maandag 3 augustus 2015

FIETSSLEUTEL

Vandaag  is het puik fietsweer. De diverse weermannen zijn het er al dagen over eens: het wordt een mooie zondag.  Samen met mijn overbuurman wil ik gaan fietsen maar die trekt gelijk al zo’n gezicht van: ‘mij te heet, geef mijn portie maar aan fikkie’. Ik hoopte juist op mijn overbuurman, dat hij een idee zou hebben, waar naar toe te fietsen. Want zelf heb ik geen enkele inspiratie,  ja, negatieve: ik weet perfect welke kant ik beslist níét op wil:
Langs de Rotte bijvoorbeeld, daar heb ik nou he-le-maal geen zin, die Rotte had ik dit jaar al twaalfduizend keer gedaan. Genoeg voor dit jaar!
Richting Bergschenhoek ook niet dan rij je teveel langs de snelweg en naar Utrecht fiets je te veel op wegen waar auto’s veel te hard langs je heen zoeven ... daar heb ik absoluut geen trek in.

Het wordt dus fietsen naar het zuiden, richting Barendrecht en zo. Hoewel ik helemaal geen tegenzin heb in een fietstocht, zoek ik wel de op papier gemakkelijkste route. Die Erasmusbrug is voor de gemiddelde fietser, die ik nu eenmaal ben, te stijl, dus die mijd ik tegenwoordig als de pest. Het wordt of de Maastunnel of de Willemsbrug. 
Het kenmerkende van dit fietstochtje is, dat ik mijn keuzes heel laat maak. Nu is het bijvoorbeeld zo dat het stoplicht richting Maastunnel op rood staat en dat in de richting van de Willemsbrug op groen. Dus ga ik over de Willemsbrug. Die brug is te nemen zonder al veel te noemenswaardige inspanning. Als ik op die manier de groene golf volg beland ik vanzelf op de Beyerlandselaan, waar de koopzondag al haast net zo populair is als in het centrum van Rotterdam.

Vanaf nu is route tot Barendrecht vooral groen. Bomen, huizen met mooi verzorgde tuinen. Warm en tegelijkertijd kil vind ik het in dat tamelijk recent gebouwde, erg rechthoekige centrum van Barendrecht.
Ik fiets vanaf nu naar Ridderkerk. De route wordt dan weer feeërieker met kleine popperige huisjes, binnenwatertjes, veel wild-groen, vogels (zwanen met jongen), koeien, paarden (en een pas geboren veulen), schapen.
Opeens zie ik op zo’n vijfhonderd meter een bekende plek: het Van der Valk hotel nabij Ridderkerk. Ik kwam er dagelijks langs toen ik voor mijn werk van het Oude Noorden van Rotterdam naar Zwijndrecht fietste.

Mooi plekje om even te pauzeren. Ben tenslotte nu al ruim twee uur bezig.
Ik zet mijn fiets tegen een lantaarnpaal, trek mijn wielrenshirtje uit, doe zowaar een dutje en merk als ik weer verder wil gaan fietsen, dat mijn fietssleuteltje pleite is. Hij zat in het achterzakje van mijn shirt … zeker er uitgeslingerd bij het aantrekken. Maar waar ik ook zoek, geen sleuteltje. Ik besluit mijn fiets achter een elektriciteitshuisje neer te zetten, redelijk veilige plek, denk ik zo.
Met een RET-bus en de metro ga ik dan naar huis om daar te zoeken naar een reservesleutel. In totaal vind ik vijf reservesleutels, die in aanmerking komen voor mijn fiets.
Met de trein ga ik terug naar mijn fiets, want de plek waar ik hem neergezet heb is dichtbij Station Lombardijen. Godzijdank blijkt de goeie sleutel er tussen te zitten. Al met al ben ik met die hele operatie ruim vier uur kwijt.


Ik besluit voor de zekerheid toch nog even te gaan kijken bij die lantaarnpaal waar ik mijn oude sleuteltje verloren moet hebben … en jawel hoor binnen 10 seconden zie ik dat sleuteltje liggen … maar wèl ruim een meter verwijderd van de plek waar ik toen was. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten