vrijdag 17 juli 2015

ONGEVAL

Half juli 1997 gebeurde het. Het ongeluk, dat heel mijn leven in de war zou gooien. Mijn vrouw, Carole en ik waren vanuit het Oude Noorden In Rotterdam naar het Zuid - Franse  Avignon getogen voor het vermaarde theaterfestival.

Met fietstassen vol boodschappen, zojuist gescoord bij de supermarkt in Avignon, stak ik voorzichtig de drukke weg over. Van achter een rotspartijtje, onzichtbaar voor mij, kwam een Peugeot aangescheurd.
’Kijk uit!!’gilde Carole nog, die al bijna aan de overkant van de weg was. Er viel voor mij weinig meer uit te  kijken. Ik werd met mijn fiets, vol boodschappen in volle vaart geschept door die automobliste. Een meter of twintig verderop werd ik neergekwakt. Godzijdank vlak voor de stoeprand en niet erop.
Ik was een paar minuten buiten westen. Toen ik bijkwam werd mij van alle kanten bezworen om me niet te bewegen. Was ik ook helemaal niet van plan. Een dood vogeltje was ik. Kon he-le-maal niks. Schokte over mijn hele lijf. Stijf ingepakt werd ik naar het ziekenhuis in Avignon gebracht.
 Ik had een paar flinke wonden op mijn benen, mijn hoofd en mijn armen.  De ernstigste  letsels kwamen later pas aan het licht: twee gebroken ruggenwervels en een hersenschudding. Van dat laatste heb ik nooit zo veel last gehad. Geen hoofdpijn in ieder geval.
Na verloop van tijd viel het me op dat mijn eten me niet meer zo smaakte. Mijn reukvermogen was niet goed meer en ik proefde alleen nog de basissmaken: bitter, zuur en zout. Dat zijn smaken die je met je tong kunt proeven.
Andere, meer subtiele smaken (kaneel, kruidnagel, koriander) en geuren (kaas, deodorant, tandpasta) proefde  of rook ik niet. Anosmie heet dat en dat ontstaat doordat  een stukje reuk- en smaakslijmvlies, dat boven in de neus met kleine zenuwdraadjes vast zit aan de hersenen afscheurt bij een flinke hersenschudding. Gelukkig herstelt de tijd alle wonden … zo ook anosmie maar al met al heb ik toch zeker twee jaar niks lekkers kunnen proeven of ruiken.

Het allerergste was natuurlijk die wervelbreuk. Zou ik ooit nog wel behoorlijk kunnen lopen? Vroeg ik me vertwijfeld af. Om te beginnen moest ik drie maanden plat blijven liggen in een soort gipsmal.
Ze moesten me in het Hôpital Avignon na 10 dagen van obstipatie, ten gevolge van het gebrek aan beweging, een clisma geven om weer ruimte te maken voor nieuw, af te voeren voedsel. Afschuwelijke ervaring zo’n clisma. De Franse verpleegkundige stopte de loop van een soort waterkanon gevuld met water en zeepsop in mijn reet en bleef net zo lang schieten tot ik gescheten had. Onsmakelijk en pijnlijk.

Na twee maanden werd ik overgebracht van het ziekenhuis in Avignon naar Franciscus in Rotterdam. Binnen een maand lieten ze me daar al weer gaan. Mijn rug was genezen. Kreeg niet eens oefeningetjes mee. ‘Veel zwemmen.’ zeiden ze..

Op de lange duur gebeurden er toen dingetjes in mijn leven, die ik in eerste niet met het ongeval in verband bracht. Zo durfde ik plotseling niet meer op de grote weg auto te rijden: geen snelheid te maken, niet in te halen. Ik werd bang als ik werd ingehaald door vrachtwagens en als ik een heuveltje naderde … ik wist dan niets van de situatie achter die heuvel, dat maakte me angstig en onzeker. Ik durfde en durf  alleen nog maar in de stad auto te rijden.

Kort geleden vertelde een kennis, dat zijn vrouw van haar fiets gevallen was. Pats! Op haar hoofd. Ze ging zich daarna raar gedragen. Manisch, depressief. Haar psychiater stelde de diagnose voor haar: bipolair.

Kort na die hersenschudding in Avignon is bij mij ook de diagnose bipolair gesteld. Nooit aan gedacht dat die manisch depressieve stoornis, best eens getriggerd zou kunnen zijn door dat ongeval in Avignon.

In feite is het einde van mijn (Carole en mijn) 45-jarig huwelijk misschien ook wel aan dat ongeval te wijten. Maar ja …. dat zal wel weer typisch te ver gezocht wezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten