Op het (IFFR)
Internationale Filmfestival Rotterdam zag ik gisteren vier films.
Oorspronkelijk was ik niet van plan te gaan dit jaar. Geen zin. Geen fut. Geen
geld. Maar dinsdagavond kreeg ik opeens de geest en besloot woensdag te gaan. Opeens
was daar toch weer de zin, de fut, en het geld. Ik pakte het programma boekje
dat tot dan toe ongelezen onder de salontafel had gelegen. Tussen negen uur ’s
ochtends en tien uur ’s avonds kon ik de vier films gaan zien die ik had
uitgezocht. Voorwaarde was natuurlijk wel
dat geen van de films uitverkocht was. Maar dat kon ik pas woensdagmorgen om 9
uur weten als de kaartverkoop begon. Voor alle films die ik wilde zien waren gelukkig
nog kaarten beschikbaar.
Ik start in Cinerama 1 met de Zuidkoreaanse
film: ‘Alive’ van regisseur Park Jung Bum. De film duurt bijna
drie uur. Het is een vertelling over
armoede, klasseongelijkheid en menselijk lijden in hedendaags Zuid Korea. De
regisseur speelt zelf de hoofdrol, als ploeterende arbeider die zich aan zijn
lot probeert te ontworstelen.
Deze film leek veel minder
lang dan drie uur te duren. Waarschijnlijk kwam dat omdat ik een paar keer
tijdens deze niet zo enerverende film in slaap ben gevallen.
De film Alive (in
Cinerama) was pas om kwart voor een afgelopen en om één uur begon in de
Schouwburg de volgende film alweer. Ik moest me te pletter haasten om èn een
fles drinken te kopen èn bijtijds in de Schouwburg te zijn. Exact om één minuut voor één uur rende ik de
Schouwburg in om de Bulgaars/Griekse film ‘the Lesson’ te zien; de film speelt
in Bulgarije.
Het is een boeiende doch humorloze film over een jonge vrouw, een onderwijzeres,
die ontdekt dat ze op het financiële vlak beduveld is door haar echtgenoot.
Doordat ze nu haar schulden niet kan betalen dreigt een faillissement voor de
vrouw. Ze moet .vreemde sprongen maken om het faillissement af te wenden. Ook
op haar werk, op school, speelt een financiële kwestie. Het gaat hier om een
diefstal: er is tien Bulgaarse Levs uit haar portemonnee gestolen. Ze vermoedt door één van
haar leerlingen.
Van de Schouwburg naar
Pathé 7 is maar een klein rot eindje. Daar draait de film Siti van regisseur
Eddy Cahyono uit Indonesië.
De film toont hoe de in
armoede levende vrouwen aangetrokken worden door het concept karaoke-bar. Daarin
kunnen vrouwen een centje bijverdienen door tegen betaling ‘het de mannen naar
de zin te maken’. Dit karaoke-gebeuren is
ook een noodzakelijk kwaad voor Siti.
Haar man is verlamd, ze heeft zoon van zeven jaar en haar oud moeder woont bij
haar in. Siti moet in haar eentje het gezin onderhouden .
Typerend voor deze film is
het schijnbare gemak waarmee Siti haar zware lot draagt
Dan is het kwart voor
vijf. Mijn volgende (en laatste) film is
om kwart voor zeven. Dat betekent dat ik nu moet gaan dineren. Vanuit
Pathé ga ik eerst even twintig euro pinnen om straks te kunnen betalen. Met
mijn cashgeld loop ik regelrecht naar Bram Ladage en bestel ‘mijn diner’: een
grote patat met pindasaus. ‘Wat is er lekkerder dan dat?’ vraag ik me af, wanneer
ik onder de afkapping bij Bram sta te smullen; uit de wind, uit de hagel. Eens
per jaar zo’n patatje: grandioos! Even dacht ik er nog over om er een grote
milkshake achter aan te gooien. Bij nader inzien deed ik dat toch maar niet. Ik
twijfelde er aan of ik zo’n grote vetklodder binnen kon houden. In de
Schouwburg dronk ik een kop Earl Grey thee (met honing) en zag uit mijn
linker-ooghoek een dikke portemonnee onder een tafeltje liggen. Er zaten twee
mensen aan dat tafeltje maar ze zeiden dat de portemonnee niet van hun was. Ik
opende de portemonnee nog even om te zien of er een telefoonnummer in zat maar
ik zag in de gauwigheid niks. Ook geen cashgeld trouwens. De portemonnee gaf ik
bij de bar af; de verliezer zal er daar wel om gaan vragen.
De laatste film (ook
eentje van drie uur) is om kwart voor zeven in Cinerama 3.
De film speelt in Kirchizië
en is gemaakt door Marat Saruku.
De film bevat prachtige
opnamen van rivieren, meren en bergen in Kirchizië.
Het verhaal:
Een opa en zijn
kleindochter wonen op een vredig plekje langs een rivier. De moeder wil dat haar vader en haar dochter verhuizen
naar de grote stad, waar moeder werkt. Moeder is bezorgd dat haar dochter
alleen achterblijft als haar vader iets overkomt. Opa en kleindochter verhuizen
naar de stad alwaar geen geschikte woonruimte
blijkt te zijn voor hen. Dochter zoekt wanhopig en tevergeefs naar een
plek voor vader en dochter.
Dan is het kwart voor
tien. Het is droog. Met windje mee fiets ik in een paar minuten naar huis.
Thuis schenk ik mezelf een
wodka met appelsap in en vertel mijn vrouw over de vier films die ik vandaag
gezien heb. Zij is blij dat ze niet met me mee is gegaan: ‘Wat een
somberheid!’zegt ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten