zondag 22 augustus 2021

SAINT-EMILION

Brenda, een collega van me,  heeft de tafel gedekt, een oud model van Ikea, dat al jaren niet meer verkocht wordt. Ze heeft m’n rozen afgesneden en in het water gezet. In haar kleine keuken heeft ze gekookt, kip met rijst, vooral omdat ik het zo lekker vind, vermoed ik. In afwachting van haar seintje ‘aan tafel!’ zit ik in haar  vintage fauteuil  te lezen in het boek ‘De helaasheid der dingen’ van Dmitri Verhulst, een Vlaamse schrijver. Het gaat over de belevenissen van een asociale, alcoholistische familie, in een gehucht in Vlaanderen. Daar wordt een Tour de France georganiseerd, waarin geen water of sportdrank gedronken mag worden maar uitsluitend alcohol houdende drank …

‘Aan tafel!’  roept Brenda. De kip met rijst ziet er lekker uit … óók het groenvoer (komkommer, paprika, sla), dat ze erbij heeft geserveerd.  Rode wijn drink ik altijd bij het. Brenda weet dat.  Ze verrast me nu wel heel erg door me mijn lievelingswijn te  schenken: een Saint-Emilion  van 1995 1995; een uitstekend wijnjaar. 

‘Waar heb ik dit eigenlijk aan verdiend, Brenda?’ 

‘Voor jou is het misschien niks bijzonders, Henk, voor mij wel: we zijn vandaag op de kop af één jaar collega’s. ‘

‘Goh, is dat nou alweer een jaar? Wat vliegt de tijd toch! Ik kan me nog goed herinneren dat je  op de afdeling werd voorgesteld, met name aan mij, want wij moesten gaan samenwerken.  Je was echt nog zo’n meisje toen, net van school, verlegen, een beetje giechelig,’

Ze proosten op hun samenwerking bij Krootjens, hun werkgever. ‘Heerlijke wijn,’ zeggen ze bijna in koor. ‘Het is een echte Saint-Emilion, goed op dronk ook,’ zegt Henk. Wat heb je er voor betaald?’

‘Tweeëntwintig’.

‘Goeie prijs-kwaliteit verhouding!’

Het moment dat ik aan Henk en zijn collega’s werd voorgesteld zal ik nooit vergeten … ik was al goed nerveus en had het helemaal niet meer toen hij begon over hoe ik er uit zag:  … mijn oranje gestifte lippen en blauwe hanenkam, ogen zwaar opgemaakt, veiligheidsspelden in mijn oren, piercings, scheuren in mijn broek ... hij somde dat allemaal zo onbeschaamd achter elkaar op …. zijn collega’s stonden er schaapachtig bij te grinniken ... wat een klootzakken zeg … moet ik met hen samenwerken? Dat kan toch niet!’

Nu herinner ik het me weer Bren: ‘daar hebben we ons eerste Punkie!’ zei ik, weliswaar lachend maar ik dacht: als ze net zulk rommelig werk aflevert als ze er uit ziet, dan komt ze haar proeftijd echt niet door. ‘Je hebt een lekker gekruid, krokant kippetje gemaakt … met kerrie, hè?’

‘Ja …  een beetje chili poeder en gerookte paprikapoeder heb ik ook nog gebruikt ... het smaakt mij ook goed.’  Ze snijdt met het grote mes nog een paar stukken van de kip en schenkt nog eens bij.

Vanmorgen kreeg Brenda een brief van Krootjens, hun baas: haar contract loopt af en wordt niet verlengd. Brenda staat op van tafel. Zonder dat Henk er erg in heeft, pakt ze het mes. ‘Ik zal je de brief laten lezen, Henk.’

In de brief leest hij, dat Brenda  wegens ‘onverenigbare karakters’ wordt ontslagen. Het is zonneklaar dat Henk hier achter zit. Ze wil hem eerst dat grote mes tussen zijn ribben steken maar bij nader inzien krijgt ze daar zelf te veel last van dus volstaat ze ermee hem een klap zijn kop te geven met de fles van zijn lievelingswijn. Henk valt buiten westen naast zijn stoel. Brenda drinkt het laatste beetje Saint-Emilion uit de fles.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten