zondag 5 juli 2015

FIETSVAKANTIE


De volgende ochtend komen we bij elkaar bij Piet voor de deur. Ton, Isaac, Piet en ik. We gaan op vakantie heel Nederland door fietsen. Eerst richting Culemborg. Piet en ik hebben de tweepersoonstenten achterop en de anderen hebben ieder een evenredig deel van de bagage in hun fietstassen. Ellie, Piets prachtige vriendin, zwaait ons uit.

Veertien graden is veel te koud voor de tijd van het jaar. We zijn de straat nog niet uit of het begint zachtjes te regenen. Regenpakken? Daar doen we niet aan. Stoer! Als we bij Capelle, Rotterdam uitrijden, is alles en iedereen doorweekt, zij het dat Isaac minder doorweekt is, omdat hij als enige de reis begon in zijn korte broek. Piet stelt voor een bakkie te gaan doen in de eerstvolgende kroeg en daar te blijven hangen tot de ergste regen voorbij is. Maar het blijft plenzen. Het bakkie koffie gaat over in een pilsie. We kunnen er voor een prikkie wat eten en Arie,  de café- eigenaar, zegt, dat als we dat willen, we ook wel kunnen blijven pitten. ‘Maar’ vijfentwintig euro per persoon, voor die benauwde slaapruimte op die zolder van hem. Aflegger!  Maar ja, we hebben weinig keus. De plenzende nacht in fietsen is géén alternatief. Onze kleren gaan bij Arie in de wasdroger, voor het zelfde geld. Dat dan weer wel!  Arie weet te vertellen dat het morgen droog zal blijven maar ook koud: dertien graden.

In de loop van de avond vraagt Ton of hij even een beetje mag gaan zitten drummen. Het drumstel staat op een klein podium in de hoek  van de kroeg. De cafébaas blijkt zelf een verwoed jazz - gitarist en samen  met Ton speelt hij een super – swingende  jam - sessie. Van nummers van Dizzy Gillespie (On the sunny side of the street ), Miles Davis (Take five) maar ook van Amy Whinehart (Black is Black) spelen ze hun eigen verrassende versie.

We zijn  niet erg opgeschoten vandaag: Capelle aan den IJssel. Het einddoel van deze eerste dag was oorspronkelijk Culemborg. Dat is niet haalbaar gebleken. Toch hadden we ons nauwelijks een avontuurlijker begin van onze trip kunnen bedenken.

Ton is een echte ‘dzjemmer’. Hij heeft zich ook nooit aan een vaste band willen binden, met als gevolg dat hij met zijn drummerskwaliteiten en improvisatietalent nooit één weekend zonder werk zit.
Isaac en ik horen Ton en Arie excelleren, terwijl we een potje biljarten. Ik kan er geen hout van en word door Isaac finaal van tafel gespeeld. Isaac komt, net als Piet trouwens.  uit Brabant en is zowat opgegroeid in café - biljart ‘de Kopstoot’ in Dongen.

Piet zit zich te bezatten. Hij had eigenlijk al niet zo veel zin in deze onderneming maar hij dacht zijn sores even te kunnen vergeten. Maar als we hem zo zien zitten, weten we wel weer hoe laat het is. Hij zit weer met zijn vriendin Ellie in zijn hoofd. Ellie is eerlijk tegen Piet. Ze gaat alweer een paar weken vreemd met collega Peter. Vreemd genoeg  vindt Piet dat op zich geen probleem. Wat hij het lulligste aan de hele zaak vindt is dat Ellie tegenwoordig nooit meer eens lekker met hèm wil  vrijen. Piet is altijd een beetje naïef geweest in de liefde en wat alcoholgebruik betreft, is hij de laatste maanden veel te overmatig.

Arie zijn vrouw, Toos,  gaat met haar accordeon mee zitten jammen. Het repertoire verandert van jazz naar Nederlandstalig: Hazes’ ‘Een beetje verliefd’ spelen ze. Piet begint me dan toch te janken! Halverwege dat Hazesnummer flikkert hij van zijn barkruk. Volkomen lam. We slepen hem met zijn vieren naar die zolder.

Piet is de andere ochtend als een kind zo blij, dat we niet richting Arnhem gaan fietsen. We besluiten de vakantie af te blazen en gelijk naar huis te gaan. Met onze fietsen in de metro gaan we naar Blaak en van Blaak fietsen we naar huis.  Een ritje van één kilometer.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten