zondag 24 augustus 2014

MIDDELHARNIS

Vandaag ga ik op bezoek mijn oudste broer. Drieënzestig jaar is hij. Ik ben bijna een jaar ouder. Tinus is zijn naam  en hij is verstandelijk gehandicapt. Mijn broer functioneert op het niveau van  een tweeëneenhalf jarige. Hij woont in zo’n speciale instelling. In Middelharnis. Er wonen daar natuurlijk meer mensen zoals hij. Sommigen zijn niet alleen verstandelijk maar óók nog eens lichamelijk gehandicapt.  Middelharnis ligt op Goeree Overflakkee, dat is voor mij vanuit Rotterdam vier uur reizen: twee uur heen en twee uur terug. Maar dat is geen probleem. Ik doe het graag. Een keer per maand ga ik naar hem toe. Ik vind het steeds weer leuk om hem te zien en hij is, op zijn beurt, altijd zichtbaar enthousiast; hij maakt opgewonden, kleine huppelpasjes als hij me ziet aankomen … we geven elkaar een hug en Tinus zeult me dan mee naar het bezoek van de andere bewoners en naar de leidsters om hen te vertellen dat ik zijn broertje ben: …
‘Broertje broertje, broertje …’ herhaalt hij steeds.  Ja, zo noemt hij mij, zijn grote broer.

Vandaag ga ik dus Middelharnis. Thuis, raadpleeg ik, onder het genot van een kopje koffie  voor de zekerheid de site OV9292 nog even voor de vertrektijden en of er eventuele vertragingen van de Arriva-bus 136 naar Middelharnis zijn. Ik kijk gelijk even wanneer de bus weer teruggaat. Uiterlijk vijf uur vanavond wil ik weer thuis zijn, want dan is het mijn beurt om een heerlijke zondagse maaltijd te bereiden. Die moet dan rond zes uur klaar zijn en dan kunnen we in alle rust onze maaltijd verorberen, zodat we voor zeven uur klaar zijn met eten. Voor mij, als voetballiefhebber, is dat uitermate belangrijk, want dan kan ik naar Studio Voetbal gaan zitten kijken.
Terwijl ik dat zo allemaal zo’n beetje zit te bedenken, maak ik plotsklaps een ongecontroleerde beweging met mijn rechterarm, waardoor mijn bakkie pleur omkiepert en mijn toetsenbord  vrijwel volledig gevuld wordt met warme koffie met melk en suiker. Of het toetsenbord nog te redden is betwijfel ik maar  ik probeer in ieder geval zoveel mogelijk koffie uit het bord te schudden. Ik leg het toetsenbord ondersteboven op een stel oude kranten en wie weet kan ik er morgen weer wat mee doen. Maar dat is te laat. Ik moet vandaag nog een goed werkend toetsenbord hebben. Nou ja, gelukkig is het in Rotterdam altijd koopzondag. Ik ga, als ik terug ben uit Middelharnis, wel even bij Media Markt langs.
Helaas kan ik nu dus de informatie, die ik wil hebben niet meer opvragen bij OV9292; ik hoop  maar dat er niks veranderd is sinds vorige maand.

De bus rijdt inderdaad nog heen en terug volgens dezelfde dienstregeling en er zijn geen storingen.
Tinus was weer door het dolle heen toen ik aankwam … de gebruikelijke hug … de hupjes…het meezeulen naar de aanwezige leidsters … ‘Broertje, broertje, broertje’
Leidster Connie zei me,  dat Tinus en ik niet kunnen gaan wandelen, wat we  normaal altijd wel doen.
‘Ook niet met een rollator?’, vraag ik. Dat vindt Connie ook geen goed idee. Tinus brak namelijk in mei zijn been op drie plekken (zijn botten zijn dus inmiddels behoorlijk broos geworden).  
‘Misschien dat jullie in september weer kunnen gaan wandelen samen’, zegt Connie
‘Prima,’ zeg ik, ‘dan gaat Tinus nu in de rolstoel en doen we een rondje Middelharnis’.   
Eerst moet Tinus nog even een grote plas doen, anders zou het fout gaan onderweg.
Ik duwen, broerlief relaxed in de rolstoel en nog niet eerder, in de jaren dat ik  Tinus hier nu maandelijks bezoek heb ik hem zo horen genieten. Lachen dat hij deed! Lachen!Ongelooflijk wat een lol hij had. Ik duwen … hij lachen … lachen … hij kwam niet meer bij.  

Die gaat nóóit meer met me wandelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten