dinsdag 4 augustus 2015

KABOUTERS

Ik heb altijd van boeken gehouden … of liever gezegd van lezen. Een van mijn eerste leesboekjes was ‘Pim en de maan’. Ik heb het wel duizend keer gelezen. Er schijnt een hele reeks Pimboekjes te zijn, maar ik had alleen die ene. Net als van Okkie , daar waren ook een heleboel delen van maar ik had er maar één wel honderd keer gelezen: Okkie en Moortje (Moortje was een poesje). Okkie was geschreven door Leonard Roggeveen. Van Pim heb ik nooit geweten wie het geschreven heeft. Pim is een gewoon jongetje dat kijkt naar de maan en daarover droomt.
Okkie is een kabouter, die allerlei grappige avonturen beleeft met de kat Moortje. Kabouters zijn dacht ik altijd mannetjes en hoogstwaarschijnlijk worden zij al oud geboren … meestal ook met een baard … ze gaan nooit de pijp uit ... heeft iemand trouwens ooit een kabouter geboren zien worden? Of een kind-kabouter gezien? Ja, er bestáán warempel wel héél kleine kaboutertjes maar die zijn toch altijd al héél oud. Misschien heeft er iemand ooit wel eens verhaaltje gelezen waarin een kabouter overlijdt. Ik niet in ieder geval.
Stel je eens voor dat ze wel dood kunnen gaan, dan betekent dat, dat  eens de kabouter als soort ophoudt te bestaan. Want heeft er iemand ooit wel eens een vrouwtjes kabouter gezien? Sterker nog … wie heeft er ooit wel eens een kabouter een nummertje zien maken? Niemand toch. Nee ik denk dat kabouters per definitie oud, onzijdig en onsterfelijk zijn.

Ik zat op een katholieke lagere school en daar wordt ouders dan een abonnement op het Rooms Katholieke Jeugdmaandblad Okki (zonder e) in de maag gesplitst. Het blad had helemaal niks met die kabouter te maken. Het doel van het blad was leren lezen. Ik kan me geen enkel verhaal meer herinneren uit dat blad, ook niet of er wel of geen katholieke verhalen in stonden. Maar of het nu wel of niet door dat blad komt: ik heb wel goed leren lezen.

In de derde klas van de lagere school begon ik Arendsogen te verslinden. Arendsoog en de Indiaan Witte Veder, dat waren mijn grote helden. Helden die het Amerikaanse Wilde Westen wilden temmen. Er zijn maar liefst 63 delen van Arendsoog verschenen; ik heb ze allemaal gelezen. De eerste twintig Arendsogen zijn geschreven door Jan Nowee, die al jong stierf; hij werd 58 jaar). Daarna zijn er nog 43 Arendsogen geschreven door de zoon van Jan:  Paul Nowee. De boeken die door de vader geschreven zijn hebben me altijd het meest geboeid. Grappig detail is, dat, hoewel de boeken zich allemaal in de Verenigde staten afspelen, de schrijvers nooit één voet op Amerikaanse bodem hebben gezet.

Voor ik op de middelbare school mijn verplichte eindexamen leeslijst samenstelde, las ik eigenlijk alleen,
de Nederlandse vertaling van Lady Chatterly’s lovers van D.H. Lawrence;
Ik, Jan Cremer en
de Avonden van Gerard van het Reve.
Van alle drie die boeken heb ik erg genoten en soms herlees ik ze en geniet er dan opnieuw van. Het zijn stuk voor stuk heerlijke leeservaringen.  
Mijn eindlijst van de hbs bestond, behalve uit verplicht oud-Nederlands werk, ook uit wat moderns: Simon Vestdijk stond er onder andere op … die vond ik niet zo veel soeps.

Maar de werken van Jan Wolkers, ik had er twee op mij lijst staan(Kort Amerikaans ... en … Een Roos van vlees) vond ik uitmuntend. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten