vrijdag 30 augustus 2019

NAT


Op een van de warmere dagen van augustus ben ik naar de bioscoop geweest. De film die ik bezocht heette ‘A rainy day in New York’ van Woody Allan. Het leuke van de film was dat ie eigenlijk nergens speciaal overging maar desalniettemin zeer onderhoudend was. Goed, je zou kunnen zeggen dat die over #ME-too ging gezien de versierpoging van een oudere man jegens een jonge vrouw. Maar wat in deze film het meest in het oog sprong was: regen. Tsjonge, jonge jonge wat heeft Woody Allan het die dag in New York laten regenen.
Als het enigszins kan probeer ik als het dergelijk weer in Rotterdam is binnen te blijven. De  acteurs van Woody Allans film hebben zich verscheidene malen doornat moeten laten regenen. In mijn jeugd heb ik dat ook vaak gehad; toen moest ik er wel vaak op uit of ik wilde of niet. Naar de lagere school werd ik geregeld begeleid door stortbuien. In alle jaargetijden. Het lijkt wel of het in de vijftiger jaren meer regende als in de tijd waarin we nu leven. Naar de lagere school was het voor mij een kwartiertje lopen. Dus uiteindelijk viel  de waterschade nog wel mee. Veel erger  en nog veelvuldiger waren de regenbuien die ik op mijn kop kreeg als ik fietsend van huis naar de middelbare school ging. De herinnering  aan mijn natte schoenen, kousen, broek zal ik niet gauw vergeten. Mijn truitjes en overhemden bleven, door een goed regenjack, meestal wel droog.
Ik heb ook nog een krantenwijk gehad en als ik die krantenwijk deed leek het wel of het altijd regende. Het lukte me vaak niet om kranten droog bij de abonnees in de brievenbus te krijgen. Het enige voordeel voor mij was dat ik voor dit werk betaald kreeg…..niet veel maar het verzachtte de nattigheid enigszins.
In de periode dat ik werkte moest ik toch ook altijd om uiterlijk 9 uur aanwezig zijn weer of geen weer, regen of geen regen. Niet altijd had ik dan een goed regenpak bij me met als gevolg dat ik de hele dag op mijn iele kantoortje zat te druipen.
Het bijwonen van een voetbalwedstrijd op een onoverdekte plaats in het stadion was ook een crime. Twee maal negentig minuten in de stortregen staan daar moet wel een heel hartverwarmende wedstrijd tegenover staan maar meestal zijn tweeëntwintig voetballers ook niet zo ‘in the mood’ om er wat van te maken, als het zo giet.
Wat ik ook wel eens heb meegemaakt is dat het ging plenzen op het moment dat ik aan het zwemmen was in het Kralingse Strandbadje. ‘Heerlijk’, dacht ik ‘ik ben al zeiknat mij kan niets meer gebeuren.’ En ik bleef lekker nog wat rondspartelen in het overigens niet zo frisse water van dat strandbadje. Mijn probleem kwam, begrijpelijk, pas toen de bui voorbij was en ik uit het water ging. Mijn lijf en mijn zwembroek waren natuurlijk kleddernat maar wat ik me niet gerealiseerd had was dat al mijn kleren en ook mijn handdoek doornat geworden waren.  Gelukkig bleef het verder droog en was het warm weer, dus wandelde ik ontspannen naar huis


Geen opmerkingen:

Een reactie posten