maandag 12 augustus 2019

VIS


Een oude man  was bezig een grote vis te vangen. Zijn hengel knapte bijna. Achter hem stond een man glimlachend toe te kijken. De man had een bijna kaal hoofd; de man die toekeek. De man die aan het vissen was had nog wel wat haar. Hij had een geel t-shirt en een blauwe korte broek aan, die man die aan het vissen was. De vis was grijs, donkergrijs en zeker wel twintig centimeter lang. Helaas ben ik niet zo’n viskenner dus kan ik niet zeggen wat voor soort vis het was. Het meest waarschijnlijk lijkt het me dat het een brasem was, want als mensen een grote vis hebben gevangen zeggen ze meestal dat ze een brasem gevangen hebben of een snoek dat kan ook . Ik weet het in ieder geval niet. Ik liep op een brug en aan de linkerkant van waar ik liep werd die vis gevangen en aan de rechterkant waar ook een man zat te vissen daar werd niks gevangen. Die man aan die rechterkant lette ook helemaal niet op zijn dobbertje. Hij zat schaapachtig omhoog te kijken naar mij, die op de brug liep. Zo vang je natuurlijk geen vissen.  Die kale man van de linkerkant liep ineens hard naar een fiets, die tegen een boom stond. Ik nam aan dat dat zijn fiets was. Uit zijn fietstas haalde hij een plastic  tas en daarmee rende hij weer naar de man met het gele t-shirt en die haalde de grote vis uit zijn schepnet en liet die in de plastic zak van de man glijden. De kale  man pakte zijn portemonnee uit zijn broekzak en gaf de visser daaruit een biljet van tien euro. De visser leek er blij mee want hij gaf de kale man een hand, lachte en stopte het geld in zijn broekzak. De kale man ging linea recta naar zijn fiets deed hem van het slot sprong op de fiets  en bewoog zich in de richting van een flat die gerenoveerd werd, doch nog wel bewoond was.
Ik liep toevallig ook met een plastic zak in mijn hand maar dat was meer een plastic zak om brood in te doen. In die zak van mij hadden twee rozijnenbollen gezeten, die ik al met smaak gedurende het eerste deel van mijn wandeling opgegeten had. Nu moest ik alleen nog een plekje vinden voor de lege plastic zak. Toevallig stond achter de vissende man aan de rechterzijde van de brug een prullenbak. Toen ik  daar naar toe liep draaide die loze visser daar, zich ineens heel alert om en zei tegen mij:
‘Nee, sorry hoor meneer, maar ik heb nog niks gevangen.’ Alsof ik met die plastic zak een vis wilde komen kopen bij hem. Ik wilde alleen maar die plastic zak weggooien.’
‘Nee hoor meneer, ik wil alleen maar even die zak in die prullenbak gooien.’
Het is hier zeker de gewoonte om vissen van vissers te kopen. Ik had het nog nooit gezien of gehoord. Voor vandaag had ik al makreel gekocht dus ik bleef niet staan wachten tot de volgende vis gevangen werd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten