Vandaag is het puik fietsweer. De diverse weermannen zijn
het er al dagen over eens: het wordt een mooie zondag. Samen met mijn overbuurman wil ik gaan fietsen
maar die trekt gelijk al zo’n gezicht van: ‘mij te heet, geef mijn portie maar
aan fikkie’. Ik hoopte juist op mijn overbuurman, dat hij een idee zou hebben, waar
naar toe te fietsen. Want zelf heb ik geen enkele inspiratie, ja, negatieve: ik weet perfect welke kant ik
beslist níét op wil:
Langs de Rotte bijvoorbeeld,
daar heb ik nou he-le-maal geen zin, die Rotte had ik dit jaar al twaalfduizend
keer gedaan. Genoeg voor dit jaar!
Richting Bergschenhoek ook
niet dan rij je teveel langs de snelweg en naar Utrecht fiets je te veel op
wegen waar auto’s veel te hard langs je heen zoeven ... daar heb ik absoluut geen
trek in.
Het wordt dus fietsen naar
het zuiden, richting Barendrecht en zo. Hoewel ik helemaal geen tegenzin heb in
een fietstocht, zoek ik wel de op papier gemakkelijkste route. Die Erasmusbrug
is voor de gemiddelde fietser, die ik nu eenmaal ben, te stijl, dus die mijd ik
tegenwoordig als de pest. Het wordt of de Maastunnel of de Willemsbrug.
Het kenmerkende van dit
fietstochtje is, dat ik mijn keuzes heel laat maak. Nu is het bijvoorbeeld zo
dat het stoplicht richting Maastunnel op rood staat en dat in de richting van
de Willemsbrug op groen. Dus ga ik over de Willemsbrug. Die brug is te nemen
zonder al veel te noemenswaardige inspanning. Als ik op die manier de groene
golf volg beland ik vanzelf op de Beyerlandselaan, waar de koopzondag al haast
net zo populair is als in het centrum van Rotterdam.
Vanaf nu is route tot
Barendrecht vooral groen. Bomen, huizen met mooi verzorgde tuinen. Warm en
tegelijkertijd kil vind ik het in dat tamelijk recent gebouwde, erg rechthoekige
centrum van Barendrecht.
Ik fiets vanaf nu naar Ridderkerk.
De route wordt dan weer feeërieker met kleine popperige huisjes,
binnenwatertjes, veel wild-groen, vogels (zwanen met jongen), koeien, paarden
(en een pas geboren veulen), schapen.
Opeens zie ik op zo’n vijfhonderd
meter een bekende plek: het Van der Valk hotel nabij Ridderkerk. Ik kwam er
dagelijks langs toen ik voor mijn werk van het Oude Noorden van Rotterdam naar
Zwijndrecht fietste.
Mooi plekje om even te
pauzeren. Ben tenslotte nu al ruim twee uur bezig.
Ik zet mijn fiets tegen
een lantaarnpaal, trek mijn wielrenshirtje uit, doe zowaar een dutje en merk
als ik weer verder wil gaan fietsen, dat mijn fietssleuteltje pleite is. Hij
zat in het achterzakje van mijn shirt … zeker er uitgeslingerd bij het
aantrekken. Maar waar ik ook zoek, geen sleuteltje. Ik besluit mijn fiets achter
een elektriciteitshuisje neer te zetten, redelijk veilige plek, denk ik zo.
Met een RET-bus en de
metro ga ik dan naar huis om daar te zoeken naar een reservesleutel. In totaal vind
ik vijf reservesleutels, die in aanmerking komen voor mijn fiets.
Met de trein ga ik terug naar
mijn fiets, want de plek waar ik hem neergezet heb is dichtbij Station
Lombardijen. Godzijdank blijkt de goeie sleutel er tussen te zitten. Al met al
ben ik met die hele operatie ruim vier uur kwijt.
Ik besluit voor de
zekerheid toch nog even te gaan kijken bij die lantaarnpaal waar ik mijn oude
sleuteltje verloren moet hebben … en jawel hoor binnen 10 seconden zie ik dat
sleuteltje liggen … maar wèl ruim een meter verwijderd van de plek waar ik toen
was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten