vrijdag 10 juli 2015

KATTENPIS

 Ik was vrij laat gebleven op de verjaardag van Patsy, een vriendin van me, voorheen ‘een vriendin van ons’. Carole was al eerder weggegaan. Ze zag bleek, Keek moe uit haar ogen. De laatste weken waren niet bepaald gemakkelijk voor haar geweest. Ik vond het inmiddels ook welletjes om te vertrekken. Het feestvarken, eens een hartstochtelijk minnares van me, was naar mijn gevoel, iets te druk in de weer met een mannetje, Eric-Jan, noemde hij zich. Hij had Patsy’s zoon kunnen zijn. Voor mij zou er deze nacht van Patsy weinig te genieten overblijven, dacht ik zo.
Ik was dat bier helemaal vergeten. Was met Rien aan de praat geraakt zonder slokjes tussen door te nemen. De SP, hadden we het over,  boeit altijd. Ik dronk mijn nog halfvolle blikje bier in een teug leeg. Bleeeehhh, wat is lauw bier toch goor. Vooral dat van Heineken … nee hoor grapje … alle bier.
Ik groette iedereen en toen zei Rien op luide toon dat ik die mooie, lieve vrouw van mij, als ik straks thuis ben, maar eens een flinke pakkerd moest geven. ‘Ooooo, zit dat zo?’ denk ik, ‘Rein weet blijkbaar nog van niks.’
Ik bedoel: Carole en ik zijn gescheiden, of beter gezegd: zijn aan het scheiden en wij wonen al een paar weekjes niet meer bij elkaar.
‘Misschien weet niemand hier nog van niks. ’ 
Dus ik denk: ‘ik lul maar een beetje met Rien mee.’

‘Ja, oké Rien, doe ik, Carole krijgt, via mij, van jou een stevige pakkerd, jongen!
‘Hé Rein,’ vervolg ik, ‘we hebben elkaar lange tijd niet gezien, zullen we van de week in Faas (een leuke kroeg op het Zwaanshals) ff bijpraten onder het genot van een Trappistje Trippel?’
Dat vond hij een uitstekend idee, Dus zaten we de woensdag daarop in een vrijwel geheel verlaten café Faas. Dat kwam misschien omdat er pas een nieuwe eigenaar was. De vorige eigenaar, Ruud, zou nu met zijn reet op de Kaap Verdische eilanden zitten.  Maar goed hier in het nieuwe Faas moet het nog allemaal op gang komen.

Het scheelde niet veel of Rein begon te huilen toen ik hem van onze scheiding vertelde.
‘Ja, hij kende ons toch al weer bijna twintig jaar, dat is toch ook geen kattenpis!’ zei die. Ik had de indruk dat hij te beduusd was om door te vragen over onze scheiding. Misschien vond hij het wel te indiscreet om er over door te vragen.

Wel begon hij te vertellen over zijn eigen scheiding. Zijn langste relatie duurde ‘pakweg’een half jaar en die is uitgegaan om onenigheid over dieren.

Het was een warme dag in juli zoals vandaag. Rien was bij zijn vriendin, Maria thuis en zijn hondjes draafden vrolijk door het hele (piepkleine) huisje heen. Op een gegeven moment moest er ‘gestad’worden … ‘geshopt worden’, zeggen we tegenwoordig. Dat betekent zeker twee a drie uur winkel in winkel uit en Rien zijn beestje mochten niet mee. Oh nee, die moesten van Maria in het kleinste, benauwdste en heetste kamertje van het huisje opgeborgen worden.  
‘Dat overleven Tommie en Timmie niet,’ wist Rien, ‘de Yorkshireterriërtjes zijn zo vreselijk gevoelig.’
Maar Maria hield voet bij stuk:
’Ik wil die kuttenlikkertjes niet in mijn huiskamer hebben, als ik weg ben! Klaar!’ zei ze.
‘Dan ben ik ook klaar met jou. Dierenbeul, die je er bent. Mij zie je hier niet meer.’
‘Blij toe! Rot maar lekker op. Ik was je toch al làng meer dan zat!
En weer kreeg Rien waterlanders in zijn ogen.

‘Dàt was nog eens dramatische scheiding, Rien’ zei ik en ging zes Trappistjes afrekenen. Zeventwintig eurootjes (!) … óók geen kattenpis. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten