Ze zitten in mijn huis. Ik
zit in Portugal en ik zie ze verdomd scherp. Die bewegingen in mijn huis. Ik
zie alleen niet wie of wat er beweegt. Ik ben in Lissabon voor het
theaterfestival ‘Theatro Lis Boa’. Kadootje van mijn kinderen voor mijn 69e
verjaardag. Dit jaar is de theatergigant Robert Wilson weer eens aanwezig, met
een nieuwe voorstelling. Het moet weer ‘alle grenzen overschrijdend’ zijn. Dat
mag trouwens ook wel want, we hebben zo onderhand vijfentwintig jaar niks meer
van hem gehoord.
Maar goed, ik zie dus die
bewegingen. Door mijn hele huis heen. En het zijn pertinent niet de bewegingen
van Thijs, onze aftakelende kater of het
getrippel van Thea, die voor poes, planten en post zorgt.
Het typische is, dat die
bewegingen er nièt zijn als Thea in ons huis aan het rommelen is. Hoe ik zo
zeker weet dat het Thea is die daar rondstruint?
Thea’s kleine gestalte en
ronde contouren ken ik tot in de finesses. Haar astrale lichaam herken ik uit
duizenden. De contouren en astrale lichamen, die ik nu dagelijks ontwaar zijn
me volslagen vreemd. In elk vertrek waar Thijs opduikt stoppen de mysterieuze figuren hun bewegingen. Ik vraag Thea om op
verschillende tijdstippen van de dag mijn huis binnen te vallen om zo de
ongenode gasten ongewenst te verrassen. Maar steeds treft Thea mijn appartement
in diepe rust. Alleen Thijs komt wel eens even verbaasd kijken en vraagt zich dan
waarschijnlijk af wat Thea hier komt doen in haar nachtjaponnetje.
Omdat ook overdag de
bewegingen gewoon doorgaan vraag ik Trudy eens met me te skypen en met dat
Skypecameraatje door het huis te gaan. Er is niks vreemds te zien; alles ziet
er keurig uit. Wat moet je nog meer doen om te weten te komen wat voor
onduidelijk schimmenspel zich in je huis
afspeelt. Want dàt er iets is, weet ik zeker. Ik ken mijn huis door en door en zo
kent mijn huis mij. Wij hebben een goed contact met elkaar … alleen het huis kan niet praten . .. het kan
slechts signaleren. Morgenavond ben ik weer in Rotterdam. Ik brand van
nieuwsgierigheid om te weten wat er loos is in mijn stekkie. Vergeet ik toch
bijna, dat ik vanavond naar mijn idool
ga ... ben zo met Rotterdam bezig.
Robert Wilson speelt en
regisseert ‘Krapp’s Last Tape’ een toneelstuk van een andere theatergrootheid:
Samuel Becket.
Krapp viert zijn 69e
verjaardag zoals hij ieder jaar zijn verjaardag viert: met het opnemen van zijn
herinneringen aan het afgelopen jaar, en het terugluisteren van eerdere
opnames. Terwijl buiten storm en regen om zijn huis jagen, luistert hij naar zijn
vroegere zelf met spot, walging, woede en nostalgie. Robert Wilson nu als
regisseur én acteur, in Becketts beroemde eenakter over eenzaamheid en
desillusie. Hij maakt van Becketts monoloog een kil spektakel in zwart-wit, met
Krapp, die nog een paar komische kunstjes doet, maar die het lachen langzaam
maar zeker voorgoed vergaat.
Als ‘Krapp’s Last
Tape’ nog eens in Nederland komt, ga het dan zien, dat stuk van die twee
grootheden: de schrijver Becket en de performer Wilson.
Het is pokkenweer als ik
terugkeer in Rotterdam. De taxi brengt me snel thuis. De chauffeur kan me niet
helemaal voor de deur afzetten, helaas. Een super - gammele vrachtwagen uit
Roemenië, met versleten achterbanden, houdt de boel op. De wagen is leeg; de
laadklep staat open. Hoezo eigenlijk? In de verste verten geen lading te
bekennen.
Ik word haast omver geblazen
door felle rukwinden. Ik open mijn voordeur en er stuift een kolonne, naar alle
waarschijnlijkheid, Afrikaanse vluchtelingen, mijn deur uit, gehuld in ‘woningcamouflagekleding’;
ja, zo noem ik het maar even. Zo zag ik in de gauwigheid mijn staande schemerlamp
voorbij stuiven, zes personen schoten langs me heen in mijn meubelstof, vier liepen me voorbij als mijn gordijen en
eetje had zich vermomd als mijn dekbedhoes Vanessa … eigenlijk kwam gewoon de hele inrichting
van mijn huis voorbij zetten.
Vast een nieuwe categorie:
woonkamervluchtelingen. Het is weer
rustig in huis. Alles netjes en héél achtergelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten