dinsdag 13 januari 2015

ACHTERUIT

Bijna acht jaar woon ik nu in het Rottekwartier en ik moet helaas zeggen: het gaat hier flink achteruit. En dat heeft he-le-maal niks te maken met het toenemende aantal allochtonen. Allochtoon of autochtoon dat maakt me geen reet uit. Als mensen maar een beetje normaal doen. Een beetje sociaal zijn. Een beetje rekening houden met een ander. Dan vind ik het prima. Maar de laatste paar jaar verhuurt huisbaas Havensteder vrijwel elke lege woning aan psychiatrische patiënten of andere probleemgevallen. Van de meeste psychiatrisch patiënten heb je geen centje last. Maar van sommigen wèl. En áls je last van ze hebt: hou je dan maar vast!

Henry is een junk, dat zie je op tien meter afstand aan zijn ingevallen doodskop. Heroïne en wiet verkoopt hij, jat alles wat los en vast zit met een voorkeur voor fietsen en damestasjes. Hij gaat daarvoor niet persé de buurt uit, dus niks en niemand is hier veilig. Als je hem wat ziet jatten en je zegt er wat van, waarschuwt hij je met z’n grote bek, om niet naar de politie te gaan ‘want hij weet je te vinden’.

Cindy heeft een prachtig benedenhuis toegewezen gekregen. Sinds ze hier zit veroorzaakt ze niets dan ellende. Ze is zwaar verslaafd aan van alles, van coke, heroïne, wiet tot alcohol. Ze weet soms van voren niet dat ze van achteren leeft. In de afgelopen zomer is ze zowel overdag als ’s nachts een paar keer, alleen gekleed in een slipje en een beha door de politie van straat geplukt.
Verder verkeert ze in de waan dat het halletje van haar portiek een vuilnisbelt is. Ze kiepert haar vuilnisbakzakken daar leeg. Alle denkbare soorten troep ligt daar op die portiekvloer. Ook een heel regiment gebruikte maandverbandjes. De huisbaas heeft al verschillende keren een schoonmaakbedrijf langs gestuurd om de boel te reinigen. Er wonen zes gezinnen in dat portiek. Die moeten door Cindy’s teringzooi heen banjeren.
Dan is er ook nog Cindy’s broer: een altijd boze junk. Een onversneden lul die voor Cindy’s raam gaat staan schreeuwen. Ook midden in de nacht. Ze moet met geld over de brug komen voor zijn verslaving. Als ze niet snel genoeg opendoet pakt hij een steen en gooit een ruit in. De glaszetter heeft daar gisteren weer eens een nieuwe ruit geplaatst. Uitgerekend dezelfde dag kwam ‘boze broer’ weer langs en kinkelde de splinternieuwe ruit weer in.
‘Hupsakee’ zei de huisbaas en gooide de premie voor de glasverzekering voor alle huurders  gelijk maar omhoog.


Dan is daar nog Iwan. Op zich een vriendelijke man. Doet geen vlieg kwaad. Hij doet alleen raar. Irritant raar. Als hij op stap gaat belt hij bij mij aan. Hij zegt dat hij er vandoor gaat. Meestal vertelt hij ook wat hij gaat doen. Een rondje door de wijk lopen. Poolen. Naar de kroeg of naar de hoeren. Hij komt ook altijd melden dat hij weer terug is. Ik heb hem al een paar keer gezegd dat ik daar echt niet op zit te wachten. Maar dat gaat bij hem het ene oor in en het andere oor uit.
Na de kerstdagen heeft Iwan vijftien afgedankte kerstbomen verzameld. Zonder kluit. Vervolgens heeft hij tegen elke boom op ons binnenterrein een kerstboom gezet. Zodat daar volgend jaar kerst weer vijftien nieuwe kerstbomen zullen staan??????? Deze actie voerde hij uit vòòr dat het ging stormen. De wind heeft de kerstbomen kriskras over het binnenterrein gezwiept. Het is echt een zooitje nu. Van opruimen heeft Iwan nooit gehoord.


Kort na Nieuwjaar is buurvrouw Aal  overleden. Ik bid God op mijn blote knieën dat Aals huisje voor de verandering eens toegewezen wordt aan een redelijk normale, enigszins sociale huurder, die ook rekening kan en wil houden met anderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten