donderdag 29 januari 2015

IFFR

Op het (IFFR) Internationale Filmfestival Rotterdam zag ik gisteren vier films. Oorspronkelijk was ik niet van plan te gaan dit jaar. Geen zin. Geen fut. Geen geld. Maar dinsdagavond kreeg ik opeens de geest en besloot woensdag te gaan. Opeens was daar toch weer de zin, de fut, en het geld. Ik pakte het programma boekje dat tot dan toe ongelezen onder de salontafel had gelegen. Tussen negen uur ’s ochtends en tien uur ’s avonds kon ik de vier films gaan zien die ik had uitgezocht.  Voorwaarde was natuurlijk wel dat geen van de films uitverkocht was. Maar dat kon ik pas woensdagmorgen om 9 uur weten als de kaartverkoop begon. Voor alle films die ik wilde zien waren gelukkig nog kaarten beschikbaar.
Ik  start in Cinerama 1 met de Zuidkoreaanse film: ‘Alive’  van  regisseur Park Jung Bum. De film duurt bijna drie uur.  Het is een vertelling over armoede, klasseongelijkheid en menselijk lijden in hedendaags Zuid Korea. De regisseur speelt zelf de hoofdrol, als ploeterende arbeider die zich aan zijn lot probeert te ontworstelen.
Deze film leek veel minder lang dan drie uur te duren. Waarschijnlijk kwam dat omdat ik een paar keer tijdens deze niet zo enerverende film in slaap ben gevallen. 

De film Alive (in Cinerama) was pas om kwart voor een afgelopen en om één uur begon in de Schouwburg de volgende film alweer. Ik moest me te pletter haasten om èn een fles drinken te kopen èn bijtijds in de Schouwburg te zijn.  Exact om één minuut voor één uur rende ik de Schouwburg in om de Bulgaars/Griekse film ‘the Lesson’ te zien; de film speelt in Bulgarije.
Het  is een boeiende doch humorloze  film over een jonge vrouw, een onderwijzeres, die ontdekt dat ze op het financiële vlak beduveld is door haar echtgenoot. Doordat ze nu haar schulden niet kan betalen dreigt een faillissement voor de vrouw. Ze moet .vreemde sprongen maken om het faillissement af te wenden. Ook op haar werk, op school, speelt een financiële kwestie. Het gaat hier om een diefstal: er is tien Bulgaarse Levs uit haar  portemonnee gestolen. Ze vermoedt door één van haar leerlingen.

Van de Schouwburg naar Pathé 7 is maar een klein rot eindje. Daar draait de film Siti van regisseur Eddy Cahyono uit Indonesië.
De film toont hoe de in armoede levende vrouwen aangetrokken worden door het concept karaoke-bar. Daarin kunnen vrouwen een centje bijverdienen door tegen betaling ‘het de mannen naar de zin te maken’. Dit  karaoke-gebeuren is ook een noodzakelijk  kwaad voor Siti. Haar man is verlamd, ze heeft zoon van zeven jaar en haar oud moeder woont bij haar in. Siti moet in haar eentje het gezin onderhouden .
Typerend voor deze film is het schijnbare gemak waarmee Siti haar zware lot draagt

Dan is het kwart voor vijf. Mijn volgende (en laatste) film is  om kwart voor zeven. Dat betekent dat ik nu moet gaan dineren. Vanuit Pathé ga ik eerst even twintig euro pinnen om straks te kunnen betalen. Met mijn cashgeld loop ik regelrecht naar Bram Ladage en bestel ‘mijn diner’: een grote patat met pindasaus. ‘Wat is er lekkerder dan dat?’ vraag ik me af, wanneer ik onder de afkapping bij Bram sta te smullen; uit de wind, uit de hagel. Eens per jaar zo’n patatje: grandioos! Even dacht ik er nog over om er een grote milkshake achter aan te gooien. Bij nader inzien deed ik dat toch maar niet. Ik twijfelde er aan of ik zo’n grote vetklodder binnen kon houden. In de Schouwburg dronk ik een kop Earl Grey thee (met honing) en zag uit mijn linker-ooghoek een dikke portemonnee onder een tafeltje liggen. Er zaten twee mensen aan dat tafeltje maar ze zeiden dat de portemonnee niet van hun was. Ik opende de portemonnee nog even om te zien of er een telefoonnummer in zat maar ik zag in de gauwigheid niks. Ook geen cashgeld trouwens. De portemonnee gaf ik bij de bar af; de verliezer zal er daar wel om gaan vragen.

De laatste film (ook eentje van drie uur) is om kwart voor zeven in Cinerama 3.
De film speelt in Kirchizië en is gemaakt door Marat Saruku.
De film bevat prachtige opnamen van rivieren, meren en bergen in Kirchizië.
Het verhaal:
Een opa en zijn kleindochter wonen op een vredig plekje langs een rivier. De moeder  wil dat haar vader en haar dochter verhuizen naar de grote stad, waar moeder werkt. Moeder is bezorgd dat haar dochter alleen achterblijft als haar vader iets overkomt. Opa en kleindochter verhuizen naar de stad alwaar geen geschikte woonruimte  blijkt te zijn voor hen. Dochter zoekt wanhopig en tevergeefs naar een plek voor vader en dochter.

Dan is het kwart voor tien. Het is droog. Met windje mee fiets ik in een paar minuten naar huis.
Thuis schenk ik mezelf een wodka met appelsap in en vertel mijn vrouw over de vier films die ik vandaag gezien heb. Zij is blij dat ze niet met me mee is gegaan: ‘Wat een somberheid!’zegt ze.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten