zondag 16 augustus 2015

SCHIEDAM

Het is na de dood van mijn moeder begonnen en het duurt voort tot op de dag van vandaag. Ik noem het maar mijn ‘Schiedam-syndroom’. Telkens wanneer in gezelschap, op tv of in de krant de plaatsnaam Schiedam wordt genoemd, krijg ik een vuurrood hoofd, zo voel ik dat althans … en dan begin ik klinkklare wartaal uit te slaan. Soms sla ik alléén wartaal uit. Soms krijg ik alléén een rood hoofd. Het kan dus ook zo, los van elkaar voorkomen. Het lijkt net alsof ik me schaam voor ‘Schiedam’. Waarom? De voornaamste en meest voor de hand liggende reden die ik kan bedenken is, dat zowel mijn moeder als ik in Schiedam geboren zijn. Mijn moeder heeft daar tot haar eenentwintigste gewoond maar ik woonde er  nauwelijks eenentwintig dagen en zowel mijn moeder als ik verhuisden toen, in 1950, naar Rotterdam.
Welbeschouwd is het nergens voor nodig om je voor Schiedam te schamen. Het slaat helemaal nergens op dat ik dat wèl doe. Het gebeurt gewoon onwillekeurig.

Gelukkig had niet iedereen in mijn omgeving het altijd in de gaten dat ik vuurrood werd. Dat gebeurde bijvoorbeeld al, als op de tv, deelnemers aan dat spelletje Lingo, zeiden dat ze uit Schiedam kwamen. Maar omdat iedereen naar de beeldbuis zat te kijken viel ik niet op met mijn rooie kop.

Bij sommige gelegenheden kom ik er niet onderuit te vermelden waar ik geboren ben. Bij sollicitaties bijvoorbeeld … en dan is er altijd wel een lolbroek, die het nodig vindt een grappige opmerking maken over Schiedam: de jeneverstad. Gelukkig leefde mijn moeder toen nog want anders had ik gegarandeerd niet geweten waar ik kijken moest.
Ik zou dan een zogenaamde ‘jeneverneus’ zijn. Jeneverneuzen horen groot, blauw en paars te zijn. Nu is die neus van mij vrij klein en alleen een beetje rood en blauw … en dan nog uitsluitend als het heel koud is. Van de jenever kan het haast niet zijn … ik drink hooguit één fles jenever per jaar en dan nog niet eens Schiedamse maar de Rotterdamse Henkes … misschien kan zo’n neus ook van de pils komen … van dat ene pilsje dat ik dagelijks drink.

Waarom nou precies, pas ná mijn moeders dood dat ‘vuurrood’ worden op mij is overgegaan, is me een raadsel. Natuurlijk zag ik haar zo af en toe ook wel eens rood hoofd krijgen maar voor zover ik me kan herinneren was dit niet speciaal als het woord ‘Schiedam’ viel. Het was bij allerlei gelegenheden en ook op verjaardagen als onze grappigste oom: ome Koos bijvoorbeeld weer eens een schuine mop vertelde of als onze leukste oom: ome Jan tegen haar zei: ‘Wat zie je er toch weer lekker uit, meissie!’ of als ze boos werd op mijn vader omdat hij met zijn vuile stinksokken nog aan, lag te slapen in zijn fauteuil. Van dat soort dingen kon ze opeens een rood hoofd krijgen. Maar niet speciaal van Schiedam.


Nu lees ik in de krant, dat AD natuurlijk weer, dat in Schiedam acht hoerenlopers met een zestienjarig meisje, genaamd Esra, seks hebben gehad in een kelderbox. Een loverboy liet dat meisje voor hem pezen. Ik bedoel maar, leuk is dat voor een Schiedammer. Ik zit me rot te schamen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten