zaterdag 17 januari 2015

POPPENDOKTER

Via internet heb ik het kado voor mijn jarige kleinzoon gekocht. Hij is één jaar geworden. Ik zat achter mijn pc, tikte op Google ‘Wheelybug Tiger’ in, want dat leek zijn ouders een goed kado. (lees maar op internet wat een wheelybug tiger is) Ik kreeg een stuk of tien verkoopadressen. Nu alleen nog de zaak kiezen met de laagste prijs en verzendkosten. Hup, in het winkelwagentje. NAW gegevens intikken. Betalen via Ideal en je bank en tenslotte de levering van het kado afwachten. Gaat meestal snel. De volgende dag al. Meestal wordt nog precies het uur van de levering aangegeven.  Het kado voor mijn kleinzoon werd keurig op tijd afgeleverd. Makkelijk, zo een kadootje kopen maar je moet er wel een pc voor hebben natuurlijk. Anders ben je aangewezen op een reisje naar het stadscentrum want in 9 van de 10 stadsbuurten zijn er geen speelgoedwinkels meer. In de stadscentra zijn winkels als Toys, Intertoy en Bart Smit. Af en toe zitten dat soort zaken ook in de winkelstraat van een woonbuurt.

Ik moest even denken aan de tijd dat ik een kleine jongen was. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw. In Spangen woonde ik toen. Ik weet me niet alles te herinneren van die tijd maar uit de verhalen van mijn moeder weet ik, dat er in die tijd in Spangen twee speelgoedzaken waren: de Poppendokter en ’t Hart.
De Poppendokter zat in de Betje Wolffstraat en ’t Hart op de Schiedamseweg. Die laatste zaak was wat groter, had meer speelgoed in voorraad en was ook wat moderner, overzichtelijker, netter. De Poppendokter was een beetje een rommelzaakje. Die zaak heette de Poppendokter omdat de eigenaar speelgoed repareerde. Zijn specialiteit was poppen opknappen. Mijn moeder hield niet van die winkel, dus als het enigszins kon ging ze naar ’t Hart. De Poppendokter was een man, met een voor een man iets te hoog stemmetje en bovendien hing er een scherpe pislucht in die winkel alsof de dokter gewoon was om achter de toonbank te zeiken.
Nog goed weet ik me te herinneren dat een van mijn zussen een pop had, die aangekleed was als non, als een rooms katholieke kloosterling dus. Die pop was eens beschadigd geraakt aan het gezicht; er was een gat in d'r wang geslagen. Diep treurig was mijn zus, wat ze hield intens van die pop, het was, met recht, haar lievelingspop.
Een zus van onze moeder, een tante van ons dus, tante Ludy, was non. In een Brabants klooster. Die pop was precies zo gekleed als onze tante. Daarom was mijn zus waarschijnlijk zo gehecht aan die pop. Mijn moeder bracht hem, stiekem, naar de poppendokter. Nu moest ze wel naar die Poppendokter, ’t  Hart repareerde geen poppen, ze keken wel link uit. Stiekem bracht ze de pop weg, want ze wilde mijn zus verrassen. Ze wilde de kapotte wang laten maken en dan de pop  weer kado doen aan mijn zus op haar verjaardag op 26 mei.
Toen mijn zusje vroeg waar haar zusterspop was, zei mijn moeder, dat ze haar had weggegooid omdat ze zo’n lelijke wang had en dat het toch nooit vanzelf over zou gaan. Tegelijk met dat ze dat zei, gaf mijn moeder een knipoogje naar mij. Dat vond ik wel leuk.
Het is allemaal precies zo gegaan als mijn moeder het had bedacht. Wat was mijn zusje blij. Ze moest er zelfs een beetje van huilen, want ze dacht echt dat ze haar lievelingspop nooit meer zou zien. (Had mijn moeder haar even tuk gehad!) Mijn moeder en ook mijn zusje vonden dat de poppendokter het wangetje mooi gemaakt had. Ik vond het foeilelijk. Het wanggat was gestopt zoals mijn moeder een gat in een rode wollen sok zou stoppen. Haar ene wang was nu knalrood en haar andere rose. Voor mij was de poppendokter een klungelaar. Maar goed, het was mijn pop niet.

Ik vraag me trouwens af of ik nu nog ergens terecht zou kunnen voor de reparatie van een pop met een kapotte wang.  Zoeken op internet maar, hè?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten