juli 2015

SCHOOL

Ik weet van sommige dingen nog goed hoe ze vroeger op school gingen. Héél gevoelig was ik voor aardige, vriendelijke meesters en maar dus ook voor strenge klootzakken. Aan mijn rapporten is af te lezen wat voor soort figuur er voor de klas stond.
Bij de soepelen had ik een rapport met negens en tienen …  sommige meesters schreven dan op mij rapport: ‘Binnenkort kom ik cijfers te kort’. In de jaren met de klootzakken-meesters haalde ik voornamelijk zesjes en zeventjes, wat me natuurlijk nooit complimentjes opleverde. Het waren voor mij stressvolle jaren.

Ik was nooit zo’n haantje de voorste in de klas. Ik luisterde meestal keurig en deed mijn best.  Uit mezelf had ik niet de neiging om alleen of samen met anderen de les verstieren. Ik lette gewoon braaf op. Wilde gewoon graag goeie cijfers halen. De meeste vakken gingen me goed af. Daar was ik blij om.
Maar veel zwaarder woog bij mij altijd, dat ik in sommige vakken niet zo goed was. Daar kon ik in mijn bed over liggen piekeren. Ik kon namelijk niet zo goed tekenen, gymnastieken en schoonschrijven. Voor die drie vakken had ik meestal een vijf of een zes min. Terwijl ik voor die andere vakken negens en tienen haalde. Ook al telden die drie vakken in de totale beoordeling niet zo zwaar  mee … het feit dat ze onvoldoende waren zat me danig dwars.
Na schooltijd heb ik nog heel wat geoefend om mooi te leren schrijven en beter te leren tekenen maar het verbeterde niet. Ook gymnastiek bleef zwak ondanks mijn geoefen met koppetje duikelen, een kaars maken of in de speeltuin aan de ringen zwaaien of een vogelnestje maken. Het lukte me alsmaar niet zo goed … ik was en bleef gewoon een stijve hark.
Sporten daarentegen ging uitstekend. In de gymles deden we wel eens ‘apenkooi’ of blokjesvoetbal  … daarbij behoorde ik tot de besten maar dat werd blijkbaar niet gewaardeerd. Ik voetbalde op het schoolplein altijd fanatiek en ook wel goed. Niet voor niets zat ik bij het voetbalelftal van onze school dat in 1962 kampioen werd van Rotterdam. Ik was die onpasseerbare keeper van dat team. Het was in het laatste jaar van de lagere school jaar. Het jaar dat de meester  van die zesde klas: ‘Broeder Bernardinus’ me inpeperde dat ik te lelijk zou zijn om in de buurt van mooie meisjes te komen.

Aan het einde van dat schooljaar deed ik toelatingsexamen voor de hbs of het gymnasium. De vakken waarop ik geëxamineerd werd, waren Nederlands, Rekenen, Aardrijkskunde en Geschiedenis. Ik slaagde vrij makkelijk en mocht op de hbs komen.
Wat ik me van dat eerste hbs-jaar op het Sint Franciscus College herinner  is  vooral dat ik me een eenling voelde. Ik was de enige van mijn lagere school, die was toegelaten op het Franciscus.  Met de andere leerlingen in mijn klas had ik nauwelijks contact
De leraren waren aardig noch onaardig. Afstandelijk voornamelijk. Er was nauwelijks een band. Alleen met de gymnastiekleraar en met de leraar Engels had ik wat.
Ik vond het wel grappig dat mijn moeder op haar gymnastiekvereniging in Schiedam ook les had gehad van onze leraar Lichamelijke Oefening, meneer Schaeffer. Die vond dat blijkbaar ook leuk. want hij heeft me vaak gevraagd om de groeten aan mijn moeder te doen. Ze bloosde meestal als ik haar die groeten ook werkelijk overbracht.
De leraar Engels, meneer Vermeulen,  vond ik zielig. Er was nooit orde in zijn les. Behalve ik, was er niemand die oplette. Meneer Vermeulen kon echt geen orde houden. Hij probeerde het wel door dingen te zeggen als : ‘stoppen nou jongens’ (het was een jongensschool) of: ‘nu moeten jullie stil zijn hoor’ …. ‘is het nu eindelijk eens afgelopen met dat gedonderjaag’ en zo gingen hij en wij maar door. Regelmatig, wanneer hij met zijn rug naar de klas stond, werden met speeksel nat gemaakte proppen papier tegen het bord aangegooid, rakelings langs meneer Vermeulen zijn hoofd. Hij deed meestal net alsof hij daar niks van merkte.

Van de Engelse taal heb ik in dat eerste hbs-jaar dus helaas niet veel geleerd.  

Ik was toen jammergenoeg niet moedig genoeg om meneer Vermeulen te steunen … maar of dat veel zou hebben uitgemaakt betwijfel ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten