Ik had me voorgenomen om even
niet aan het feestje bij nicht Bianca te denken. ‘Feest’ heeft voor mij niet de
klank die het waarschijnlijk voor de meeste mensen zal hebben. Mijn hart krimpt
ineen bij het horen van het woord feest. Ik krijg geen dans- en/of zangkriebels in mijn lijf … geen
gezelligheidsgevoelens ook ben ik dan niet zo erg happig op het kennismaken met
mij onbekende mensen.
Hoewel het eten en drinken
me op een feest nog het minst afstoten, zit ik daar ook niet echt op te wachten.
Meestal voel ik me afgezonderd. Het liefst zou ik dan even helemaal in
het niets oplossen ... en nu heb ik het alleen nog maar over het feest bij een
ander.
Laat staan als ik zelf een
feest moet geven. Daar heb ik dubbele gevoelens bij! Ik nodig weliswaar Jan en
Alleman uit om bij me langs te komen om feest te vieren maar tegelijkertijd
hoop ik dat er niemand komt. Hoewel dat natuurlijk weer jammer zou zijn van het
vele eten en drinken dat ik in huis heb gehaald. Ik kan er doorgaans nog drie
maanden na afloop van het feestje nog van eten en drinken.
Het lijkt wel of Jan en
Alleman het voelen, dat ik liever heb dat ze wegblijven, want op mijn feestjes komen nooit zo veel
mensen. Een stuk of tien. Vijf die ik nog maar net heb leren kennen en vijf die ik al tot vervelens toe ken: meestal mijn eigen broers en zussen met hun aanhang.
Bij mijn eigen feestje heb
ik constant het idee dat ik achter de feiten aanloop. Ik denk te laat aan het
bijschenken van drankjes. Vergeet de muziek, de hapjes … de lekkere dingen die ik gekocht heb,
voor op toastjes … de toastjes zelf ook.
Heel soms heb ik ineens
een interessant gesprek met iemand over de politiek, muziek of voetbal en dan vergeet ik alles en iedereen … dan denk ik alleen aan
mezelf en mijn gesprekspartner .. als die dan aan mij een nieuw biertje vraagt,
denk ik er ineens aan dat er nog meer gasten zijn … die zitten me allemaal
dorstig aan te gapen.
Stokbrood, daar denk ik
meestal wel aan, brie en camembert ook. Sommige gasten zijn echt asociaal met
die Franse kaasjes. Elk jaar weer! Twee grote stukken Franse kaas zijn in een
mum van tijd op. Weg. Foetsie. Terwijl er dan zeker nog anderhalf stokbrood
over is … één of een paar gasten hebben zich echt de schompes zitten vreten aan
die kaasjes ... dat kan toch niet anders …. even kijk ik niet … en weg is alle kaas … ik
had zelf ook wel een stukje gelust.
Nu is er alleen nog dat anderhalve stokbrood. Ik zet er maar een pot pindakaas naast.
Veel alcohol drinken mag
ik (van mezelf)zowel niet op mijn eigen feestje als op dat van een
ander. Iemand, ik weet niet meer wie, heeft me wel eens gezegd dat ik van
alcohol zo veel en zo dom ga zitten lullen.
Op feestjes, ook die van
mezelf, drink ik meestal twee alcoholhoudende drankjes: òf een kopstoot (één
pilsje tegelijk met een ijskoude jonge jenever) òf èèrst een biertje dan een wijntje (is prima: wijn op
bier geeft plezier … maar nóóit doen: bier na wijn: bier op wijn geeft venijn) òf
twee biertjes òf twee wijntjes … dat doe ik ook wel eens.
Feesten zijn vaak te druk,
te chaotisch voor mij … zeker feesten bij een ander. Van het vele gepraat,
gelach, gevreet en gezuip, daar krijg ik hoofpijn van. Zelf praat ik nauwelijks
op andermans feestjes. Ik probeer vaak zo onopvallend mogelijk in de richting
van de toilet te sluipen; daar ga ik dan verschillende keren op zo’n feestavond,
rustig dom voor me uit zitten staren en nuttig ik er een meegenomen hapje en drankje.
Soms dut ik er ook nog een beetje weg. Heerlijk rustig. Daar is het dan voor
mij een beetje feest.
After parties zijn wel aan
mij besteed: helemaal alleen thuis, eet en drink ik dan wat ik me in de loop
van de avond ontzegd heb. Vaak onder genot van een cd van Bob Dylan of de Rolling
Stones. Die zet ik dan hard aan op mijn koptelefoon. Daar trekt mijn koppijn vreemd
genoeg weer snel van weg.
Aan Bianca heb ik gemaild
dat ik zaterdag niet op haar feestje kom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten