woensdag 25 augustus 2021

PANNENKOEK ETEN

 

De vriendinnen Paulien en Laura verwennen zichzelf in een pannenkoekhuis.

‘Ik vraag me toch af, Paulien, waarom de Hoogstraat hier in Schiedam, niet meer de allure heeft van pakweg vijfenveertig jaar geleden toen het nog een populaire winkelstraat was. Tegenwoordig zou dat toch een A-locatie genoemd worden,’ zegt Laura terwijl ze een veel te groot stuk van haar pannenkoek met spek en kaas in haar mond propt, ‘als jong meisje kwam ik hier heel graag met mijn moeder en tantes … ik kan me nog goed herinneren … dat hier bij Smoorenburg kleren voor mij werden gekocht,  weet je Paulien, ze hadden daar toen zulke leuke dingen, juist ook voor meisjes van mijn leeftijd , jurkjes, rokjes,  bloesjes en ……’  Laura stikt bijna in haar pannenkoekhap en spuugt een deel van de hap, gekauwd en wel, terug op haar bord ‘sorry hoor Paulien,’ zegt  ze nog … ‘en oh, dát zal ik nóóit vergeten: de hele outfit voor mijn eerste Heilige Communie, behalve dan de schoentjes, daarvoor moesten we natuurlijk naar van Haaren, die zat ook op de Hoogstraat’  enigszins schuldbewust kijkt ze  Paulien aan als ze de fijngekauwde, uitgespuugde pannenkoekstukjes weer in haar mond stopt …  ‘ als we die straat dan een keer helemaal uit en weer terug gelopen hadden, gingen we, ’s winters althans, door naar de Hema, schuin aan de overkant, daar  namen we dan een kwart rookworst, heerlijk zo warm, zout en vet … wanneer we ’s zómers naar de Hoogstraat gingen kochten we ijs bij de Hema ...’ Paulien vraagt zich af waarom haar vriendin Laura hier zo aan het doorreutelen is over die Hoogstraat en die Hema, ze heeft wel eens meer een praatbui maar dit gezever is ze niet van Laura gewend …  het interesseert Paulien werkelijk geen zier …  misschien heeft ze woorden gehad met Frits, haar man of er is iets met de kinderen aan de hand… en wil zó iets van zich afpraten … ze is duidelijk van slag … ‘ … bij de Hema  hadden ze destijds nog niet zo veel verschillende soorten ijs als tegenwoordig … ze hadden geen stracciatella, mokka, speculoos, ferrero rocher, basilicum, framboos enzovoorts maar ik was al lang tevreden met een vanille ijsje in een oubliehoorn.’  Paulien stopt een stukje van haar pannenkoek (met gember) in haar mond  en dept met een servetje haar lippen schoon.  Ze wrijft opzichtig over haar fleurige bloesje met opvallend veel groentinten, een leuk kraagje ook en vraagt aan Laura: ‘Wat vind je hier van?’ ‘Oh, eh … ja …leuk ding … waar heb je het vandaan?’  ‘Van de M&S in Ommoord bij mij om de hoek.’ ‘Wat heb je d’r voor betaald?’ ‘Vierentwintig vijfennegentig …  was afgeprijsd.’ ‘Geen geld!’

‘Alles goed met  Frits?’ vraagt Paulien, als ze haar pannenkoek op heeft en haar bestek heeft teruggelegd op haar bord. Laura’s gezicht verstart … ze ontwijkt de blik van Paulien … frummelt aan haar servetje … gooit het op haar bord … ‘nee, het gaat helemaal niet goed met Frits’ … het huilen stond haar nader dan het lachen … ‘ik kwam gisteravond vrij laat terug van mijn moeder … lag meneer daar laveloos voor de bank … vier leeg gezopen flessen wijn op de salontafel … het was niet de eerste keer …  het kan echt niet doorgaan zo.’       

Geen opmerkingen:

Een reactie posten