Half juli 1997 gebeurde
het. Het ongeluk, dat heel mijn leven in de war zou gooien. Mijn vrouw, Carole
en ik waren vanuit het Oude Noorden In Rotterdam naar het Zuid - Franse Avignon getogen voor het vermaarde
theaterfestival.
Met fietstassen vol
boodschappen, zojuist gescoord bij de supermarkt in Avignon, stak ik
voorzichtig de drukke weg over. Van achter een rotspartijtje, onzichtbaar voor
mij, kwam een Peugeot aangescheurd.
’Kijk uit!!’gilde Carole
nog, die al bijna aan de overkant van de weg was. Er viel voor mij weinig meer
uit te kijken. Ik werd met mijn fiets,
vol boodschappen in volle vaart geschept door die automobliste. Een meter of
twintig verderop werd ik neergekwakt. Godzijdank vlak voor de stoeprand en niet
erop.
Ik was een paar minuten
buiten westen. Toen ik bijkwam werd mij van alle kanten bezworen om me niet te
bewegen. Was ik ook helemaal niet van plan. Een dood vogeltje was ik. Kon he-le-maal
niks. Schokte over mijn hele lijf. Stijf ingepakt werd ik naar het ziekenhuis
in Avignon gebracht.
Ik had een paar flinke wonden op mijn benen,
mijn hoofd en mijn armen. De
ernstigste letsels kwamen later pas aan
het licht: twee gebroken ruggenwervels en een hersenschudding. Van dat laatste
heb ik nooit zo veel last gehad. Geen hoofdpijn in ieder geval.
Na verloop van tijd viel
het me op dat mijn eten me niet meer zo smaakte. Mijn reukvermogen was niet goed
meer en ik proefde alleen nog de basissmaken: bitter, zuur en zout. Dat zijn smaken
die je met je tong kunt proeven.
Andere,
meer subtiele smaken (kaneel, kruidnagel, koriander) en geuren (kaas, deodorant,
tandpasta) proefde of rook ik niet. Anosmie
heet dat en dat ontstaat doordat een stukje reuk- en
smaakslijmvlies, dat boven in de neus met kleine zenuwdraadjes vast zit aan de
hersenen afscheurt bij een flinke hersenschudding. Gelukkig herstelt de tijd
alle wonden … zo ook anosmie maar al met al heb ik toch zeker twee jaar niks
lekkers kunnen proeven of ruiken.
Het allerergste was
natuurlijk die wervelbreuk. Zou ik ooit nog wel behoorlijk kunnen lopen? Vroeg
ik me vertwijfeld af. Om te beginnen moest ik drie maanden plat blijven liggen
in een soort gipsmal.
Ze moesten me in het
Hôpital Avignon na 10 dagen van obstipatie, ten gevolge van het gebrek aan
beweging, een clisma geven om weer ruimte te maken voor nieuw, af te voeren voedsel.
Afschuwelijke ervaring zo’n clisma. De Franse verpleegkundige stopte de loop
van een soort waterkanon gevuld met water en zeepsop in mijn reet en bleef net
zo lang schieten tot ik gescheten had. Onsmakelijk en pijnlijk.
Na twee maanden werd ik
overgebracht van het ziekenhuis in Avignon naar Franciscus in Rotterdam. Binnen
een maand lieten ze me daar al weer gaan. Mijn rug was genezen. Kreeg niet eens
oefeningetjes mee. ‘Veel zwemmen.’ zeiden ze..
Op de lange duur gebeurden
er toen dingetjes in mijn leven, die ik in eerste niet met het ongeval in verband
bracht. Zo durfde ik plotseling niet meer op de grote weg auto te rijden: geen
snelheid te maken, niet in te halen. Ik werd bang als ik werd ingehaald door
vrachtwagens en als ik een heuveltje naderde … ik wist dan niets van de
situatie achter die heuvel, dat maakte me angstig en onzeker. Ik durfde en durf
alleen nog maar in de stad auto te
rijden.
Kort geleden vertelde een
kennis, dat zijn vrouw van haar fiets gevallen was. Pats! Op haar hoofd. Ze
ging zich daarna raar gedragen. Manisch, depressief. Haar psychiater stelde de
diagnose voor haar: bipolair.
Kort na die hersenschudding
in Avignon is bij mij ook de diagnose bipolair gesteld. Nooit aan gedacht dat die
manisch depressieve stoornis, best eens getriggerd zou kunnen zijn door dat
ongeval in Avignon.
In feite is het einde van mijn
(Carole en mijn) 45-jarig huwelijk misschien ook wel aan dat ongeval te wijten.
Maar ja …. dat zal wel weer typisch te ver gezocht wezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten